Peugeot RCZ 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2015, Model line: RCZ, Model: Peugeot RCZ 2015Pages: 292, PDF Size: 7.77 MB
Page 21 of 292
19
RCZ_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
ControlelampjebrandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Mistachterlicht permanent.Het mistachterlicht is
ingeschakeld met de ring van de
lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar naar achteren om het
mistachterlicht uit te schakelen.
Voorgloeien
dieselmotor permanent.De sleutel staat in de tweede
stand (contact) van het
contactslot. Wacht met starten tot het controlelampje uitgaat.
De wachttijd is afhankelijk van de weersomstandigheden
(in extreme gevallen 30
seconden).
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af. Zet
het contact dan weer aan en wacht opnieuw tot het lampje
uitgaat voordat u de motor start.
Handrem permanent.De handrem is aangetrokken of
niet goed vrijgezet. Zet de handrem vrij zodat het verklikkerlampje uitgaat; trap
het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie
over de handrem.
Airbag vóór aan
passagierszijde
permanent op het
display van de
waarschuwingslampjes
voor de
veiligheidsgordels en
de airbag vóór aan
passagierszijde.
De schakelaar op het dashboard
aan passagierszijde staat in de
stand "ON".
De airbag vóór aan
passagierszijde is geactiveerd.
Plaats in dit geval geen
kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de stoel van de
voorpassagier. Als u geen kinderzitje op de stoel van de voorpassagier
wilt plaatsen, is het raadzaam de airbag vóór aan
passagierszijde in te schakelen.
Zet de schakelaar echter altijd in de stand
"OFF" als u een
kinderzitje met de rug in de rijrichting op de stoel van de
voorpassagier wilt plaatsen.
1/
CONTROLE TIjDENS HET RIjDEN
Page 22 of 292
20
RCZ_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De verklikkerlampjes voor de uitgeschakelde functies verschijnen
in de vorm van pictogrammen op het grote display, centraal in het
instrumentenpaneel.
De pictogrammen kunnen worden weergegeven in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het scherm.Controlelampje brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Airbag vóór aan
passagierszijde
permanent, op het
pictogrammendisplay
van de
veiligheidsgordels en
de airbag vóór aan
passagierszijde.
De schakelaar op de zijkant
van het dashboard aan
passagierszijde staat in de stand
"OFF ".
De airbag vóór aan
passagierszijde is uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met
de rug in de rijrichting op de
voorpassagiersstoel plaatsen. Voordat u een kinderzitje met de "rug in de rijrichting" op de
voorpassagiersstoel bevestigt, dient u altijd
de airbag vóór
aan passagierszijde uit te schakelen.
Vergeet nadat u het kinderzitje hebt verwijderd niet om de
schakelaar in de stand "ON" te zetten om de airbag vóór
aan passagierszijde weer in te schakelen.
Page 23 of 292
21
RCZ_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
KOELVLOEISTOFTEMPERATUURMETER
Als bij draaiende motor de wijzer zich bevindt in:
- zone A, is de temperatuur in orde,
-
zone B, is de temperatuur te hoog. Het verklikkerlampje te
hoge koelvloeistoftemperatuur gaat branden in combinatie
met het verklikkerlampje STOP, een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor afzet.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
MOTOROLIENIVEAUMETER
Gedurende enkele seconden na het aanzetten van het contact
wordt het motorolieniveau weergegeven, samen met de
onderhoudsinformatie.
Een controle van het olieniveau is alleen betrouwbaar als de auto
op een vlakke, horizontale ondergrond staat en de motor ten
minste 30
minuten niet heeft gedraaid.
De temperatuur en de druk in het koelcircuit beginnen na enkele
minuten rijden te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen:
F
wacht tot de motor is afgekoeld,
F
draai de dop twee omwentelingen los om de druk te laten dalen,
F
verwijder vervolgens de dop,
F
vul bij tot aan het merkteken "MA
x I".
1/
CONTROLE TIjDENS HET RIjDEN
Page 24 of 292
22
RCZ_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Olieniveau correct
Als de aanduiding "OIL" knippert of een waarschuwingsmelding op het
instrumentenpaneel verschijnt in combinatie met het verklikkerlampje
service en een geluidssignaal, is het motorolieniveau te laag.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als blijkt dat het olieniveau
te laag is, moet olie worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de rubriek "Niveaus controleren". Een storing wordt aangegeven door het knipperen van de aanduiding
"OIL
--" of een waarschuwingsmelding op het instrumentenpaneel.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als de motorolieniveaumeter niet werkt, wordt het motorolieniveau niet
meer gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u het motorolieniveau controleren
met de peilstok in de motorruimte.
Raadpleeg de rubriek "Niveaus controleren".
Te weinig olie Storing van de niveaumeter
Page 25 of 292
23
RCZ_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
ONDERHOUDSINDICATOR
De informatie van de onderhoudsindicator verschijnt gedurende enkele
seconden na het aanzetten van het contact. De onderhoudsindicator
geeft aan hoeveel kilometer u nog verwijderd bent van de eerstvolgende
onderhoudscontrole volgens het onderhoudsschema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste nulstelling van de
onderhoudsindicator op basis van twee parameters:
-
het aantal afgelegde kilometers,
-
de verstreken tijd sinds de laatste onderhoudscontrole (uitsluitend
bij uitvoeringen met een HDi-dieselmotor).
De afstand tot de eerstvolgende onderhoudscontrole is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er geen
onderhoudsinformatie op het centrale display van het
instrumentenpaneel.
De afstand tot de eerstvolgende onderhoudscontrole is
1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende enkele seconden
de onderhoudssleutel branden. Het centrale display van het
instrumentenpaneel geeft de resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende onderhoudscontrole
bedraagt 2800
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het centrale display gedurende
enkele seconden het volgende aan:
De afstand tot de eerstvolgende onderhoudscontrole is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende onderhoudscontrole bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het centrale display gedurende
enkele seconden het volgende aan:
De sleutel blijft branden op het kleine
display om aan te geven dat er binnenkort
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd
moeten worden.
1/
CONTROLE TIjDENS HET RIjDEN
Page 26 of 292
24
RCZ_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
De afstand tot de eerstvolgende onderhoudscontrole is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende enkele seconden de
sleutel knipperen om aan te geven dat de onderhoudswerkzaamheden
zo spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende onderhoudscontrole
met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het centrale display gedurende
enkele seconden het volgende aan:
De sleutel blijft branden op het
kleine display om aan te geven dat er
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd
hadden moeten worden.
De factor tijd kan worden meegewogen bij de nog af te leggen
kilometers, afhankelijk van de rijgewoonten van de bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan branden als het in het
onderhoudsschema van de fabrikant aangegeven
onderhoudsinterval in tijd is overschreden.
Dit is uitsluitend van toepassing bij uitvoeringen met een HDi-
dieselmotor.
Op 0 zetten van de onderhoudsindicator
Opnieuw weergeven van de onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie weergeven.
Deze informatie verschijnt gedurende de handmatige controleprocedure.
F
Druk kort op de knop
"CHECK/000".
De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden weergegeven
op het centrale display van het instrumentenpaneel en verdwijnt
vervolgens weer
.
Als u na deze handeling de accu wilt loskoppelen, vergrendel dan
de auto en wacht minimaal 5
minuten. Het op 0 zetten van de
onderhoudsindicator zal anders niet worden opgeslagen.
De onderhoudsindicator moet na elke onderhoudsbeurt op 0 gezet worden.
Als u zelf het onderhoud aan uw auto hebt uitgevoerd, volg dan
onderstaande procedure:
F
zet het contact af,
F
druk op de knop
"CHECK/000" en houd deze ingedrukt,
F
zet het contact aan; de kilometerteller begint terug te tellen,
F
laat de knop los als het centrale display
van het instrumentenpaneel
"=0" aangeeft; de sleutel verdwijnt van het kleine display.
Page 27 of 292
25
RCZ_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
HANDMATIGE CONTROLE
Met deze functie kunt u de staat van de auto (overzicht van de actuele \
waarschuwingen) en de informatie over het onderhoud controleren.
F
Druk bij draaiende motor kort op de knop "CHECK/000" van het
instrumentenpaneel om de handmatige controle te starten.
