TOYOTA COROLLA HYBRID 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: COROLLA HYBRID, Model: TOYOTA COROLLA HYBRID 2020Pages: 586, PDF Size: 99.76 MB
Page 201 of 586

200
COROLLA HV_TMMT_EE4-1. Voordat u gaat rijden
De auto zal anders aanvoelen als u met
een aanhangwagen rijdt. Neem de
onderstaande voorzorgsmaatregelen in
acht om een ongeval en ernstig letsel te
voorkomen:
■Controleer de elektrische aanslui-
ting tussen de aanhangwagen en
de auto
Breng de auto tot stilstand na een korte
afstand gereden te hebben en contro-
leer, net als voor het wegrijden, of de
verlichting van de aanhangwagen
werkt.
■Oefen het rijden met een aan-
hangwagen
Oefen het rijden met een aanhang-
wagen in een omgeving zonder of
met weinig verkeer, zodat u leert hoe
de combinatie aanvoelt bij het keren,
stoppen en achteruitrijden.
Houd tijdens het ach teruitrijden het
stuurwiel stevig vast en draai het
stuurwiel rechtsom om de aanhang-
wagen naar links te sturen en
linksom om de aanhangwagen naar
rechts te sturen. Verdraai het stuur-
wiel altijd geleidelijk om stuurfouten
te voorkomen. Laat iemand u bij het
achteruitrijden begeleiden om de
kans op een ongev al te beperken.
■Vergroten van de tussenafstand
Bij een snelheid van 10 km/h moet de
afstand tot uw voorligger minimaal
gelijk zijn aan de totale lengte van uw
auto en de aanhangwagen. Voorkom
plotselinge remmanoe uvres die tot een
slip zouden kunnen lei den. Als de auto
in een slip raakt, zou u de controle over
de auto kunnen verliezen. De kans
hierop is vooral aanwez ig tijdens het rij-
den op een nat of glad wegdek.
■Acceleratie/stuurcom-
mando's/bochtengedrag
In te krappe bochten kan de aanhang-
wagen de auto raken. Reduceer uw
snelheid voordat u een bocht nadert en
neem bochten met e en zodanige snel-
heid dat plotseling remmen niet nodig
is.
■Belangrijke punten met betrek-
king tot het aansnijden van boch-
ten
De wielen van de aanhangwagen
maken een krappere bocht dan de wie-
len van de auto. Sn ijd bochten daarom
ruimer aan dan u z ou doen als u niet
met een aanhangwagen rijdt.
■Belangrijke punten met betrek-
king tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en krachtige zijwind
zullen de wegligging en het rijgedrag
beïnvloeden. Ook bij het inhalen van
bussen of grote vrachtwagens of het
ingehaald worden door dergelijke voer-
tuigen, kunnen de aanhangwagen en
de auto gaan slingeren. Kijk bij het rij-
den langs dergelijke voertuigen veelvul-
dig in uw spiegels. Verminder vaart
door voorzichtig het rempedaal in te
trappen zodra u ziet dat de aanhang-
wagen gaat slingeren. Houd tijdens het
remmen het stuurwiel altijd in de recht-
uitstand.
OPMERKING
■Als de achterbumperversterking van
aluminium is
Controleer of het stalen deel van de trekhaak
niet direct in contact komt met het alumi-
nium.
Als staal en aluminium met elkaar in contact
komen, ontstaat er een reactie die te vergelij-
ken is met corrosie, waardoor het desbetref-
fende gedeelte verzwakt wordt en er schade
kan ontstaan. Breng daarom op het contact-
vlak een roestwerend middel aan.
Advies
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 200 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 202 of 586

