TOYOTA RAV4 2023 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2023Pages: 646, PDF Size: 150.61 MB
Page 81 of 646

2.1.3 Meters en tellers (7 inch display)
De meters geven allerlei informatie over het rijden.
Weergave instrumentenpaneel
Voor de weergave kan worden gekozen uit een analoge en een digitale snelheidsmeter.
(→Blz. 94)
Analoge snelheidsmeter
AToerenteller
Geeft het motortoerental aan in
omwentelingen per minuut
BSnelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid weer
CKlok (→blz. 83)
DBrandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in
de tank aanwezig is.
Onder de volgende omstandigheden
wordt de in werkelijkheid nog in de
tank aanwezige hoeveelheid
brandstof mogelijk niet goed
weergegeven. Raadpleeg blz. 81 als
de in werkelijkheid nog in de tank
aanwezige hoeveelheid brandstof
niet goed wordt weergegeven.
• Er wordt een kleine hoeveelheid
brandstof getankt.• De auto wordt op een ongelijkmatig
oppervlak, zoals een helling,
stilgezet.
• Er wordt gereden op een helling of
er wordt een bocht genomen.
• Er wordt getankt terwijl de
brandstofmeter bij of op F staat.
EKoelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
weer
FWeergave kilometerteller, dagteller
en display regeling verlichting
instrumentenpaneel
Kilometerteller: Geeft de totale
afstand weer die met de auto is
gereden
Dagteller: Geeft de afstand weer die
met de auto gereden is sinds de teller
de laatste keer op nul is gezet.
Dagteller A en B kunnen
De eenheden die voor de teller en het display worden gebruikt, kunnen per regio
verschillen.
2.1 Instrumentenpaneel
79
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 82 of 646

onafhankelijk van elkaar worden
gebruikt en verschillende afstanden
weergeven.
Regeling verlichting
instrumentenpaneel: Geeft de
helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel weer die kan
worden ingesteld.
GBuitentemperatuur (→blz. 81)
HMulti-informatiedisplay
Geeft de bestuurder een aantal
gegevens met betrekking tot het
rijden (→blz. 88)Geeft waarschuwingsmeldingen weer
als er zich een storing voordoet
(→blz. 427)
IControlelampje stand selectiehendel
en schakelbereik/schakelstap
Geeft de geselecteerde schakelstand
of het geselecteerde
schakelbereik/de geselecteerde
schakelstap weer (→blz. 192,
blz. 196)
Digitale snelheidsmeter
AToerenteller
Geeft het motortoerental aan in
omwentelingen per minuut
BSnelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid weer
CKlok (→blz. 83)
DBrandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in
de tank aanwezig is.
Onder de volgende omstandigheden
wordt de in werkelijkheid nog in de
tank aanwezige hoeveelheid
brandstof mogelijk niet goedweergegeven. Raadpleeg blz. 81 als
de in werkelijkheid nog in de tank
aanwezige hoeveelheid brandstof
niet goed wordt weergegeven.
• Er wordt een kleine hoeveelheid
brandstof getankt.
• Er wordt getankt terwijl de
brandstofmeter bij of op F staat.
• De auto wordt op een ongelijkmatig
oppervlak, zoals een helling,
stilgezet.
• Er wordt gereden op een helling of
er wordt een bocht genomen.
De eenheden die voor de teller en het display worden gebruikt, kunnen per regio
verschillen.
2.1 Instrumentenpaneel
80
Page 83 of 646

EKoelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
weer
FWeergave kilometerteller, dagteller
en display regeling verlichting
instrumentenpaneel
Kilometerteller: Geeft de totale
afstand weer die met de auto is
gereden
Dagteller: Geeft de afstand weer die
met de auto gereden is sinds de teller
de laatste keer op nul is gezet.
Dagteller A en B kunnen
onafhankelijk van elkaar worden
gebruikt en verschillende afstanden
weergeven.
Regeling verlichting
instrumentenpaneel: Geeft de
helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel weer die kan
worden ingesteld.
GBuitentemperatuur (→blz. 81)
HMulti-informatiedisplay
Geeft de bestuurder een aantal
gegevens met betrekking tot het
rijden (→blz. 88)
Geeft waarschuwingsmeldingen weer
als er zich een storing voordoet
(→blz. 427)
IControlelampje stand selectiehendel
en schakelbereik/schakelstap
Geeft de geselecteerde schakelstand
of het geselecteerde
schakelbereik/de geselecteerde
schakelstap weer (→blz. 192,
blz. 196)
Tellers en display worden verlicht als
Het contact AAN staat.
Bij het wijzigen van de rijmodus
• De kleur van de snelheidsmeter wijzigt
overeenkomstig de geselecteerde
rijmodus. (→Blz. 312)
• AWD-uitvoeringen: De kleur van de
snelheidsmeter wijzigt
overeenkomstig de geselecteerde
rijmodus of modus van de
Multi-terrain Select. (→Blz. 312,
blz. 313)
Brandstofmeter en actieradius
handmatig bijwerken
De brandstofmeter en de actieradius zijn
aan elkaar gekoppeld. Als de weergave van
de brandstofmeter en de actieradius niet
wordt bijgewerkt na het tanken van een
kleine hoeveelheid brandstof, kan de
weergave aan de hand van de
onderstaande procedure worden
bijgewerkt:
1. Breng de auto tot stilstand op een
horizontale ondergrond.2. Druk op de toets ODO/TRIP om de
weergave van de kilometerteller en
dagteller te wijzigen naar de
kilometerteller.
3. Zet het contact UIT.
4. Zet het contact AAN terwijl u de toets
ODO/TRIP ingedrukt houdt.
5. Blijf de toets ODO/TRIP gedurende
ongeveer 5 seconden ingedrukt
houden en laat hem vervolgens los
zodra de kilometerteller begint te
knipperen.
Het bijwerken is voltooid wanneer de
kilometerteller gedurende ongeveer
5 seconden knippert en vervolgens
terugkeert naar de normale weergave.
Weergave buitentemperatuur
• Onder de volgende omstandigheden
wordt mogelijk niet de juiste
buitentemperatuur weergegeven of
duurt het langer voordat de weergave
wordt gewijzigd.
– Wanneer de auto stilstaat of met
lage snelheid rijdt (lager dan
20 km/h)
2.1 Instrumentenpaneel
81
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 84 of 646

– Wanneer de buitentemperatuur
plotseling verandert (bijvoorbeeld
bij het in- of uitrijden van een
garage of tunnel)
• Wanneer -- of E wordt weergegeven,
zit er mogelijk een storing in het
systeem. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Geeft de buitentemperatuur aan
binnen het bereik -40°C tot 50°C.
• Wanneer de buitentemperatuur
ongeveer 3°C of lager is, gaat het
controlelampje
gedurende
10 seconden knipperen en blijft
daarna branden.
LCD-scherm
→Blz. 89
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijvoorbeeld de
weergave van het instrumentenpaneel)
kunnen worden gewijzigd op het scherm
van het multi-informatiedisplay.
(→Blz. 94)
WAARSCHUWING!
Informatiedisplay bij lage
temperaturen
Laat het interieur van de auto op
temperatuur komen alvorens het
informatiedisplay te gebruiken. Bij
extreem lage temperaturen kan het
display trager reageren en worden
wijzigingen mogelijk met enige
vertraging weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging
ontstaan tussen het schakelen door de
bestuurder en de weergave van de
ingeschakelde versnelling op het display.
Deze vertraging kan de bestuurder doen
besluiten nogmaals terug te schakelen,
waardoor er snel en te sterk op de motor
WAARSCHUWING!(Vervolg)
wordt afgeremd en er een aanrijding kan
ontstaan, mogelijk met dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de motor
en onderdelen ervan
• Laat de naald van de toerenteller niet
in het rode gebied komen dat het
maximumtoerental aangeeft.
•
Als de naald van de koelvloei-
stoftemperatuurmeter in het rode
gebied (H) staat, kan de motor
oververhit zijn. Breng in dat geval de
auto zo snel mogelijk op een veilige
plaats tot stilstand en controleer de
motor nadat deze volledig is afgekoeld.
(→
Blz. 458)
Gebruik van de toets ODO TRIP
Wanneer u op de toets ODO/TRIP drukt,
wordt geschakeld tussen de
onderwerpen op het display van de
kilometerteller, dagteller A, dagteller B en
de helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel.
• Als de dagteller wordt weergegeven,
wordt deze gereset als de toets
ingedrukt wordt gehouden.
•
Wanneer het display van de regeling van
de verlichting van het instrument-
enpaneel wordt weergegeven, kunt u de
helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel afstellen door de
toets ingedrukt te houden.
2.1 Instrumentenpaneel
82
Page 85 of 646