Als er geen enkele storing wordt gesignaleerd, verschijnt de melding
"CHECK OK" op het centrale display van het instrumentenpaneel.
Als er een "kleine" storing wordt gesignaleerd, verschijnen de
desbetref
fende waarschuwingspictogrammen en vervolgens de melding
"CHECK OK" op het centrale display van het instrumentenpaneel.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als een "ernstige" storing wordt gesignaleerd, verschijnen alleen de
desbetreffende waarschuwingspictogrammen op het centrale display
van het instrumentenpaneel. Laat het systeem door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats controleren.
KILOMETERTELLER/DAGTELLER
De kilometerteller en dagteller worden gedurende 30 seconden
weergegeven bij het afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto.
De kilometerteller geeft de totale kilometerstand van de auto aan.
Kilometerteller
F Druk bij aangezet contact op deze knop en houd deze ingedrukt tot
de dagteller op 0 staat.
Dagteller
De dagteller geeft afgelegde afstand weer sinds de laatste keer dat de
bestuurder de teller op 0 heeft gezet.
1/
CONTROLE TIjDENS HET RIjDEN
Page 28 of 292
26
RCZ_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
DIMMER DASHBOARDVERLICHTING
U kunt de lichtsterkte van de dashboardverlichting handmatig
aanpassen aan het licht van de omgeving. De dimmer van de
dashboardverlichting kan alleen worden gebruikt als de verlichting van
de auto is ingeschakeld, uitgezonderd de dagrijverlichting.
Actief
F Druk op de knop om de sterkte van de dashboardverlichting te
variëren.
F
Als de verlichting de zwakste stand heeft bereikt, laat de knop dan
los en druk hem opnieuw in om de verlichting weer feller te maken.
of
F
Als de verlichting de sterkste stand heeft bereikt, laat de knop dan
los en druk hem opnieuw in om de verlichting weer zwakker te
maken.
F
Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte is bereikt.
Inactief
De dashboardverlichting kan niet worden ingesteld als de verlichting
van de auto is uitgeschakeld of, bij auto's met dagrijverlichting, in de\
dagstand staat.
KLOKJE
Het analoge klokje bevindt zich tussen de centrale ventilatieroosters op\
het dashboard en is niet voorzien van een instelknop.
Raadpleeg voor het op tijd zetten de paragraaf over het
configuratiemenu van uw multifunctionele display.
Het klokje wordt gesynchroniseerd met de tijd op het multifunctionele
display; zodra de tijd op het display gewijzigd en opgeslagen wordt,
verdraaien de wijzers en worden ze telkens na het aanzetten van het
contact gesynchroniseerd met de door u ingestelde tijd.
Page 29 of 292
27
RCZ_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Gegevens weergeven
F Druk meerdere keren kort op deze knop om de verschillende
gegevens weer te geven.
BOORDCOMPUTER
CENTRAAL DISPLAy VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
CENTRAAL DISPLAy VAN HET
INSTRUMENTENP
ANEEL
MET NAVIGATIES y STEEM
De boordcomputer geeft actuele informatie over het rijden (actieradius,\
brandstofverbruik...).
1/
CONTROLE TIjDENS HET RIjDEN
Page 30 of 292
1
2
28
RCZ_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
De boordcomputer levert de volgende informatie:-
de momentele informatie van het huidige traject:
●
actieradius,
●
momenteel brandstofverbruik.
-
traject "1" met:
●
afgelegde afstand,
●
gemiddeld brandstofverbruik,
●
gemiddelde snelheid.
-
traject "2" met:
●
afgelegde afstand,
●
gemiddeld brandstofverbruik,
●
gemiddelde snelheid.
F
Als u nogmaals op de toets drukt, wordt er niets op het display
weergegeven.
Druk nogmaals op de toets om terug te keren naar de
standaardweergave.
Traject op 0 zetten
F Druk deze knop langer dan 2 seconden in zodra het gewenste
traject wordt aangegeven.
De trajecten " 1" en " 2" zijn onafhankelijk en hebben dezelfde
eigenschappen.
Traject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor een dagelijks
verbruik en traject "2" voor een maandelijks verbruik.