TOYOTA PROACE VERSO 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: PROACE VERSO, Model: TOYOTA PROACE VERSO 2020Pages: 418, PDF Size: 40.53 MB
Page 231 of 418

231
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed2019_V02
Overschrijden van de
ingestelde snelheid
Als de ingestelde snelheid wordt overschreden, gaat de weergegeven snelheid knipperen.Het knipperen stopt als de snelheid weer is gedaald tot de ingestelde snelheid.
Uitschakelen
F Draai de knop 1 in de stand "0". De informatie van de snelheidsregelaar wordt niet meer weergegeven.
Als streepjes knipperen wijst dit op een storing in de snelheidsregelaar. Laat het nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
StoringLet tijdens het gebruik van de snelheidsregelaar op wanneer u de snelheid met de toetsen instelt; dit kan een plotselinge verandering van de wagensnelheid veroorzaken.Gebruik de snelheidsregelaar niet op gladde wegen of bij zeer druk verkeer.
Bij een steile afdaling kan de snelheidsregelaar niet voorkomen dat de ingestelde snelheid wordt overschreden.Op een steile helling of bij het trekken van een zware aanhanger kan het voorkomen dat de ingestelde snelheid niet wordt gehaald.
Matten die niet door Toyota zijn goedgekeurd kunnen hinderlijk zijn bij het gebruik van de snelheidsbegrenzer.Om te voorkomen dat de pedalen blijven hangen:- controleer of de mat goed op zijn plaats ligt,- gebruik nooit meer dan één mat per plaats.
6
Rijden
Page 232 of 418

232
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed2019_V02
Adaptive cruise control ("CRUISE")
Dit systeem zorgt er voor dat de auto automatisch de door de bestuurder ingestelde snelheid aanhoudt.Bovendien kan dit systeem (wanneer de situatie dit toelaat) een bepaalde afstand, die u zelf kunt selecteren, tussen uw auto en de voorligger aanhouden.
Bij het afzetten van de motor wordt de status van de functie opgeslagen.
Inschakelen / uitschakelen
De rolknop voor de selectie van de snelheidsregelaar moet in de stand "CRUISE" staan, anders wordt uw commando niet uitgevoerd.De functie kan worden in- en uitgeschakeld via het configuratiemenu van de auto.
Met touchscreen
1. Selecteren van de snelheidsregelaar.2. Instellen van een snelheid/verlagen van de snelheid.3. Instellen van een snelheid/verhogen van de snelheid.4. Onderbreken/hervatten van de snelheidsregeling.5. Als uw auto hiermee is uitgerust, kunt u een overzicht weergeven van de opgeslagen snelheden of snelheden opslaan die door het Road Sign Assist-systeem worden voorgesteld.6. Selectie van de afstand tot de voorligger ("Dichtb.", "Normaal", "Ver").
Bediening aan de stuurkolom
Standaard is de afstand tot de voorligger ingesteld op "Normaal".Zo niet, dan wordt de laatst ingestelde waarde gebruikt bij het inschakelen van de functie.
De functie kan worden in- en uitgeschakeld in het configuratiemenu van de auto.
Rijden
Page 233 of 418

233
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed2019_V02
Als uw auto is uitgerust met een automatische transmissie of elektronisch gestuurde versnellingsbak, moet minimaal de tweede versnelling zijn ingeschakeld.
Bij een auto met handgeschakelde versnellingsbak moet minimaal de derde of vierde versnelling zijn ingeschakeld.
7. Snelheidsregeling onderbroken/hervat.8. Snelheidsregelaar geselecteerd of bijstelfase van de wagensnelheid.9. Ingestelde snelheid.
Weergave op het instrumentenpaneel
Head-up display
De adaptieve cruise control wordt handmatig ingeschakeld. Hier voor moet de rijsnelheid tussen de 40 en 150 km/h zijn.Als de ingestelde snelheid voor de cruise control hoger is dan 150 km/h, schakelt de adaptieve cruise control over naar de normale cruise control-modus (zonder automatische regeling van een veilige tussenafstand).
Inschakelen
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het head-up display.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de snelheidsregelaar.
De adaptieve cruise control moet worden geselecteerd in het menu “Driving” (rijden).
F Draai de rolknop 1 in de stand "CRUISE": de snelheidsregelaar is geselecteerd, maar nog niet ingeschakeld (Pause).F Druk op een van de toetsen 2 of 3: de actuele snelheid van uw auto wordt de ingestelde snelheid.De snelheidsregelaar is geactiveerd (ON).
6
Rijden
Page 234 of 418

234
MEM
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed2019_V02
Als de regelaar is ingeschakeld, kunt u ver volgens de ingestelde kruissnelheid op de volgende manieren wijzigen:- met de toets 2 of 3:F herhaaldelijk kort indrukken om te wijzigen in stappen van + of - 1 km/h,F ingedrukt houden om te wijzigen in stappen van + of - 5 km/h.
Wijzigen van alleen de
kruissnelheid
- als uw auto is voorzien van de functie opslaan van snelheden, door te drukken op de toets 5:F de zes opgeslagen snelheden worden weergegeven op het touchscreen,F kies een snelheid: deze wordt op het instrumentenpaneel weergegeven.Na enkele ogenblikken wordt het selectiescherm gesloten.De wijziging is dan doorgevoerd.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de Road Sign Assist en in het bijzonder het opslaan in het geheugen.
Om veiligheidsredenen is het raadzaam een snelheid te selecteren die dicht bij
de actuele snelheid van uw auto ligt.
- door het indrukken van toets 5, indien uw auto is uitgerust met Road Sign Assist:F de snelheid die moet worden opgeslagen, wordt weergegeven op het instrumentenpaneel,F druk nogmaals op de toets 5 om deze snelheid op te slaan.De waarde wordt direct weergegeven op het instrumentenpaneel.
Afstand tot voorligger
Met behulp van een radar aan de voorzijde van de auto, die een bereik heeft van ongeveer 100 meter, signaleert het systeem een voorligger.Het systeem past automatisch de snelheid van uw auto aan die van de voorligger aan.Als uw voorligger langzamer rijdt, vermindert het systeem geleidelijk de snelheid van uw auto door alleen op de motor af te remmen (hetzelfde effect als bij het indrukken van de mintoets "-").Als u te dicht op uw voorligger rijdt of deze te snel nadert, wordt de adaptieve cruise control automatisch uitgeschakeld. De bestuurder wordt dan gewaarschuwd door een geluidssignaal en een melding.Als uw voorligger accelereert of van rijstrook wisselt, zorgt de adaptieve cruise control er voor dat uw auto progressief accelereert, zodat uw auto teruggaat naar de ingestelde snelheid.Als de bestuurder een richtingaanwijzer bedient om een langzamere auto in te halen, stelt de adaptieve cruise control uw auto in staat om de voorligger tijdelijk te naderen om te helpen bij de inhaalmanoeuvre. De ingestelde snelheid wordt echter nooit overschreden.
Rijden
Page 235 of 418

235
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed2019_V02
Deze waarde blijft in het geheugen opgeslagen, ongeacht de status van de functie.
F Druk op de toets 6 om een nieuwe waarde voor de afstand tot de voorligger te selecteren. U kunt kiezen uit drie instellingen ("Dichtb.", "Normaal", "Ver").
Wijzigen van de afstand tot de voorliggerAls de afstandsradar een voorligger signaleert en de geselecteerde snelheid te hoog ligt ten opzichte van die van deze voorligger, wordt het systeem niet geactiveerd en wordt de waarschuwingsmelding "Inschakelen geweigerd, omstandigheden ongeschikt" weergegeven tot de omstandigheden voldoende veilig zijn voor de activering van het systeem.
De ingestelde waarde van de afstand tot de voorligger blijft na het afzetten van het contact in het geheugen opgeslagen.
Overschrijden van de
ingestelde snelheid
Het loslaten van het gaspedaal is voldoende om weer terug te keren naar de ingestelde snelheid.
De ingestelde tijd kan tijdelijk worden overschreden door het gaspedaal in te trappen.
De adaptieve cruise control kan handmatig worden gepauzeerd met de schakelaar of automatisch:- door het rem- of koppelingspedaal in te trappen,- om veiligheidsredenen bij een ingreep van het ESC-systeem,- als een grenswaarde voor de afstand tot de voorligger wordt bereikt (berekend op basis van het snelheidsverschil tussen uw auto en uw voorligger en de ingestelde afstand tot de voorligger),- als de afstand tussen uw auto en uw voorligger te klein wordt,- als de snelheid van uw voorligger te laag is,- als de snelheid van uw auto te laag wordt.
Onderbreken
Als de ingestelde snelheid wordt overschreden zonder dat u het gaspedaal intrapt, bijvoorbeeld
in een steile afdaling, wordt u gewaarschuwd door het knipperen van de snelheid op het instrumentenpaneel.
6
Rijden
Page 236 of 418

236
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed2019_V02
In de volgende tabel worden de bij bepaalde rijomstandigheden weergegeven waarschuwingen en meldingen beschreven.Deze waarschuwingen worden niet opeenvolgend weergegeven.
Rijomstandigheden en bijbehorende waarschuwingen
PictogramBijbehorende meldingToelichting
Geen voertuig gedetecteerd: het systeem werkt als een normale snelheidsregelaar.
Detectie van een voertuig op de grens van het bereik van de radar: het systeem werkt als een normale snelheidsregelaar.
"A ANGEPASTE SNELHEID"Detectie van een voertuig dat zich te dicht vóór de auto bevindt of waar van de snelheid lager ligt dan de ingestelde snelheid.Het systeem remt de auto af op de motor (max. 30 km/h) en houdt de wagensnelheid gelijk aan die van de voorligger om de ingestelde afstand in tijd tot de voorligger te bewaren.Bij het automatisch afremmen achter een voorligger kan de werkelijke wagensnelheid hoger zijn dan de weergegeven "aangepaste snelheid".
"A ANGEPASTE SNELHEID"Als de aangepaste snelheid de grens van het systeem (ingestelde snelheid - 30 km/h) bereikt, gaan de aangepaste snelheid en de waarde van de ingestelde snelheid knipperen om aan te geven dat de functie binnen enkele ogenblikken automatisch zal worden
uitgeschakeld.
"Snelheidsregelaar op pauze".Als het systeem de grens voor het aanpassen van de snelheid overschrijdt en als de bestuurder niet ingrijpt (inschakelen van de richtingaanwijzer, wisselen van rijstrook, snelheid minderen), wordt de werking van het systeem automatisch onderbroken.Deze melding verschijnt in combinatie met een geluidssignaal.
Rijden
Page 237 of 418

237
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed2019_V02
Wanneer de adaptieve cruise control automatisch wordt gepauzeerd, kan hij alleen weer worden geactiveerd wanneer de omstandigheden weer veilig zijn. De melding "Inschakelen geweigerd, omstandigheden ongeschikt" wordt weergegeven zolang het niet mogelijk is om de adaptieve snelheidsregelaar weer te activeren.Als het activeren weer mogelijk is, is het raadzaam de functie te activeren door de toets 2 (SET+) of 3 (SET-) in te drukken waarbij uw actuele snelheid als nieuwe ingestelde snelheid wordt opgeslagen. Het indrukken van de toets 4 (inschakelen/pauze) om de functie te activeren met de laatste ingestelde snelheid is ook mogelijk, maar daarbij kan deze snelheid sterk afwijken van uw actuele snelheid.
Als het verschil tussen de ingestelde snelheid en de snelheid van de voorligger groter is dan 30 km/h, werkt het systeem niet.De werking van het systeem wordt in dat geval onderbroken als de afstand met de voorligger te klein wordt.De adaptieve cruise control maakt alleen gebruik van de motorremwerking om vaart te minderen. Daardoor neemt de snelheid langzaam af, zoals dat ook gebeurt bij het loslaten van het gaspedaal.De werking van het systeem wordt automatisch onderbroken:- als de voorligger te sterk of te plotseling afremt en u zelf niet remt,- als een voertuig invoegt tussen uw auto en uw voorligger,- als het systeem de snelheid niet voldoende kan verminderen om een veilige afstand te bewaren, zoals in een steile afdaling.
Beperkingen van de werking
Omdat het detectiegebied van de radar relatief smal is, is het mogelijk dat het systeem het volgende niet detecteert:
- smalle voertuigen, bijvoorbeeld motorfietsen,
- voertuigen die niet in het midden van de rijstrook rijden,
- voertuigen die een bocht in rijden,- voertuigen die plotseling van rijstrook wisselen.
De snelheidsregelaar houdt geen rekening met:- stilstaande voertuigen,- tegemoetkomende voertuigen.
6
Rijden
Page 238 of 418

238
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed2019_V02
Bij een storing in de adaptieve cruise control wordt u hierover geïnformeerd middels een geluidssignaal en de melding “Driving aid functions fault” (storing in de rijhulpfuncties).Laat het nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
StoringDe adaptieve cruise control werkt zowel overdag als 's nachts, in de mist en bij matige regen.
Let tijdens het gebruik van de adaptieve snelheidsregelaar op wanneer u de snelheid met de toetsen instelt; dit kan een plotselinge verandering van de wagensnelheid veroorzaken.Gebruik de adaptieve cruise control niet op gladde opper vlakken of in druk verkeer.
Bij een steile afdaling kan de snelheidsregelaar niet voorkomen dat de ingestelde snelheid wordt overschreden.Op een steile helling of bij het trekken van een zware aanhanger kan het voorkomen dat de ingestelde snelheid niet wordt gehaald of niet kan worden vastgehouden.
Het gebruik van matten die niet door Toyota zijn goedgekeurd kan de bediening van de adaptieve cruise
control belemmeren.Om te voorkomen dat de pedalen blijven hangen:- controleer of de mat goed bevestigd is,- gebruik nooit meer dan één mat per plaats.Houd uw voeten altijd in de buurt van de pedalen.
Als het verschil tussen de ingestelde snelheid van uw auto en de snelheid van uw voorligger te groot wordt, kan het systeem de snelheid van uw auto niet meer aanpassen: de regelaar wordt automatisch uitgeschakeld.
De functie remt de auto niet af via het remsysteem, maar alleen op de motor.Het bereik van de adaptieve snelheidsregeling is beperkt: de snelheid wordt niet meer aangepast als het verschil tussen de ingestelde snelheid van uw auto en de snelheid van de voorligger te groot wordt.
De adaptieve cruise control kan nooit het zelf in de gaten houden van de snelheidslimiet ver vangen, noch de noodzaak voor de bestuurder om zelf alert te blijven.
Rijden
Page 239 of 418

239
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed2019_V02
Forward collision warning and
Autonomous emergency braking system
with Pedestrian Detection
Werkingsvoorwaarden
Het autonome noodstopsysteem werkt:- wanneer de wagensnelheid tussen 5 en 140 km/h ligt bij rijdende voertuigen,- wanneer de wagensnelheid lager is dan 80 km/h bij stilstaande voertuigen,- wanneer de wagensnelheid lager is dan 60 km/h bij een voetganger,- indien de passagiers hun veiligheidsgordel hebben omgedaan,- indien de auto niet snel accelereert,- indien de auto geen scherpe bocht maakt.
Het For ward Collision Warning-systeem waarschuwt de bestuurder dat de auto risico loopt op een aanrijding met de voorligger of een voetganger op zijn rijstrook.Het autonome noodstopsysteem grijpt in nadat de bestuurder is gewaarschuwd, maar niet snel genoeg reageer t en het rempedaal niet bedient.Dit systeem helpt, zonder ingrijpen van de bestuurder, een aanrijding te voorkomen of de zwaar te van de aanrijding te beperken door de snelheid van de auto te verminderen.
Deze systemen maken gebruik van een radar in de voorbumper en een camera boven aan de voorruit.
Deze systeem zijn ontwikkeld om de veiligheid te verbeteren.De bestuurder moet zelf altijd het verkeer in de gaten blijven houden en zich aan de verkeersregels houden.Deze systemen zijn een hulpmiddel voor de bestuurder die desondanks waakzaam moet blijven.
Het For ward Collision Warning-systeem werkt alleen:- bij een van een kentekenplaat voorzien voertuig dat in dezelfde rijrichting rijdt of staat,- bij voetgangers,- als de wagensnelheid minimaal 7 km/h is (de functie wordt uitgeschakeld als de
snelheid daalt tot 5 km/h).
6
Rijden
Page 240 of 418

240
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed2019_V02
Het autonome noodstopsysteem werkt niet:- als de voorbumper van de auto is beschadigd,- binnen 10 seconden na de laatste keer dat het systeem in werking is getreden,- bij een storing in het elektronische stabiliteitsprogramma,
Werkingslimieten
In de volgende gevallen is het raadzaam de functie uit te schakelen via het configuratiemenu van de auto:- bij een schok op de voorruit ter hoogte van de detectiecamera,- als de auto een aanhanger of caravan trekt,- als lading op de imperiaal boven de voorruit uitsteekt (bijvoorbeeld een ladder),- als de auto wordt gesleept bij draaiende motor,- als het noodreser vewiel (indien aanwezig) is gemonteerd,- als de auto tijdens onderhoud in de werkplaats op een rollenbank wordt getest,- als de auto in een automatische wasstraat wordt gewassen,- als de remlichten niet werken.
Na een aanrijding wordt het systeem automatisch uitgeschakeld. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige om het systeem te laten nakijken.
Forward collision warning
Afhankelijk van de door het systeem gedetecteerde kans op een aanrijding en de geselecteerde stand voor de waarschuwing kunnen meerdere waarschuwingsniveaus worden geactiveerd en weergegeven op het instrumentenpaneel.
Dit waarschuwingsniveau is gebaseerd op de afstand in tijd tussen uw auto en de voorligger.
Niveau 1: waarschuwing door middel van visuele signalen die aangeeft dat de afstand tot de voorligger zeer klein is.Wanneer de auto de voorligger nadert, wordt een melding weergegeven om de bestuurder aan te sporen op te letten.
Deze informatie wordt tevens weergegeven op het head-up display.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het head-up display.
Rijden