TOYOTA RAV4 2023 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2023Pages: 646, PDF Size: 150.61 MB
Page 51 of 646

Systeemonderdelen
Ty p e A
AMicrofoon
BToets SOS*
CControlelampjes
*Deze toets is bestemd voor
communicatie met de eCall-medewerker.
Andere SOS-toetsen van overige
systemen van een auto hebben geen
betrekking op het apparaat en zijn niet
bestemd voor communicatie met de
eCall-medewerker.
Ty p e B
AMicrofoon
BToets SOS*
CControlelampjes
*Deze toets is bestemd voor
communicatie met de eCall-medewerker.
Andere SOS-toetsen van overige
systemen van een auto hebben geen
betrekking op het apparaat en zijn niet
bestemd voor communicatie met de
eCall-medewerker.Ty p e C
AToets SOS*
BControlelampjes
CMicrofoon
DLuidspreker
*Deze toets is bestemd voor
communicatie met de eCall-medewerker.
Andere SOS-toetsen van overige
systemen van een auto hebben geen
betrekking op het apparaat en zijn niet
bestemd voor communicatie met de
eCall-medewerker.
Noodoproepdiensten
Automatische noodoproepen
Als een airbag wordt geactiveerd, belt het
systeem automatisch het eCall-
controlecentrum.
*De medewerker van
het controlecentrum ontvangt de locatie
van de auto, het tijdstip waarop het
ongeval plaatsvond en het VIN van de
auto, en probeert de inzittenden van de
auto te spreken om de ernst van de
situatie te beoordelen. Als de inzittenden
niet in staat zijn om te communiceren,
behandelt de medewerker de oproep als
een noodgeval, neemt hij of zij contact op
met de dichtstbijzijnde hulpdiensten
(112, enz.) en verzoekt hij of zij om
assistentie ter plaatse.
*In sommige gevallen kan er geen oproep
worden verzonden. (→Blz. 50)
1 .3 Noodoproep
49
1
Veiligheid en beveiliging
Page 52 of 646

Handmatige noodoproepen
Druk in een noodsituatie op de toets SOS
om het eCall-controlecentrum te bellen.
*
De medewerker van het controlecentrum
zal de locatie van uw auto bepalen, de
situatie beoordelen en de benodigde
hulpdiensten sturen.
Open de afdekking voordat u op de toets
SOS drukt.
Als u per ongeluk op de toets SOS hebt
gedrukt, zeg dan tegen de medewerker
dat er geen sprake is van een noodgeval.
*In sommige gevallen kan er geen oproep
worden verzonden. (→Blz. 50)
Controlelampjes
Wanneer het contact AAN wordt gezet,
gaat het rode controlelampje gedurende
10 seconden branden. Vervolgens gaat
het groene controlelampje gedurende
2 seconden branden, om vervolgens te
blijven branden om aan te geven dat het
systeem naar behoren werkt.
De controlelampjes geven het volgende
aan:
• Als het groene controlelampje gaat
branden en blijft branden, is het
systeem ingeschakeld.
• Als het groene controlelampje
tweemaal per seconde knippert, wordt
er een automatische of handmatige
noodoproep gedaan.
•
Als het rode controlelampje brandt op
een ander moment dan direct na het
AAN zetten van het contact, is ermogelijk een storing in het systeem
aanwezig of is de back-upbatterij
mogelijk leeg.
• Als het rode controlelampje
gedurende ongeveer 30 seconden
knippert tijdens een noodoproep, is
de verbinding verbroken of is het
signaal van het mobiele netwerk te
zwak.
De levensduur van de back-upbatterij
is hooguit 3 jaar.
Vrije software en opensourcesoftware
Dit product bevat vrije software/
opensourcesoftware (FOSS).
Licentie-informatie en/of de broncode
van FOSS is beschikbaar op de volgende
URL:
http://
www.opensourceautomotive.com/
dcm/19MC/
WAARSCHUWING!
Wanneer er geen noodoproep kan
worden geplaatst
• In de volgende situaties kunnen
mogelijk geen noodoproepen
worden gedaan. Neem in dergelijke
gevallen op een andere wijze contact
op met hulpdiensten (112, enz.).
– Zelfs als de auto zich in het
dekkingsgebied van het
mobiele-telefoonnetwerk bevindt,
kan het moeilijk zijn om contact te
leggen met het eCall-
controlecentrum als de ontvangst
slecht is of de lijn bezet is. In
dergelijke gevallen krijgt u
mogelijk geen contact met het
eCall-controlecentrum en kunt u
dus geen noodoproepen doen en
kunnen hulpdiensten niet worden
ingeschakeld, ook al probeert het
systeem verbinding te maken met
het eCall-controlecentrum.
1 .3 Noodoproep
50
Page 53 of 646

WAARSCHUWING!(Vervolg)
– Wanneer de auto zich buiten het
dekkingsgebied van het
mobiele-telefoonnetwerk bevindt,
kunnen er geen noodoproepen
worden verzonden.
– Wanneer er een storing aanwezig
is in de bijbehorende apparatuur
(zoals het paneel van de toets SOS,
de controlelampjes, microfoon,
luidspreker, DCM, antenne of op de
apparatuur aangesloten
bedrading) of deze beschadigd of
kapot is, kan er geen noodoproep
worden geplaatst.
– Tijdens een noodoproep doet het
systeem herhaaldelijk een poging
om contact op te nemen met het
eCall-controlecentrum. Als er
echter als gevolg van een slechte
ontvangst geen contact kan
worden gelegd met het
eCall-controlecentrum, kan het
systeem mogelijk geen contact
maken met het mobiele netwerk en
wordt de noodoproep beëindigd
zonder dat er verbinding is
gemaakt. Het rode controlelampje
knippert gedurende ongeveer
30 seconden om aan te geven dat
de verbinding is verbroken.
• Als de spanning van de accu afneemt
of als de accu is losgenomen, kan het
systeem mogelijk geen verbinding
maken met het
eCall-controlecentrum.
• Het noodoproepsysteem werkt
mogelijk niet buiten de EU. Dit hangt
af van de beschikbare infrastructuur
in het land.
Als het noodoproepsysteem wordt
vervangen door een nieuw exemplaar
Het noodoproepsysteem moet worden
geregistreerd. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Voor uw veiligheid
• Rijd voorzichtig. De functie van dit
systeem is om u te helpen bij het
plaatsen van een noodoproep bij
ongevallen, zoals een
verkeersongeval of een plotseling
medisch noodgeval. Het systeem
biedt de bestuurder en de passagiers
op geen enkele wijze bescherming.
Rijd voorzichtig en doe voor uw
veiligheid altijd uw veiligheidsgordel
om.
• Geef bij noodgevallen uw leven en de
levens van anderen topprioriteit.
• Wanneer u een branderige lucht of
anderszins een vreemde lucht ruikt,
verlaat dan de auto en zoek
onmiddellijk een veilige plek op.
• Als de airbags worden geactiveerd
terwijl het systeem normaal werkt,
verzendt het systeem een
noodoproep. Het systeem verzendt
ook een noodoproep als de auto van
achteren wordt aangereden of als de
auto over de kop slaat, zelfs als de
airbags niet worden geactiveerd.
• Verstuur om veiligheidsredenen
geen noodoproep tijdens het rijden.
Wanneer u tijdens het rijden belt, kan
het zijn dat u het stuurwiel niet goed
kunt bedienen, waardoor er een
ongeval kan ontstaan. Breng de auto
tot stilstand en controleer of de
omgeving veilig is alvorens een
noodoproep te plaatsen.
• Vervang zekeringen altijd door de
voorgeschreven zekeringen. Als u
andere zekeringen gebruikt, kan er
kortsluiting in het circuit optreden en
kan er brand ontstaan.
1 .3 Noodoproep
51
1
Veiligheid en beveiliging
Page 54 of 646

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Wanneer u het systeem gebruikt
terwijl er rook is of sprake is van een
ongewone geur, kan er brand
ontstaan. Stop onmiddellijk met het
gebruik van het systeem en neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
OPMERKING
Voorkomen van schade
Voorkom dat er vloeistof op het paneel
van de toets SOS, enz. komt en sla er
niet tegenaan.
In geval van een storing in het paneel
van de toets SOS, de luidspreker of de
microfoon tijdens een noodoproep of
een handmatige onderhoudscontrole
Het is wellicht niet mogelijk om
noodoproepen te doen, de
systeemstatus te bevestigen of te
communiceren met de medewerker van
het eCall-controlecentrum. Als de
apparatuur beschadigd is, neem dan
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
1 .3 Noodoproep
52
Page 55 of 646

Overzicht systeem van toegevoegde diensten (indien aanwezig)
Gegevensverwerkingsschema
AServer
BOpslag
CVerwerking
DDCM
1. Activering van gegevensuitwisseling
gebeurt middels het inschakelen van
een dienst in de app “MyT by Toyota”
of door een dienst aan te schaffen
waarvoor gegevens moeten worden
verzameld.
2. De server activeert de dienst in de
DCM en bepaalt welke
voertuiggegevens worden verzameld.
3. De desbetreffende voertuiggegevens
worden verzameld door de DCM.4. De gegevens worden gedeeld met de
server.
5. De gegevens worden opgeslagen op
de server.
6. De gegevens worden verwerkt op de
server om de dienst te kunnen
leveren.
7. De verwerkte gegevens worden aan
de klant gepresenteerd.
Ga naar de Toyota-website of neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige voor een
overzicht van de beschikbare diensten
in uw regio.
1 .3 Noodoproep
53
1
Veiligheid en beveiliging
Page 56 of 646

Uitvoeren van de regelgeving
Gebruikersinformatie uitvoering regelgeving, bijlage 1, DEEL 3Conformi-
teit
1. BESCHRIJVING IN VOERTUIG GEÏNTEGREERD ECALL-SYSTEEM
1.1.Overzicht, werking en functionaliteiten van het in het voertuig geïn-
tegreerde op 112 gebaseerde eCall-systeemO
1.2.De op 112 gebaseerde eCall-dienst is een publieke dienst van alge-
meen nut die gratis beschikbaar is.O
1.3.Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-systeem
is standaard ingeschakeld. Bij een ernstige aanrijding wordt het sys-
teem automatisch geactiveerd door signalen van sensoren in het
voertuig. Het wordt ook automatisch geactiveerd als de auto is voor-
zien van een TPS-systeem dat niet werkt bij een ernstige aanrijding.O
1.4.Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-systeem
kan indien nodig ook handmatig worden geactiveerd. Instructies
voor het handmatig activeren van het systeemO
1.5.Als door een ernstige systeemstoring het in het voertuig geïnte-
greerde op 112 gebaseerde eCall-systeem wordt uitgeschakeld, krij-
gen de inzittenden van het voertuig de volgende waarschuwingO
2. INFORMATIE OVER GEGEVENSVERWERKING
2.1.Elke verwerking van persoonsgegevens die via het in het voertuig
geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-systeem zijn verzameld,
moet voldoen aan de regelgeving met betrekking tot persoonsgege-
vens zoals vastgelegd in richtlijn 95/46/EG en 2002/58/EG, en
moet met name zijn gebaseerd op de noodzaak om de vitale belan-
gen van personen te beschermen, conform artikel 7(d) van richtlijn
95/46/EG.O
2.2.De verwerking van dergelijke gegevens dient strikt beperkt te blij-
ven tot het doel van het behandelen van de eCall-noodoproep naar
het Europese alarmnummer 112.O
2.3. Soorten gegevens en hun ontvangers
2.3.1.Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-systeem
kan alleen de volgende gegevens verzamelen en verwerken: voertui-
gidentificatienummer, type voertuig (personenauto of lichte bestel-
wagen), type brandstof/aandrijving van het voertuig (benzine/
diesel/aardgas/LPG/elektriciteit/waterstof ), laatste drie locaties en
rijrichting van het voertuig, logbestand van de automatische active-
ring van het systeem inclusief tijdstip van activering.O
2.3.2.De ontvangers van de door het in het voertuig geïntegreerde op
112 gebaseerde eCall-systeem verwerkte gegevens zijn de rele-
vante openbare alarmcentrales die zijn aangewezen door de pu-
blieke autoriteiten van het land waarin deze centrales zijn gevestigd
om als eerste eCall-oproepen naar het Europese alarmnummer
112 te ontvangen en te verwerken.O
1 .3 Noodoproep
54
Page 57 of 646

Gebruikersinformatie uitvoering regelgeving, bijlage 1, DEEL 3Conformi-
teit
2.4. Maatregelen m.b.t. de gegevensverwerking
2.4.1.Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-systeem
is zo ontworpen dat de gegevens in het geheugen van het systeem
niet toegankelijk zijn voordat een eCall wordt verzonden.O
2.4.2.Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-systeem
is zo ontworpen dat het niet te traceren is en niet constant kan wor-
den getraceerd tijdens de normale werkingsstatus van het systeem.O
2.4.3.Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-systeem
is zo ontworpen dat de gegevens in het interne geheugen van het
systeem automatisch en permanent worden gewist.O
2.4.3.1.De gegevens over de locatie van het voertuig worden op zo'n manier
permanent overschreven in het interne geheugen van het systeem
dat altijd maximaal de drie laatste actuele locaties van het voertuig
bewaard blijven. Deze locaties zijn nodig voor de normale werking
van het systeem.O
2.4.3.2.Het logbestand van de activiteitengegevens in het in het voertuig
geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-systeem wordt niet langer
bewaard dan nodig is voor het doel van de verwerking van de eCall-
noodoproep en in elk geval niet langer dan 13 uur gerekend vanaf
het moment dat de eCall-noodoproep was verzonden.O
2.5. Voorwaarden voor uitoefenen van rechten door betrokkenen
2.5.1.De betrokkene (de eigenaar van het voertuig) heeft het recht op
inzage in de gegevens en, in voorkomende gevallen, het recht op
rectificatie, wissen of blokkeren van gegevens over hem of haar als
de verwerking van de gegevens niet overeenkomt met de bepalin-
gen in richtlijn 95/46/EG. Derden die de gegevens hebben ontvan-
gen moeten worden geïnformeerd over de rectificatie, het wissen of
het blokkeren van deze gegevens, uitgevoerd conform deze richtlijn,
behalve als kan worden bewezen dat dit onmogelijk is of onevenre-
dig veel inspanning vereist.O
2.5.2.De betrokkene heeft het recht een klacht in te dienen bij de be-
voegde gegevensbeschermingsautoriteit als hij of zij van mening is
dat zijn of haar rechten zijn geschonden door de verwerking van zijn
of haar persoonsgegevens.O
2.5.3.Klantenservice die verantwoordelijk is voor het behandelen van ver-
zoeken om inzage (indien van toepassing):
→Blz. 56O
1 .3 Noodoproep
55
1
Veiligheid en beveiliging
Page 58 of 646

Gebruikersinformatie uitvoering regelgeving, bijlage 1, DEEL 3Conformi-
teit
3. INFORMATIE OVER DIENSTEN VAN DERDEN EN ANDERE DIENSTEN MET TOEGEVOEGDE
WAARDE (INDIEN VAN TOEPASSING)
3.1.Beschrijving van de werking en de functionaliteiten van het TPS-
systeem/een dienst met toegevoegde waarde→Blz. 53
3.2.Elke verwerking van persoonsgegevens die via het TPS-systeem/
een andere dienst met toegevoegde waarde zijn verzameld, moet
voldoen aan de regelgeving met betrekking tot persoonsgegevens
zoals vastgelegd in richtlijn 95/46/EG en 2002/58/EG.O
3.2.1.Wettelijke basis voor het gebruik van het TPS-systeem en/of de
diensten met toegevoegde waarde, en voor het verwerken van ge-
gevens die via dit systeem/deze diensten zijn verzameldDe Euro-
pese Alge-
mene Ver-
ordening
Gegevens-
bescher-
ming
3.3.Alleen op basis van de uitdrukkelijke toestemming van de betrok-
kene (de eigenaar(s) van het voertuig) mogen persoonsgegevens
worden verwerkt door het TPS-systeem en/of andere diensten met
toegevoegde waarde.O
3.4.Voorwaarden voor het verwerken van gegevens via het TPS-
systeem en/of andere diensten met toegevoegde waarde, inclusief
de noodzakelijke aanvullende informatie over de traceerbaarheid,
het traceren en het verwerken van persoonsgegevens→Blz. 53
3.5.De eigenaar van een auto met een TPS eCall-systeem en/of een an-
dere dienst met toegevoegde waarde die tevens beschikt over het in
het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-systeem heeft
het recht te kiezen voor het in het voertuig geïntegreerde op
112 gebaseerde eCall-systeem in plaats van voor het TPS eCall-
systeem en andere diensten met toegevoegde waarde.O
3.5.1.Contactgegevens voor het behandelen van verzoeken om uitschake-
ling van het TPS eCall-systeemN.b.
Klantenservice die verantwoordelijk is voor het behandelen van verzoeken om inzage
Land Contactgegevens
Oostenrijk [email protected]
België/Luxemburg [email protected]
Kroatië [email protected]
Tsjechië/Hongarije/Slowakije [email protected]
Denemarken [email protected]
Estland [email protected]
Finland [email protected]
Frankrijk [email protected]
Duitsland [email protected]
Groot-Brittannië [email protected]
Griekenland [email protected]
IJsland [email protected]
Ierland [email protected]
Italië [email protected]
1 .3 Noodoproep
56
Page 59 of 646

Land Contactgegevens
Nederland www.toyota.nl/klantenservice
Noorwegen [email protected]
Polen [email protected]
Portugal [email protected]
Roemenië [email protected]
Slovenië [email protected]
Spanje [email protected] / [email protected].
Zweden [email protected]
Zwitserland [email protected]
1.3.2 ERA-GLONASS/EVAK*1, 2, 3
*1Indien aanwezig
*2Werkt in regio's waar noodoproepdi-
ensten worden aangeboden. Neem voor
meer informatie contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
*3De systeemnaam kan per land
verschillend zijn.
Het noodoproepapparaat is een apparaat
dat in een auto is geplaatst om (met behulp
van GLONASS-signalen [Global Navigation
Satellite System] en GPS-signalen [Global
Positioning System]) de locatie en
rijrichting van de auto te bepalen en om
ervoor te zorgen dat er bij verkeer-
songevallen en andere incidenten op
autowegen in de landen waar
noodoproepdiensten worden aangeboden
(niet-aanpasbare) informatie over de auto
wordt verzameld en verzonden. Daarnaast
zorgt het apparaat via mobiele netwerken
(GSM) voor het verzenden en ontvangen
van gesproken communicatie tussen de
auto en de ERA-GLONASS/
EVAK-systeembeheerder.
Er zijn automatische noodoproepen
(automatische melding van een
aanrijding) en handmatige
noodoproepen (door het indrukken van
de toets SOS) mogelijk naar het
ERA-GLONASS/EVAK-controlecentrum.Deze service is verplicht krachtens de
technische voorschriften van de
douane-unie.
Systeemonderdelen
AToets SOS*
BControlelampjes
CMicrofoon
*Deze toets is bestemd voor communicatie
met de ERA-GLONASS/EVAK-
systeembeheerder. Andere SOS-toetsen
van overige systemen van een auto hebben
geen betrekking op het apparaat en zijn
niet bestemd voor communicatie met de
ERA-GLONASS/EVAK-systeembeheerder.
Noodoproepdiensten
Automatische noodoproepen
Als een airbag wordt geactiveerd, belt het
systeem automatisch het ERA-
GLONASS/EVAK-controlecentrum.
*De
medewerker van het controlecentrum
ontvangt de locatie van de auto, het
tijdstip waarop het ongeval plaatsvond
en het VIN van de auto, en probeert de
1 .3 Noodoproep
57
1
Veiligheid en beveiliging
Page 60 of 646

inzittenden van de auto te spreken om de
ernst van de situatie te beoordelen. Als
de inzittenden niet in staat zijn om te
communiceren, behandelt de
medewerker de oproep als een
noodgeval, neemt hij of zij contact op met
de dichtstbijzijnde hulpdiensten (112,
enz.) en verzoekt hij of zij om assistentie
ter plaatse.
*In sommige gevallen kan er geen oproep
worden verzonden. (→Blz. 58)
Handmatige noodoproepen
Druk in een noodsituatie op de toets SOS
om het ERA-GLONASS/EVAK-
controlecentrum te bellen.
*De
medewerker van het controlecentrum zal
de locatie van uw auto bepalen, de
situatie beoordelen en de benodigde
hulpdiensten sturen.
Als u per ongeluk op de toets SOS hebt
gedrukt, zeg dan tegen de medewerker
dat er geen sprake is van een noodgeval.
*In sommige gevallen kan er geen oproep
worden verzonden. (→Blz. 58)
Controlelampjes
Wanneer het contact AAN wordt gezet,
gaat het rode controlelampje gedurende
10 seconden branden en gaat vervolgens
het groene controlelampje branden om
aan te geven dat het systeem is
ingeschakeld. De controlelampjes geven
het volgende aan:
• Als het groene controlelampje gaat
branden en blijft branden, is het
systeem ingeschakeld.
• Als het groene controlelampje
tweemaal per seconde knippert, wordt
er een automatische of handmatige
noodoproep gedaan.
• Als er geen controlelampjes branden,
is het systeem niet ingeschakeld.
• Als het rode controlelampje brandt op
een ander moment dan direct na het
AAN zetten van het contact, is er
mogelijk een storing in het systeemaanwezig of is de back-upbatterij
mogelijk leeg. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
•
Als het rode controlelampje gedurende
ongeveer 30 seconden knippert tijdens
een noodoproep, is de verbinding
verbroken of is het signaal van het
mobiele netwerk te zwak.
De back-upbatterij heeft een
levensduur van ten minste 3 jaar.
Testmodus apparaat
Het apparaat is voorzien van een
testmodus om de werking van het
noodoproepsysteem te testen. Neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige om het
apparaat te testen.
WAARSCHUWING!
Wanneer er geen noodoproep kan
worden geplaatst
• In de volgende situaties kunnen
mogelijk geen noodoproepen
worden gedaan. Neem in dergelijke
gevallen op een andere wijze contact
op met hulpdiensten (112, enz.).
– Zelfs als de auto zich in het
ontvangstgebied van de mobiele
telefoon bevindt, kan het moeilijk
zijn om contact te leggen met het
ERA-GLONASS/EVAK-
controlecentrum als de ontvangst
slecht is of de lijn bezet is. In
dergelijke gevallen krijgt u
mogelijk geen contact met het
ERA-GLONASS/EVAK-
controlecentrum en kunt u dus
geen noodoproepen doen en
kunnen hulpdiensten niet worden
ingeschakeld, ook al probeert het
systeem verbinding te maken met
het ERA-GLONASS/
EVAK-controlecentrum.
1 .3 Noodoproep
58