sensor TOYOTA RAV4 PHEV 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: RAV4 PHEV, Model: TOYOTA RAV4 PHEV 2021Pages: 666, PDF Size: 116.04 MB
Page 341 of 666

339
5
5-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
■De ruitenwissers en ruitensproeiers 
kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■Effecten van de rijsnelheid op de ruiten-
wisserwerking
In de stand voor de lage snelheid schakelt de 
ruitenwisser over van lage snelheid naar 
interval als de auto stilstaat. (Maar als de 
gevoeligheid van de sensor wordt aangepast 
tot het hoogste niveau, kan de stand niet wor-
den veranderd.)
■Regensensor
●De regensensor registreert de hoeveelheid 
neerslag.* De auto is voorzien van een 
optische sensor. Deze werkt mogelijk niet 
goed als zonlicht van de opkomende of 
ondergaande zon af en toe op de voorruit 
valt of als er insecten o.i.d. op de voorruit 
zitten.
●Als de ruitenwisserschakelaar in de stand 
AUTO wordt gezet terwijl het contact AAN 
is, maken de ruitenwissers één wisbewe-
ging om aan te geven dat de stand AUTO 
is ingeschakeld.
●Als de ruitenwisser gevoeliger wordt afge-
steld, kan de wisser één keer werken om 
aan te geven dat de gevoeligheid is gewij-
zigd.
●Als de temperatuur van de regensensor 
85°C of hoger, of -15°C of lager is, werkt 
de automatische functie mogelijk niet. Zet 
de ruitenwisserschakelaar in dat geval in 
een andere stand dan AUTO.
*: Deze zijn mogelijk aan de andere kant 
geplaatst, afhankelijk van de regio.
■Als er geen vloeistof uit de ruitensproei-
ers komt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het 
reservoir aanwezig is en controleer als dat 
het geval is of de sproeierkoppen niet ver-
stopt zijn.
■Sproeierkopverwarming (indien aanwe-
zig)
De sproeierkopverwarming treedt in werking 
om te voorkomen dat de sproeierkoppen 
bevriezen wanneer de buitentemperatuur 
5°C of lager is en het contact AAN staat.
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot het 
gebruik van de ruitenwissers in de 
stand AUTO
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht 
in werking treden als de sensor wordt aan-
geraakt of als de voorruit aan trillingen 
wordt blootgesteld terwijl de ruitenwissers 
in de stand AUTO staan. Let erop dat er 
niets bekneld raakt als de ruitenwissers in 
werking treden.
■Waarschuwing met betrekking tot het 
gebruik van ruitensproeiervloeistof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeier-
vloeistof pas wanneer de voorruit warm is. 
De vloeistof kan anders op de voorruit 
bevriezen en zo het zicht belemmeren. Dit 
kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig 
letsel kan ontstaan.
■Wanneer de sproeierkopverwarming 
in werking is (indien aanwezig)
Raak het oppervlak rond de sproeierkop 
niet aan, omdat dit heet kan worden en 
brandwonden kan veroorzaken.
OPMERKING
■Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar, aan-
gezien de sproeierpomp oververhit kan 
raken.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 339  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM 
Page 346 of 666

3445-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
5-5.Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
■PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
Blz. 355
■LTA (Lane Tracing Assist)
Blz. 362
■AHB (Automatic High Beam)
Blz. 334
■RSA (Road Sign Assist) (indien 
aanwezig)
Blz. 372
■Dynamic Radar Cruise Control 
met volledig snelheidsbereik
Blz. 376 Twee soorten sensoren, die zich achter 
de grille en de voorruit bevinden, signa-
leren informatie die nodig is voor de 
werking van de ondersteunende syste-
men.
Radarsensor
Camera voor
Toyota Safety Sense*
Toyota Safety Sense bestaat uit 
de volgende ondersteunende sys-
temen en draagt bij aan een vei-
lige en comfortabele rijervaring:
Ondersteunend systeem
WAARSCHUWING
■Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense is ontworpen om te 
werken met als uitgangspunt dat de 
bestuurder voorzichtig rijdt om te helpen 
de gevolgen van een aanrijding voor de 
inzittenden en de auto te beperken of de 
bestuurder te assisteren onder normale 
rijomstandigheden.
Vertrouw niet blindelings op het systeem, 
aangezien er een grens is aan de mate 
van nauwkeurigheid bij de herkenning en 
de ondersteunende mogelijkheden die dit 
systeem kan bieden. Het is altijd de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder om 
de omgeving van de auto in de gaten te 
houden en veilig te rijden.
Sensoren
A
B
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 344  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM 
Page 347 of 666

345
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
■Voorkomen van storingen in de 
radarsensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht.
Als u dat niet doet, werkt de radarsensor 
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot 
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
●Houd de radarsensor en de afdekking 
van de radarsensor altijd schoon.
Radarsensor
Afdekking radarsensor
Reinig de voorzijde van de radarsensor of 
de voor- of achterzijde van afdekking van 
de radarsensor als ze vuil zijn of als er 
waterdruppels, sneeuw, enz. op zit(ten).
Reinig de radarsensor en de kap van de 
radarsensor met een zachte doek om te 
voorkomen dat er beschadigingen ont-
staan.
●Bevestig geen accessoires, (doorzich-
tige) stickers of andere zaken op de 
radarsensor, de afdekking van de radar-
sensor of het omliggende gebied.
●Stel de radarsensor en de omgeving 
van de sensor niet bloot aan krachtige 
schokken. 
Laat de auto nakijken door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de 
radarsensor, de grille of de voorbumper 
is blootgesteld aan krachtige schokken.
●Haal de radarsensor niet uit elkaar.
●Wijzig of spuit de radarsensor of de kap 
van de radarsensor niet.
A
B
●In de volgende gevallen moet de radar-
sensor opnieuw worden gekalibreerd. 
Neem voor meer informatie contact op 
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
• Als de radarsensor of de grille is verwij- derd en geplaatst of vervangen
• Als de voorbumper is vervangen
■Storingen in de camera voor voorko-
men
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht.
Als u dat niet doet, werkt de camera voor 
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot 
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
●Houd de voorruit te allen tijde schoon.
• Reinig de voorruit al s deze vuil is of als 
er een dun olielaagje, waterdruppels, 
sneeuw, enz. op zit(ten).
• Als er een ruitencoating op de voorruit is  aangebracht, moeten waterdruppels 
e.d. nog steeds met de ruitenwissers 
voor worden verwijderd van het 
gedeelte van de voorruit vóór de 
camera voor.
• Neem contact op met een erkende  Toyota-dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de 
binnenzijde van de voorruit waar de 
camera voor is geplaatst vuil is.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 345  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM 
Page 355 of 666

353
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Voor auto's die in Oekraïne zijn verkocht
■Als een waarschuwingsmelding wordt weerge geven op het multi-informatiedisplay
Een van de systemen is mogelijk tijdelijk niet beschikbaar of er  is mogelijk sprake van een sto-
ring in het betreffende systeem.
●Voer in de volgende situaties de in de t abel aangegeven acties uit. Als wordt gesignaleerd 
dat weer aan de normale werkingsvoorwaarden wordt voldaan, verdwijnt de melding en 
werkt het systeem weer normaal.
Neem, als de melding niet verdwijnt, contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren ge kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
SituatieHandelingen
Als het gedeelte rondom een sensor bedekt is 
met vuil, vocht (condens, ijs, enz.) of andere 
verontreinigingenMaak om het gedeelte van de voorruit voor de 
camera voor te reinigen gebruik van de ruiten-
wissers of de voorruitverwarming van het air-
conditioningsysteem ( Blz. 453).
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 353  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM 
Page 359 of 666

357
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■In-/uitschakelen van het Pre-
Crash Safety-systeem
Het Pre-Crash Safety-systeem kan 
worden ingeschakeld/uitgeschakeld via 
het scherm   ( Blz. 186) van het 
multi-informatiedisplay.
Het systeem wordt automatisch ingescha-
keld telkens wanneer het contact AAN wordt 
gezet.
Als het systeem wordt uitgeschakeld, 
gaat het waarschuwingslampje PCS 
branden en wordt er een melding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
■Wijzigen van de timing van de 
Pre-Crash-waarschuwing
De timing van de Pre-Crash-waarschu-
wing kan worden gewijzigd via het 
scherm  ( Blz. 186) van het multi-
informatiedisplay.
De instelling van de timing van de waarschu-
wing blijft behouden als het contact UIT 
wordt gezet. Als het Pre-Crash Safety-sys-
teem echter is uitgeschakeld en weer is 
ingeschakeld, wordt de timing weer inge-
steld op de standaardinstelling (gemiddeld).
1 Vroeg
2 Gemiddeld
Dit is de standaardinstelling.
3Laat
WAARSCHUWING
●Als de banden niet de juiste banden-
spanning hebben
●Als de banden zeer versleten zijn
●Als er een andere maat banden dan 
voorgeschreven is gemonteerd
●Als er sneeuwkettingen zijn aange-
bracht
●Wanneer er een compact reservewiel is 
gemonteerd of een bandenreparatieset 
is gebruikt
●Als er tijdelijk uitrusting (sneeuwploeg, 
enz.) die de radarsensor of de camera 
voor kan hinderen op de auto is 
geplaatst
Wijzigen van instellingen van 
het Pre-Crash Safety-systeem
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 357  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM 
Page 362 of 666

3605-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Bij het rijden door stoom of rook
• Wanneer dicht bij een object wordt gere- den dat radiogolven weerkaatst, zoals een 
grote vrachtwagen of een vangrail
• Als wordt gereden in de buurt van een tele- visiezendmast, radiozen der, elektriciteits-
centrale of andere locatie waar sterke 
radiogolven of elektromagnetische velden 
aanwezig zijn
■Situaties waarin het systeem mogelijk 
niet goed werkt
●In sommige situaties, zoals onderstaande, 
wordt een object mogelijk niet gesigna-
leerd door de radarsensor en de camera 
voor, waardoor het systeem niet goed 
werkt:
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto  nadert
• Wanneer uw auto of een signaleerbaar  object een schommelende beweging 
maakt
• Als een signaleerbaar object een abrupte  beweging maakt (zoals een uitwijkma-
noeuvre, plotseling versnellen of afrem-
men)
• Wanneer uw auto een signaleerbaar object  snel nadert
• Wanneer een signaleerbaar object zich  niet direct voor uw auto bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich  vlak bij bijvoorbeeld een muur, hek, vang-
rail, putdeksel, voertuig of stalen rijplaat 
bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich  onder een constructie bevindt • Wanneer een signaleerbaar object gedeel-
telijk verborgen is ac hter een object zoals 
een groot stuk bagage, een paraplu of een 
vangrail
• Wanneer zich meerdere signaleerbare  objecten dicht bij elkaar bevinden
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op  een signaleerbaar object schijnt
• Wanneer een signaleerbaar object wit is  en er extreem licht uitziet
• Wanneer een signaleerbaar object bijna  dezelfde kleur heeft of even licht is als zijn 
omgeving
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto  afsnijdt of plotseling opduikt voor uw auto
• Als de voorzijde van uw auto wordt geraakt  door water, sneeuw, stof, enz.
• Wanneer een zeer fel licht, bijvoorbeeld de  zon of de koplampen van tegemoetko-
mend verkeer, rechtstreeks in de camera 
voor schijnt
• Bij het naderen van de zijkant of voorkant  van een voorligger
• Als de voorligger een motorfiets is
• Als de voorligger smal  is, zoals een scoot-
mobiel
• Als een voorligger een smalle achterzijde  heeft, zoals een onbeladen vrachtwagen
• Als een voorligger een lage achterzijde  heeft, zoals een oprijwagen
• Als een voorligger een extreem grote  bodemvrijheid heeft
• Als een voorligger een lading vervoert die  uitsteekt voorbij de achterbumper
• Als een voorligger een onregelmatige vorm  heeft, zoals een tractor of een zijspan
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 360  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM 
Page 363 of 666

361
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• Als de voorligger een kinderfiets, een fiets 
met bepakking, een fiets met iemand ach-
terop of een fiets met een bijzondere vorm 
(fiets met een kinderzitje, tandem, enz.) is
• Als een voetganger of de rijhoogte van een  fietser korter is dan ongeveer 1 m of langer 
is dan ongeveer 2 m
• Als een voetganger of fietser breed val- lende kleding (regenjas, lange rok, enz.) 
draagt, waardoor zijn of haar silhouet 
onduidelijk wordt
• Als een voetganger vooroverbuigt of  gehurkt zit of een fietser vooroverbuigt
• Als een voetganger of fietser zich snel  voortbeweegt
• Als een voetgangers een wandelwagentje,  rolstoel, fiets of ander voertuig voortduwt
• Bij slecht weer zoal s bij hevige regen, mist, 
sneeuw of een zandstorm
• Bij het rijden door stoom of rook
• Als er weinig omgevi ngslicht is, zoals tij-
dens de schemering, of 's nachts of in een 
tunnel, waardoor een signaleerbaar object 
bijna dezelfde kleur lijkt te hebben als zijn 
omgeving
• Wanneer er wordt gereden op een plek  waar de helderheid van het omgevingslicht 
plotseling verandert, zoals bij het in- of uit-
rijden van een tunnel
• Nadat het hybridesysteem is gestart en de  auto een poosje heeft stilgestaan
• Bij het afslaan naar links/rechts en gedu- rende een paar seconden na het afslaan 
naar links/rechts
• Bij het rijden in een bocht en een paar  seconden na het rijden in een bocht
• Wanneer uw auto slipt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of  omlaag staat
• Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
• Als een ruitenwisserblad de camera voor  blokkeert
• Er wordt met extreem hoge snelheden  gereden
• Als op een helling wordt gereden
• Wanneer de radarsensor of de camera  voor niet goed is uitgelijnd●In sommige situaties, zoals de onder-
staande, kan wellicht onvoldoende rem-
kracht worden gerealiseerd, waardoor het 
systeem mogelijk niet goed werkt:
• Als de remmen niet op volle sterkte kun- nen werken, bijvoorbeeld wanneer de 
onderdelen van het remsysteem extreem 
koud, extreem heet of nat zijn
• Als de auto niet goed wordt onderhouden  (extreem versleten remdelen of banden, 
onjuiste bandenspanning, enz.)
• Als er met de auto gereden wordt op grind  of een andere gladde ondergrond
■Als de VSC wordt uitgeschakeld
●Als de VSC wordt uitgeschakeld 
( Blz. 438), worden ook de Pre-Crash 
Brake Assist-functie en de Pre-Crash 
Brake-functie uitgeschakeld.
●Het waarschuwingslampje PCS gaat bran-
den en “VSC Turned OFF Pre-Collision 
Brake System Unavailable” (VSC UIT. 
PCS-rem niet beschik baar.) wordt weerge-
geven op het multi-informatiedisplay.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 361  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM 
Page 373 of 666

371
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Wanneer bij een bocht het systeem vast-
stelt dat de auto niet de bocht in wordt 
gestuurd maar in plaats daarvan de rij-
strook dreigt te verlaten
Afhankelijk van de voertuigconditie en de 
conditie van de weg, wordt er mogelijk geen 
waarschuwing gegeven. Bovendien wordt, 
als het systeem signaleert dat de auto in een 
bocht rijdt, de bestuurder eerder gewaar-
schuwd dan bij het rijden op een rechte weg.
●Wanneer het systeem signaleert dat de 
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te 
houden terwijl de stuurassistentie in wer-
king is.
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden en de stuurwielassistentie in 
werking is, klinkt de zoemer en wordt de 
bestuurder gewaarschuwd. Elke keer dat de 
zoemer klinkt, houdt het geluid hiervan langer 
aan. 
De zoemer klinkt ook als het type waarschu-
wing is ingesteld op “Steering wheel vibra-
tion” (stuurwieltr illingsfunctie).
■Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Als het systeem oordeelt dat de auto slingert 
terwijl de waarschuwingsf unctie voor het slin-
geren van de auto in werking is, klinkt er een 
zoemer en wordt er een waarschuwingsmel-
ding weergegeven om de bestuurder aan te 
sporen rust te nemen. Tegelijkertijd wordt het 
in de afbeelding weergegeven symbool op 
het multi-informatiedisplay weergegeven.
Afhankelijk van de auto en de conditie van de 
weg, wordt er mogelijk geen waarschuwing 
gegeven.
■Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding 
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display en het controlelampje LTA oranje 
brandt, volg dan de desbetreffende storing-
zoekprocedure. Volg de instructies die op het 
scherm worden weergegeven als er een 
andere waarschuwingsmelding wordt weer-
gegeven.
●“LTA Malfunction Visit Your Dealer” (Sto-
ring LTA. Laat auto bij dealer controleren)
Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat 
de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere 
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
●“LTA Unavailable” (L TA niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgesc hakeld als 
gevolg van een storing in een andere sensor 
dan de camera voor. Schakel het LTA-sys-
teem uit, wacht een poosje en schakel het 
LTA-systeem weer in.
●“LTA Unavailable at Current Speed” (LTA 
niet beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de rij-
snelheid hoger is dan het werkingsbereik van 
het LTA-systeem. Rijd langzamer.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie worden 
gewijzigd. ( Blz. 186)
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 371  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM 
Page 377 of 666

375
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Instellen
 Blz. 186
■Automatisch uitschakelen van weer-
gave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer 
verkeersborden automatisch uitgeschakeld.
●Er wordt over een bepaalde afstand geen 
verkeersbord herkend.
●De weg verandert als gevolg van een 
afslag naar links of rechts, enz.
■Omstandigheden waaronder de functie 
mogelijk niet goed werkt of niet goed 
signaleert
In de volgende situaties werkt de RSA niet 
normaal en worden verkeersborden mogelijk 
niet herkend, worden onjuiste verkeersbor-
den weergegeven, enz. Dit duidt echter niet 
op een storing.
●De camera voor is niet goed uitgelijnd 
doordat de sensor, enz. is blootgesteld aan 
hevige schokken.
●Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op 
de voorruit in de buurt van de camera voor.
●Onder barre weersomstandigheden, bij-
voorbeeld bij zware regenval, mist, 
sneeuw of zandstormen
●Licht van een tegenligger, de zon, enz. 
dringt de camera voor binnen.
●Het verkeersbord is vuil of vervaagd, staat 
scheef of is krom.
●Het elektronische verkeersbord heeft wei-
nig contrast.
●Het verkeersbord gaat helemaal of gedeel-
telijk verscholen achter boombladeren, een 
paal, o.i.d.
●Het verkeersbord is alleen korte tijd zicht-
baar voor de camera voor.
●De omgeving (bij afslaan, rijstrookwisse-
ling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
●Wanneer een verkeersbord niet van toe-
passing is op de rijstrook waar op dat 
moment op wordt gereden, maar dit bord 
wel direct na een vertakking van de snel-
weg staat of bij een aangrenzende rijstrook 
net voordat rijstroken samenkomen.
●Er zitten stickers op de achterzijde van de 
voorligger.
●Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt 
op een verkeersbord dat compatibel is met 
het systeem.
●Mogelijk worden verkeersborden met de 
snelheidslimiet voor parallelwegen gesig-
naleerd en weergegeven (wanneer deze in 
het zicht van de camera voor staan) terwijl 
de auto op de hoofdweg rijdt.
●Mogelijk worden verkeersborden met de 
maximaal toegestane snelheid voor afsla-
gen van rotondes gesignaleerd en weerge-
geven (wanneer deze in het zicht van de 
camera voor staan) terwijl de auto op de 
rotonde rijdt.
●De voorzijde van de auto staat omhoog of 
omlaag door de belading van de auto.
●De helderheid van het omgevingslicht is 
niet voldoende of verandert plotseling.
●Wanneer een verkeersbord voor trucks, 
enz. wordt herkend.
●Er wordt met de auto in een land gereden 
waar het verkeer aan de andere kant rijdt.
●De kaartgegevens van het navigatiesys-
teem zijn niet meer up-to-date. (Auto's met 
navigatiesysteem)
●Het navigatiesysteem werkt niet. (Auto's 
met navigatiesysteem)
●De snelheidsinformatie die op het instru-
mentenpaneel wordt weergegeven ver-
schilt mogelijk van de informatie die wordt 
weergegeven op het navigatiesysteem als 
gevolg van de gebruikte kaartgegevens 
van het navigatiesysteem.
■Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd 
gezet terwijl er een verkeersbord met de 
maximaal toegestane snelheid op het multi-
informatiedisplay werd weergegeven, wordt 
datzelfde verkeersbord weer weergegeven 
wanneer het contact AAN wordt gezet.
■Als “RSA Malfunction Visit Your Dea-
ler” (Storing RSA. Laat auto bij dealer 
controleren.) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast 
aan de persoonlijke voorkeur. (Systemen met 
mogelijkheden voor pers oonlijke voorkeursin-
stellingen:  Blz. 186)
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 375  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM 
Page 379 of 666

377
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
■Voordat u de Dynamic Radar Cruise 
Control met volledig snelheidsbereik 
gebruikt
●Voor veilig rijden is alleen de bestuurder 
verantwoordelijk. Vertrouw niet alleen 
op het systeem en rijd voorzichtig door 
altijd goed op de omgeving te letten.
●De Dynamic Radar Cruise Control met 
volledig snelheidsbereik biedt onder-
steuning bij het rijden om de bestuurder 
te ontlasten. Er zijn echter grenzen aan 
de geboden ondersteuning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen 
aandachtig door. Vertrouw niet blindelings 
op dit systeem en rijd altijd voorzichtig.
• Omstandigheden waarin de sensor  voorliggers mogelijk niet op de juiste 
manier signaleert: Blz. 386
• Omstandigheden waaronder de  afstandsregelmodus mogelijk niet goed 
werkt: Blz. 387
●Stel de geschikte snelheid in op basis 
van de snelheidslimiet, de verkeersin-
tensiteit, de wegcondities, de weersom-
standigheden, enz. De bestuurder is 
verantwoordelijk voor het controleren 
van de ingestelde snelheid.
●Zelfs als het systeem normaal werkt, 
kan de door het systeem gesignaleerde 
status van de voorli gger afwijken van de 
door de bestuurder waargenomen sta-
tus. Daarom moet de bestuurder altijd 
alert blijven, het gevaar  van elke situatie 
inschatten en veilig rijden. Volledig ver-
trouwen op het systeem of aannemen 
dat het systeem de veiligheid garan-
deert tijdens het rijden kan leiden tot 
een ongeval met ernstig letsel als 
gevolg.
●Schakel de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met volledig snelheidsbereik uit met 
de cruise control-hoofdschakelaar als 
deze niet wordt gebruikt.
■Waarschuwingen met betrekking tot 
de ondersteunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht, aangezien er grenzen zijn aan de 
door het systeem geboden ondersteuning. 
Als u dat niet doet, kunt u een ongeval ver-
oorzaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
●De bestuurder helpen bij het meten van 
de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik dient alleen ter 
ondersteuning van de bestuurder bij het 
bepalen van de volgafstand tussen de 
eigen auto en een bepaalde voorligger. 
Het systeem is niet bedoeld om zorgeloos 
of roekeloos rijgedrag te rechtvaardigen 
en kan de bestuurder  ook niet helpen tij-
dens het rijden bij slecht zicht.
Het blijft noodzakelijk dat de bestuurder 
zelf de omgeving van de auto goed in de 
gaten houdt.
●De bestuurder helpen bij het bepalen 
van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik bepaalt of de volgaf-
stand tussen de eigen auto en een 
bepaalde voorligger binnen een vastge-
legd bereik ligt. Het systeem kan geen 
andere beoordelingen maken. Het is 
daarom strikt noodzakelijk dat u zelf alert 
blijft en inschat of een situatie mogelijk 
gevaarlijk is.
●De bestuurder helpen bij het bedienen 
van de auto
De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsberei k heeft geen functies 
om aanrijdingen met een voorligger te 
voorkomen of vermijden. Daarom dient u 
wanneer er gevaar dreigt direct de con-
trole over de auto te nemen en juist te han-
delen om de veiligheid van alle 
betrokkenen te garanderen.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 377  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM