TOYOTA PROACE CITY 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: PROACE CITY, Model: TOYOTA PROACE CITY 2021Pages: 272, PDF Size: 60.77 MB
Page 181 of 272

181
In geval van pech
8
randen ervan gericht, om beschadiging van de beschermende coating en de afdichtrubbers te voorkomen.
WARNI NG
Bij het vervangen van een lamp moet het contact UIT zijn en moet de verlichting minstens enkele minuten uitgeschakeld zijn: risico van ernstige brandwonden!
Raak de lamp niet met de vingers aan, maar gebruik een niet-pluizende doek.Het is van belang dat u uitsluitend anti-ultravioletlampen (UV) monteert om beschadiging van de koplamp te voorkomen.Vervang een kapotte lamp altijd door een nieuwe lamp van hetzelfde type en met dezelfde specificaties.
WARNI NG
Openen van de motorkap/toegang tot de lampenGa voorzichtig te werk als de motor warm is: risico van brandwonden!Houd rekening met voorwerpen of kleding die in de bladen van de koelventilator kunnen komen: risico van verstikking!
NOTIC E
Halogeenlampen (Hx)Controleer voor een goede kwaliteit van de verlichting of de lamp op de juiste wijze in de behuizing is geplaatst.
WARNI NG
Na het verwisselen van een lampVoer voor de montage dezelfde handelingen in omgekeerde volgorde uit.Sluit uiterst zorgvuldig de beschermkap om ervoor te zorgen dat de lampunit goed wordt afgedicht.
Typen lampen
Uw auto is voorzien van verschillende typen lampen. Verwijder ze als volgt:
Type AGlassokkellamp: de lamp is gemonteerd met een drukbevestiging. Trek de lamp daarom voorzichtig los.
Type BLamp met bajonetsluiting: druk de lamp iets in en draai deze linksom.
Type CHalogeenlamp: maak de borgveer los.
Type DHalogeenlamp: draai de lamp linksom.
NOTIC E
Controleer na het voltooien van de handelingen de werking van de verlichting.
Verlichting voor
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het vervangen van een lamp en in het bijzonder over de typen lampen.
1.Positielicht/dagrijverlichting.Type A, W21/5W
2.Grootlicht.Type C, H1
3.Dimlicht.Type C, H7
Page 182 of 272

182
4.Richtingaanwijzer.Type B, PY21W
5.Mistlamp.Type D, H11
Zijknipperlicht
Type A, WY5W-5W (oranje)
– Druk het zijknipperlicht naar achteren en trek het los.– Breng het zijknipperlicht aan door het er naar voren toe in te steken en vervolgens naar achteren te bewegen.De oranje lampen (richtingaanwijzers en zijknipperlichten) moeten worden vervangen door lampen van dezelfde kleur en met dezelfde specificaties.
Dimlicht
Type C, H7
â–º Verwijder de beschermkap door aan de lip te trekken. â–º Draai het geheel ten opzichte van de behuizing.â–º Trek de stekker van de lamp los.â–º Verwijder de lamp en vervang hem.
NOTIC E
Zorg ervoor dat u de beschermkap zo terugplaatst dat de lip bereikbaar is.
Positielicht/dagrijverlichting
Type A, W21/5W
â–º Draai de stekker een kwartslag rechtsom.â–º Trek de stekker van de lamp los.â–º Verwijder de lamp en vervang hem.
Page 183 of 272

183
In geval van pech
8
Grootlicht
Type C, H1
â–º Verwijder de beschermkap door aan de lip te trekken.â–º Maak het geheel los van de behuizing.â–º Trek de stekker van de lamp los.â–º Verwijder de lamp en vervang hem.
NOTIC E
Zorg ervoor dat u de beschermkap zo terugplaatst dat de lip bereikbaar is.
Richtingaanwijzers
Type B, PY21W
NOTIC E
Het snel knipperen van de richtingaanwijzers (links of rechts) geeft aan dat één of meerdere lampen aan die zijde defect zijn.
â–º Draai de stekker een kwartslag linksom.â–º Trek het geheel uit de behuizing.â–º Verwijder de lamp en vervang hem.
Mistlampen voor
Type D, H11
â–º Steek een sleufkopschroevendraaier tussen de lampunit en de behuizing.â–º Wip de behuizing voorzichtig los.
â–º Verwijder de twee bevestigingsbouten van de module.â–º Neem de module uit de behuizing.
Page 184 of 272

