TOYOTA RAV4 HYBRID 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2018, Model line: RAV4 HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 HYBRID 2018Pages: 690, PDF Size: 31.07 MB
Page 531 of 690

5306-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Page 532 of 690

5316-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
Page 533 of 690

5326-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Page 534 of 690

5336-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
Page 535 of 690

5346-3. Zelf uit te voeren onderhoud
WAARSCHUWING
■Bij het controleren of vervangen van de banden
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen om ongevallen te vo orko-
men.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen, kan schad e aan de
aandrijflijn veroorzaken en gevaarlijke rijeigenschappen tot ge volg hebben,
waardoor een ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
● Gebruik geen banden van verschillende merken, types of profiele n.
Gebruik ook geen banden met duidelijk verschillende slijtagepat ronen
door elkaar.
● Gebruik uitsluitend de door Toyota voorgeschreven bandenmaat.
● Gebruik geen verschillende soorten banden (radiaalbanden, gorde lban-
den met diagonaalkarkas en diagonaalbanden) door elkaar.
● Gebruik geen zomer-, all-season- en winterbanden door elkaar.
● Gebruik nooit banden onder uw auto die zijn gebruikt onder een andere
auto.
Door het gebruik van banden waarvan het verleden onbekend is, l oopt u
extra risico.
● Auto's met een compact reservewiel: Rijd niet met een aanhangwa gen als
een compact reservewiel is gemonteerd.
● Auto's met een bandenreparatieset: Sleep of trek nooit andere v oertuigen
als een gemonteerde band is gerepareerd met behulp van de bande nre-
paratieset. De belasting van de band kan leiden tot onverwachte schade
aan de band.
■ Bij het initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
(indien aanwezig)
Druk niet op de resetknop van het bandenspanningswaarschuwingss ys-
teem voordat de banden op de voorgeschreven spanning zijn gebra cht.
Anders kan het voorkomen dat het waarschuwingslampje voor de la ge ban-
denspanning niet gaat branden terwijl de bandenspanning te laag is, of wel
gaat branden terwijl de bandenspanning in orde is.
Page 536 of 690

5356-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssenso -
ren, -zenders en ventieldopjes (a uto's met bandenspanningswaars chu-
wingssysteem)
● Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of ban den-
spanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota -dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgeg aan.
● Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ven-
tieldopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de bandenspannings-
sensoren terechtkomen en kunnen ze vast gaan zitten.
● Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere vent ieldopjes
dan voorgeschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitte n.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang bij het repareren of ver-
vangen van de band de bandenspanningssensor en -zender. ( →Blz. 515)
■ Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met
kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de banden-
spanning tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden vermin-
dert. Bovendien kunnen de banden zelf en de velgen en carrosser ie
beschadigd raken bij het rijden over onverharde wegen.
■ Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te laag is, anders kunne n de ban-
den en/of velgen ernstig beschadigd raken.
Page 537 of 690

5366-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Bandenspanning
De bandenspanning staat zoals aangegeven vermeld op het label op
de middenstijl aan bestuurderszijde.
■Gevolgen van een onjuiste bandenspanning
Het rijden met een onjuiste bandenspanning kan de volgende gevolgen heb-
ben:
●Hoger brandstofverbruik
● Verminderd rijcomfort en een slechte handling
● Kortere levensduur van de banden als gevolg van slijtage
● Een onveilige auto
● Beschadiging van de aandrijflijn
Als een band vaak moet worden opgepompt, laat deze dan controle ren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een ander e naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning hebben. De ban-
denspanning moet ten minste een maal per maand gecontroleerd
worden. Toyota beveelt u echter aan de bandenspanning eens
per twee weken te controleren. ( →Blz. 653)
Informatielabel bandenspanning
Auto's met linkse besturingAuto's met rechtse besturing
Page 538 of 690

5376-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
■Instructies voor het control eren van de bandenspanning
Let bij het controleren van de bandenspanning op het volgende:
● Controleer de bandenspanning alleen als de banden koud zijn.
Als uw auto ten minste 3 uur heeft stilgestaan of niet meer dan 1,5 km heeft
gereden, kunt u de bandenspanning voor koude banden correct aflezen.
● Gebruik altijd een bandenspanningsmeter.
Het is moeilijk te bepalen of een band de juiste bandenspanning heeft op
basis van alleen het uiterlijk.
● Het is normaal dat de spanning van een band na een rit is opgel open aan-
gezien warmte wordt gegenereerd in de band. Laat na het rijden geen lucht
uit de banden lopen om de spanning te verlagen.
● Verdeel de passagiers en het gewicht van de bagage gelijkmatig over de
auto.
WAARSCHUWING
■ Een goede bandenspanning zorgt voor een langere levensduur van de
banden
Houd de bandenspanning op de juiste waarde.
Als de banden niet de juiste spanning hebben, kunnen onderstaande zaken
zich voordoen. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig l etsel kan ont-
staan.
● Overmatige slijtage
● Ongelijkmatige slijtage
● Slecht rijgedrag
● Mogelijke klapband door oververhitting
● Luchtlekkage tussen de band en velg
● Wielvervorming en/of beschadiging van de band
● Groter risico op beschadiging van de band tijdens het rijden (a ls gevolg
van voorwerpen op het wegdek, verbindingsstukken of scherpe ran den in
het wegdek, enz.)
OPMERKING
■ Controleren en op de juiste spanning brengen van de banden
Plaats na controle altijd de ventieldopjes.
Zonder de ventieldopjes kan er vuil en vocht in het inwendige van de ventie-
len doordringen. Hierdoor kan de afdichting in gevaar komen, wa t kan lei-
den tot een lagere bandenspanning.
Page 539 of 690

5386-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Velgen
Let er bij het vervangen van velgen op dat deze hetzelfde draagver-
mogen, dezelfde diameter, velgbreedte en ET-waarde
* hebben.
Vervangende velgen zijn verkrijgbaar bij een erkende Toyota-dea ler of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerd e en
uitgeruste deskundige.
*: “Offset” is de gebruikelijke term.
Toyota raadt het gebruik van het volgende af:
● Velgen van verschillende maten of types
● Gebruikte velgen
● Verbogen velgen die hersteld zijn
● Gebruik uitsluitend de Toyota-wielmoeren en -wielmoersleutel bi j
uw lichtmetalen velgen.
● Controleer de wielmoeren na de eerste 1.600 km telkens als een
band is verwisseld, een band is gerepareerd of is vervangen.
● Pas op dat lichtmetalen velgen niet beschadigd raken als u
sneeuwkettingen gebruikt.
● Bij het balanceren moet gebruik worden gemaakt van Toyota- of
gelijkwaardige balanceergewichtje s, die geplaatst dienen te worden
met een kunststof of rubber hamer.
Als een velg verbuigingen of sch euren vertoont of erg gecorro-
deerd is, moet deze vervangen worden. Anders kan de band van
de velg raken of kan de auto moeilijk beheersbaar worden.
Keuze van velg
Belangrijke aanwijzingen voor lichtmetalen velgen
Page 540 of 690

5396-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
■Bij het vervangen van velgen (auto's met bandenspanningswaarsch u-
wingssysteem)
De velgen van uw auto zijn uitgerust met bandenspanningssensore n en -zen-
ders voor het bandenspanningswaarschuwingssysteem, dat in een v roegtij-
dig stadium waarschuwt als de bandenspanning te laag wordt. Bij het
vervangen van velgen moeten er bandenspanningssensoren en -zend ers
worden geplaatst. ( →Blz. 515)
WAARSCHUWING
■Vervangen van velgen
● Gebruik alleen de in deze handleiding aanbevolen maat velgen en ban-
den. Een andere maat kan resulteren in een slechtere controle o ver de
auto.
● Gebruik nooit een binnenband bij een poreuze velg die ontworpen is voor
een tubeless band. Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een o ngeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■ Plaatsen van wielmoeren
● Breng nooit olie of vet aan op de wielbouten of -moeren.
Door het gebruik van olie of vet worden de wielmoeren mogelijk te vast
aangedraaid waardoor de bouten of de velg beschadigd kunnen rak en.
Daarnaast kunnen de wielmoeren loslopen en de wielen losraken, wat kan
leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg. Verwijder olie of vet
van de wielbouten of wielmoeren.
■ Gebruik van beschadigde velgen niet toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde velgen.
Als u dat wel doet, kan er tijdens het rijden lucht uit de band ontsnappen,
waardoor een ongeval zou kunnen ontstaan.
● Plaats de wielmoeren met de schuine
kant naar het wiel toe. Als de wielmoe-
ren worden geplaatst met de schuine
kant van het wiel af, kan de velg scheu-
ren waardoor het wiel tijdens het rijden
kan losraken. Dit kan leiden tot een
ongeval, met ernstig letsel als gevolg.
ITI41P007
7 D S V
J H G H H O W H