sensor TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2021Pages: 750, PDF Size: 118.53 MB
Page 388 of 750

387
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
■Als de auto stopt tijdens rijden met de 
volgregeling
●Door op de schakelaar +RES te drukken 
terwijl de voorligger stopt, wordt, als de 
voorligger begint te rijden, binnen onge-
veer 3 seconden nadat op de schakelaar is 
gedrukt het rijden met de volgregeling her-
vat.
●Als de voorligger binnen 3 seconden nadat 
uw auto is gestopt begint te rijden, wordt 
het rijden met de volgregeling hervat.
■Automatisch uitschakelen van de 
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch 
uitgeschakeld in de volgende situaties.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat 
hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
●De parkeerrem is geactiveerd.
●De auto wordt door het systeem stilgezet 
op een steile helling.
●Als de auto door het systeem is stilgezet, 
wordt het volgen van de voorligger in de 
volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgor- del.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto heeft ongeveer 3 minuten stilge- staan.
Als de afstandsregelmodus om een andere 
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem 
contact op met een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Automatisch uitschakelen van de con-
stante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt 
automatisch uitgeschak eld in de volgende 
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan onge-
veer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 
30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
Als de constante-snel heidsregelmodus om 
een andere dan de hierboven genoemde 
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, 
kan er een storing in het systeem aanwezig 
zijn. Neem contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■De Dynamic Radar Cruise Control met 
Road Sign Assist werkt mogelijk niet 
goed wanneer
De Dynamic Radar Cruise Control met Road 
Sign Assist werkt mogelijk niet goed in situa-
ties waarbij de RSA mogelijk niet goed werkt 
of niet goed signaleert ( →Blz. 408). Contro-
leer daarom, wanneer u deze functie 
gebruikt, het weergegeven verkeersbord met 
de snelheidslimiet.
In de onderstaande gevallen wordt de inge-
stelde snelheid mogelijk  niet gewijzigd in de 
herkende snelheidslimiet door het ingedrukt 
houden van de schakelaar +RES/-SET:
●Als er geen informatie over de snelheidsli-
miet beschikbaar is
●Wanneer de herkende snelheidslimiet 
gelijk is aan de i ngestelde snelheid
●Wanneer de herkende snelheidslimiet bui-
ten het snelheidsbereik van het Dynamic 
Radar Cruise Control-systeem ligt
■Werking van de remmen
Er kan een geluid van de remmen hoorbaar 
zijn en de reactie van het rempedaal kan ver-
anderen, maar dit duidt niet op een storing.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers 
voor de Dynamic Radar Cruise Control 
met volledig snelheidsbereik
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wor-
den gebruikt om een systeemstoring aan te 
geven of om de bestuurder te informeren dat 
hij tijdens het rijden extra moet opletten. Lees 
de op het multi-informatiedisplay weergege-
ven waarschuwingsmelding en volg de aan-
wijzingen op. ( →Blz. 352, 662)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 387  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 389 of 750

3884-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
■Omstandigheden waarin de sensor 
voorliggers mogelijk niet op de juiste 
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhanke-
lijk van de omstandigheden het rempedaal 
wanneer het systeem onvoldoende decele-
reert of bedien het gaspedaal wanneer moet 
worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht 
niet op de juiste manier signaleert, wordt er 
mogelijk geen naderingswaarschuwing 
( → Blz. 385) gegeven.
●Auto's die plotseling voor u invoegen
●Auto's die met lage snelheden rijden
●Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
●Voertuigen met een relatief kleine achter-
zijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)
●Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
●Als door omringend verkeer opgeworpen 
water of sneeuw de signalering door de 
sensor hindert
●Als de achterzijde van de auto ver ingezakt 
is (omdat er zware lading in de bagage-
ruimte vervoerd wordt, enz.)
