YAMAHA FJR1300AE 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: FJR1300AE, Model: YAMAHA FJR1300AE 2016Pages: 122, PDF Size: 3.31 MB
Page 81 of 122

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-12
6
Om de motorolie te verversen (met of
zon der vervan gin g van oliefilterpatroon)
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Zet een olieopvangbak onder de mo- tor om de gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en de olieaf- tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.
OPMERKING
Sla de stappen 5–7 over als de oliefilterpa-
troon niet wordt vervangen.
5. Verwijder de oliefilterpatroon met eenoliefiltersleutel.
OPMERKING
De Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.
6. Smeer een dun laagje schone motor- olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
OPMERKING
Zorg dat de O-ring correct aanligt.
7. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon en
zet deze dan met een momentsleutel
vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment.
1. Olieaftapplug
2. Pakking
1. Oliefiltersleutel
2. Oliefilterpatroon
1
2
1
2
1. O-ring
1. Momentsleutel
Aanhaalmoment:Oliefilterpatroon: 17 Nm (1.7 m·kgf, 12 ft·lbf)
1
UB96D0D0.book Page 12 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 82 of 122

Periodiek on derhou d en afstelling
6-13
6
8. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
9. Vul bij met de voorgeschreven hoe- veelheid van de aanbevolen motor-
olie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.
OPMERKING
Veeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook de koppelin g) mo gen
g een chemische additieven wor den
toe gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een hog ere kwaliteit dan
g especificeer d. Ge bruik ook g een
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
Zor g d at er geen verontreini gin gen
in het carter terecht komen.
10. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
OPMERKING
Nadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje olieniveau uitgaan als het
olieniveau correct is.
LET OP
DCA10402
Zet de motor direct af als het waarschu-
win gslampje olieniveau knippert of blijft
b ran den en laat het voertui g controleren
d oor een Yamaha dealer, zelfs als het
olieniveau in or de is.
11. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer indien nodig.
Aanhaalmoment:
Olieaftapplug:43 Nm (4.3 m·kgf, 31 ft·lbf)
Aan bevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid :
Olieverversing:
3.80 L (4.02 US qt, 3.34 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment:
4.00 L (4.23 US qt, 3.52 Imp.qt)
UB96D0D0.book Page 13 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 83 of 122

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-14
6
DAU20017
Cardanolie
Vóór elke rit moet het cardanhuis worden
gecontroleerd op olielekkage. In geval van
lekkage dient u de machine door een
Yamaha dealer te laten nakijken en repare- ren. Controleer verder als volgt het niveau
van de cardanolie en ververs de olie vol-
gens de intervaltijden vermeld in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
WAARSCHUWING
DWA10371
Zor g ervoor dat geen verontreini-
g in gen het car danhuis kunnen bin-
nend ringen.
Zor g d at er g een olie op de ban den
of wielen terechtkomt.
Controleren van het olieniveau in het
car danhuis
1. Zet de machine op de middenbok.
OPMERKING
Zorg dat de machine rechtop staat bij het
controleren van het olieniveau. Wanneer de
machine iets schuin staat, kan het niveau al
foutief worden afgelezen.
2. Verwijder de vulplug van de cardan- olie met de pakking en controleer het
olieniveau in het cardanhuis.
OPMERKING
Het olieniveau moet bij de rand van de vul-
opening staan.
3. Als de olie onder de rand van de vul-
opening staat, vul dan genoeg olie van
de aanbevolen soort bij tot het correc-
te niveau.
4. Controleer of de pakking beschadigd is en vervang indien nodig.
5. Monteer de vulplug van de cardanolie
met de pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
Om de car danolie te verversen
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond.
2. Plaats een olieopvangbak onder het cardanhuis om de gebruikte olie op te
vangen.
3. Verwijder de vulplug van de cardan- olie en de aftapplug van de cardanolie
met hun pakkingen om de olie uit het
cardanhuis af te tappen.
1. Vulplug cardanolie
2. Pakking
3. Correct olieniveau
Aanhaalmoment:Vulplug cardanolie: 23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
3
2
1
UB96D0D0.book Page 14 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 84 of 122

Periodiek on derhou d en afstelling
6-15
6
4. Monteer de aftapplug van de cardan-
olie met de nieuwe pakking en zet de
plug vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
5. Vul de aanbevolen cardanolie bij tot aan de rand van de vulopening.
6. Controleer de pakking van de olie- vulplug op beschadiging en vervang
indien nodig.
7. Monteer de olievulplug met de pak- king en zet de plug vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.
8. Controleer het cardanhuis op olielek- kage. Zoek in geval van lekkage naar
de oorzaak.
DAU20071
Koelvloeistof
Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU54163Controleren van het koelvloeistofniveau1. Zet de machine op de middenbok.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Verwijder het linkerventilatiepaneel
van het stroomlijnpaneel. (Zie pagina
3-38.)
3. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
1. Vulplug cardanolie
2. Pakking
3. Aftapplug cardanolie
Aanhaalmoment:Aftapplug cardanolie:23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
Aan bevolen car danolie:
Originele Yamaha cardanolie SAE
80W-90 API GL-5
Oliehoeveelheid :
0.20 L (0.21 US qt, 0.18 Imp.qt)
Aanhaalmoment: Vulplug cardanolie:23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
1
2
32
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
2
1 3
UB96D0D0.book Page 15 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 85 of 122

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-16
6
4. Als het koelvloeistofniveau zich op of
onder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, open dan de reser-
voirdop. WAARSCHUWING!
Verwij der alleen d e dop van het
koelvloeistofreservoir. Pro beer
nooit om de ra diatorvul dop te ver-
wij deren als d e motor kou d is.
[DWA15162]
5. Vul koelvloeistof of gedestilleerd water
bij tot aan de merkstreep voor maxi-
mumniveau en sluit de reservoirdop.
LET OP: Als er geen koelvloeistof
aanwezi g is, geb ruik dan in plaats
d aarvan ged istilleer d water of ont-
har d leid ingwater. Geb ruik geen
har d water of zout water, dit is
scha delijk voor d e motor. Als er in
plaats van koelvloeistof water is ge-
b ruikt, vervan g d it dan zo snel mo-
g elijk door koelvloeistof, an ders is
het systeem niet bescherm d te gen
vorst en corrosie. Als er water aan
d e koelvloeistof is toeg evoegd, laat
d an een Yamaha d ealer zo snel mo-
g elijk het antivries gehalte van d e
koelvloeistof controleren om te
voorkomen dat de effectiviteit van
d e koelvloeistof afneemt.
[DCA10473]
6. Monteer het paneel.
DAU33032De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
b eer nooit om de ra diatorvul dop te ver-
wij deren als de motor warm is.
[DWA10382]
1. Dop koelvloeistofreservoir
Inhou d koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
1
UB96D0D0.book Page 16 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 86 of 122

Periodiek on derhou d en afstelling
6-17
6
DAU72990
Luchtfilterelement reini gen
Het luchtfilterelement moet worden gerei-
nigd of vervangen volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema. Reinig (of vervang)
het luchtfilterelement vaker als u in zeer
stoffige of vochtige gebieden rijdt.
1. Verwijder paneel B. (Zie pagina 6-7.)
2. Verwijder de luchtinlaatkap door de schroef en de snelsluitschroeven te
verwijderen.
3. Verwijder het luchtfilterdeksel door de schroeven te verwijderen.
4. Trek het luchtfilterelement uit. 5. Geef een paar tikjes tegen het luchtfil-
terelement om het me este stof en vuil
te verwijderen en blaas dan het nog
achtergebleven vuil weg met pers-
lucht zoals afgebeeld. Vervang het
luchtfilterelement als dit beschadigd
is.
6. Steek het luchtfilterelement in het luchtfilterhuis. LET OP: Zorg ervoor
d at het filterelement goe d aanli gt in
het luchtfilterhuis. Laat d e motor
nooit draaien met het luchtfilterele-
ment uit genomen, hier door kunnen
d e zui ger(s) en/of cilin der(s) over-
mati g versleten raken.
[DCA10482]
7. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen. LET OP:
Let erop dat de tankoverloopslan g
niet wor dt af geknel d.
[DCA23280]
1. Luchtinlaatrooster
2. Snelsluitschroef
3. Schroef
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef
1
3
2
2
2 1
1. Luchtfilterelement
1
UB96D0D0.book Page 17 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 87 of 122

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-18
6
8. Monteer de luchtinlaatkap door de
schroef en de snelsluitschroeven aan
te brengen.
9. Monteer het paneel.
DAU44735
Stationair toerental controleren
Controleer het stationair toerental en laat
het indien nodig door een Yamaha dealer
bijstellen.
1. Overloopslang brandstoftank
1
Stationair toerental: 1000–1100 tpm
UB96D0D0.book Page 18 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 88 of 122

Periodiek on derhou d en afstelling
6-19
6
DAU21386
De vrije sla g van d e gas greep
controleren
Meet de vrije slag van de gasgreep zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van de gasgreep re-
gelmatig en laat de vrije slag indien nodig
afstellen door een Yamaha dealer.
DAU21402
Klepspelin g
De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
1. Vrije slag van gasgreep
Vrije sl ag van gas greep:
1.0–3.0 mm (0.04–0.12 in)
1
UB96D0D0.book Page 19 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 89 of 122

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-20
6
DAU64410
Banden
Banden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Ban denspannin g
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rij den met deze machine met een on-
juiste ban denspannin g kan lei den tot
verlies van de controle met mo gelijk ern-
sti g letsel of overlijd en tot gevol g.
De ban dspannin g moet wor den ge-
controleer d en af gestel d terwijl de
b an den kou d zijn (wanneer de tem-
peratuur van de ban den gelijk is aan
d e omg evingstemperatuur).
De ban dspannin g moet wor den
aan gepast aan d e rijsnelheid en het
totale gewicht van rij der, passa gier,
b ag ag e en accessoires d at v
oor dit
mo del is vast gestel d.
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaa d uw machine nooit te zwaar. Rij-
d en met een te zwaar belaste machine
kan lei den tot een on geval.
Inspectie van ban den
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen. Ban
denspannin g (g emeten op
kou de ban den):
1 persoon: Voor:250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm2, 42 psi)
2 personen:
Voor:250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm2, 42 psi)
Maximale belastin g*:
212 kg (467 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, passagier, bagage en accessoires
1. Wang van band
2. Bandprofieldiepte
UB96D0D0.book Page 20 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM
Page 90 of 122

Periodiek on derhou d en afstelling
6-21
6
OPMERKING
De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten ban den door
een Yamaha d ealer vervangen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijsta biliteit, waard oor
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief ban-
d en, dient te wor den over gelaten
aan een Yamaha dealer, die over d e
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om d it te doen.
Rijd niet te snel d irect na het ver-
wisselen van een ban d. Het b and-
oppervlak dient eerst te zijn
in ger ed
en voor dat
het zijn optimale
ei genschappen verkrijg t.
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10902
Monteer altij d voor- en achter ban-
d en van hetzelf de merk en type.
Verschillen de ban den kunnen het
we gge dra g van de machine veran-
d eren, wat kan lei den tot een on ge-
val.
Controleer altij d of d e ventiel dopjes
stevi g zijn b evestigd om zo lucht-
lekka ge te voorkomen.
Gebruik uitsluiten d d e hierna ver-
mel de ban dventielen en luchtven-
tiel buisjes om te voorkomen dat de
b an den on der het rij den lee glopen.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
Minimale
ban dprofiel diepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
1. Bandventiel
2. Bandventielbuis
3. Bandventieldop met afdichting
UB96D0D0.book Page 21 Wednesday, November 4, 2015 9:01 AM