184
â–º Druk op de borgklem en maak de stekker los.â–º Draai de lamphouder los door hem een kwartslag linksom te draaien.â–º Verwijder de lamphouder.â–º Vervang de defecte lamp.
NOTIC E
Voor het vervangen van deze lampen kunt u ook contact opnemen met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Achterlichten
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het vervangen van een lamp en in het bijzonder over de typen lampen.
Met achterdeuren/achterklep
1.Remlichten/positielicht.Type B, P21/5W
2.Richtingaanwijzers.Type B, PY21W (oranje)
3.Achteruitrijlicht.Type B, P21W
4.Mistachterlicht.Type B, P21W
â–º Neem vanuit het interieur de stekker aan de achterzijde van de lampunit los.
â–º Verwijder de twee bevestigingsbouten met behulp van de meegeleverde Torx-sleutel.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de gereedschapsset.â–º Trek vanaf de buitenzijde de lampunit naar u toe (auto met achterdeuren) of in de richting van het midden van de auto (auto met achterklep).
â–º Beweeg de borglippen naar buiten en verwijder vervolgens de lamphouder.â–º Druk de defecte lamp iets in en draai hem een kwartslag linksom om hem te verwijderen.â–º Vervang de lamp.
Page 185 of 272

185
In geval van pech
8
NOTIC E
Zorg er bij het monteren voor dat de borglippen en de bedrading weer correct worden teruggeplaatst om te voorkomen dat de bedrading klem komt te zitten.
NOTIC E
Nadat de lamp van een richtingaanwijzer achter is vervangen, duurt het opnieuw initialiseren ten minste ongeveer 2 minuten.
Kentekenplaatverlichting
Type A, W5W - 5 W
Met achterdeuren
â–º Maak de interieurbekleding los.â–º Neem de stekker los door de lip opzij te bewegen.â–º Draai de lamphouder los door hem een kwartslag linksom te draaien.â–º Vervang de lamp.
â–º Plaats de lamphouder terug en sluit de stekker weer aan.â–º Plaats de bekleding terug.
Met achterklep
â–º Verwijder het kunststof lampglas met een schroevendraaier.â–º Vervang de lamp.â–º Plaats het kunststof lampglas terug en druk dit vast.
Derde remlicht
Type A, W16W - 16 W
– Draai de twee moeren los.– Druk de pennen samen.– Neem indien nodig de stekker los om de lamp te verwijderen.– Vervang de lamp.
Vervangen van een
zekering
Toegang tot het gereedschap
De tang voor het verwijderen van zekeringen bevindt zich aan de achterzijde van het deksel van de zekeringenkast.
Page 186 of 272

186
â–º Trek het deksel eerst linksboven en dan rechtsboven los.â–º Verwijder het deksel volledig.â–º Haal de tang uit de houder.
Vervangen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient u:â–º De oorzaak van de storing te achterhalen en deze te verhelpen.â–º Alle stroomverbruikers uit te schakelen.â–º De auto stil te zetten met het contact UIT.â–º De defecte zekering op te sporen aan de hand van de beschikbare zekeringtabellen en schema's.Bij het vervangen van een zekering moet u het volgende doen:â–º Gebruik de speciale tang om de zekering uit de zekeringkast te verwijderen en controleer of het smeltdraadje van de zekering intact is.â–º Vervang een defecte zekering altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte (zelfde kleur). Het gebruik van een zekering met een afwijkende stroomsterkte kan storingen veroorzaken: kans op brand!
Als de storing zich na het vervangen van de zekering opnieuw voordoet, laat dan het elektrische systeem controleren door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
NOTIC E
De zekeringtabellen en bijbehorende schema's zijn op te vragen bij een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
WARNI NG
Het vervangen van een zekering die niet is opgenomen in de zekeringtabellen kan tot ernstige storingen leiden. Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
GoedDefect
Tang
NOTIC E
Elektrische accessoires monterenHet elektrische systeem van uw auto is ontworpen om te werken met zowel standaard
als optionele uitrusting.Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats voordat u andere elektrische verbruikers of accessoires in
uw auto monteert.
WARNI NG
TOYOTA is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uit storingen veroorzaakt door het monteren van accessoires die niet door TOYOTA aanbevolen en geleverd worden en niet volgens de voorschriften van het merk zijn gemonteerd. Dit geldt met name als het totale stroomverbruik van alle extra verbruikers meer dan 10 milliampère bedraagt.
NOTIC E
Neem voor meer informatie over de montage van een trekhaak of taxi-uitrusting contact op met een TOYOTA-dealer.
Zekeringen dashboard
De zekeringenkast bevindt zich aan de onderzijde van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen
â–º Trek het deksel eerst linksboven en dan rechtsboven los.De aanwezigheid van de hieronder beschreven zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
Page 187 of 272

187
In geval van pech
8
Zekeringnr.Stroom-sterkte (A)Functies
F110Draadloze smart-phonelader, elek-trochromatische binnenspiegel.
F415Claxon.
F620Ruitensproeier-pomp.
F71012V-aansluiting (achter).
F1030Module elektri-sche vergren-deling.
F1310Bedieningsele-menten audio- en telematicasys-teem.
Zekeringnr.Stroom-sterkte (A)Functies
F145Alarm, overbe-ladingsindicator, geavanceerde telematica-een-heid.
F193Interfacemodule aanhangwagen.
F223Scherm Sur-round Rear Vision.
F235Algemene inter-facemodule aan-hangwagen.
F275Extra verwar-ming.
F2920Audiosysteem, touchscreen.
F321512V-aansluiting (voor).
F345Spiegelbedie-ning.
F365USB-aansluiting.
Zekeringkast in de
motorruimte
De zekeringenkast bevindt zich in de motorruimte, naast de accu.
Toegang tot de zekeringen
â–º Maak de twee vergrendelingen A los.â–º Verwijder het deksel.â–º Vervang de zekering.â–º Sluit wanneer u klaar bent voorzichtig het deksel en maak de twee vergrendelingen A vast
voor een goede afdichting van de zekeringenkast.
Page 188 of 272

188
Zekeringnr.Stroom-sterkte(A)
Functies
F1615Mistlampen voor.
F1810Grootlicht rechts.
F1910Grootlicht links.
F2940Ruitenwissers voor.
12V-accu
Procedure voor het starten van de motor met een
hulpaccu of het opladen van een ontladen accu.
Loodzuurstartaccu's
ECO
Accu's bevatten giftige stoffen zoals zwavelzuur en lood.Ze moeten worden afgevoerd overeenkomstig de regelgeving en mogen in geen geval met het huishoudelijke afval worden weggegooid.Lever lege batterijen van de afstandsbediening
en accu's in bij een speciaal inleverpunt.
WARNI NG
Bescherm uw ogen en gezicht voordat u de accu aanraakt.Voer handelingen aan de accu uitsluitend uit in een goed geventileerde ruimte, uit de buurt van open vuur en vonken, om het risico op explosies of brand te vermijden.Was na de werkzaamheden uw handen.
WARNI NG
Uitvoeringen met het Stop & Start-systeem zijn voorzien van een speciale 12V-loodzuuraccu.Deze mag alleen worden vervangen door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Toegang tot de accu
De accu bevindt zich onder de motorkap.â–º Open de motorkap met de hendel in het interieur en breng de veiligheidshaak onder de motorkap omhoog.â–º Bevestig de motorkapsteun.
De minpool (-) van de accu is niet bereikbaar.Er is een afzonderlijk massapunt aangebracht in de buurt van de accu.
NOTIC E
Zie de desbetreffende hoofdstukken voor meer informatie over de motorkap en de motor.
Starten met een hulpaccu
Als de accu ontladen is, kan de motor worden
gestart met een hulpaccu (externe accu of een accu van een andere auto) en startkabels, of met een startbooster.
Page 189 of 272

189
In geval van pech
8
WARNI NG
Start de motor nooit als een acculader is aangesloten.Gebruik nooit een startbooster van 24 V of hoger.Controleer eerst of de hulpaccu een nominale spanning van 12 V heeft en een capaciteit die minimaal gelijk is aan die van de ontladen accu.De twee auto's mogen elkaar niet raken.Schakel alle stroomverbruikers (audiosysteem, ruitenwissers, verlichting, enz.) van beide auto's uit.Zorg ervoor dat de startkabels zich niet in de buurt van bewegende delen van de motor (ventilator, aandrijfriemen enz.) bevinden.Neem de pluspool (+) niet los terwijl de motor draait.
â–º Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+) van de ontladen accu A (bij het gebogen metalen
gedeelte) en vervolgens op de pluspool (+) van hulpaccu B of de startbooster.â–º Sluit het ene uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op de minpool (-) van hulpaccu B of de startbooster (of op een massapunt van de auto met de hulpaccu).â–º Sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op massapunt C van de auto met de ontladen accu.â–º Start de motor van de auto met de hulpaccu en laat deze gedurende enkele minuten draaien.â–º Stel de startmotor van de auto met de ontladen accu in werking en laat de motor draaien.Als de motor niet direct start, zet dan het contact UIT en wacht even alvorens een nieuwe poging te doen.â–º Wacht tot de motor stationair draait.â–º Neem vervolgens de startkabels in omgekeerde volgorde los.â–º Laat de motor minimaal 30 minuten draaien, rijdend of stilstaand, om de ladingstoestand van de accu op een correct peil te krijgen.
WARNI NG
Neem de kabels in omgekeerde volgorde los.
NOTIC E
Sommige functies, waaronder Stop & Start, zijn niet beschikbaar wanneer de laadtoestand van de accu onvoldoende is.
De accu opladen met een
acculader
Voor een optimale levensduur van de accu is het noodzakelijk om de ladingstoestand van de accu op peil te houden.In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn om de accu op te laden:– als u voornamelijk korte ritten maakt;– voordat de auto meerdere weken niet wordt gebruikt.Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
WARNI NG
Als u zelf de accu van uw auto gaat opladen, gebruik dan uitsluitend een lader die geschikt is voor loodzuuraccu's en die een nominale spanning van 12 V heeft.
WARNI NG
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader.Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde polen.
NOTIC E
De accu hoeft niet te worden losgekoppeld.
â–º Zet het contact UIT.
Page 190 of 272

190
â–º Schakel alle stroomverbruikers uit (audiosysteem, ruitenwissers, verlichting, enz.).
► Schakel om gevaarlijke vonken te voorkomen lader B uit alvorens de kabels op de accu aan te sluiten.► Controleer of de kabels van de lader in goede staat zijn.► Beweeg het kunststof kapje van de pluspool (+) omhoog (indien aanwezig).► Sluit de kabels van lader B als volgt aan:• de rode pluskabel (+) op de pluspool (+) van accu A,
• de zwarte minkabel (-) op massapunt C van de auto.► Zet na afloop van het laden eerst acculader B uit voordat u de kabels losneemt van accu A.
24v 12v
WARNI NG
Als dit label is aangebracht, mag uitsluitend een 12V-lader worden gebruikt. Anders kunnen de elektrische componenten van het Stop & Start-systeem ernstig beschadigd raken.
WARNI NG
Probeer nooit om een bevroren accu op te laden: risico van explosie!Als de accu bevroren is geweest, laat hem dan nakijken door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats. Deze zal controleren of de interne onderdelen niet zijn beschadigd en of de behuizing niet is gescheurd waardoor er een giftig en bijtend zuur zou kunnen lekken.
De accu losnemen
Om ervoor te zorgen dat de accu voldoende
geladen blijft om de motor te kunnen starten, raden we aan de accu los te nemen als de auto langere tijd niet wordt gebruikt.Vóór het losnemen van de accu:► sluit alle portieren, ruiten, de achterklep en het schuifdak,► schakel alle stroomverbruikers uit (audiosysteem, ruitenwissers, koplampen, enz.),► zet het contact UIT en wacht vier minuten.Neem bij de accu alleen de pluspool (+) los.
Accupoolklem met snelsluiting
Losnemen van de pluspool (+)
â–º Trek hendel A helemaal omhoog om accupoolklem B te ontgrendelen.â–º Beweeg accupoolklem B omhoog om hem te verwijderen.Weer aansluiten van de pluspool (+)
â–º Trek hendel A helemaal omhoog.â–º Plaats de geopende accupoolklem B op de pluspool (+).