●De voorligger heeft een extreem grote 
bodemvrijheid
■Omstandigheden waaronder de 
afstandsregelmodus mogelijk niet goed 
werkt
Bedien indien nodig in onderstaande geval-
len het rempedaal (of, afhankelijk van de situ-
atie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet 
op de juiste manier signaleert, werkt het sys-
teem mogelijk niet goed.
●Als de weg erg bochtig is of de rijstroken 
erg smal zijn
●Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uit-
voeren of frequent van rijstrook wisselt
●Als uw voorligger plotseling decelereert
●Als u op een weg rijdt die wordt omgeven 
door een constructie,  zoals in een tunnel of 
op een ijzeren brug
●Als de rijsnelheid afneemt tot de ingestelde 
snelheid na acceleratie van de auto door 
intrappen van het gaspedaal.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 388  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 391 of 750

3904-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
WAARSCHUWING
■Voor het gebruik van de Dynamic 
Radar Cruise Control
●Voor veilig rijden is alleen de bestuurder 
verantwoordelijk. Vertrouw niet alleen 
op het systeem en rijd voorzichtig door 
altijd goed op de omgeving te letten.
●Het Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem biedt ondersteuning bij het rijden 
om de bestuurder te ontlasten. Er zijn 
echter grenzen aan de geboden onder-
steuning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen 
aandachtig door. Vertrouw niet blindelings 
op dit systeem en rijd altijd voorzichtig.
• Omstandigheden waarin de sensor  voorliggers mogelijk niet op de juiste 
manier signaleert:  →Blz. 398
• Omstandigheden waaronder de  afstandsregelmodus mogelijk niet goed 
werkt:  →Blz. 399
●Stel de geschikte snelheid in op basis 
van de snelheidslimiet, de verkeersin-
tensiteit, de wegcondities, de weersom-
standigheden, enz. De bestuurder is 
verantwoordelijk voor het controleren 
van de ingestelde snelheid.
●Zelfs als het systeem normaal werkt, 
kan de door het systeem gesignaleerde 
status van de voorli gger afwijken van de 
door de bestuurder waargenomen sta-
tus. Daarom moet de bestuurder altijd 
alert blijven, het gevaar  van elke situatie 
inschatten en veilig rijden. Volledig ver-
trouwen op het systeem of aannemen 
dat het systeem de veiligheid garan-
deert tijdens het rijden kan leiden tot 
een ongeval met ernstig letsel als 
gevolg.
●Schakel de Dynamic Radar Cruise Con-
trol uit met de cruise control-hoofdscha-
kelaar als deze niet wordt gebruikt.
■Waarschuwingen met betrekking tot 
de ondersteunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht, aangezien er grenzen zijn aan de 
door het systeem geboden ondersteuning. 
Als u dat niet doet, kunt u een ongeval ver-
oorzaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
●De bestuurder helpen bij het meten van 
de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control dient 
alleen ter ondersteuning van de bestuur-
der bij het bepalen van de volgafstand tus-
sen de eigen auto en een bepaalde 
voorligger. Het systeem is niet bedoeld om 
zorgeloos of roekeloos rijgedrag te recht-
vaardigen en kan de bestuurder ook niet 
helpen tijdens het rijden bij slecht zicht.
Het blijft noodzakelijk dat de bestuurder 
zelf de omgeving van de auto goed in de 
gaten houdt.
●De bestuurder helpen bij het bepalen 
van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control bepaalt 
of de volgafstand tussen de eigen auto en 
een bepaalde voorligger binnen een vast-
gelegd bereik ligt. Het systeem kan geen 
andere beoordelingen maken. Het is 
daarom strikt noodzakelijk dat u zelf alert 
blijft en inschat of een situatie mogelijk 
gevaarlijk is.
●De bestuurder helpen bij het bedienen 
van de auto
De Dynamic Radar Cruise Control heeft 
geen functies om aanrijdingen met een 
voorligger te voorkomen of vermijden. 
Daarom dient u wanneer er gevaar dreigt 
direct de controle over de auto te nemen 
en juist te handelen om de veiligheid van 
alle betrokkenen te garanderen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 390  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 392 of 750

391
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
WAARSCHUWING
■Situaties die niet geschikt zijn voor 
gebruik van de Dynamic Radar 
Cruise Control
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control 
niet in de volgende situaties. Als u dat wel 
doet, wordt de snelheid mogelijk niet goed 
geregeld, waardoor een ongeval met ern-
stig letsel kan ontstaan.
●Op wegen met voetgangers, fietsers, 
enz.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw 
glad zijn
●Op steile hellingen bergafwaarts of op 
afwisselend sterk dalende en sterk stij-
gende wegen
Bij het afdalen van een steile helling kan 
de rijsnelheid de ingeste lde snelheid over-
schrijden.
●Op invoegstroken van autowegen en 
snelwegen
●Als de weersomstandigheden zo slecht 
zijn dat ze een juiste signalering door de 
sensoren onmogelijk zouden kunnen 
maken (mist, sneeuw, zandstorm, zware 
regenval, enz.)
●Als er regen, sneeuw, enz. op de voor-
zijde van de radar of de camera voor zit
●In verkeersomstandigheden waarbij her-
haaldelijk accelereren en decelereren 
noodzakelijk is
●Bij het rijden met een aanhangwagen of 
tijdens het slepen in een noodgeval
●Als er vaak een naderingswaarschu-
wing hoorbaar is
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 391  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 393 of 750

3924-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
In deze modus registreert een radar of er binnen ongeveer 100 meter voor u een 
voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens  gebruikt om de afstand tussen uw auto en 
de voorligger te berekenen en een geschikte afstand tussen uw auto en de voorlig-
ger te handhaven. De gewenste tussenafs tand kan tevens met de afstandsschake-
laar worden ingesteld.
Bij het afdalen van een helling kan de tussenafstand korter worden.
Voorbeeld van het rijden me t een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingesteld.
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelheid
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automatisch de snelheid van 
uw auto. Als de snelheid nog meer moet worden  gereduceerd, schakelt het systeem het rem-
systeem in (de remlichten gaan dan branden). Het systeem regelt de snelheid van de auto zo 
dat de afstand die de bestuurder heeft ingest eld tot de voorligger gehandhaafd blijft. Als het 
systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen om een veilige afstand tot de voorligger te cre-
ëren, klinkt er een naderingswaarschuwing.
Als u de richtingaanwijzers inschakelt en bij een ri jsnelheid van 80 km/h of hoger een rijstrook 
opschuift om in te halen, zal de auto accele reren zodat een voertuig op de andere rijstrook 
sneller kan worden ingehaald.
Het oordeel van het systeem met betrekking tot  wat een rijstrook voor inhalen is, is mogelijk 
alleen gebaseerd op de positie van het stuurwiel in  de auto (bestuurder links of rechts) Als de 
auto rijdt in een regio waar de rijstrook voor  inhalen zich aan de andere kant bevindt dan waar 
de auto normaal rijdt, accelereert de auto  mogelijk wanneer de richtingaanwijzerschakelaar 
wordt bediend in de tegengestelde richting van de ri jstrook voor inhalen (bijv. als de bestuur-
der normaal rijdt in een regio waar de rijstrook  voor inhalen zich rechts bevindt, maar de 
bestuurder rijdt nu in een regio waar de rijstrook  voor inhalen zich links bevindt, accelereert de 
auto mogelijk als de richtingaanwij zer rechts wordt ingeschakeld).
Rijden in de afstandsregelmodus
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 392  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 398 of 750

397
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
Wanneer de op dat moment inge-
stelde snelheid hoger is dan de her-
kende snelheidslimiet
Houd de schakelaar -SET ingedrukt.