Afstellen helderheid
instrumentenpaneel
De helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel kan afzonderlijk
worden aangepast wanneer de
achterlichten branden en wanneer de
achterlichten uit zijn. Wanneer de
omgeving echter licht is (bijvoorbeeld
overdag), wordt de helderheid van de
verlichting van het instrumentenpaneel
niet aangepast wanneer de
achterlichten worden ingeschakeld.
Afstellen van de klok
De klok kan worden ingesteld via het
multi-informatiedisplay of het
navigatie-/multimediasysteem.
Alleen auto's zonder navigatiesysteem of
multimediasysteem
Door het scherm “Clock :00” (klok :00)
weer te geven via het scherm
op het
multi-informatiedisplay, kunt u de
volgende instellingen met betrekking tot
de klok wijzigen.
• Resetten van de weergave van de
minuten
• Wijzigen van de klok tussen 12-uurs-
en 24-uursweergave.
• Instellen van de tijd
Resetten van de weergave van de
minuten
1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel op het stuurwiel
en selecteer
.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel op het stuurwiel
en selecteer “Clock :00” (klok :00).
Door op
van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel op het
scherm “Clock :00” (klok :00) te drukken,
kunt u de “Minutes” (minuten) instellen
op 00.• Minuten van 0 tot 29 worden naar
beneden afgerond.
(Bijvoorbeeld, van 1:00 tot 1:29 wordt
weergegeven als 1:00)
• Minuten van 30 tot 59 worden naar
boven afgerond.
(Bijvoorbeeld, van 1:30 tot 1:59 wordt
weergegeven als 2:00)
Instellen van de tijd
1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel op het stuurwiel
en selecteer
.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel op het stuurwiel
en selecteer “Clock :00” (klok :00).
3. Houd op het scherm “Clock :00” (klok
:00)
van de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel ingedrukt.
4. Selecteer “12H/24H” (12 uur/24 uur),
“Time” (tijd) of “Minutes” (minuten)
door
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te bedienen.
5. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de weergave
op het display te wijzigen.
Druk als het instellen is voltooid op
om terug te keren naar het vorige
scherm.
Alleen auto's met navigatiesysteem of
multimediasysteem
Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem.
2.1 Instrumentenpaneel
83
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 86 of 646

2.1.4 Meters en tellers (12,3 inch multi-informatiedisplay)
De meters geven allerlei informatie over het rijden.
Weergave instrumentenpaneel
Plaats van meters en tellers
Het type instrumentenpaneel kan worden gewijzigd via
op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 102)
Ty p e 1 / Ty p e 2
AMulti-informatiedisplay
Geeft de bestuurder allerlei gegevens
met betrekking tot de auto (→blz. 88)
Geeft waarschuwingsmeldingen weer
als er zich een storing voordoet
(→blz. 427)
BBuitentemperatuur (→blz. 87)
CAnaloog instrumentenpaneel (alleen
type 2)
Het type meter van het analoge
instrumentenpaneel kan worden
gewijzigd via
op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 102)
Toerenteller:
Geeft het motortoerental aan in
omwentelingen per minuut.
Analoge snelheidsmeter:
Geeft de rijsnelheid aan.
DDigitale snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid weer
EControlelampje stand selectiehendel
en schakelbereik/schakelstap
Geeft de geselecteerde schakelstand
of het geselecteerde schakelbereik
weer (→blz. 192)
FKlok
De tijd wordt automatisch ingesteld
met behulp van de GPS-
tijdinformatie (GPS-klok).
Raadpleeg voor meer informatie de
handleiding voor het
multimediasysteem.
GWidget (aan audiosysteem
gekoppelde weergave)
Wanneer de lijst van de in de
displayzone weer te geven items
(→blz. 102) wordt weergegeven,
wordt de widget niet weergegeven.
De meeteenheden kunnen verschillen, afhankelijk van de bestemming van de auto.
2.1 Instrumentenpaneel
84
Page 87 of 646

HActieradius
Geeft de actieradius weer met de
resterende hoeveelheid brandstof.
(→Blz. 86)
IBrandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in
de tank aanwezig is.
Onder de volgende omstandigheden
wordt de in werkelijkheid nog in de
tank aanwezige hoeveelheid
brandstof mogelijk niet goed
weergegeven. Raadpleeg blz. 86 als
de in werkelijkheid nog in de tank
aanwezige hoeveelheid brandstof
niet goed wordt weergegeven.
• Er wordt een kleine hoeveelheid
brandstof getankt.
• Er wordt getankt terwijl de
brandstofmeter bij of op F staat.• De auto wordt op een ongelijkmatig
oppervlak, zoals een helling,
stilgezet.
• Er wordt gereden op een helling of
er wordt een bocht genomen.
JWidget (brandstofverbruik)
Geeft informatie over het
brandstofverbruik. (→Blz. 100)
Wanneer de lijst van de in de
displayzone weer te geven items
(→blz. 102) wordt weergegeven,
wordt de widget niet weergegeven.
KKoelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
weer
LWeergave kilometerteller en
dagteller (→blz. 88)
Ty p e 3
AToerenteller
Geeft het motortoerental aan in
omwentelingen per minuut.
BMulti-informatiedisplay
Geeft de bestuurder allerlei gegevens
met betrekking tot de auto (→blz. 88)
Geeft waarschuwingsmeldingen weer
als er zich een storing voordoet
(→blz. 427)
CBuitentemperatuur (→blz. 87)
DDigitale snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid weer
EControlelampje stand selectiehendel
en schakelbereik/schakelstap
Geeft de geselecteerde schakelstand
of het geselecteerde schakelbereik
weer (→blz. 192)
2.1 Instrumentenpaneel
85
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 88 of 646

FKlok
De tijd wordt automatisch ingesteld
met behulp van de GPS-
tijdinformatie (GPS-klok).
Raadpleeg voor meer informatie de
handleiding voor het
multimediasysteem.
GAnaloge snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid aan.
HActieradius
Geeft de actieradius weer met de
resterende hoeveelheid brandstof.
(→Blz. 86)
IBrandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in
de tank aanwezig is.
Onder de volgende omstandigheden
wordt de in werkelijkheid nog in de
tank aanwezige hoeveelheid
brandstof mogelijk niet goed
weergegeven. Raadpleeg blz. 86 alsde in werkelijkheid nog in de tank
aanwezige hoeveelheid brandstof
niet goed wordt weergegeven.
• Er wordt een kleine hoeveelheid
brandstof getankt.
• Er wordt getankt terwijl de
brandstofmeter bij of op F staat.
• De auto wordt op een ongelijkmatig
oppervlak, zoals een helling,
stilgezet.
• Er wordt gereden op een helling of
er wordt een bocht genomen.JKoelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
weer
KWeergave kilometerteller en
dagteller (→blz. 79)
Tellers en display worden verlicht als
Het contact AAN staat.
Actieradius
• Deze afstand wordt berekend op basis
van het gemiddelde
brandstofverbruik. Hierdoor kan de
werkelijke afstand die nog kan worden
gereden, afwijken van de
weergegeven afstand.
• Als er een kleine hoeveelheid
brandstof wordt getankt, wordt de
weergave mogelijk niet bijgewerkt.
Zet bij het tanken het contact UIT. Als
brandstof wordt getankt terwijl het
contact niet UIT staat, wordt het
display mogelijk niet bijgewerkt.
• Wanneer “Refuel” (tanken) wordt
weergegeven, kunnen de resterende
hoeveelheid brandstof en de afstand
die met de resterende brandstof kan
worden gereden niet worden
berekend. Ga direct tanken.Brandstofmeter en actieradius
handmatig bijwerken
De brandstofmeter en de actieradius zijn
aan elkaar gekoppeld. Als de weergave
van de brandstofmeter en de actieradius
niet wordt bijgewerkt na het tanken van
een kleine hoeveelheid brandstof, kan
de weergave aan de hand van de
onderstaande procedure worden
bijgewerkt:
1. Breng de auto tot stilstand op een
horizontale ondergrond.
2. Druk op de toets ODO/TRIP om de
weergave van de kilometerteller en
dagteller te wijzigen naar de
kilometerteller.
3. Zet het contact UIT.
4. Zet het contact AAN terwijl u de toets
ODO/TRIP ingedrukt houdt.
5. Blijf de toets ODO/TRIP gedurende
ongeveer 5 seconden ingedrukt
houden en laat hem vervolgens los
zodra de kilometerteller begint te
knipperen.
2.1 Instrumentenpaneel
86
Page 89 of 646

Het bijwerken is voltooid wanneer de
kilometerteller gedurende ongeveer
5 seconden knippert en vervolgens
terugkeert naar de normale weergave.
Weergave buitentemperatuur
• Geeft de buitentemperatuur aan
binnen het bereik -40°C tot 50°C.
• Wanneer de buitentemperatuur
ongeveer 3°C of lager is, gaat het
controlelampje
gedurende
10 seconden knipperen en blijft
daarna branden.
• Onder de volgende omstandigheden
wordt mogelijk niet de juiste
buitentemperatuur weergegeven of
duurt het langer voordat de weergave
wordt gewijzigd:
– Wanneer de auto stilstaat of met
lage snelheid rijdt (lager dan
20 km/h)
– Wanneer de buitentemperatuur
plotseling verandert (bijvoorbeeld
bij het in- of uitrijden van een
garage of tunnel)
• Wanneer -- of E wordt weergegeven,
zit er mogelijk een storing in het
systeem. Breng uw auto naar uw
Toyota-dealer.
Vrije software en opensourcesoftware
Dit product bevat vrije software/
opensourcesoftware (FOSS).
Licentie-informatie en/of de broncode
van FOSS is beschikbaar op de volgende
URL:
https://www.denso.com/
global/en/opensource/meter/ toyota/
LCD-scherm
→Blz. 99
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De meters en tellers kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur
via
op het multi-informatiedisplay.
(→Blz. 102)
WAARSCHUWING!
Informatiedisplay bij lage
temperaturen
Laat het interieur van de auto op
temperatuur komen alvorens het
informatiedisplay te gebruiken. Bij
extreem lage temperaturen kan het
informatiedisplay trager reageren en
worden wijzigingen mogelijk met enige
vertraging weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging
ontstaan tussen het schakelen door de
bestuurder en de weergave van de
ingeschakelde versnelling op het display.
Deze vertraging kan de bestuurder doen
besluiten nogmaals terug te schakelen,
waardoor er snel en te sterk op de motor
wordt afgeremd en er een aanrijding kan
ontstaan, mogelijk met dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de motor
en onderdelen ervan
• Laat de naald van de toerenteller niet
in het rode gebied komen dat het
maximumtoerental aangeeft.
• Als de naald van de koelvloeistof-
temperatuurmeter in het rode gebied
(H) staat, kan de motor oververhit zijn.
Breng in dat geval de auto zo snel
mogelijk op een veilige plaats tot
stilstand en controleer de motor
nadat deze volledig is afgekoeld.
(→Blz. 458)
2.1 Instrumentenpaneel
87
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 90 of 646

Weergave kilometerteller en dagteller
Onderwerpen die worden weergegeven
• Kilometerteller
Geeft de totale afstand weer die met
de auto gereden is.
• Dagteller A/dagteller B
Geeft de afstand weer die met de auto
gereden is sinds de teller de laatste keer
op nul is gezet. Dagteller A en B kunnen
onafhankelijk van elkaar worden
gebruikt en verschillende afstanden
weergeven.
Wijzigen van de weergave
Het onderwerp verandert iedere keer dat
op de toets ODO/TRIP wordt gedrukt. Als
de dagteller wordt weergegeven, wordt
deze gereset als de toets ingedrukt wordt
gehouden.
2.1.5 Multi-informatiedisplay
(4,2 inch of 7 inch display)
Het multi-informatiedisplay wordt
gebruikt om informatie met betrekking
tot het brandstofverbruik en
verschillende soorten rijgerelateerde
informatie weer te geven. Het
multi-informatiedisplay kan ook worden
gebruikt voor het wijzigen van de
display-instellingen en andere
instellingen.
Informatie op display
De onderstaande informatie wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.Auto's met 4,2 inch display
AInformatie ondersteunend systeem
Geeft herkende verkeersborden weer
terwijl het RSA-systeem (indien
aanwezig) in werking is. (→Blz. 248)
Geeft een afbeelding weer wanneer
de onderstaande systemen in
werking zijn en een ander
menu-icoon dan
wordt
geselecteerd:
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) (→blz. 237)
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (indien
aanwezig) (→blz. 252)
• Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig) (→blz. 263)
• Cruise control (indien aanwezig)
(→blz. 272)
• Snelheidsbegrenzer (indien
aanwezig) (→blz. 275)
BMenu-iconen (→blz. 90)
CInformatiedisplayzone
Er kunnen verschillende soorten
informatie worden weergegeven door
een menu-icoon te selecteren.
Daarnaast kunnen in bepaalde
situaties pop-updisplays met
waarschuwingen of suggesties/tips
worden weergegeven.
2.1 Instrumentenpaneel
88