TOYOTA PROACE VERSO 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: PROACE VERSO, Model: TOYOTA PROACE VERSO 2020Pages: 418, PDF Size: 40.53 MB
Page 271 of 418

271
MotorkapOpenen
Sluiten
F Haal de motorkapsteun uit de uitsparing.F Bevestig de motorkapsteun in de houder.F Laat de motorkap voorzichtig zakken en laat deze aan het einde van de slag in het slot vallen.
F Trek aan de motorkap om te controleren of deze goed vergrendeld is.
F Neem de motorkapsteun uit de houder en bevestig deze in de uitsparing om de motorkap geopend te houden.
Open de motorkap niet als het hard waait.Wees bij warme motor voorzichtig met het bedienen van de veiligheidshaak en de motorkapsteun (kans op brandwonden).Gebruik nooit een hogedrukreiniger om de motorruimte schoon te maken: de elektrische componenten kunnen dan beschadigd raken.
De koelventilator kan ook nog gaan draaien nadat de motor is afgezet: houd daarom voor werpen en kleding uit de buur t van de ventilator.
F Beweeg de hendel omhoog en til de motorkap op.
F Open het portier.
F Trek de hendel aan de onderzijde van het portierkader naar u toe.
Schakel het Stop&Start-systeem altijd uit als u handelingen onder de motorkap wilt uitvoeren, om letsel door het automatisch activeren van de START-stand te voorkomen.
7
Praktische informatie
Page 272 of 418

272
* Volgens motoruitvoering.
Dieselmotor
1. Reservoir ruiten- en koplampsproeiers.2. Reservoir koelvloeistof.3. Motorolie (bij)vullen.4. Oliepeilstok.5. Handopvoerpomp*.6. Vulopening remvloeistof.7. Accu.8. Afzonderlijk massapunt (aansluiting "-").9. Zekeringkast.10. Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof.11. Luchtfilter.
De afbeelding van deze motor dient als voorbeeld. De plaats van de oliepeilstok en de olievuldop is afhankelijk van de motoruitvoering.
Het brandstofcircuit staat onder hoge druk:- Voer nooit werkzaamheden aan dit circuit uit.- In de HDi-motoren is veel hoogwaardige technologie toegepast.Voor alle onderhoudswerkzaamheden en reparaties is speciaal getraind personeel nodig, waar alleen een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor kan zorgen.
Praktische informatie
Page 273 of 418

273
Niveaus controleren
Let bij werkzaamheden onder de motorkap goed op, want bepaalde delen van de motor kunnen zeer heet zijn (kans op brandwonden) en de motor ventilateur kan ieder moment aanslaan (zelfs bij afgezet contact).
Motorolieniveau
Het motorolieniveau kan bij aangezet contact worden gecontroleerd via de motorolieniveaumeter op het instrumentenpaneel (volgens uitvoering) of met de oliepeilstok.
Controle met de oliepeilstok
De plaats van de oliepeilstok is aangegeven op de desbetreffende afbeelding van de motorruimte.F Trek aan het gekleurde uiteinde om de oliepeilstok volledig uit de schacht te trekken.F Veeg de peilstok af met een schone, niet pluizende doek.F Steek de oliepeilstok weer volledig in de schacht en trek hem er weer uit om het oliepeil te controleren: het oliepeil is correct als het tussen de merktekens A en B ligt.
Controleer deze niveaus regelmatig en respecteer de voor waarden zoals vermeld in het onderhoudsschema van de fabrikant. Vul indien nodig bij, tenzij anders aangegeven.Als een peil/niveau aanmerkelijk daalt, laat dan het desbetreffende systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
A = MA XI
De controle van het motorolieniveau is alleen betrouwbaar als de auto op een horizontale ondergrond staat en de motor ten minste 30 minuten niet heeft gedraaid.
Het is normaal dat u tussen twee onderhoudsbeurten door olie moet bijvullen. Toyota adviseert u om elke 5000 km het olieniveau te controleren en, indien nodig, olie bij te vullen.
B = MINI
Als u ziet dat het oliepeil boven het merkteken A of onder het merkteken B ligt, star t de motor dan niet.- Als het niveau hoger is dan het streepje MAX (risico op beschadiging van de motor), neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.- Als het oliepeil lager is dan het merkteken
MINI, vul dan altijd motorolie bij.
7
Praktische informatie
Page 274 of 418

274
Eigenschappen van de olie
Controleer voordat u olie bijvult of ver verst of de motorolie die u wilt gebruiken overeenkomt met de door de fabrikant aanbevolen motorolie voor uw auto en motoruitvoering.
Motorolie bijvullen
De plaats van de vulopening voor de motorolie
is aangegeven op de desbetreffende afbeelding van de motorruimte.F Draai de dop van de vulopening.F Giet de olie voorzichtig in de opening om morsen op motoronderdelen te voorkomen (dit kan brand veroorzaken).F Wacht enkele minuten en controleer ver volgens nogmaals het oliepeil met de peilstok.F Vul indien nodig nog olie bij.F Draai nadat u het oliepeil nogmaals hebt gecontroleerd de dop zorgvuldig op de vulopening en steek de peilstok weer in de schacht.
Na het bijvullen zal de olieniveaumeter op het dashboard bij het aanzetten van het contact na 30 minuten de juiste
waarde aangeven.
Olie ver versen
Raadpleeg het onderhoudsschema van de fabrikant voor het ver versingsinter val voor uw auto.Maak om een verminderde betrouwbaarheid van de motor en de emissieregeling te voorkomen nooit gebruik van additieven in de motorolie.
Het remvloeistofniveau dient zich zo dicht mogelijk bij het merkteken "MA XI" te bevinden. Controleer indien dit niet het geval is of de remblokken van uw auto zijn versleten.
Remvloeistofniveau
Remvloeistof ver versen
Raadpleeg het onderhoudsschema van de fabrikant voor het voorgeschreven verversingsinterval.
Type remvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven remvloeistof.
Koelvloeistofniveau
Het koelvloeistofniveau dient zich zo dicht mogelijk bij het merkteken "MA XI" te bevinden, maar mag beslist niet hoger zijn.
Wacht bovendien alvorens werkzaamheden aan het koelsysteem uit te voeren ten minste 1 uur nadat de motor gedraaid heeft, omdat het koelsysteem onder druk staat.Draai om brandwonden te voorkomen de dop eerst 2 omwentelingen los om de druk te laten dalen. Ver wijder, als de druk eenmaal gedaald is, de dop en vul koelvloeistof bij.
De koelventilator kan ook nog gaan draaien nadat de motor is afgezet: houd daarom voor werpen en kleding uit de buur t van de ventilator.
Als de motor warm is, wordt de temperatuur van de koelvloeistof geregeld door de koelventilator.
Controleer het koelvloeistofniveau van uw auto regelmatig, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden (elke 5000 km/3 maanden); vul indien nodig bij met de door de fabrikant voorgeschreven koelvloeistof.Het is normaal om tussen twee onderhoudsbeurten koelvloeistof te moeten bijvullen.
Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau
Het stuurbekrachtigingsvloeistofniveau dient zich zo dicht mogelijk bij het merkteken "MA XI" te bevinden. Draai bij koude motor de dop open om het niveau te controleren.
Praktische informatie
Page 275 of 418

275
Aftappen van het systeem
Deze koelvloeistof hoeft niet ver verst te worden.
Type koelvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven koelvloeistof.
Het controleren en bijvullen moet altijd worden uitgevoerd bij koude motor.Een te laag koelvloeistofniveau kan leiden tot ernstige motorschade.
Als de buitentemperatuur hoog is, is het raadzaam de motor, als de auto stilstaat, 1 - 2 minuten stationair te laten draaien om de koeling te vergemakkelijken.
Vermijd langdurig huidcontact met afgewerkte olie en andere vloeistoffen.De meeste van deze vloeistoffen zijn bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en andere vloeistoffen niet in het riool, in het water of op de grond.Breng gebruikte olie naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige (Frankrijk) of naar een bevoegd afvalverwijderingsstation.
Afgewerkte producten
Bijvullen
Dit additief moet worden bijgevuld door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau wordt aangegeven door dit verklikkerlampje in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display van het instrumentenpaneel.
Type ruiten- en koplampsproeiervloeistof
Voor een optimale reiniging en om het bevriezen van de sproeiers te voorkomen is het (bij)vullen van het reser voir met water niet toegestaan.
Niveau ruiten- en
koplampsproeiervloeistof
Wanneer uw auto is voorzien van koplampsproeiers, wordt een te laag vloeistofniveau van de ruiten- en koplampsproeiers aangegeven door een geluidssignaal en een melding op het display van het instrumentenpaneel.Vul bij de eerstvolgende gelegenheid het reservoir bij.
Onder winterse omstandigheden is het raadzaam ruitensproeier vloeistof op basis van ethanol of methanol te gebruiken.
7
Praktische informatie
Page 276 of 418

276
Controles
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.Niettemin is het raadzaam om regelmatig te controleren of de accupoolklemmen goed vastzitten (bij uitvoeringen zonder snelsluiting voor de accupoolklemmen) en of de aansluitingen schoon zijn.
Laat de filters periodiek ver vangen volgens de in het onderhoudsschema van de fabrikant aangegeven intervallen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat bij het olie ver versen tevens het oliefilter vervangen.Raadpleeg het onderhoudsschema van de fabrikant voor het vervangingsinterval van dit onderdeel.
Oliefilter
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter ver vuild is, wordt u hierop geattendeerd door het tijdelijk branden van dit lampje in combinatie met een melding op het multifunctionele display.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de omstandigheden het toelaten, met een snelheid van minimaal 60 km/h rijden tot
het lampje dooft.Als het lampje blijft branden, is het minimum brandstofadditiefniveau bereikt.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het controleren van niveaus.
Bij een nieuwe auto kunt u de eerste paar keer dat het roetfilter geregenereerd wordt een brandlucht ruiken; dit is volkomen normaal.Als langdurig met zeer lage snelheid wordt gereden of de motor langdurig stationair draait, kan bij gasgeven soms rook uit de uitlaat waargenomen worden. Dit heeft geen invloed op de prestaties en heeft geen gevolgen voor het milieu.
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking heeft op de motoruitvoering van uw auto voor het controleren van bepaalde onderdelen.Laat ze anders nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Raadpleeg voordat u werkzaamheden uitvoert aan de 12V-accu de desbetreffende rubriek voor meer informatie en de te nemen voorzorgsmaatregelen.
Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik (veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding geven, moeten de filters twee keer zo vaak worden vervangen.Een verstopt interieur filter kan de prestaties van de airconditioning verstoren en onaangename geuren veroorzaken.
Uitvoeringen met het Stop & Start-systeem zijn voorzien van een speciale 12V- loodac c u.Vervanging dient uitsluitend door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te worden uitgevoerd.
Praktische informatie
Page 277 of 418

277
Handgeschakelde versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij (olie ver versen niet noodzakelijk).Raadpleeg het onderhoudsschema van de fabrikant voor de periodieke onderhoudscontrole.
De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral bij stadsverkeer en veel korte ritten. Hierdoor kan het noodzakelijk
Remblokken
Neem voor informatie over het controleren van de slijtage van de remschijf contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Staat van remschijven
Gebruik uitsluitend door Toyota aanbevolen producten of gelijkwaardige kwaliteitsproducten.Om de werking van belangrijke organen als het remsysteem te optimaliseren, selecteert en biedt Toyota specifieke producten aan.Na het wassen kan er zich een laagje vocht of onder winterse omstandigheden ijs vormen op de remschijven en remblokken: de remwerking kan daardoor afnemen. Rem een paar keer lichtjes om de remmen vocht- en ijsvrij te maken.
Handrem
Als de handrem een te grote slag heeft of als het systeem minder goed werkt, moet de handrem, zelfs tussen twee onderhoudsbeurten door, worden afgesteld.
Dit systeem moet door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige worden gecontroleerd.
blijken om de remblokken vaker, tussen twee onderhoudscontroles door, te laten controleren.Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt een te laag remvloeistofniveau erop dat de remblokken versleten zijn.
Automatische transmissie
De automatische transmissie is onderhoudsvrij (olie verversen niet noodzakelijk).Raadpleeg het onderhoudsschema van de fabrikant voor het inter val van de niveaucontrole.
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij (olie ver versen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsschema van de fabrikant voor het inter val van de niveaucontrole.
7
Praktische informatie
Page 278 of 418

278
AdBlue® en SCR-systeem (diesel)
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en om aan de nieuwe Euro 6 -norm te voldoen, heeft Toyota er voor gekozen zijn auto's met dieselmotor te voorzien van een systeem waarbij het roetfilter (DPF) wordt gecombineerd met een SCR-systeem (Selective Catalytic Reduction) voor de behandeling van de uitlaatgassen zonder dat de prestaties veranderen of het brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van de vloeistof AdBlue®, die ureum bevat, zet een katalysator tot 85% van de stikstofoxides (NOx) om in stikstof en water, stoffen die onschadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
De AdBlue® is opgeslagen in een speciaal reser voir met een inhoud van: - Euro 5.0: ongeveer 22 liter, goed voor een actieradius van ongeveer 17.000 km; - Euro 6.2: ongeveer 20 liter, goed voor een actieradius van ongeveer 4 tankbeurten, ongeveer 5.000 km; hierna wordt er een waarschuwing geactiveerd als de resterende hoeveelheid nog maar genoeg is voor 2.400 km.
Tijdens elk gepland onderhoud aan uw auto door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige wordt het AdBlue®-reser voir bijgevuld voor een normale werking van het SCR-systeem.
Als het AdBlue®-reser voir leeg is, zorgt een wettelijk verplicht systeem er voor dat de motor niet opnieuw kan worden gestart.Als het SCR-systeem niet goed werkt, stoot uw auto te veel schadelijke stoffen uit, waardoor hij niet meer aan de Euro 6-emissienorm voldoet.Als er een defect is vastgesteld in het SCR-systeem, dient u zo snel mogelijk naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te gaan: nadat u 1.100 km hebt gereden, wordt automatisch een systeem ingeschakeld om te voorkomen dat de motor kan worden gestart.
Tijdens het vullen mag de opbrengst niet groter zijn dan 40 liter per minuut.
Als het geschatte aantal gereden kilometers tussen twee onderhoudsbeurten hoger is dan 20.000 km voor Euro 5.0 of er meer dan 4 keer is getankt, ongeveer 5.000 km, voor Euro 6.2, raden we u aan om naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te gaan om het bijvullen te laten uitvoeren.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige om te bevestigen dat u aan de Euro-emissienorm voldoet.
Praktische informatie
Page 279 of 418

279
Bijvullen van AdBlue®
Het AdBlue®-reservoir wordt bij elk routineonderhoud aan uw auto bijgevuld door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Vanwege de inhoud van het reser voir kan het echter noodzakelijk zijn om het reservoir tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door een waarschuwing (verklikkerlampjes en melding) op wordt geattendeerd.U kunt hier voor naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige gaan.Als u zelf het reser voir wilt bijvullen, lees dan eerst aandachtig de volgende waarschuwingen.
Gebruiksvoorschriften
Bewaar AdBlue® buiten het bereik van kinderen, in de originele flacon.Als het AdBlue® niet in de originele flacon wordt bewaard, verliest het zijn zuiverheid.
Gebruik uitsluitend AdBlue® die aan de norm ISO 22241 voldoet.
Verdun de AdBlue® nooit met water.Giet nooit AdBlue® in de brandstoftank.
Het bijvullen d.m.v. een druppelvrije fles vereenvoudigt het bijvullen. Flessen van 1,89 liter zijn verkrijgbaar bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Vul nooit AdBlue® bij vanuit een vulsysteem dat is bedoeld voor vrachtwagens.
AdBlue® is een oplossing op ureumbasis. Deze vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en geurloos (indien koel bewaard).Als het additief in contact komt met de huid, moet u de huid wassen met kraanwater en met zeep. Als additief in de ogen komt, spoel de ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende ten minste 15 minuten met kraanwater of met een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.Als additief AdBlue® wordt ingeslikt, spoel de mond dan met schoon water en drink vervolgens een ruime hoeveelheid water.Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het risico van het vrijkomen van ammoniakdampen niet worden uitgesloten: adem deze niet in. Deze ammoniakdampen werken irriterend op de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
BelangrijkAls het AdBlue®-reser voir van uw auto helemaal leeg is (dit wordt aangegeven door de waarschuwingsmeldingen en u kunt in dat geval de motor niet meer starten) moet u het reser voir vullen met minimaal 3,8 liter additief (twee flacons van 1,89 liter).
7
Praktische informatie
Page 280 of 418

280
Voorschriften voor opslag
Bewaar de flacons AdBlue® niet in uw auto.
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam de flacons koel en buiten direct zonlicht te bewaren.Onder deze omstandigheden is de vloeistof ten minste één jaar houdbaar.Als de vloeistof bevroren is geweest, kan deze weer worden gebruikt nadat deze bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto op een vlakke en horizontale ondergrond staat.
F Zet het contact af en ver wijder de sleutel of druk, als uw auto daarmee is uitgerust, op de START/STOP-knop om de motor af te zetten.
F Open voor toegang tot het AdBlue®-reservoir het linker voorportier.F Trek van onderen aan de zwarte dop.
F Draai de blauwe dop een zesde omwenteling linksom.F Trek de knop omhoog om hem te verwijderen.
Voer de lege AdBlue®-flacons niet als huisvuil af, maar deponeer ze in een daartoe bestemde container of breng de flacons naar uw verkooppunt.
Controleer 's winters of de omgevingstemperatuur van de auto hoger is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest het AdBlue® waardoor u het niet in het reser voir kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een warmere plaats staan en vul ver volgens het reservoir bij.
Praktische informatie