U kunt de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist inschake-
len/uitschakelen via   op het 
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 117)
■De Dynamic Radar Cruise Control kan 
worden gebruikt als
●De selectiehendel staat in het 2e bereik of 
hoger.
●Afhankelijk van de regelmodus kan dit item 
op de volgende snelheden worden inge-
steld:
• Afstandsregelmodus: O ngeveer 30 km/h of 
hoger
• Constante-snelheidsregelmodus: Onge- veer 30 km/h of hoger
■Accelereren na het instellen van de rij-
snelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na 
het accelereren gaat de auto weer rijden met 
de ingestelde snelheid. Als de afstandsregel-
modus is ingeschakeld, neemt de rijsnelheid 
echter mogelijk af tot onder de ingestelde 
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger 
gehandhaafd blijft.
■Selectie schakelstand
Selecteert een schakelstand die past bij de 
rijsnelheid. Als het motortoerental te hoog of 
te laag is, kan de regeling automatisch wor-
den uitgeschakeld.
■Automatisch uitschakelen van de 
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch 
uitgeschakeld in de volgende situaties.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 
25 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat 
hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
●Als de selectiehendel in de neutraalstand 
staat of het koppelingspedaal gedurende 
een bepaalde tijd of langer wordt ingetrapt.
Als de afstandsregelmodus om een andere 
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem 
contact op met een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Automatisch uitschakelen van de con-
stante-snelheidsregelmodus
De constante-snelhei dsregelmodus wordt 
automatisch uitgeschakeld in de volgende 
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan onge-
veer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 
30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
Inschakelen/uitschakelen 
Dynamic Radar Cruise Control 
met Road Sign Assist
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 397  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 399 of 750

3984-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
●Als de selectiehendel in de neutraalstand 
staat of het koppelingspedaal gedurende 
een bepaalde tijd of langer wordt ingetrapt.
Als de constante-snelheidsregelmodus om 
een andere dan de hierboven genoemde 
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, 
kan er een storing in het systeem aanwezig 
zijn. Neem contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■De Dynamic Radar Cruise Control met 
Road Sign Assist werkt mogelijk niet 
goed wanneer
De Dynamic Radar Cruise Control met Road 
Sign Assist werkt mogelijk niet goed in situa-
ties waarbij de RSA mogelijk niet goed werkt 
of niet goed signaleert ( →Blz. 408). Contro-
leer daarom, wanneer u deze functie 
gebruikt, het weergegeven verkeersbord met 
de snelheidslimiet.
In de onderstaande gevallen wordt de inge-
stelde snelheid mogelijk niet gewijzigd in de 
herkende snelheidslimiet door het ingedrukt 
houden van de schakelaar +RES/-SET:
●Als er geen informatie over de snelheidsli-
miet beschikbaar is
●Wanneer de herkende snelheidslimiet 
gelijk is aan de ingestelde snelheid
●Wanneer de herkende snelheidslimiet bui-
ten het snelheidsbereik van het Dynamic 
Radar Cruise Control-systeem ligt
■Werking van de remmen
Er kan een geluid van de remmen hoorbaar 
zijn en de reactie van het rempedaal kan ver-
anderen, maar dit duidt niet op een storing.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers 
voor Dynamic Radar Cruise Control
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wor-
den gebruikt om een systeemstoring aan te 
geven of om de bestuurder te informeren dat 
hij tijdens het rijden extra moet opletten. Lees 
de op het multi-informatiedisplay weergege-
ven waarschuwingsmelding en volg de aan-
wijzingen op. ( →Blz. 352, 662)
■Omstandigheden waarin de sensor 
voorliggers mogelijk niet op de juiste 
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhanke-
lijk van de omstandigheden het rempedaal 
wanneer het systeem onvoldoende decele-
reert of bedien het gaspedaal wanneer moet 
worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht 
niet op de juiste manier signaleert, wordt er 
mogelijk geen naderingswaarschuwing 
( → Blz. 395) gegeven.
●Auto's die plotseling voor u invoegen
●Auto's die met lage snelheden rijden
●Auto's die niet op dez elfde rijstrook rijden
●Voertuigen met een relatief kleine achter-
zijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)
●Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
●Als door omringend verkeer opgeworpen 
water of sneeuw de signalering door de 
sensor hindert
●Als de achterzijde van de auto ver ingezakt 
is (omdat er zware lading in de bagage-
ruimte vervoerd wordt, enz.)
●De voorligger heeft een extreem grote 
bodemvrijheid
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 398  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 400 of 750

399
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
■Omstandigheden waaronder de 
afstandsregelmodus mogelijk niet goed 
werkt
Bedien indien nodig in onderstaande geval-
len het rempedaal (of, afhankelijk van de situ-
atie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet 
op de juiste manier signaleert, werkt het sys-
teem mogelijk niet goed.
●Als de weg erg bochtig is of de rijstroken 
erg smal zijn
●Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uit-
voeren of frequent va n rijstrook wisselt
●Als uw voorligger plotseling decelereert
●Als u op een weg rijdt die wordt omgeven 
door een constructie, zoals in een tunnel of 
op een ijzeren brug
●Als de rijsnelheid afneemt tot de ingestelde 
snelheid na acceleratie van de auto door 
intrappen van het gaspedaal.
*: Indien aanwezig
■Weergave instrumentenpaneel
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
■BedieningsschakelaarsSchakelaar +RES
Cruise control-hoofdschakelaar
Uitschakeltoets
Schakelaar -SET
Cruise control*
Met de cruise control kan een 
ingestelde snelheid worden vast-
gehouden zonder dat hiervoor het 
gaspedaal hoeft te worden inge-
trapt.
Systeemonderdelen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 399  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 409 of 750

4084-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE 2
Druk op   of   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel 
en selecteer  . Druk vervolgens op 
.
■Automatisch uitschakelen van weer-
gave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer 
verkeersborden automatisch uitgeschakeld.
●Er wordt over een bepaalde afstand geen 
verkeersbord herkend.
●De weg verandert als gevolg van een 
afslag naar links of rechts, enz.
■Omstandigheden waaronder de functie 
mogelijk niet goed werkt of niet goed 
signaleert
In de volgende situaties werkt de RSA niet 
normaal en worden verkeersborden mogelijk 
niet herkend, worden onjuiste verkeersbor-
den weergegeven, enz. Dit duidt echter niet 
op een storing.
●De camera voor is niet goed uitgelijnd 
doordat de sensor, enz. is blootgesteld aan 
hevige schokken.
●Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op 
de voorruit in de buurt van de camera voor.
●Onder barre weersomstandigheden, bij-
voorbeeld bij zware regenval, mist, 
sneeuw of zandstormen
●Licht van een tegenligger, de zon, enz. 
dringt de camera voor binnen.
●Het verkeersbord is vuil of vervaagd, staat 
scheef of is krom.
●Het elektronische verkeersbord heeft wei-
nig contrast.
●Het verkeersbord gaat helemaal of gedeel-
telijk verscholen achter boombladeren, een 
paal, o.i.d.
●Het verkeersbord is alleen korte tijd zicht-
baar voor de camera voor.
●De omgeving (bij afslaan, rijstrookwisse-
ling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
●Wanneer een verkeersbord niet van toe-
passing is op de rijstrook waar op dat 
moment op wordt gereden, maar dit bord 
wel direct na een vertakking van de snel-
weg staat of bij een aangrenzende rijstrook 
net voordat rijstroken samenkomen.
●Er zitten stickers op de achterzijde van de 
voorligger.
●Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt 
op een verkeersbord dat compatibel is met 
het systeem.
●Mogelijk worden verkeersborden met de 
snelheidslimiet voor parallelwegen gesig-
naleerd en weergegeven (wanneer deze in 
het zicht van de camera voor staan) terwijl 
de auto op de hoofdweg rijdt.