201
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
■Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van
uw auto en de aanha ngwagen en zorg
ervoor dat er voldoende tussenafstand
is voordat u van rijstrook verandert.
■Informatie over de transmissie
Om maximaal te kunnen profiteren van
de motorremwerking en de laadstroom
tijdens het afremmen op de motor, mag
de transmissie niet in stand D staan.
(→Blz. 209)
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op
een lange, steile helling bij buitentem-
peraturen hoger dan 30°C kan ertoe lei-
den dat de motor oververhit raakt. Als
de koelvloeistoftem peratuurmeter aan-
geeft dat de motor oververhit raakt,
schakel dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand. ( →Blz. 537)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wie-
len van de auto en de aanhangwagen.
Zorg ervoor dat de auto goed op de
parkeerrem staat en zet de selectiehen-
del in stand P.
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk op.
Anders kunnen zich ongevallen voordoen
die tot ernstig letsel kunnen leiden.
■Voorzorgsmaatregelen bij het rijden
met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aanhang-
wagen of de maximaal toegestane gewich-
ten niet worden overschreden.
( → Blz. 197)
■Rijsnelheid bij het rijden met een
aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor het
rijden met een aanhangwagen niet.
■Voor het afrijden van een lange hel-
ling
Minder snelheid en schak el terug. Schakel
bij het afdalen van een lange of steile hel-
ling echter niet plotseling terug.
■Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of
gedurende een langere periode achtereen
in. Anders kan het remsysteem oververhit
raken of kan de remwerking teruglopen.
■Voorkomen van een ongeval of letsel
●Auto's met compact reservewiel: Rijd
niet met een aanhangwagen wanneer
het compacte reservewiel onder uw
auto is gemonteerd.
●Auto's met bandenreparatieset: Rijd niet
met een aanhangwagen wanneer een
band is gemonteerd die is gerepareerd
met de bandenreparatieset.
●Gebruik de volgende systemen niet bij
het rijden met een aanhangwagen.
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
OPMERKING
■Sluit de aanhangwagenverlichting op
de juiste wijze aan
Onjuiste aansluiting van de aanhangwa-
genverlichting kan schade toebrengen aan
het elektrische systeem van uw auto en
een storing veroorzaken.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 201 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 203 of 586

202
COROLLA HV_TMMT_EE4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met een
aanhangwagen (auto's
zonder neerklapbare
achterstoelen)
Toyota adviseert u niet met een
aanhangwagen te rijden. Toyota
adviseert u bovendien geen trek-
haak te laten monteren voor het
gebruik van bijvoorbeeld een fiet-
sendrager. Uw auto is niet ontwor-
pen voor het rijden met een
aanhangwagen of het gebruik van
op de trekhaak bevestigde fietsen-
dragers en dergelijke.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 202
Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 204 of 586

203
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-2. Rijprocedures
Rijden
4-2.Rijprocedures
1
Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd. ( →Blz. 212)
2 Controleer of de selectiehendel in
stand P staat.
3 Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op het
multi-informatiedisplay weergegeven. Als dit
niet wordt weergegeven, kan het hybride-
systeem niet worden gestart.
4 Druk kort en kracht ig op de start-
knop.
Eén keer kort en stevig indrukken van de
startknop is voldoende om deze te bedie-
nen. U hoeft de startknop niet ingedrukt te
houden.
Als het controlelampje READY gaat bran-
den, werkt het hybridesysteem normaal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot het contro-
lelampje READY brandt.
Het hybridesysteem kan vanuit iedere stand
van het contact worden gestart.
5 Controleer of het controlelampje
READY brandt.
Als het controlelampje READY uit is, kan er
niet met de auto worden gereden.
■Als het hybridesysteem niet kan wor-
den ingeschakeld
●De startblokkering is mogelijk niet uitge-
schakeld. ( →Blz. 87)
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
●Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven melding m.b.t. het starten en
volg de aanwijzingen op.
■Als de buitentemperatuur laag is, bij-
voorbeeld bij rijden in de winter
Als het hybridesysteem gestart wordt, knip-
pert het controlelampje READY mogelijk
lang. Bedien de auto niet totdat het controle-
lampje READY continu brandt. Continu bran-
den betekent dat de auto in beweging kan
komen.
■Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een hybrideauto
→ Blz. 82
■Als de 12V-accu is ontladen
Het hybridesysteem kan niet worden gestart
met het Smart entry-systeem met startknop.
Raadpleeg Blz. 533om het hybridesysteem
opnieuw te starten.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
→ Blz. 477
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
→ Blz. 145
■Aanwijzingen voor de instapfunctie
→ Blz. 145
■Stuurslotfunctie
●Nadat het contact UIT is gezet en de por-
tieren zijn geopend en gesloten, wordt het
stuurwiel vergrendeld met de stuurslot-
functie. Als u nogmaals op de startknop
drukt, wordt het stuurslot automatisch weer
uitgeschakeld.
Startknop
Als u de volgende handelingen uit-
voert terwijl u een elektronische
sleutel bij u hebt, wordt het hybri-
desysteem gestart of de stand van
het contact veranderd.
Starten van het
hybridesysteem
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 203 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 205 of 586

204
COROLLA HV_TMMT_EE4-2. Rijprocedures
●Als het stuurslot niet kan worden ontgren-
deld, wordt “Push POWER Switch while
Turning the Steering Wheel in Either Direc-
tion” (druk de startknop in en draai het
stuurwiel in een willekeurige richting) weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
Druk kort en krachtig op de startknop ter-
wijl u het stuurwiel naar links en rechts
draait.
●Om te voorkomen dat de elektromotor van
het stuurslot oververhit raakt, kan de wer-
king worden onderbroken als het hybride-
systeem in korte tijd herhaaldelijk wordt in-
en uitgeschakeld. Wacht in dat geval met
het bedienen van de startknop. Na onge-
veer 10 seconden zal de elektromotor van
het stuurslot weer functioneren.
■Als het controlelampje READY niet gaat
branden
Neem, als het controlelampje READY niet
gaat branden nadat de juiste procedure voor
het starten van de auto is gevolgd, direct con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Wanneer er een storing in het hybride-
systeem aanwezig is
→ Blz. 86
■Batterij elektronische sleutel
→ Blz. 477
■Bedienen van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt
ingedrukt, wijzigt de stand van het contact
mogelijk niet of wordt het hybridesysteem
niet gestart.
●Als u probeert het hybridesysteem
opnieuw te starten direct nadat het contact
UIT is gezet, dan start het hybridesysteem
in sommige gevallen mogelijk niet. Wacht
nadat u het contact UIT hebt gezet een
paar seconden voordat u het hybridesys-
teem opnieuw start.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Raadpleeg Blz. 531 als het Smart entry-sys-
teem met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voork eursinstellingen.
1Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem ( →Blz. 212)
en zet de selectiehendel in stand P.
WAARSCHUWING
■Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten
alvorens het hybridesysteem te starten.
Trap onder geen enkele voorwaarde het
gaspedaal in bij het starten van het hybri-
desysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als een storing aan het hybridesysteem
zich voordoet terwijl de auto rijdt, vergren-
del of open de portieren dan niet totdat de
auto veilig en volledi g tot stilstand is geko-
men. Als onder deze omstandigheden het
stuurslot wordt geactiveerd, kan dit leiden
tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
OPMERKING
■Starten van het hybridesysteem
Indien het hybridesysteem moeilijk start,
laat uw auto dan onmiddellijk controleren
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Symptomen die kunnen duiden op
een defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken dan
normaal, bijvoorbeeld als de knop iets blijft
hangen, kan de startknop defect zijn.
Neem onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Uitschakelen van het
hybridesysteem
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 204 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 206 of 586

205
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-2. Rijprocedures
Rijden
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3
Druk op de startknop.
Het hybridesysteem stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
4Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
De standen kunnen worden gewijzigd
door op de startknop te drukken als het
rempedaal niet wordt ingetrapt. (De
stand verandert ied ere keer dat op de
knop wordt gedrukt.) 1
UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
3AAN
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
*: Als de selectiehendel niet in stand P staat
en het hybridesysteem wordt uitgezet,
wordt in plaats van de stand UIT de stand
ACC van het contact geselecteerd.
■Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in
stand ACC of langer dan een uur AAN staat
(hybridesysteem niet in werking) terwijl de
selectiehendel in stand P staat, wordt het
contact automatisch UIT gezet. Deze functie
kan echter niet geheel uitsluiten dat de
12V-accu ontladen raakt. Laat de auto niet
gedurende langere tijd in stand ACC of AAN
staan terwijl het hybridesysteem niet in wer-
king is.
WAARSCHUWING
■Uitschakelen van het hybridesysteem
in noodgevallen
●Als u in een noodgeval het hybridesys-
teem tijdens het rijden wilt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 2
seconden ingedrukt of drukt u deze min-
stens 3 keer kort achter elkaar in.
( → Blz. 488)
Raak de startknop echter tijdens het rij-
den niet aan, behalve in geval van
nood. Door het uitschakelen van het
hybridesysteem tijdens het rijden ver-
liest u niet de controle over het stuurwiel
of de remmen. De stuurbekrachtiging
werkt echter niet meer. Hierdoor zal het
sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Zet om het hybridesysteem opnieuw te
starten nadat dit ten gevolge van een
noodsituatie tijdens het rijden is uitge-
schakeld de selectiehendel in stand N
en druk de startknop in.
Wijzigen van de standen
van het contact
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 205 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 207 of 586

