service Peugeot RCZ 2014 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2014, Model line: RCZ, Model: Peugeot RCZ 2014Pages: 344, PDF Size: 18.99 MB
Page 2 of 344
Het instructieboekje online
Uw instructieboekje is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot". Als u het instructieboekje online raadpleegt, hebt u tevens toegang tot de meest recente informatie. Deze informatie is gemakkelijk te herkennen aan de paginamarkering die wordt weergegeven met dit pictogram:
Als de rubriek "MyPeugeot" niet beschikbaar is op de website van Peugeot voor uw land, kunt u het instructieboekje op het volgende internetadres raadplegen: http://public.servicebox.peugeot.com
de link "Boorddocumentatie" op de startpagina (u hoeft zich niet aan te melden), de link "Boorddocumentatie" op de startpagina (u hoeft zich niet aan te melden), de link "Boorddocumentatie" op de startpagina (u hoeft zich niet aan te
de taal, het model van uw auto en de carrosserie-uitvoering, de uitgifteperiode van uw instructieboekje die overeenkomt met de datum van deel 1A van het kentekenbewijs van uw auto.
Belangrijke informatie:
Het monteren van elektrische uitrustingen of accessoires
die niet onder een artikelnummer in het assortiment van
Automobiles PEUGEOT voorkomen, kan storingen in het
elektronisch systeem van uw auto veroorzaken. Wij verzoeken
u hier rekening mee te houden en raden u aan contact op te
nemen met een vertegenwoordiger van het merk PEUGEOT
om u te laten informeren over het assortiment uitrustingen en
accessoires voorzien van het betreffende artikelnummer.
Selecteer:
U kunt hier online uw instructieboekje bekijken en hebt toegang tot de meest recente gegevens via het pictogram: U kunt hier online uw instructieboekje bekijken en hebt toegang tot de meest recente gegevens via het pictogram: U kunt hier online uw instructieboekje bekijken en hebt toegang tot de
Page 30 of 344
28
Zelfdiagnose
motor knippert.
Er is een storing in het
motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of door
een gekwalifi ceerde werkplaats.
permanent. Er is een storing in de
emissieregeling. Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats als dit niet het geval is.
Laag
brandstofniveau permanent, met
de wijzer in het
rode gebied,
in combinatie
met een
geluidssignaal en
een melding. Als het lampje gaat branden zit er
nog ongeveer
5 liter brandstof in
de tank.
Vanaf dit moment worden de
laatste liters brandstof in de tank
aangesproken. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u met
een lege tank strandt.
Dit verklikkerlampje gaat elke keer na het aanzetten van het
contact branden, in combinatie met een geluidssignaal en
een melding, zolang er niet voldoende brandstof getankt is.
Het geluidssignaal en de melding worden steeds herhaald;
de frequentie ervan neemt toe naarmate het niveau
"0"
dichterbij komt.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 55 liter .
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is, hierdoor
kunnen het emissieregelsysteem en het injectiesysteem
beschadigd raken.
Controlelampje
brandt Oorzaak Acties / Opmerkingen
Service tijdelijk.
Er is een kleine storing
opgetreden waarbij geen
specifi ek verklikkerlampje gaat
branden. Identifi ceer de storing met behulp van de melding op het
display, bijvoorbeeld:
- het geopend zijn van de portieren, de achterklep of de motorkap, - een laag motorolieniveau,
- een laag ruitensproeiervloeistofniveau,
- een lege batterij van de afstandsbediening,
- vervuiling van het roetfi lter (diesel),
Ga om het roetfi lter te regenereren, als de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid van
meer dan 60 km/h rijden tot het lampje dooft.
- een storing in het controlesysteem voor de bandenspanning,
- ...
Raadpleeg in andere gevallen het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats.
permanent. Er is een ernstige storing
opgetreden waarbij geen specifi ek
verklikkerlampje gaat branden. Identifi ceer de storing met behulp van de melding op
het display en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 31 of 344
1/
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Antiblokkeersysteem
(ABS) permanent. Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg zo snel
mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(CDS/ASR) knippert.
De CDS-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een
betere koersstabiliteit als de wielen te weinig grip hebben
of de auto uit de koers dreigt te raken.
permanent. Storing in het CDS-/ASR-
systeem. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalifi ceerde werkplaats.
Bochtverlichting
knippert. Er is een storing in de
bochtverlichting. Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Controlelampje
brandt Oorzaak Acties / Opmerkingen
Veiligheidsgordel
niet vastgemaakt/
losgemaakt
permanent, daarna
knipperend, op het
pictogrammendisplay
voor de
veiligheidsgordels en
de airbag vóór aan
passagierszijde. De bestuurder of de passagier voorin
heeft zijn gordel niet vastgemaakt of
heeft zijn gordel losgemaakt .
Rol de gordel uit en steek de gesp in de gordelsluiting.
Minstens één achterpassagier
heeft zijn gordel los gemaakt.
Bandenspanning
te laag permanent.
De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te worden
uitgevoerd.
+
knipperend en
vervolgens permanent,
in combinatie met het
verklikkerlampje Service. Het controlesysteem voor de
bandenspanning is defect of de
sensor van een van de wielen
wordt niet gedetecteerd. De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 36 of 344
34
Olieniveau correct
Als de aanduiding "OIL" knippert of een waarschuwingsmelding op het
instrumentenpaneel verschijnt in combinatie met het verklikkerlampje
service en een geluidssignaal, is het motorolieniveau te laag.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als blijkt dat het olieniveau
te laag is, moet olie worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de rubriek "Niveaus controleren". Een storing wordt aangegeven door het knipperen van de aanduiding
"OIL --" of een waarschuwingsmelding op het instrumentenpaneel.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Als de motorolieniveaumeter niet werkt, wordt het motorolieniveau niet
meer gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u het motorolieniveau controleren
met de peilstok in de motorruimte.
Raadpleeg de rubriek "Niveaus controleren".
Te weinig olie
Storing van de niveaumeter
Page 100 of 344
98
RCZ_nl_Chap04_visibilite_ed02-2013_CA
RUITENSPROEIERS VÓÓR EN KOPLAMPSPROEIERS
Trek de ruitenwisserschakelaar naar u toe. De ruitensproeiers treden in werking, waarna enige tijd de ruitenwissers worden
ingeschakeld om de ruit schoon te wissen.
De koplampsproeiers worden alleen geactiveerd als het dimlicht of
het grootlicht brandt en de auto rijdt .
Te laag niveau ruiten-/koplampsproeiervloeistof
Als uw auto is voorzien van koplampsproeiers en het niveau
van het reservoir te laag is, verschijnt dit pictogram en/of het
pictogram service op het instrumentenpaneel in combinatie
met een geluidssignaal en een melding op het display.
Vul het ruiten-/koplampsproeierreservoir bij of laat het bijvullen.
Het pictogram verschijnt als het contact wordt aangezet of als de
schakelaar wordt bediend, zolang het reservoir niet gevuld is.
Om het verbruik van koplampsproeiervloeistof te beperken werken
de koplampsproeiers tijdens één en hetzelfde traject slechts elke
zevende keer dat de ruitensproeiers worden gebruikt of elke 40 km.
Page 108 of 344
106
RCZ_nl_Chap05_securite_ed02-2013_CA
ACTIEVE MOTORKAP
Storing
De actieve motorkap is ontwikkeld om de veiligheid van voetgangers bij
een frontale aanrijding te vergroten. Het in werking treden van de actieve motorkap gaat gepaard met
een lichte, onschadelijke rookontwikkeling en het geluid van de
pyrotechnische ontsteking van het systeem. Het verklikkerlampje
van de airbags gaat branden.
Na het in werking treden kan de motorkap weer worden gesloten
door op de scharnieren te drukken. Rijd met een snelheid van
maximaal 30 km/h naar het dichtstbijzijnde PEUGEOT-servicepunt
of een gekwalifi ceerde werkplaats. Dit systeem treedt slechts één keer in werking. Bij een tweede
aanrijding (tijdens hetzelfde of een volgend ongeval) zal de
actieve motorkap niet meer functioneren.
Laat het systeem controleren als de auto betrokken is geweest bij
diefstal of een aanrijding.
Kom niet aan de pyrotechnische systemen bij de gasveren onder
de motorkap om explosies te vermijden.
Werkzaamheden aan dit systeem mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door hiertoe bevoegde medewerkers van het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats als het verklikkerlampje
op het instrumentenpaneel gaat branden in combinatie met
een geluidssignaal en een melding op het display. De actieve
motorkap zou in dit geval misschien niet meer kunnen werken
bij een aanrijding.
Page 141 of 344
6/
RIJDEN
Als er een afwijking in de bandenspanning van één band wordt
geconstateerd, kan deze band worden herkend aan het pictogram of,
afhankelijk van de uitvoering, de weergegeven melding.
Verlaag onmiddellijk de snelheid, maak geen bruuske stuurbewegingen en rem niet plotseling hard af.
Zet uw auto stil zodra de verkeerssituatie dit toelaat.
Gebruik in geval van een lekke band de noodreparatieset of het reservewiel (volgens uitrusting),
of
controleer de spanning van de vier banden (bij koude banden) als u over een compressor beschikt, bijvoorbeeld die van de
bandenreparatieset,
of
rijd voorzichtig met lage snelheid verder als u niet direct de bandenspanning kunt controleren.
WAARSCHUWING TE LAGE BANDENSPANNING
Bij een te lage bandenspanning brandt dit verklikkerlampje
in combinatie met een geluidssignaal en, afhankelijk van de
uitrusting, in combinatie met de weergave van een melding.
Een lagere bandenspanning is niet altijd zichtbaar aan een
vervorming van de band. Beperk u daarom niet alleen tot een
visuele controle.
De waarschuwing wordt weergegeven zolang de desbetreffende
band(en) niet op spanning is (zijn) gebracht, is (zijn) gerepareer\
d of is
(zijn) vervangen.
Het reservewiel (noodreservewiel of wiel met stalen velg) is niet
voorzien van een sensor. Als het verklikkerlampje "te lage bandenspanning"
knippert en vervolgens permanent brandt in
combinatie met het verklikkerlampje "service", duidt dit
op een storing in het systeem.
In dat geval wordt de bandenspanning niet meer gecontroleerd.
Deze waarschuwing wordt ook weergegeven als een of meerdere
wielen niet zijn voorzien van een sensor (bijvoorbeeld een
noodreservewiel of een reservewiel met stalen velg).
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats
om het systeem te laten controleren of monteer na een lekke band het
wiel met de originele velg, dat is voorzien van een sensor.
STORING
Page 167 of 344
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
2. Op spanning brengen
Zet de schakelaar A in de stand "Bandenspanning".
Rol de zwarte slang H volledig uit.
Sluit de zwarte slang aan op het ventiel van de gerepareerde band.
Ga zo snel mogelijk naar een servicepunt van het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Vergeet niet de technicus te vertellen dat u de set hebt gebruikt.
Na nadere inspectie kan de technicus u vertellen of de band
gerepareerd kan worden of moet worden vervangen.
Sluit de stekker van de compressor weer aan op de 12V-aansluiting
in de auto.
Start de motor opnieuw en laat de motor draaien. Breng de band met behulp van de compressor op de
voorgeschreven spanning (spanning verhogen: schakelaar B in
stand "I" ; spanning verlagen: schakelaar B in stand "O" en knop
C indrukken), zoals vermeld op de bandenspanningssticker in de
portieropening aan bestuurderszijde.
Als de bandenspanning sterk daalt, is het lek niet goed gedicht; neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats om u verder te helpen.
Verwijder de set en berg deze op.
Rijd niet harder dan 80 km/h en niet verder dan 200 km.
Page 191 of 344
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Zekering Ampère Functies
F13 5 A Servicecentrale motor, actieve motorkap.
F14 15 A
Multifunctioneel display, pictogrammendisplay
veiligheidsgordels en airbag voorpassagier,
display instrumentenpaneel, versterker,
handsfree set, elektronische eenheid
parkeerhulp, USB Box.
F15 30 A Vergrendeling en supervergrendeling.
F17 40 A Achterruit- en buitenspiegelverwarming.
Zekering Ampère Functies
G36 30 A Hifi -versterker.
G37 30 A Geheugeneenheid passagiersstoel vóór.
G38 30 A Geheugeneenheid bestuurdersstoel.
G39 5 A Geheugeneenheid verlichting.
G40 30 A Stoelverwarming bestuurder en
voorpassagier.
Houder 2
Page 280 of 344
06
278
TELEFONEREN
Bluetooth-telefoon koppelen
Eerste koppeling
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan de handsfree-set mag om veiligheidsredenen en vanwege het feit dat deze handeling de volledige aandacht van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd als de auto stilstaat .
Selecteer in het menu Bluetooth van uw telefoon de systeemnaam in de lijst met gedetecteerde apparatuur.
Druk op deze toets.
Selecteer " Bluetooth-functies " en bevestig uw keuze.
Selecteer " Randapparatuur zoeken " en bevestig uw keuze.
Er verschijnt een overzicht van de apparatuur die waargenomen is. Wacht tot de knop " Verbinden " verschijnt.
U kunt controleren of uw telefoon compatibel is op www.peugeot.nl (Services).
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon en stel deze zo in dat de telefoon "gezien" wordt.
Snelle procedure via de telefoon
Voer een code van minimaal 4 cijfers in op de telefoon en bevestig.
Voer dezelfde code in het systeem in, selecteer " OK " en bevestig.
Procedure via het systeem