●Mogelijk worden verkeersborden met de 
maximaal toegestane snelheid voor afsla-
gen van rotondes gesignaleerd en weerge-
geven (wanneer deze in het zicht van de 
camera voor staan) terwijl de auto op de 
rotonde rijdt.
●De voorzijde van de auto staat omhoog of 
omlaag door de belading van de auto.
●De helderheid van het omgevingslicht is 
niet voldoende of verandert plotseling.
●Wanneer een verkeersbord voor trucks, 
enz. wordt herkend.
●Er wordt met de auto in een land gereden 
waar het verkeer aan de andere kant rijdt.
●De kaartgegevens van het navigatiesys-
teem zijn niet meer up-to-date.
●Het navigatiesysteem werkt niet.
●De snelheidsinformatie die op het instru-
mentenpaneel wordt weergegeven ver-
schilt mogelijk van de informatie die wordt 
weergegeven op het navigatiesysteem als 
gevolg van de gebruikte kaartgegevens 
van het navigatiesysteem.
■Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd 
gezet terwijl er een verkeersbord met de 
maximaal toegestane snelheid op het 
multi-informatiedisplay werd weergegeven, 
wordt datzelfde verkeersbord weer weerge-
geven wanneer het contact AAN wordt gezet.
■Als “RSA Malfunction Visit Your Dealer” 
(Storing in RSA. Ga naar uw dealer) 
wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast 
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 719)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 408  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 418 of 750

417
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
*: Indien aanwezig
Bedieningstoetsen instrumentenpa-
neel
In-/uitschakelen van de Blind Spot Monitor.
Indicatoren in buitenspiegel
Wanneer een auto wordt gesignaleerd in de 
dode hoek van de buitenspiegels of van ach-
teren snel de dode hoek nadert, gaat de 
indicator in de buitenspiegel aan die zijde 
branden. Als de richtingaanwijzerschake-
laar wordt bediend in de richting van de zijde 
waar een auto wordt gesignaleerd, gaat de 
indicator in de buitenspiegel knipperen.
Controlelampje BSM
Gaat branden wanneer de Blind Spot Moni-
tor wordt ingeschakeld
■Zichtbaarheid van de indicatoren in de 
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■Wanneer “Blind Spot Monitor Unavaila-
ble” (Blind Spot Monitor niet beschik-
baar) wordt weergegeven op het 
multi-informatiedisplay
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, modder, enz. rond 
de sensoren in de achterbumper. (→ Blz. 429) 
Na het verwijderen van het ijs, de sneeuw, de 
modder, enz. van de achterbumper moet het 
systeem weer normaal gaan werken. Ook 
werken de sensoren mogelijk niet normaal bij 
extreem warm of koud weer.
BSM (Blind Spot Monitor)*
De Blind Spot Monitor is een sys-
teem dat radarsensoren aan de lin-
ker en rechter binnenzijde van de 
achterbumper gebruikt om de 
bestuurder te helpen de veiligheid 
te controleren bij het wisselen van 
rijstrook.
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot 
het gebruik van het systeem
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor 
een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en 
houd rekening met de omgeving.
De Blind Spot Monitor is een aanvullende 
functie die de bestuurder er attent op 
maakt dat er zich een auto in de dode 
hoek van de buitenspiegels bevindt of snel 
van achteren nadert richting de dode 
hoek. Vertrouw niet bl indelings op de Blind 
Spot Monitor. De functie kan niet beoorde-
len of u veilig van ri jstrook kunt wisselen. 
Wanneer u alleen op de functie vertrouwt, 
kan dit leiden tot een ongeval met ernstig 
letsel tot gevolg.
Aangezien het systeem onder bepaalde 
omstandigheden mogelijk niet goed werkt, 
dient de bestuurder altijd zelf de veiligheid 
te controleren.
Systeemonderdelen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 417  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM