stop start TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: RAV4 PLUG-IN HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2022Pages: 610, PDF Size: 139.2 MB
Page 401 of 610

• Knippert continu 4 keer herhaaldelijk
(oranje)
Vermoedelijke oor-
zakenOplossing
De draadloze lader
wordt voor de vei-
ligheid uitgescha-
keld wanneer de
temperatuur in de
draadloze lader de
ingestelde waarde
overschrijdt.Stop het laden, ver-
wijder het draag-
bare apparaat uit
het oplaadvak en
wacht tot de tem-
peratuur is gedaald
voordat u de draad-
loze lader weer
gebruikt.
De draadloze lader kan worden bediend
als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Bruikbare draagbare apparaten
• Standaard Wireless Qi-laders kunnen
worden gebruikt voor draagbare
apparaten. Niet voor alle standaard
Qi-apparaten is echter compatibiliteit
gegarandeerd.
• De draadloze lader is bedoeld voor
draagbare apparaten met een laag
vermogen van niet meer dan 5 W,
zoals mobiele telefoons en
smartphones.
• Een laadvermogen van meer dan 5 W
wordt echter ondersteund door de
volgende draagbare apparaten.
– Laden met maximaal 7,5 W wordt
ondersteund door iPhone's met
7,5 W laadvermogen.
– Laden met maximaal 10 W wordt
ondersteund door draagbare
apparaten die voldoen aan de
WPC-norm versie 1.2.4.
Gebruik van het Smart entry-systeem
met startknop
Als het Smart entry-systeem met
startknop de sleutel signaleert terwijl
een apparaat wordt opgeladen, wordt
het laden tijdelijk gestopt.Wanneer er hoesjes of accessoires aan
de draagbare apparaten zijn bevestigd
Laad niet op wanneer er een hoesje of
accessoire aan het draagbare apparaat is
bevestigd dat niet compatibel is met Qi.
Afhankelijk van het type hoesje of
accessoire kan het zijn dat het laden niet
mogelijk is. Verwijder het hoesje of
accessoire als het draagbare apparaat op
het laadgebied is geplaatst, ook al wordt
er niet geladen.
Tijdens het laden is via AM-radio ruis te
horen
• Schakel de draadloze lader uit en
controleer of de ruis is afgenomen. Als
de ruis afneemt, druk dan gedurende
2 seconden op de voedingsschakelaar
van de draadloze lader. Hiermee kan
de frequentie van de lader worden
gewijzigd en de ruis worden
verminderd. In dat geval gaat ook de
werkingsindicator 2 keer oranje
knipperen.
• iPhone's gebruiken een bepaalde
frequentie voor snel laden.
Afhankelijk van de iOS-versie wordt
snel laden mogelijk niet uitgevoerd
tijdens het wisselen van frequentie.
Belangrijke punten met betrekking tot
de draadloze lader
• Als de elektronische sleutel niet in het
interieur kan worden gesignaleerd,
kan er niet worden geladen. Wanneer
het portier wordt geopend en
gesloten, wordt het laden mogelijk
tijdelijk onderbroken.
• Tijdens het laden worden de draadloze
lader en het draagbare apparaat
warmer. Dit duidt echter niet op een
storing. Wanneer een draagbaar
apparaat tijdens het laden warm
wordt, stopt het laden mogelijk als
gevolg van de beschermingsfunctie
van het draagbare apparaat. In dit
geval kunt u weer laden nadat de
temperatuur van het draagbare
apparaat aanmerkelijk is afgenomen.
6.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
399
6
Voorzieningen in het interieur
Page 477 of 610

wordt gezet of dat de auto
onverwachts in beweging komt, kan
op het multi-informatiedisplay een
melding worden weergegeven die u
verzoekt om de selectiehendel in een
andere stand te zetten. Volg in dat
geval de instructie van de melding en
zet de selectiehendel in de
aangegeven stand.
• Als er een melding of afbeelding met
betrekking tot een geopend/gesloten
onderdeel of het bijvullen van een
vloeistof wordt weergegeven
Controleer het onderdeel dat op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven of dat door het
waarschuwingslampje wordt
aangegeven en los het probleem op,
bijvoorbeeld door het geopende
portier te sluiten of de vloeistof bij te
vullen.
Als er een melding wordt weergegeven
dat u naar een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige moet gaan
Het systeem of onderdeel dat op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven, is defect. Laat de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als er een melding wordt weergegeven
dat de handleiding moet worden
geraadpleegd
• Als de onderstaande berichten
worden weergegeven, volg dan de
desbetreffende instructies.
– “Blind Spot Monitor Unavailable”
(Blind Spot Monitor niet
beschikbaar) (→blz. 318)
– “RCTA Unavailable” (RCTA niet
beschikbaar) (→blz. 318)
– “Engine Coolant Temp High” (hoge
koelvloeistoftemperatuur)
(→blz. 506)– “Exhaust Filter Full”
(uitlaatgasfiltersysteem vol)
(→blz. 357)
• Als de onderstaande meldingen
worden weergegeven, is er mogelijk
sprake van een storing.
Laat onmiddellijk de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
– “Plug-in Charging System
Malfunction” (storing
plugin-laadsysteem)
– “Hybrid System Malfunction”
(storing hybridesysteem)
– “Charging system malfunction”
(storing laadsysteem)
– “Check Engine” (controleer motor)
– “Traction battery system
malfunction” (systeemstoring
tractiebatterij)
– “Accelerator System Malfunction”
(systeemstoring gaspedaal)
– “Smart Entry & Start System
Malfunction” (storing Smart
entry-systeem met startknop)
• Als de onderstaande meldingen
worden weergegeven, is er mogelijk
sprake van een storing.
Breng de auto onmiddellijk op een
veilige plaats tot stilstand en neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Doorrijden met de auto
kan gevaarlijk zijn.
– “Oil Pressure Low” (oliedruk laag)
– “Braking Power Low” (remkracht
laag)
• Als een van de onderstaande
meldingen wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, kan de auto
zonder brandstof zijn komen te staan.
Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en vul brandstof bij als het
brandstofniveau laag is.
– “Hybrid System Stopped”
(hybridesysteem is gestopt)
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
475
8
Bij problemen
Page 478 of 610

– “Engine Stopped” (motor is
gestopt)
• Als “Maintenance required for DCDC
converter cooling parts See Owner’s
Manual” (Onderhoud vereist voor
koeling DC/DC-omvormer. Zie
handleiding) wordt weergegeven, zit
het filter mogelijk verstopt, is de
ventilatieopening mogelijk
geblokkeerd of zit er mogelijk een gat
in het kanaal. Voer daarom de
onderstaande correctieprocedure uit.
– Als de ventilatieopening of het filter
van de DC/DC-converter vuil is, voer
dan de procedures op blz. 440 uit
om ze schoon te maken.
– Als de waarschuwingsmelding
wordt weergegeven wanneer de
ventilatieopening en het filter van
de DC/DC-converter niet vuil zijn,
laat de auto dan nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Als “12-Volt Battery Charging System
Malfunction Stop in a Safe Place See
Owner’s Manual” (Storing
12 volt-acculaadsysteem. Stop op een
veilige plaats. Zie handleiding) wordt
weergegeven
Geeft aan dat er een storing aanwezig
is in het laadsysteem van de auto. Zet
de auto aan de kant zodra dit veilig
kan.
Terwijl de melding wordt
weergegeven, wordt de werking van
de airconditioning, enz. mogelijk
gedeeltelijk beperkt om het
energieverbruik van de 12V-accu te
verlagen.Als “Hybrid System Overheated
Output Power Reduced”
(Hybridesysteem oververhit.
Gereduceerd uitgangsvermogen)
wordt weergegeven
De melding wordt mogelijk
weergegeven tijdens het rijden onder
zware omstandigheden. (Bijvoorbeeld
wanneer u (achteruit) een lange steile
helling op rijdt.)
Oplossing:→blz. 506
Als “Traction Battery Needs to be
Protected Refrain from the Use of N
Position” (Tractiebatterij moet worden
beschermd. Vermijd het gebruik van
stand N.) wordt weergegeven
Deze melding kan worden weergegeven
als de selectiehendel in stand N staat.
Het batterijpakket (tractiebatterij) kan
niet worden geladen als de
selectiehendel in stand N staat. Zet de
selectiehendel daarom in stand P als de
auto stilstaat.
Als “Traction Battery Needs to be
Protected Shift into P to Restart”
(Tractiebatterij moet worden
beschermd. Schakel naar P om
opnieuw te starten.) wordt
weergegeven
Deze melding wordt weergegeven
wanneer het batterijpakket
(tractiebatterij) bijna leeg is, doordat de
selectiehendel een bepaalde periode in
stand N heeft stilgestaan.
Zet bij het bedienen van de auto de
selectiehendel in stand P en herstart het
hybridesysteem.
Als “Shift to P Before Exiting Vehicle”
(Zet selectiehendel in stand P voordat
u de auto verlaat) wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven
wanneer het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl het contact niet UIT is
gezet en de selectiehendel in een andere
stand dan P stond.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
476
Page 479 of 610

Zet de selectiehendel in stand P.
Als “Shift Out of N Release Accelerator
Before Shifting” (Zet selectiehendel in
andere stand dan N. Laat vóór het
schakelen het gaspedaal los) wordt
weergegeven
De melding wordt weergegeven
wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt
en de selectiehendel in stand N staat.
Laat het gaspedaal los en zet de
selectiehendel in stand D of R.
Als “Press Brake when vehicle is
stopped Hybrid system may overheat”
(Trap rempedaal in als voertuig is
gestopt. Hybridesysteem kan
oververhit raken) wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven
wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt
om de auto op een helling omhoog te
laten stilstaan, enz.
Als deze situatie blijft voortduren, kan
het hybridesysteem oververhit raken.
Laat het gaspedaal los en trap het
rempedaal in.
Als “Auto Power OFF to Conserve
Battery” (Automatische uitschakeling
contact om batterij te sparen) wordt
weergegeven
Het contact is UIT gezet door de
automatische power off-functie.
Bedien de volgende keer dat u het
hybridesysteem start het
hybridesysteem gedurende ongeveer
5 minuten om de 12V-accu op te laden.
Als “Engine Oil Level Low Add or
Replace” (Motoroliepeil laag. Bijvullen
of verversen) wordt weergegeven
Het motoroliepeil is mogelijk te laag.
Controleer het oliepeil en vul indien
nodig olie bij. Deze
waarschuwingsmelding verschijnt
mogelijk wanneer de auto op een helling
stilstaat. Plaats de auto op een
horizontale ondergrond en controleer of
de melding verdwijnt.Als er een melding wordt weergegeven
dat er een storing in de camera voor
aanwezig is (indien aanwezig)
De onderstaande systemen worden
mogelijk tijdelijk uitgeschakeld tot het in
de melding aangegeven probleem is
opgelost. (→Blz. 280, blz. 466)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
*
• LTA (Lane Tracing Assist)*
• AHB (Automatic High Beam)*
• RSA (Road Sign Assist)*
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik*
*
Indien aanwezig
Als er een melding wordt weergegeven
dat er een storing in de radarsensor
aanwezig is
De onderstaande systemen worden
mogelijk tijdelijk uitgeschakeld tot het in
de melding aangegeven probleem is
opgelost. (→Blz. 280, blz. 466)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
*
• LTA (Lane Tracing Assist)*
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik*
*
Indien aanwezig
Als “Radar Cruise Control Temporarily
Unavailable See Owner’s Manual”
(Dynamic Radar Cruise Control-
systeem tijdelijk niet beschikbaar, zie
handleiding) wordt weergegeven
Het Dynamic Radar Cruise
Control-systeem met volledig
snelheidsbereik (indien aanwezig) wordt
tijdelijk uitgeschakeld of tot het in de
melding aangegeven probleem is
opgelost. (Oorzaken en oplossingen:
→blz. 280)
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
477
8
Bij problemen
Page 508 of 610

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Was accuvloeistof, die op de huid of
in de ogen terecht is gekomen, direct
weg met water en raadpleeg een arts.
Bedek de plaats waar de
accuvloeistof op terechtgekomen is
met een natte spons of doek totdat
er medische hulp kan worden
verkregen.
• Was altijd uw handen nadat u de
accudrager, de accupolen en andere
accu-gerelateerde onderdelen hebt
aangeraakt.
• Houd kinderen uit de buurt van de
12V-accu.
Na het laden van de 12V-accu
Laat de 12V-accu zo snel mogelijk
controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Als de 12V-accu verouderd
raakt en nog wordt gebruikt, kan een
onwelriekend gas worden uitgestoten.
Dit kan schadelijk zijn voor de
gezondheid van de passagiers.
Vervangen van de 12V-accu
• Neem voor meer informatie over het
vervangen van de 12V-accu contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Bevestig, na vervanging, de
uitlaatslang en de plug van de
uitlaatopening stevig in de
uitlaatopening van de vervangende
12V-accu. Wanneer deze niet goed
worden geplaatst, kunnen gassen
(waterstof ) in het interieur van de
auto terechtkomen en kan het gas
ontbranden en ontploffen.
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
OPMERKING
Omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de
startkabels voor dat deze niet verstrikt
raken in de koelventilator, enz.
Voorkomen van beschadiging van de
auto
De speciale hulpstartaansluiting moet
worden gebruikt als de 12V-accu in een
noodgeval vanuit een andere auto wordt
geladen. Deze kan niet worden gebruikt
als hulpstart voor een andere auto.
8.2.12 Als uw auto oververhit
raakt
Het volgende kan erop duiden dat de auto
oververhit raakt.
• Het waarschuwingslampje voor een
hoge koelvloeistoftemperatuur
(→blz. 147) gaat branden of
knipperen of het hybridesysteem
levert merkbaar minder vermogen.
(De auto accelereert bijvoorbeeld niet
als het gaspedaal wordt ingetrapt.)
• Engine Coolant Temp High Stop in a
Safe Place See Owner’s Manual
(Temperatuur koelvloeistof te hoog.
Breng auto op veilige plaats tot
stilstand. Raadpleeg handleiding) of
Hybrid System Overheated Output
Power Reduced (Hybridesysteem
oververhit. Gereduceerd
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
506
Page 510 of 610

De koelventilator gaat draaien als de
airconditioning wordt ingeschakeld
direct na een koude start. Controleer
of de ventilator draait door ernaar te
luisteren en te voelen of er
luchtstroom is. Als dit moeilijk te
controleren is, stel dan de
temperatuurtoets in op LO en zet de
schakelaar A/C aan en uit. Schakel
vervolgens de airconditioning nog
een aantal keer in en uit. (De
ventilator werkt mogelijk niet bij
temperaturen beneden het
vriespunt.)
7. Als de koelventilator niet draait: Zet
het hybridesysteem onmiddellijk uit
en neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als de koelventilator draait: Laat de
auto nakijken door de dichtstbijzijnde
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
8. Controleer of “Engine Coolant Temp
High Stop in a Safe Place See Owner’s
Manual (Temperatuur koelvloeistof te
hoog. Breng auto op veilige plaats tot
stilstand. Raadpleeg handleiding)”
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Als de melding niet verdwijnt: Zet het
hybridesysteem uit en neem contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als de melding niet wordt
weergegeven: Laat de auto nakijken
door de dichtstbijzijnde erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.Als “Hybridesysteem oververhit.
Gereduceerd uitgangsvermogen” wordt
weergegeven op het multi-
informatiedisplay
1. Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand.
2. Schakel het hybridesysteem uit en
open de motorkap voorzichtig.
3. Controleer nadat het hybridesysteem
is afgekoeld de slangen en het
radiateurblok (radiateur) op sporen
van lekkage.
ARadiateur
BKoelventilator
Neem bij lekkage van een grote
hoeveelheid koelvloeistof
onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
4. Het koelvloeistofniveau is correct als
het zich tussen de streepjes FULL en
LOW van het reservoir bevindt.
AReservoir
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
508
Page 532 of 610

Stoelventilatoren*(→blz. 381)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
Aanjagersnelheid Normaal Verlagen – – O
*Indien aanwezig
Op afstand bedienbare airconditioning (→blz. 379)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
Werking starten via de toets
A/C van de afstandsbedie-
ning(Kort) ingedrukt
houdenEen keer indrukken
––O Twee keer indrukken
(Lang) ingedrukt
houden
Uit
Werking stoppen via de toets
A/C van de afstandsbedie-
ningTwee keer indrukkenEen keer indrukken
––O (Kort) ingedrukt
houden
(Lang) ingedrukt
houden
Uit
Verlichting (→blz. 384)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
Tijd die verstrijkt voordat de
interieurverlichting uitgaat15 secondenUit
O–O 7,5 seconden
30 seconden
Werking nadat het contact
UIT is gezetAan Uit – – O
Werking als de portieren wor-
den ontgrendeldAan Uit – – O
Werking wanneer u de auto
nadert terwijl u de elektroni-
sche sleutel bij u draagtAan Uit – – O
Voetenruimteverlichting
*Aan Uit – – O
*Indien aanwezig
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
530
Page 537 of 610

De selectiehendel kan niet
vanuit stand P in een an-
dere stand worden gezet,
zelfs al trapt u het rempe-
daal in
• Staat het contact AAN? Als u de
selectiehendel niet in een andere
stand kunt zetten na het intrappen
van het rempedaal terwijl het contact
AAN staat. (→Blz. 252)
Het stuurwiel kan niet
worden gedraaid nadat het
hybridesysteem is
uitgeschakeld
• Het wordt automatisch vergrendeld
om diefstal van de auto te voorkomen.
(→Blz. 247)
De ruiten kunnen niet
worden geopend of geslo-
ten met de schakelaars van
de ruitbediening
• Is de blokkeerschakelaar van de
ruitbediening ingedrukt? De
elektrisch bedienbare ruiten, behalve
die van het bestuurdersportier,
kunnen niet worden bediend als de
blokkeerschakelaar van de
ruitbediening wordt ingedrukt.
(→Blz. 226)
Het contact wordt automa-
tisch UIT gezet
• De auto power off-functie wordt
bediend als het contact gedurende
een bepaalde tijd in stand ACC of AAN
staat (het hybridesysteem werkt niet).
(→Blz. 249)
Tijdens het rijden klinkt
een waarschuwingszoemer
• Het controlelampje van de
veiligheidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de
passagiers hun veiligheidsgordel?
(→Blz. 471, Blz. 471)
• Het waarschuwingslampje van de
parkeerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd?
(→Blz. 255)
Afhankelijk van de situatie klinken er
mogelijk ook andere soorten
waarschuwingszoemers. (→Blz. 466,
blz. 474)
Er wordt een alarm geacti-
veerd en de claxon klinkt
(indien aanwezig)
• Heeft iemand een portier geopend
tijdens het instellen van het alarm? De
sensor signaleert dit en laat het alarm
klinken. (→Blz. 63)
Zet om het alarm te stoppen het
contact AAN of start het
hybridesysteem.
Bij het verlaten van de
auto klinkt een
waarschuwingszoemer
• Wordt de melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay?
Controleer de melding op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 474)
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
535
Index