display TOYOTA HILUX 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: HILUX, Model: TOYOTA HILUX 2021Pages: 798, PDF Size: 64.08 MB
Page 323 of 798

321
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
Toyota Parking Assist-sensor
Hoeksensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
: Indien aanwezig
De afstand van uw auto tot objecten, zoals een muur, bij het
fileparkeren en inparkeren in een garage wordt gemeten door sensoren
en wordt doorgegeven via het multi- informatiedisplay en een zoemer.
Controleer bij gebruik van dit syst eem ook altijd zelf de omgeving.
Soorten sensoren
1
2
3
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 32 1 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 324 of 798

3224-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
Schakelt Toyota Parking Assist-sen-
sor in/uit
Als de schakelaar aan is, gaat het con-
trolelampje branden om de bestuurder
te informeren dat het systeem geacti-
veerd is.
Wanneer de sensoren een object signaleren, wordt de bestuurder door middel
van de volgende displays geïnformeerd over de positie en afstand tot het
object.
■Multi-informatiedisplay*
Werking hoeksensor voor
Werking hoeksensor achter
Werking binnenste sensor ach-
ter
*: Afhankelijk van de uitvoering kan de in de afbeeldingen getoonde auto
afwijken.
Toyota Parking Assist-sensor in-/uitschakelen
Weergave
1
2
3
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 32 2 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 325 of 798

3234-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)■
Weergave afstand
Wanneer er een object wordt gesignaleerd door een sensor, wordt de
globale afstand tot het object weergegeven op het multi-informatiedisplay.
*: De afbeeldingen wijken mogelijk af van de getoonde afbeeldingen. (
Blz. 322)
Weergave sensorsignalering, afstand tot object
Multi-informatie-
display*
Globale afstand tot object
Hoeksensor voorBinnenste sensor achter en
hoeksensor achter
(continu)
Alleen binnenste sensor achter:
150 cm - 80 cm
(continu)
60 cm - 45 cm
Binnenste sensor achter:
80 cm - 70 cm
Hoeksensor achter:
60 cm - 50 cm
(continu)
45 cm - 35 cm
Binnenste sensor achter:
70 cm - 60 cm
Hoeksensor achter:
50 cm - 40 cm
(knipperen)
Minder dan 35 cm
Binnenste sensor achter:
Minder dan 60 cm
Hoeksensor achter:
Minder dan 40 cm
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 32 3 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 327 of 798

3254-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
■De Toyota Parking Assist-sensor kan worden gebruikt als
●Het contact AAN staat.
● Hoeksensor voor:
• De selectiehendel in een andere stand dan P staat.
• De rijsnelheid ongeveer 10 km/h of lager is.
● Hoeksensoren en binnenste sensoren achter:
De selectiehendel in stand R staat
■ Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is beperkt tot het gebied rond de bumper van de
auto.
● Afhankelijk van de vorm van het object en andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie niet mogelijk zijn.
● Als het object zich te dicht bij de sensor bevindt, is detectie wellicht niet mogelijk.
●
Tussen het signaleren van een object en de weergave zit een kleine vertraging. Ook
als er met lage snelheid wordt gereden, bestaat de mogelijkheid dat het object binnen
het detectiegebied van de sensoren komt voordat het display wordt weergegeven en
het waarschuwingssignaal hoorbaar is.
● Smalle paaltjes of objecten die lager zijn dan de sensor worden mogelijk niet gesig-
naleerd wanneer u ze nadert, zelfs als ze eenmaal zijn gesignaleerd.
● Het kan moeilijk zijn om de zoemer te horen als het audiosysteem hard staat of als
de luchtcirculatie van de airconditioning veel geluid produceert.
■ Objecten die mogelijk niet goed wo rden gesignaleerd door het systeem
Door de vorm van het object kan de sensor het mogelijk niet signaleren. Let goed op
bij de volgende objecten:
● Kabels, hekken, touwen, enz.
● Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
● Zeer hoekige objecten
● Lage objecten
● Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van uw auto
● Bewegende objecten zoals mensen of dieren
Mogelijk worden mensen die bepaalde soorten kleding dragen niet gesignaleerd.
■ Situaties waarin het systeem mogelijk niet goed werkt
Bepaalde omstandigheden van de auto en de omgeving kunnen een negatieve
invloed hebben op het vermogen van de sensor om objecten correct te signaleren.
Specifieke situaties waarin dit voor kan komen ziet u hieronder.
●
Er zit vuil, sneeuw of ijs op de sensor. (Het reinigen van de sensoren zal het probleem
oplossen.)
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 32 5 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 328 of 798

3264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)●
De sensor is bevroren. (Het ontdooien van de sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te zien is op het display of dat objecten niet
worden gesignaleerd.
● De sensor is op een of andere manier afgedekt.
● De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind of op gras
● Wanneer in de omgeving van de auto ultrasoongolven worden geproduceerd door
claxons, voertuigdetectiesystemen, motorfietsmotoren, luchtremmen van vracht-
wagens, sonarsystemen van andere auto's of andere bronnen.
● Een sensor is bedekt met een waterfilm of er is sprake van zware regenval.
● Als het object zich te dicht bij de sensor bevindt.
● Als een voetganger kleren draagt die geen ultrasoongolven reflecteren (bijvoorbeeld
een rok met plooien of volants).
● Wanneer objecten die niet loodrecht op de grond staan, objecten die niet in een
rechte hoek ten opzichte van de rijrichting van de auto staan of ongelijkmatige of
golvende objecten zich binnen het detectiebereik bevinden.
● Bij sterke wind.
● Bij het rijden onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of
een zandstorm.
● Wanneer zich tussen de auto en een gesignaleerd obstakel een object bevindt dat
niet kan worden gesignaleerd.
● Als een object zoals een auto, motorfiets, fiets of voetganger voor de auto langs komt
of plotseling van opzij opduikt.
● Als de stand van een sensor is gewijzigd door een aanrijding o.i.d.
● Als er uitrusting die een sensor kan hinderen, zoals een sleepoog, bumper-
beschermer (een extra beschermstrip, enz.), fietsendrager of sneeuwploeg, is
geplaatst.
● Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de auto.
● Als niet op een stabiele wijze kan worden gereden met de auto, bijvoorbeeld als hij
betrokken is geweest bij een ongeval of als er storingen zijn.
● Als er sneeuwkettingen, een compact reservewiel of een bandenreparatieset worden
toegepast.
●
Wanneer een sensor of de omgeving van een
sensor zeer heet of koud is
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 32 6 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 330 of 798

3284-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)●
Als er sneeuwkettingen, een compact reservewiel of een bandenreparatieset worden
toegepast.
■ Als “Clean Parking Assist Sensor” (reinig Parking Assist-sensor) wordt weerge-
geven op het multi-informatiedisplay
Mogelijk is een sensor vuil of bedekt met sneeuw of ijs. Wanneer dit in zo'n geval van
de sensor wordt verwijderd, moet het systeem weer normaal werken.
Ook kan het gebeuren dat er een storing wordt weergegeven of een object niet wordt
gesignaleerd doordat de sensor bij lage buitentemperaturen is bevroren. Als de sensor
is ontdooid, moet het systeem weer normaal werken.
■ Als “Parking Assist Malfunction Visit Your Dealer” (Storing in Parking Assist. Ga
naar uw dealer) op het multi-in formatiedisplay wordt weergegeven
Afhankelijk van de storing in de sensor, werkt het apparaat mogelijk niet normaal. Laat
de auto nakijken door een erkende Toyota -dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als “Parking Assist Malfunction” (stori ng Parking Assist) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay
Er kan continu water over de sensor stromen, zoals bij zware regenval. Als het systeem
signaleert dat de toestand weer normaal is, zal het systeem weer normaal werken.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instelling van het geluidsvolume van de zoemer kan worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 647)
●
De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg,
op een helling, op grind of op gras.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 32 8 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 332 of 798

3304-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
OPMERKING
■Bij gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor
In de volgende gevallen werkt het systeem mogelijk niet goed als gevolg van een
storing in een sensor, enz. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
● Het display van de Toyota Parking Assist-sensor knippert en er klinkt een piep-
signaal als er geen objecten worden gesignaleerd.
● Als het gedeelte rond de sensor in aanraking komt met iets of wordt blootgesteld
aan een krachtige schok.
● Als de bumper ergens tegenaan komt.
● Als het display wordt weergegeven en weergegeven blijft worden terwijl er geen
piepsignaal klinkt.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 33 0 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 342 of 798

3404-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
■Mate van gebruik van de vierwielaandrijving (auto's met ADD)
Het is aan te raden elke maand minstens 16 km met ingeschakelde vierwielaandrijving
te rijden.
Dit zorgt ervoor dat de onderdelen van de vierwielaandrijving worden gesmeerd.
■ Schakelen tussen H2 en H4
Als het schakelen bij koud weer moeilijk gaat, verminder dan snelheid of stop de auto
en schakel opnieuw.
■ Schakelen naar L4 (auto's met VSC)
De VSC wordt automatisch uitgeschakeld.
■ Bij het rijden op een droog, ve rhard wegdek en op snelwegen
Gebruik stand H2. Als lange tijd wordt gereden in stand H4 of L4, klinkt een waarschu-
wingszoemer en knippert het controlelampje vierwielaandrijving snel of wordt er een
waarschuwingsmelding weergegeven op het mu lti-informatiedisplay. Als de waarschu-
wingsmelding wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay, volg dan de melding
op.
WAARSCHUWING
■ Tijdens het rijden
● Zet de bedieningsschakelaar voor voorwielaandrijving nooit vanuit stand H2 in
stand H4 als de wielen spinnen. Stop het slippen of spinnen vóór het schakelen.
●
Gebruik stand H2 als u over droog en verhard wegdek rijdt. Als u over droog en ver-
hard wegdek rijdt terwijl stand H4 of L4 is ingeschakeld, kunnen onderdelen van de
aandrijflijn olie gaan lekken, defect raken of andere problemen krijgen, waardoor een
ongeval kan ontstaan. Bovendien zullen de banden sneller slijten en zal het brand-
stofverbruik hoger zijn.
● Vermijd het plotseling maken van bochten bij het rijden in stand H4 of L4. Als u plot-
seling een bocht maakt, heeft het verschil in draaisnelheid tussen de voor- en ach-
terwielen hetzelfde effect als remmen, waardoor het rijden wordt bemoeilijkt.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 34 0 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 346 of 798

3444-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
■Sperren van het achterdifferentieel
De volgende systemen werken niet als het achterdifferentieel is gesperd.
Het is normaal dat het waarschuwingslampje ABS, het controlelampje VSC OFF
(indien aanwezig) en het controlelampje TRC OFF (indien aanwezig) nu branden of
dat “TRC turned off” (TRC uitgeschakeld) nu wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay (indien aanwezig).
•ABS
• Brake Assist (indien aanwezig)
• VSC (indien aanwezig)
• TRC/A-TRC (indien aanwezig)
• Trailer Sway Control (indien aanwezig)
• Hill Start Assist Control (indien aanwezig)
• Downhill Assist Control (indien aanwezig)
■ Uitschakelen van de achterdifferentieelsper
Als het controlelampje van de achterdifferentieelsper blijft knipperen, zelfs nadat de
achterdifferentieelsper uitgeschakeld is, controleer dan of de omgeving veilig is en
draai het stuurwiel iets naar links of rechts terwijl de auto in beweging is.
■ Automatische uitschakeling van de achterdifferentieelsper
De achterdifferentieelsper wordt in een van de volgende situaties ook uitgeschakeld:
● De bedieningsschakelaar voor de voorwielaandrijving wordt in stand H2 of H4 (4WD-
uitvoeringen) gezet.
● Het contact wordt in stand ACC of UIT gezet.
■ Na uitschakeling van de achterdifferentieelsper
Controleer of het controlelampje dooft.
WAARSCHUWING
■Voorkom ongevallen
Het niet in acht nemen van de onderstaande voorzorgsmaatregelen kan leiden tot
een ongeval.
●
Gebruik het achterdifferentieelsper alleen wanneer er wielspin optreedt in
bijvoorbeeld een greppel of op een gladde of ruige ondergrond. Het besturen van de
auto zal zwaarder gaan en bochten zullen voorzichtiger moeten worden genomen.
● Schakel de achterdifferentieelsper niet in zolang de wielen nog spinnen. Anders
kan de auto, als het sperdifferentieel wordt ingeschakeld, in een onverwachte
richting gaan bewegen, wat een ongeval kan veroorzaken. Dit kan ook schade
veroorzaken aan onderdelen van de achterdifferentieelsper.
● Rijd niet sneller dan 8 km/h als de differentieelsper is ingeschakeld.
● Blijf niet doorrijden met een ingeschakelde achterdifferentieelsper.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 34 4 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 352 of 798

3504-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)■
Airconditioning terwijl de motor door he t Stop & Start-systeem is uitgeschakeld
Auto's met een automatische airconditioning: Als de airconditioning in de
automatische modus staat en de motor is uitgeschakeld door het Stop & Start-
systeem, kan de ventilator met een lage sn elheid gaan draaien om te voorkomen dat
de temperatuur in het interieur hoger of lager wordt, of kan hij worden uitgeschakeld.
Schakel het Stop & Start-systeem uit door de uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem in te drukken om de prestaties van de airconditioning voorrang te geven als
de auto stilstaat.
● Als de voorruit beslagen is
Schakel in. (
Blz. 443)
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem
om het Stop & Start-systeem uit te schakelen.
● Als het airconditioningsysteem een onaangename geur verspreidt
• Auto's met handmatig bediende airconditioning:
Als de tijd voor uitschakeling bij stilstand is ingesteld op “Extended” (verlengd),
wijzig de instelling dan in “Standard” (standaard). Als er een onaangename geur
verspreid wordt terwijl de tijd voor uitschakeling bij stilstand is ingesteld op “Stan-
dard” (standaard), druk dan op de uitschakeltoets voor het Stop & Start-systeem
om het Stop & Start-systeem te deactiveren.
• Auto's met automatische airconditioning: Druk op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem om het Stop & Start-
systeem uit te schakelen.
■ Wijzigen van de tijd voor uitsch akeling bij stilstand bij ingeschakelde
airconditioning
De werkingsduur van het Stop & Start-systeem als de airconditioning is ingeschakeld,
kan via van het multi-informatiedisplay ( Blz. 646) worden gewijzigd. (De
werkingsduur van het Stop & Start-systeem als de airconditioning is uitgeschakeld,
kan niet worden gewijzigd.)
■ Weergeven van de status van het Stop & Start-systeem
Blz. 141
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 35 0 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM