TOYOTA SUPRA 2019 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2019, Model line: SUPRA, Model: TOYOTA SUPRA 2019Pages: 456, PDF Size: 55.72 MB
Page 101 of 456

101
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
• Steek de veiligheidsgordel in de
gordelgeleider.
• Plaats de veiligheidsgordel strak over het bekken en de schouder,
dicht bij het lichaam en niet
gedraaid.
• Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel
laag over de heupen loopt in het
bekkengebied. De veiligheidsgordel
mag niet in de buik drukken.
• De veiligheidsgordel mag niet langs scherpe randen schuren,
over massieve of breekbare objec-
ten geleid worden of klem zitten.
• Draag niet te dikke kleren.
• Zorg ervoor dat de veiligheidsgor- del strak blijft zitten door hem
bovenaan af en toe omhoog te
trekken.
Een juiste houding achter het stuur
is essentieel voor veilig rijden. Een
juiste houding a chter het stuur
zorgt er niet alleen voor dat u min-
der moe wordt tijdens het rijden,
maar ook dat de beschermingssys-
temen voor inzittenden, zoals de
veiligheidsgordels en airbags, op
de juiste manier werken bij een
aanrijding, waardoor de gevolgen
voor de inzittenden minder ernstig
zijn.
Het meest elementaire bescher-
mingssysteem voor inzittenden is de
veiligheidsgordel. De airbags zijn ont-
worpen als aanvulling op de veilig-
heidsgordels, niet als vervanging
ervoor. Door de veiligheidsgordel op
WAARSCHUWING
De veiligheidsgordels bieden mogelijk
beperkte of zelfs helemaal geen
bescherming in de volgende situaties:
Page 102 of 456

102
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
de juiste manier te dragen blijven de
inzittenden goed in hun stoel zitten
en wordt voorkomen dat ze onderde-
len van het interieur raken of uit de
auto geslingerd worden bij een aanrij-
ding. Daarom moeten alle inzittenden
hun veiligheidsgordel dragen. Als een
veiligheidsgordel niet op de juiste
manier wordt gedragen, neemt de
effectiviteit als beschermingssys-
teem voor inzittenden sterk af. Let op
het volgende voor een juiste houding
achter het stuur en een juist gebruik
van de veiligheidsgordels.
Plaats de hoofdsteun zo, dat het midden ervan gelijkligt met de bovenzijde
van uw oren
Zorg ervoor dat de gordel niet gedraaid is
Stel de stoel zo in dat uw armen licht gebogen zijn bij de elle bogen wanneer
u het bovenste gedeelte van het stuurwiel vasthoudt
Zorg ervoor dat de gordel strak over het lichaam loopt en nergens te los zit
Plaats het heupgedeelte van de gordel zo laag mogelijk over de heupen
Ga goed achter in de stoel zitten met de rugleuning rechtop
Zorg ervoor dat uw hele rug contact maakt met de rugleuning
Plaats de schoudergordel zo dat hij niet tegen uw nek aan ligt of van uw
schouder glijdt.
Juiste houding achter het stuur en juist gebruik van de
veiligheidsgordels
A
B
C
D
E
F
G
H
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 102 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 103 of 456

103
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
• Trek de gesp van de veiligheids-
gordel diagonaal over het lichaam
en druk hem in de gordelsluiting
totdat deze hoorbaar vastklikt.
WAARSCHUWING
Zet de rugleuning t ijdens het rijden
niet te ver achterover.
Als de rugleuning te ver achterover
staat, kan de veiligheidsgordel de
inzittende bij plotseling remmen of
een aanrijding geen bescherming
meer bieden. Ook kan bij een aanrij-
ding het heupgedeelte over uw heu-
pen heen schuiven en direct kracht op
uw buik uitoefenen , of de schouder-
gordel in contact komen met uw nek,
waardoor de kans op ernstig letsel
toeneemt.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat alle inzittenden hun
veiligheidsgordel op de juiste manier
dragen.
Het gebruik van veiligheidsgordels
kan verplicht zijn volgens lokale wet-
en regelgeving. Als een veiligheids-
gordel niet op de juiste manier wordt
gedragen, kan een inzittende bij plot-
seling remmen of een aanrijding in
contact komen met onderdelen van
het interieur of uit de auto geslingerd
worden, hetgeen kan leiden tot ern-
stig letsel. Als een inzittende geen
juiste zithouding heeft, zullen ook de
airbags niet in st aat zijn om hem te
beschermen en veroorzaken ze
mogelijk zelfs letsel als ze worden
geactiveerd.
WAARSCHUWING
Juist gebruik van de veiligheidsgor-
dels door zwangere vrouwen:
Zwangere vrouwen moeten een veilig-
heidsgordel dragen. Neem contact op
met uw arts voor advies over het op de
juiste manier dragen van een veilig-
heidsgordel. Plaats het heupgedeelte
van de gordel zo laag mogelijk over de
heupen en de schoudergordel volledig
over de schouder en over het midden
van de borst, zodat hij geen enkele druk
uitoefent op de buik.
Verstellen van
veiligheidsgordels die
automatisch oprollen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 103 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 104 of 456

104
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
• Stel de lengte van de gordel goed
af. Trek, om het heupgedeelte van
de gordel te verstellen en te con-
troleren of de gesp goed vastge-
klikt is in de gordelsluiting, de
schoudergordel omhoog totdat het
heupgedeelte van de gordel strak
zit.
• Het diagonale schoudergedeelte
past zich automatisch aan om u
bewegingsvrijheid te geven.
• Druk op de knop op de gordelslui-
ting om de veiligheidsgordel los te
maken.
1Bevestig de veiligheidsgordel
door hem langzaam over de
schouder en het bekken te leiden.
2Steek de gesp van de veiligheids-
gordel in de gordelsluiting. De
gesp moet hoorbaar vastklikken in
de gordelsluiting.
1Houd de veiligheidsgordel stevig
vast.
2Druk op de rode knop op de gor-
delsluiting.
3Begeleid de veiligheidsgordel
terug in het oprolmechanisme. De waarschuwing voor de veilig-
heidsgordels wordt geactiveerd wan-
neer de bestuurdersgordel niet is
vastgemaakt.
Bij sommige landspecificaties is de
waarschuwing voor de veiligheids-
gordel ook actief als de voorpassa-
giersgordel niet is vastgemaakt terwijl
er zware voorwerpen op de voorpas-
sagiersstoel liggen.
Vastmaken van de
veiligheidsgordel
Losmaken van de
veiligheidsgordel
Waarschuwing
veiligheidsgordel voor
bestuurders- en
voorpassagiersstoel
Algemeen
Weergave op het
instrumentenpaneel
Er wordt een voertuigmel-
ding weergegeven. Contro-
leer of de veiligheidsgordel
op de juiste manier is vastge-
maakt.
Hoofdsteunen voor
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Voorwerpen aan de hoofdsteun zor-
gen ervoor dat het hoofd en de nek
minder goed beschermd worden. Er
bestaat een kans op letsel.
• Plaats geen hoez en over de stoe-
len of hoofdsteunen.
• Hang geen voorwerpen, zoals kleerhangers, dir ect aan de hoofd-
steun.
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 104 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 105 of 456

105
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
De hoofdsteunen zijn geïntegreerd
in de rugleuning
en kunnen niet
worden versteld.
De afstand tot de achterkant van
het hoofd kan worde n ingesteld via
de hoek van de rugleuning.
Stel de afstand zo in dat de hoofd-
steun zich zo dicht mogelijk bij de
achterkant van he t hoofd bevindt.
De hoofdsteunen kunnen niet wor-
den verwijderd.
De spiegelinstellin g wordt opgesla-
gen voor het op dat moment
gebruikte bestuurdersprofiel, zie
blz. 90. Als een bestuurdersprofiel
wordt geselecteerd, wordt de opge-
slagen positie automatisch opge-
roepen.
De huidige positie van de buiten-
spiegel kan worden opgeslagen
met de geheugenfunctie, zie
blz. 107. 1
Instellen
2 Selecteren van spiegel, automa-
tische parkeerfunctie
3 In- en uitklappen
Druk op de toets.
De geselecteerde spiegel beweegt
als reactie op het indrukken van de
toets.
Overschakelen op de
andere spiegel: Druk op de toets.
WAARSCHUWING
Page 106 of 456

106
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
Druk bij een storing in het elektri-
sche systeem op de randen van het
spiegelglas om de
spiegel te ver-
stellen.
Druk op de toets.
Inklappen is moge lijk tot een snel-
heid van ongeveer 20 km/h.
In- en uitklappen van de spiegels is
nuttig in de volgende situaties:
• In autowasstraten.
• In smalle straten.
Ingeklapte spiegels worden auto-
matisch uitgeklapt wanneer de auto
een snelheid bereikt van ongeveer
40 km/h.
Indien nodig worden beide buiten-
spiegels automatisch verwarmd als
de Drive Ready-modus wordt inge-
schakeld.
De buitenspiegel aan bestuurders-
zijde wordt automatisch gedimd. Er
bevinden zich fotocellen in de bin-
nenspiegel, zie blz. 106, om deze
functie te regelen. Als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt het spiegelglas
aan passagierszijde naar beneden
gekanteld. Hierdoor kunt u de
stoeprand of andere obstakels dicht
bij de grond beter zien, bijvoorbeeld
bij parkeren.
1
Druk de schakelaar in de
stand voor de spiegel van het
bestuurdersportier.
2 Zet de selectiehendel in stand
R.
Druk de schakelaar in de
stand voor de spiegel van het pas-
sagiersportier.
De binnenspiegel wordt automa-
tisch gedimd.
De functie wordt geregeld door
fotocellen:
• In het spiegelglas.
• Aan de achterkant van de spie- gel.
Storing
In- en uitklappen
OPMERKING
Door zijn breedte raakt de auto moge-
lijk beschadigd in autowasstraten. Er
bestaat een kans op schade. Klap
voor het wassen de spiegels handma-
tig of met d
e toets in.
Automatische verwarming
Automatisch dimmen
Automatische
parkeerfunctie, buitenspiegel
Principe
Inschakelen
Uitschakelen
Binnenspiegel, automatisch
dimmen
Algemeen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 106 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 107 of 456

107
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
• Houd de fotocellen schoon.
• Plaats geen objecten in het
gebied tussen de binnenspiegel
en de voorruit. 1
Klap de hendel omlaag.
2 Beweeg het stuurwiel naar de
gewenste hoogte en hoek, pas-
send bij uw zitpositie.
3 Duw de hendel weer omhoog.
De geheugenfuncti e kan de vol-
gende instelling en opslaan en
oproepen, indien gewenst:
• Stoelpositie.
• Stand buitenspiegels.
• Hoogte head-up display.
Aan elk bestuurdersprofiel,
zie blz. 86, kunnen twee geheugen-
posities worden toegewezen met
verschillende instellingen.
De volgende instellingen worden
niet opgeslagen:
• Breedte rugleuning.
• Lendensteun.
Overzicht
Voorwaarden voor werking
Stuurwiel
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Door het stuurwiel tijdens het rijden te
verstellen kan het onverwacht bewe-
gen. U kunt de controle over de auto
verliezen. Er best
aat een kans op
ongevallen. Verstel het stuurwiel
alleen als de auto stilstaat.
Handmatig verstellen
stuurwiel
Geheugenfunctie
Principe
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Door de geheugenfunc tie tijdens het
rijden te gebruiken kunnen de stoel
en het stuurwiel onverwacht bewe-
gen. U kunt de con trole over de auto
verliezen. Er bestaat een kans op
ongevallen. Roep de geheugenfunc-
tie alleen op als de auto stilstaat.
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 107 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 108 of 456

108
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
De geheugentoetsen bevinden zich
op de bestuurdersstoel.
1
Stel de gewenste positie in.
2 Druk op de toets. De let-
ters op de toets worden verlicht.
3 Druk op de gewenste toets (1 of
2) als de letters worden verlicht.
Er klinkt een signaal.
Druk op de gewenste toets (1 of 2).
De opgeslagen positie wordt opge-
roepen.
De procedure wordt geannuleerd als
u op een stoelverstellingsknop of
nogmaals op één van de geheugen-
toetsen drukt.
Het verstellen van de positie van de
bestuurdersstoel wordt na korte tijd
onderbroken tijdens het rijden.
Druk eenmaal op
de toets voor elk temperatuurni-
veau.
De maximumtemperatuur is gese-
lecteerd als de drie leds branden.
Houd de toets
ingedrukt totdat de leds niet meer
branden.
WAARSCHUWING
Er bestaat een kans op beknelling als
de stoelen worden verschoven. Er
bestaat een kans op letsel en schade.
Zorg er vóór het verstellen voor dat er
geen obstakels aanwezig zijn in het
gebied waarin de stoel beweegt.
Overzicht
Opslaan
Oproepen
Stoelverwarming
Overzicht
Stoelverwarming
Inschakelen
Uitschakelen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 108 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 109 of 456

109
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
Dit hoofdstuk beschrijft alle stan-
daard, landspecifie
ke en speciale
uitrusting die beschikbaar is voor
de modelserie. Er kunnen dan ook
uitrusting en functies worden
beschreven die niet in uw auto aan-
wezig zijn, bijvoorbeeld vanwege
de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit
geldt ook voor f uncties en syste-
men met betrekking tot veiligheid.
Houd u aan de desbetreffende wet-
en regelgeving bij het gebruik van
de bijbehorende functies en syste-
men.
Veilig ver voeren van
kinderen
Uitrusting
Als er kinderen in de auto
aanwezig zijn
WAARSCHUWING
Zorg dat in de auto aanwezige kinde-
ren een veiligheidsgordel dragen.
Laat kinderen niet in de armen of op
de schoot van een inzittende meerij-
den. Bij plotseling remmen of een
aanrijding kan het kind zijn hoofd sto-
ten tegen het dash board of de voor-
ruit of zelfs uit de auto geslingerd
worden.
WAARSCHUWING
De veiligheidsgordels zijn ontworpen
om personen met een gemiddelde
lengte en een gemidde ld gewicht voor
een volwassene te beschermen. Een
kind dat 150 cm of kleiner is moet
plaatsnemen in een baby- of kinderzitje
met de juiste afmet ingen, zoals een ori-
gineel Toyota baby- of kinderzitje. Laat
een kind niet meerij den in de auto ter-
wijl het niet is vastgezet. Dit is extreem
gevaarlijk.
WAARSCHUWING
Laat een kind nooit a lleen in de auto
achter.
Wanneer u de auto par keert, zet dan
het contact UIT, neem het kind met u
mee als u de auto verlaat en vergrendel
de portieren. Het achterlaten van een
kind in de auto, zel fs gedurende korte
tijd, kan extreem gev aarlijk zijn om de
volgende redenen:
●Wanneer de auto in direct zonlicht
geparkeerd staat, kan de temperatuur
in de auto hoger worden dan 50°C,
zelfs in de winter. In zo'n situatie kun-
nen inzittenden uit gedroogd of over-
verhit raken.
●Als een schakelaar per ongeluk wordt
bediend, kan dat tot letsel leiden.
●Laat kinderen de por tieren niet ope-
nen of sluiten. Let e r bij het sluiten
van een portier op dat de handen en
voeten van het ki nd niet bekneld
raken.
●Laat een kind zijn hoofd of ledematen
niet door de ruitopening steken en
zorg ervoor dat het zich buiten het
bereik van de ruit bevindt voordat u
de schakelaar voor de ruitbediening
bedient.
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 109 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
Page 110 of 456

110
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
Zorg er bij het gebruik van een
baby- of kinderzitje op de voorpas-
sagiersstoel voor dat de airbag
voor en de side ai
rbag aan de pas-
sagierszijde zijn uitgeschakeld.
Voorpassagiersairbags kunnen
alleen worden uitgeschakeld met
de schakelaar voor het in- en uit-
schakelen van de voorpassagier-
sairbags, zie blz. 188.
Belangrijke overwegingen
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Alleen in de auto achtergelaten kinde-
ren of huisdiere n kunnen de auto in
beweging brengen en daardoor zich-
zelf en andere weggebruikers in gevaar
brengen, bijvoorbeeld door de volgende
acties:
●Indrukken van de startknop.
●Deactiveren van de parkeerrem.
●Openen en sluiten van de portieren of
ruiten.
●In stand N zetten van de selectiehen-
del.
●Bedienen van functies van de auto.
Dat kan leiden tot een ongeval en letsel.
Laat nooit kinderen of huisdieren alleen
in de auto achter. Neem bij het verlaten
van de auto de af standsbediening mee
en vergrendel de auto.
WAARSCHUWING
Kinderen kleiner dan 150 cm kunnen de
veiligheidsgordel niet op de juiste
manier dragen zonder gebruik te maken
van een baby- of ki nderzitje. De veilig-
heidsgordels bieden mogelijk beperkte
of zelfs helemaal geen bescherming als
ze niet op de juiste manier worden
gedragen. Het niet op de juiste manier
dragen van een veiligheidsgordel kan
tot extra letsel leiden, bijvoorbeeld bij
een ongeval of remm en en uitwijkma-
noeuvres. Er bestaat een kans op (ern-
stig) letsel. Kinderen kleiner dan 150 cm
moeten worden vastgezet in een
geschikt baby- of kinderzitje.
Niet voor
Australië/Nieuw-Zeeland:
Kinderen op de
voorpassagiersstoel
Algemeen
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Ingeschakelde voorpassagiersair-
bags die worden opgeblazen, kun-
nen een kind in een baby- of
kinderzitje verwonden. Er bestaat een
kans op letsel. Zorg ervoor dat de
voorpassagiersairbags zijn uitgescha-
keld en dat het controlelampje passa-
giersairbag OFF brandt.
WAARSCHUWING
Kinderen kleiner dan 150 cm kunnen de
veiligheidsgordel niet op de juiste
manier dragen zonder gebruik te maken
van een baby- of kinder zitje. De veilig-
heidsgordels bieden mogelijk beperkte
of zelfs helemaal geen bescherming als
ze niet op de juiste manier worden
gedragen. Het niet op de juiste manier
dragen van een veiligheidsgordel kan
tot extra letsel lei den, bijvoorbeeld bij
een ongeval of remm en en uitwijkma-
noeuvres. Er bestaat een kans op (ern-
stig) letsel. Kinderen kleiner dan 150 cm
moeten worden vastgezet in een
geschikt baby- of kinderzitje.
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 110 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM