display PEUGEOT PARTNER 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2022, Model line: PARTNER, Model: PEUGEOT PARTNER 2022Pages: 324, PDF Size: 9.52 MB
Page 164 of 324

162
Rijden
Werkingslimieten
Het systeem gaat in de volgende gevallen
automatisch over in de wachtstand:
– ESP uitgeschakeld of bezig met een ingreep.
– De snelheid is lager dan 70 km/h of hoger dan
180 km/h.
– Aansluiten stekker op een aanhanger.
Rijomstandigheden en bijbehorende waarschuwingen
In de onderstaande tabel ziet u een beschrijving van de waarschuwingen e\
n meldingen die in verschillende rijomstandigheden worden weergegeven.
De werkelijke volgorde waarin de meldingen worden weergegeven kan afwijk\
en.
Status functie Controlelampje Weergave en/of
bijbehorend bericht
(bij instrumentenpaneel met matrixdisplay) Aanwijzingen
OFF
(grijs)
Functie uitgeschakeld.
ON
(grijs) Systeem ingeschakeld, niet voldaan aan de
werkingsvoorwaarden:
–
Snelheid lager dan 70
km/h.
– Geen rijstrookmarkering gedetecteerd.
– ASR- / DSC-systemen uitgeschakeld of ingrijpen van het
ESP.
–
"Sportieve" rijstijl.
ON
(grijs)
Functie automatisch uitgeschakeld / in stand-by gezet
(bijvoorbeeld: detectie van een aanhanger, gebruik van het (bij
de auto geleverde) noodreservewiel).
ON
(groen) Rijstrookmarkering gedetecteerd.
Snelheid hoger dan 70
km/h.
Page 165 of 324

163
Rijden
6Status functieControlelampje Weergave en/of
bijbehorend bericht
(bij instrumentenpaneel met matrixdisplay) Aanwijzingen
ON
(oranje) / (groen)
Het systeem corrigeert de koers op basis van de zijde van de
rijstrook die overschreden dreigt te worden (oranje lijn).
ON
(oranje) / (groen)
" Houd het stuurwiel vast" –
Als het systeem tijdens de correctie detecteert dat de
bestuurder het stuurwiel enkele seconden heeft losgelaten,
onderbreekt het systeem de correctie om de besturing weer
over te laten aan de bestuurder.
– T ijdens het corrigeren van de baan bepaalt het systeem
dat de correctie niet voldoende is; de bestuurder wordt
gewaarschuwd dat hij of zij de baan zelf verder moet
corrigeren.
De duur van de geluidswaarschuwingen zal toenemen als er
snel na elkaar meerdere correcties worden uitgevoerd. De
waarschuwing zal uiteindelijk permanent worden weergegeven
totdat de bestuurder reageert.
Deze melding kan ook worden weergegeven als u uw handen
op het stuurwiel hebt.
Werkingslimieten
Het systeem gaat in de volgende gevallen
automatisch over in de wachtstand:
–
ESP
uitgeschakeld of bezig met een ingreep.
–
De snelheid is lager dan 70
km/h of hoger dan
180
km/h.
–
Aansluiten stekker op een aanhanger
.–
Detectie van het gebruik van een noodreservewiel
(dit wordt niet onmiddellijk gedetecteerd, daarom
is het raadzaam de functie in dat geval uit te
schakelen).
–
Detectie van sportief rijgedrag, intrappen van het
rempedaal of gaspedaal.
–
Rijden over rijstrookmarkering.
–
Inschakelen van de richtingaanwijzers.
– In een bocht wordt de binnenste
rijstrookmarkering overschreden.
–
Bij het rijden in een scherpe bocht.
–
W
anneer de bestuurder niet reageert op een
correctie.
Als de bestuurder tijdens een correctie niet actief is (het stuurwiel wordt 10 seconden
Page 209 of 324

207
Praktische informatie
7► Houd het rempedaal ingetrapt en doe het
volgende in deze volgorde: zet de motor uit en
beweeg de selectieschakelaar naar voren of naar
achteren.
►
Laat het rempedaal los en zet het contact aan.
►
T
rap het rempedaal in en druk op de hendel van
de elektrische parkeerrem om deze vrij te zetten.
►
Laat het rempedaal los en schakel het contact
uit.
Er wordt een melding op het instrumentenpaneel weergegeven om te
bevestigen dat de wielen 15 minuten worden
vrijgezet.
In de vrijloop kan het audiosysteem niet worden
bijgewerkt (melding weergegeven op het
instrumentenpaneel).
Na 15 minuten of terug naar de normale
werking.
► Houd het rempedaal ingetrapt, start de motor en
selecteer stand P .
Onderhoudstips
Algemene aanwijzingen
Houd u aan de volgende aanbevelingen om
beschadiging van de auto te voorkomen.
Buitenkant
Gebruik nooit een hogedrukspuit in de motorruimte - kans op schade aan
elektrische componenten!
Was de auto niet bij fel zonlicht of bij zeer lage
temperaturen.
Wanneer u de auto in een autowasstraat wast, vergrendel dan alle portieren en,
afhankelijk van de uitvoering, haal de
elektronische sleutel uit de detectiezone.
Wanneer u een hogedrukreiniger gebruikt,
houd de spuitmond dan op minimaal 30 cm
van de auto (vooral wanneer u gebieden met
beschadigde lak, sensoren of afdichtingen
reinigt).
Verwijder meteen alle vlekken die chemicaliën
bevatten die de lak van uw auto kunnen
beschadigen (zoals boomhars, vogelpoep,
insectenafscheidingen, pollen en teer).
Afhankelijk van de omgeving moet u de
auto vaker wassen om zoutafzettingen (in
kustgebieden), roet (in industriële gebieden)
of modder/zout (in natte of koude gebieden)
te verwijderen. Deze materialen kunnen zeer
corrosief zijn.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer
of gekwalificeerde werkplaats voor advies
over het verwijderen van hardnekkige vlekken
waarvoor speciale producten nodig zijn (zoals
verwijdermiddelen voor teer en insecten).
Laat lakschade bij voorkeur repareren door
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Binnenkant
Wanneer u de auto wast, gebruik dan nooit een waterslang of hogedrukreiniger om de
binnenkant te reinigen.
Bekers of andere open houders met vloeistof
kunnen lekken, met kans op schade aan het
instrumentenpaneel en de bedieningselementen
op het dashboard en de middenconsole. Wees
altijd voorzichtig!
Reinig instrumentenpanelen, touchscreens en
andere displays door ze voorzichtig met een
zachte, droge doek af te vegen. Gebruik geen
producten (zoals alcohol of desinfectiemiddelen)
of zeepwater direct op deze oppervlakken - kans
op schade!
Carrosserie
Hoogglanslak
Gebruik nooit schurende producten, oplosmiddelen, benzine of olie om de
carrosserie te reinigen.
Gebruik nooit een schuursponsje om lastige
vlekken te verwijderen - kans op krassen in de
lak!
Breng geen poetsmiddel aan als de zon fel
schijnt, of op kunststof of rubber onderdelen.
Page 298 of 324

296
Trefwoordenregister
12V-accu 193, 202, 221–222, 221–224
A
Aanhanger 101, 195
Aanhangergewichten
233–237, 241
Aansluiten MirrorLink
261
Aansluiting 12 V
62, 64
Aansluiting 220 V
64
ABS
99
Accessoires
96
Accu laden
223–224
Achterbank
58, 60
Achterdeuren
39–40
Achterklep
39, 41
Achterlichten
220
Achterportierruiten
51
Achterruitverwarming
55, 81
Achteruitrijcamera
145, 169, 173–174
Achteruitrijlicht
220
Actieradius AdBlue®
202
Active Safety Brake
158, 160
Adaptieve cruise control met Stop-functie
148
Adaptieve snelheidsregelaar
153
AdBlue®
204
AdBlue® bijvullen
205
AdBlue®-reservoir
205
Advanced Grip Control
101–102
Afmetingen
228
Afstandsbediening
33–37, 39–40, 124
Afstellen van de koplamphoogte
92
Afzetten van de motor 124, 126–127
Airbags
108, 110, 112
Airbags vóór
108, 110, 113
Airconditioning
76, 79
Airconditioning (handbediend)
77–78
Airconditioning met gescheiden regeling
81
Alarmknipperlichten
70, 98
Alarmsysteem
47–48
Algemeen menu
31
Allesdragers
197–198
Android Auto verbinding
279
Antiblokkeersysteem (ABS)
99
Antidiefstalsysteem/Startblokkering
34
Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling
100, 102
Apple®-speler
247, 259, 284
Apple CarPlay verbinding
260, 279
Apps
280
Armleuning
53
Armleuning vóór
62
Audiokabel
283
Automatische airconditioning (met display)
82
Automatische airconditioning met gescheiden
regeling
78–79
Automatische ruitenwissers
94–95
Automatische transmissie ~ Versnellingsbak,
automatische
131, 133–138, 203, 223
Automatisch inschakelen verlichting
89–90
Automatisch noodremsysteem
158, 160
AUX-aansluiting
247, 259, 283B
Bagageafdekking 68
Bagageafdekscherm
68–69
Bagagenet voor hoge belading
67
Banden
203, 242
Banden oppompen
203, 242
Bandenreparatieset
210
Bandenspanning
203, 213, 216, 242
Bandenspanningscontrole (met set)
211–212
Bandenspanning te laag (detectie)
142
Batterij afstandsbediening ~ Afstandsbediening,
batterij
42, 84
Batterij afstandsbediening vervangen ~
Afstandsbediening, batterij vervangen
42
Bediening autoradio aan stuurkolom ~ Autoradio,
bedieningen aan stuurkolom
243–244, 254, 268
Bekerhouder
62
Beladen
70, 197
Benzinemotor
199, 233–234
Bijvullen AdBlue®
202, 205
Binnenspiegel
56
BlueHDi
202, 209
Bluetooth audiosysteem met touchscreen
29
Bluetooth (handsfree set)
248–249, 261–262, 284–285
Bluetooth (telefoon)
248–249, 261–262, 284–286
Bluetooth-verbinding
248–249, 261–262,
280, 284–286
Boordcomputer
28–29
Boordgereedschap
209–210
Brandstof
8, 180
Page 299 of 324

297
Trefwoordenregister
Brandstofadditief 201–202
Brandstofniveaumeter
180–181
Brandstoftank
180–181, 180–182
Brandstof tanken
180–181
Brandstoftank leeg (diesel)
209
Brandstofverbruik
8
Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop
180–181
Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep
180–181
Buitenspiegels
55–56, 81, 164
Buitenverlichting
90
C
Carrosserie 207
Carrosserie-onderhoud
207
CD
247
CD MP3
247
Centrale vergrendeling
33, 39
Claxon
99
Configuratie van de auto
30–31
Connectiviteit
279
Contact
126–127, 286
Contact aangezet
127
Controlelampjes
14
Controlepaneel
185–186
Controles
199, 202–203
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) - Digitale
radio
246, 258, 282–283
Dak
63
Dakklep
46
Dashboardkastje
62
Datum (instellen)
264, 288
Datum instellen
264, 288
Detectie obstakels
167
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie
142–143, 213
De tractiebatterij laden
186
Dieselmotor
180, 199, 209, 235–237, 241
Digitaal instrumentenpaneel
12–13
Digitale radio - DAB (Digital Audio
Broadcasting)
246, 258, 282–283
Dimlicht
87, 217–218
Display instrumentenpaneel
10
Dodehoekbewaking
164
Draadloze lader
65
Dynamische noodrem
129–131
E
Eco-mode ~ Eco-modus 193
Eco-rijden (adviezen)
8
ECO-stand
140
Eendelige vaste bank
60
Electronic Stability Program (ESC)
100, 102
Elektrisch bedienbare schuifdeur
39, 46
Elektrisch bediende handrem ~ Handrem,
elektrisch bediend
129–131, 203
Elektrische ruitbediening
49–50
Elektromotor
6, 9, 31, 127, 182, 196,
200, 222, 225, 241
Elektronische remdrukregelaar (REF)
99
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~ Electronic
Brake Force Distribution (EBD)
99
Elektronische sleutel
33, 128
Elektronische startblokkering ~ Startblokkering,
elektronische
124
Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP)
99,
101–102
Energiestromen
31
ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma)
99
Etiketten
6, 60
Extra verwarming
48, 82–83
F
Flacon AdBlue® 205
Flessenhouder
62
Follow me home-verlichting
34
Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-
verlichting
90
Frequentie (radio)
282
G
Gekoppeld navigatiesysteem 276–278
Page 301 of 324

299
Trefwoordenregister
Laadzone 35, 44, 70
Laden accu ~ Accu laden
223–224
Laden tractiebatterij
186
Laden via een normaal stopcontact
186
Lader voor versneld laden (wallbox)
185
Lak
207, 242
Lampen
217
Lampen (vervangen)
216–217
Lampen vervangen
216–217
Lampen (vervangen, referenties)
217
Lane Departure Warning System
161
LCD-instrumentenpaneel
10
LED-verlichting
89, 217–218
Lekke band
211, 213
Lendensteun
53
Lendensteun, verstelling
53
Lichtschakelaar
87–88
Lokaliseren van de auto
34
Luchtfilter
202
Luchtfilter (vervangen)
202
Luchtrecirculatie
78–79
M
Matrix-instrumentenpaneel 10
Matten
62, 145
Mat verwijderen
62
Meldingen
286
Menu
260
Menu's (audio)
244–245, 255–256, 268–269
Menustructuren display
260
Milieu 8, 42, 84, 123
Mistachterlicht
87, 220
Mistlampen
219
Mistlampen vóór
87, 217
Mobiele app
32, 84, 192
Monteren allesdragers ~ Allesdragers
monteren
197–198
Motoren
233–237, 241
Motorkap
198–199
Motorkapsteun
198–199
Motorolie
200
Multiflex bank ~ Cabine Extenso
71
N
Navigatiesysteem 274–276
Neerklappen stoelen achter
58–59
Netaansluiting (standaardstekker)
185
Niveau AdBlue®
202
Niveau brandstofadditief diesel ~
Brandstofaddititiefniveau
201–202
Niveau koelvloeistof ~ Koelvloeistofniveau
201
Niveau koplampsproeiervloeistof ~
Koplampsproeiervloeistofniveau
93
Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau
201
Niveau ruitensproeiervloeistof ~
Ruitensproeiervloeistofniveau
93, 201
Niveaus controleren
200–201
Niveaus en controles
199–201
Noodbediening achterklep
41
Noodbediening portieren
34, 40–41
Noodoproep ~ Urgence-oproep 96–97
Noodprocedure starten
127, 222
Noodremassistentie ~ Brake Assist
System (BAS)
100, 159
Noodremassistentie (AFU) ~ Brake Assist
System (BAS)
100
O
Oliefilter 202
Oliefilter (vervangen)
202
Olieniveau
200
Oliepeilstok
200
Olieverbruik
200
Onder de motorkap ~ Motorruimte
199
Onderhoud (adviezen)
183, 207
Onderhoudsadviezen
183, 207
Onderhoudscontroles
21, 202
Onderhoudsindicator ~
Onderhoudsintervalindicator
21
Ontdooien
56, 80–81
Ontgrendelen
33–34, 36–38
Ontgrendelen van binnenuit ~ Interieur
ontgrendelen
43–44
Ontluchten brandstofsysteem ~ Brandstofsysteem
ontluchten
209
Ontwasemen
80–81
Ontwasemen achter
80
Ontwasemen achter ~
Achterruitverwarming
55, 81
Ontwasemen voor
80