206
COROLLA HV_TMMT_EE4-2. Rijprocedures
Als het hybridesysteem wordt uitge-
schakeld met de selectiehendel in een
andere stand dan P, dan wordt het con-
tact niet UIT maar in stand ACC gezet.
Voer de volgende proc
edure uit om het
contact UIT te zetten:
1 Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
2 Zet de selectiehendel in stand P.
3 Controleer of ACCESSORY (stand
ACC) op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven en druk de
startknop kort en stevig in.
4 Controleer of ACCESSORY (stand
ACC) of IGNITION ON (contact
AAN) op het multi-informatiedisplay
uit is.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
●Zet het contact niet gedurende een lan-
gere periode in stand ACC of AAN zon-
der het hybridesysteem in te schakelen.
●Als ACCESSORY (stand ACC) of IGNI-
TION ON (contact AAN) op het
multi-informatiedisplay wordt weergege-
ven, is het contact niet UIT. Verlaat de
auto nadat u het contact UIT hebt gezet.
Uitschakelen van het
hybridesysteem met de
selectiehendel in een andere
stand dan P
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Schakel het hybridesysteem niet uit als de
selectiehendel in een andere stand dan P
staat. Als het hybridesysteem wordt uitge-
schakeld met de selectiehendel in een
andere stand wordt het contact niet UIT
maar in stand ACC gezet. Als het contact
in stand ACC blijft staan, kan de accu ont-
laden raken.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 206 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 208 of 586

207
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-2. Rijprocedures
Rijden
Schakelt EV-modus in/uit
Als de EV-modus wordt ingeschakeld, gaat
het controlelampje EV MODE branden. Door
in de EV-modus de schakelaar in te drukken,
wordt teruggekeerd naar normaal rijden
(aandrijving door de benzinemotor en de
elektromotor [tractiemotor]).
■Omstandigheden waarin de EV-modus
niet kan worden ingeschakeld
In de volgende gevallen kan de EV-modus
mogelijk niet worden ingeschakeld. Als de
stand niet ingeschakeld kan worden, klinkt er
een zoemer en verschijnt er een melding op
het multi-informatiedisplay.
●De temperatuur van het hybridesysteem is
te hoog.
De auto heeft lang in de zon gestaan of na
het oprijden van een helling, het rijden met
hoge snelheid, enz.
●De temperatuur van het hybridesysteem is
te laag.
De auto heeft bijvoorbeeld lang in een
omgeving met een temperatuur lager dan
0°C gestaan, enz.
●De benzinemotor is aan het opwarmen.
●Het batterijpakket (trac tiebatterij) is bijna
leeg.
De resterende capaciteit van het batterij-
pakket die op de energiemonitor wordt
aangegeven, is laag. (→ Blz. 130)
●Rijsnelheid is hoog.
●Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de
auto rijdt op een helling, enz.
●De voorruitverwarming is ingeschakeld.
■De EV-modus inschakelen wanneer de
benzinemotor koud is
Als de benzinemotor nog koud is en het
hybridesysteem wordt gestart, wordt na korte
tijd automatisch de benzinemotor gestart,
zodat deze op temperatuur kan komen. In dat
geval kan de EV-modus niet worden inge-
schakeld.
Druk zodra het hybridesysteem is gestart en
het controlelampje READY brandt en voordat
de benzinemotor start op de EV-modusscha-
kelaar om de EV-modus in te schakelen.
■Automatische uitschakeling van de
EV-modus
Tijdens het rijden in de EV-modus, kan in de
volgende gevallen automatisch de benzine-
motor worden gestart en kan de auto worden
aangedreven door de benzinemotor en de
elektromotor (tractiemotor). Als de EV-modus
wordt uitgeschakeld, klinkt er een zoemer,
knippert het controlelampje EV MODE en
wordt er een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
●Het batterijpakket (tr actiebatterij) raakt
leeg.
De resterende capaciteit van het batterij-
pakket die op de energiemonitor wordt
aangegeven, is laag. (→ Blz. 130)
●Rijsnelheid is hoog.
●Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de
auto rijdt op een helling, enz.
EV-modus
In de EV-modus wordt er elek-
trisch vermogen geleverd door het
batterijpakket (tractiebatterij) en
wordt alleen de elektromotor (trac-
tiemotor) gebruikt voor de aandrij-
ving van de auto.
Deze modus is geschikt voor het
's nachts of in de vroege morgen
door woonwijken rijden of het rij-
den in een parkeergarage, enz.
zonder dat u zich zorgen hoeft te
maken over geluidsoverlast of uit-
laatgassen.
Bedieningsinstructies
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 207 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 209 of 586

208
COROLLA HV_TMMT_EE4-2. Rijprocedures
■Maximale rijafstand in EV-modus
De maximale rijafstand in de EV-modus vari-
eert van een paar honderd meter tot onge-
veer 1 km. Er zijn afhankelijk van de
omstandigheden van de auto echter situaties
waarbij de EV-modus niet kan worden
gebruikt.
(De maximale rijafstand is afhankelijk van de
laadtoestand van het batterijpakket [tractie-
batterij] en de rijomstandigheden.)
■Brandstofverbruik
Het hybridesysteem is ontworpen voor een
zo laag mogelijk brandstofverbruik onder nor-
male rijomstandigheden (aandrijving door
benzinemotor en elektromotor [tractiemotor]).
Als de EV-modus vaker wordt gebruikt dan
nodig is, zal het brands tofverbruik hoger zijn.
■Als “EV Mode Unavailable” (EV-modus
niet beschikbaar) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay
De EV-modus is niet beschikbaar. De reden
dat de EV-modus niet beschikbaar is (motor
draait stationair, ladingsto estand batterijpak-
ket is laag, rijsnelheid is hoger dan de snel-
heid waarbij de EV-modus werkt of
gaspedaal is te ver ingetrapt) kan worden
weergegeven. Gebruik de EV-modus wan-
neer deze beschikbaar is.
■Als “EV Mode Deactivated” (EV-modus
uitgeschakeld) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay
De EV-modus is automatisch uitgeschakeld.
De reden dat de EV-modus niet beschikbaar
is (ladingstoestand batte rijpakket is laag, rij-
snelheid is hoger dan de snelheid waarbij de
EV-modus werkt of gas pedaal is te ver inge-
trapt) kan worden weergegeven. Rijd een
tijdje met de auto alvorens te proberen de
EV-modus weer in te schakelen.
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Controleer tijdens het rijden in de
EV-modus zorgvuldig de omgeving van de
auto. Omdat er geen motorgeluiden zijn,
merken voetgangers, fietsers of andere
verkeersdeelnemers en voertuigen in de
omgeving mogelijk niet dat de auto weg-
rijdt of hen nadert. Wees dus tijdens het rij-
den extra alert.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 208 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 210 of 586

209
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-2. Rijprocedures
Rijden
*: Zet de selectiehendel onder normale
rijomstandigheden in stand D voor een zo
laag mogelijk brandstofverbruik en een zo
laag mogelijke geluidsproductie.
■Beperken plotseling wegrijden (wegrij-
regeling)
→ Blz. 191
Houd, terwijl het contact AAN staat,
het rempedaal ingetrapt* en zet de
selectiehendel in een andere stand ter-
wijl u de ontgrendel knop van de scha-
kelblokkering ingedrukt houdt.
: Zet de selectiehendel in een
andere stand terwijl u de ontgrendel-
knop van de schakelblokkering inge-
drukt houdt.
: Zet de selectiehendel in een
andere stand, zoals u normaliter doet.
Breng de auto altijd eerst geheel tot stilstand
Hybridetransmissie
Selecteer de sch akelstand op
basis van uw doel en de situatie.
Doel en functie van de
schakelstanden
Schakel- standDoel of functie
PParkeren van de auto/inscha-
kelen van het hybridesysteem
RAchteruit
N
Neutraalstand (Toestand
waarbij het vermogen niet
wordt overgebracht)
DNormaal rijden*
B
Motorremwerking op een
gemiddeld niveau bij het afrij- den van heuvels
WAARSCHUWING
■Rijden op glad wegdek
Niet abrupt accelereren of schakelen.
Door plotseling afremmen op de motor kan
de auto in een slip raken, wat kan leiden
tot een ongeval.
OPMERKING
■Lading batterijpakket (tractiebatterij)
Als de selectiehendel in stand N staat,
wordt het batterijpakket (tractiebatterij) niet
opgeladen, ook al draait de motor. Als de
auto lang in stand N bl ijft staan, ontlaadt
het batterijpakket (tractiebatterij) dus en
start de auto mogelijk niet.
Bedienen van de
selectiehendel
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 209 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM