YAMAHA MAJESTY 125 2009 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2009, Model line: MAJESTY 125, Model: YAMAHA MAJESTY 125 2009Pages: 88, PDF Size: 3.04 MB
Page 11 of 88

1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-4
Veel bedrijven die niet zijn gelieerd
aan Yamaha produceren onderdelen
en accessoires of bieden aanpas-
singssets voor Yamaha voertuigen.
Yamaha kan niet alle producten tes-
ten die deze bedrijven produceren.
Om die reden kan Yamaha accessoi-
res die niet door Yamaha zijn verkocht
of wijzigingen die niet door zijn Yama-
ha zijn aangeraden niet goedkeuren
of aanbevelen, zelfs niet als deze zijn
verkocht en geïnstalleerd door een
Yamaha dealer.
In de handel verkrijgbare
onderdelen, accessoires en
aanpassingssets
Hoewel er producten verkrijgbaar zijn
die qua ontwerp en kwaliteit sterk lij-
ken op originele Yamaha accessoires,
dient u te beseffen dat sommige in de
handel verkrijgbare accessoires of
aanpassingssets niet geschikt zijn
vanwege mogelijke veiligheidsrisico’s
voor uzelf of anderen. Het monteren
van in de handel verkrijgbare produc-
ten of het verrichten van aanpassin-
gen die de ontwerp- of bedienings-
kenmerken van uw machine wijzigenkan het risico op ernstig letsel of over-
lijden van uzelf of anderen vergroten.
U bent verantwoordelijk voor letsel
dat voortvloeit uit wijzigingen aan de
machine.
Volg bij de montage van accessoires
de onderstaande richtlijnen en die
vermeld onder het kopje “Beladen”.
●Monteer nooit accessoires en
vervoer nooit bagage als deze
een nadelige invloed hebben op
de prestaties van uw scooter.
Inspecteer het accessoire zorg-
vuldig alvorens het te gebruiken
om te waarborgen dat het de
grondspeling of de hellinghoek
op geen enkele manier vermin-
dert, de veerweg, de stuuruitslag
of de bediening niet beperkt en
geen lampen of reflectors afdekt.
• Accessoires die aan of nabij
het stuur of de voorvork zijn
gemonteerd zullen mogelijk
instabiliteit veroorzaken door
een foutieve gewichtsverdeling
of door aerodynamische effec-
ten. Accessoires aan het stuur
of nabij de voorvork moeten zolicht mogelijk zijn en tot een
minimum worden beperkt.
• Omvangrijke accessoires kun-
nen door hun aerodynamisch
effect van invloed zijn op de
rijstabiliteit van de scooter. De
scooter kan door rijwind wor-
den opgetild of bij zijwind ins-
tabiel worden. Zulke accessoi-
res kunnen ook instabiliteit
veroorzaken terwijl u grote
voertuigen inhaalt of door deze
wordt ingehaald.
• Sommige accessoires dwingen
de bestuurder om een andere
dan de normale zitpositie in te
nemen. Zo’n verkeerde zitposi-
tie beperkt de bewegingsvrij-
heid van de bestuurder en kan
een comfortabele bediening
hinderen, zodat we dergelijke
accessoires sterk afraden.
●Wees voorzichtig bij het aanbren-
gen van elektrische accessoires.
Als elektrische accessoires de
capaciteit van het elektrisch sys-
teem van de scooter te boven
gaan, kan zich een gevaarlijke
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 11
Page 12 of 88

elektrische storing voordoen
waardoor de verlichting of de
motor uitvalt.
In de handel verkrijgbare banden
en velgen
De banden en velgen die bij uw scoo-
ter werden geleverd zijn ontworpen
om de mogelijkheden van de machine
te ondersteunen en bieden de beste
combinatie van rijprestaties, remver-
mogen en comfort. Andere banden,
velgen, maten of combinaties zijn
mogelijk niet geschikt. Zie pagina
6-16 voor bandenspecificaties en
meer informatie over het vervangen
van uw banden.DAU10372
Andere aandachtspunten
voor veilig rijden
●Geef duidelijk richting aan wan-
neer u een bocht neemt.
●Op een nat wegdek kan remmen
uiterst lastig zijn. Vermijd te hard
remmen, de scooter zou kunnen
slippen. Bedien de remmen rus-
tig wanneer u op een nat wegdek
wilt stoppen.
●Minder snelheid bij het naderen
van een bocht of een afslag. Trek
langzaam op nadat u de bocht
hebt genomen.
●Wees voorzichtig bij het passeren
van geparkeerde auto’s. Een bes-
tuurder merkt u mogelijk niet op
en kan het portier openslaan in
uw rijrichting.
●Spoorwegovergangen, tramrails,
ijzeren platen gebruikt in de
wegenbouw en putdeksels wor-
den in natte toestand zeer glad.
Minder snelheid en passeer ze
voorzichtig. Houd de scooter
recht, anders kan hij gaan schui-
ven.
●De remvoeringen kunnen nat
worden bij het wassen van de
scooter. Controleer de remmen
na het wassen van de scooter,
voordat u gaat rijden.
●Draag steeds een helm, hands-
choenen, een lange broek (taps
toelopend bij de enkel/omslag,
om flapperen te voorkomen), en
een felgekleurd jack.
●Vervoer op uw scooter niet te
veel bagage. Een overbeladen
scooter is onstabiel. Gebruik
degelijke snelbinders om bagage
aan de bagagedrager vast te bin-
den (indien het voertuig is voor-
zien van een bagagedrager). Los-
se bagage beïnvloedt de
stabiliteit van de scooter en kan
uw aandacht afleiden van het
verkeer. (Zie pagina 1-1).
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-5
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 12
Page 13 of 88

DAU10410
Aanzicht linkerzijde
21
3
45 6789
BESCHRIJVING
2-1
2
1. Opbergcompartiment (pagina 3-12)
2. Tankdop (pagina 3-7)
3. Stelring voor veervoorspanning schokdemperunit (pagina 3-13)
4. Vuldop versnellingsbakolie (pagina 6-11)
5. Luchtfilterelement (pagina 6-13)6. Luchtfilterelement in V-snaarbehuizing (pagina 6-13)
7. Olieaftapplug (pagina 6-9)
8. Zijstandaard (pagina 3-14, 6-22)
9. Voorremblokken (pagina 6-19)
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 13
Page 14 of 88

DAU10420
Aanzicht rechterzijde
12345
678
BESCHRIJVING
2-2
2
1. Handgreep (pagina 5-2)
2. Boordgereedschapsset (pagina 6-2)
3. Accu (pagina 6-24)
4. Zekering (pagina 6-26)5. Dop koelvloeistofreservoir (pagina 6-12)
6. Middenbok (pagina 6-22)
7. Olievuldop (pagina 6-9)
8. Achterremblokken (pagina 6-19)
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 14
Page 15 of 88

DAU10430
Bedieningen en instrumenten
123546798
BESCHRIJVING
2-3
2
1. Achterremhendel (pagina 3-7)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-6)
3. Voorste opbergcompartiment (pagina 3-11)
4. Kijkglas koelvloeistofniveau (pagina 6-12)
5. Snelheidsmeter/Multifunctioneel display (pagina 3-3)6. Contactslot/stuurslot (pagina 3-1)
7. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-6)
8. Gasgreep (pagina 6-15)
9. Voorremhendel (pagina 3-7)
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 15
Page 16 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-1
3
DAU10460
Contactslot/stuurslot
Via het contactslot/stuurslot worden
het ontstekingssysteem en de verlich-
tingssystemen bediend en wordt het
stuur vergrendeld. De diverse standen
worden hierna beschreven.
DAU34121
ON “”
Alle elektrische circuits worden voor-
zien van stroom; de instrumentenver-
lichting, het achterlicht, de kenteken-
verlichting en de parkeerlichten gaan
branden en de motor kan worden
gestart. De sleutel kan niet worden
uitgenomen.
OPMERKING
De koplampen gaan automatisch
branden wanneer de motor wordt
gestart en blijven aan totdat de sleu-
tel naar “ ” ordt gedraaid of de zijs-
tandaard omlaag wordt bewogen.
DAU10661
OFF “”
Alle elektrische systemen zijn uitges-
chakeld. De sleutel kan worden uitge-
nomen.
DWA10061
s s
WAARSCHUWING
Draai nooit de sleutel naar “ ”
of “ ” terwijl de machine rijdt.
Hierdoor worden de elektrische
systemen uitgeschakeld, wat
mogelijk kan leiden tot verlies van
de controle of een ongeval.
DAUM1020
“”
Het waarschuwingslampje voor de
koelvloeistoftemperatuur moet gaan
branden als de sleutel naar “ ”
wordt gedraaid. (Zie pagina 3-2).
DAU10681
LOCK “”
Het stuur is vergrendeld en alle elek-
trische systemen zijn uitgeschakeld.
De sleutel kan worden uitgenomen.
Om het stuur te ver
grendelen
1. Drukken.
2. Draaien.
1. Draai het stuur helemaal naar
links.
2. Druk de sleutel in de “ ”-stand
in en draai deze dan naar “ ”.
Houd de sleutel hierbij ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.
ON OFF
LOCK
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 16
Page 17 of 88

Om het stuur te ontgrendelen
1. Drukken.
2. Draaien.
1. Druk de sleutel in en draai deze
dan naar “ ”. Houd de sleutel
hierbij ingedrukt.
DAU11003
Controle- en
waarschuwingslampjes
1. Waarschuwingscontrolelampje
2. Controlelampje linker richtingaanwijzers
“”
3. Controlelampje grootlicht “ ”
4. Waarschuwingslampje koelvloeistoftempe-
ratuur “ ”
5. Controlelampje rechter richtingaanwijzers
“”
DAU11030
Controlelampjes
richtingaanwijzers “ ” en “ ”
Het bijbehorende controlelampje
knippert terwijl de schakelaar voor
richtingaanwijzers naar de linker- of
rechterstand is gedrukt.
DAU11080
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de
koplamp is ingeschakeld voor groo-
tlicht.
DAUS1450
Olieverversingsindicator
Na de eerste 1000 km (600 mi) en
daarna om de 3000 km (1800 mi)
verschijnt de melding “CHnGE OIL” in
de kilometerteller-/klokweergave om
aan te geven dat de motorolie moet
worden ververst. (Zie pagina 6-9).
DAUM1082
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat bran-
den als de motor oververhit raakt. Zet
in zo’n geval de motor onmiddellijk af
en geef deze de tijd om af te koelen.
Het elektrisch circuit van het waars-
chuwingslampje kan worden gecon-
troleerd volgens de onderstaande
procedure.
1. Draai de sleutel naar “ ”.
2. Als het waarschuwingslampje
niet gaat branden, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrisch cir-
Fuel
Battery
TOTALTRIP
123 45
1
2
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 17
Page 18 of 88

cuit te testen.DCA10021
LET OP
Laat de motor niet draaien terwijl
deze oververhit is.
OPMERKING
●Bij machines met een of meer
radiatorkoelvinnen schakelt de
radiatorkoelvin automatisch in of
uit op basis van de koelvloeistof-
temperatuur in de radiator.
●Als de motor oververhit raakt,
staan op pagina 6-33 nadere ins-
tructies vermeld.
DAUS1362
Snelheidsmeterunit
1. “TRIP”-toets/”RESET”-toets
2. Multifunctioneel display
3. Snelheidsmeter
4. Rode zone
De snelheidsmeterunit is voorzien van
het volgende:
●een snelheidsmeter (die de
actuele rijsnelheid aangeeft)
DCAS0010
LET OP
Rijd niet met de scooter met de
snelheidsmeter in de rode zone.
Rode zone: 120 km/h (75 mph) en
hoger
●een kilometerteller (die de totale
afgelegde afstand toont)
●een ritteller (die de afgelegde afs-
tand toont sinds de teller het
laatst werd teruggesteld op nul)
Door het indrukken van de “TRIP”-
toets wisselt de weergave tussen kilo-
meterteller “ODO” en ritteller “TRIP”.
Om de ritteller terug te stellen, scha-
kelt u over naar de “TRIP”-modus,
waarna u de “TRIP”-toets minstens 1
seconde lang ingedrukt houdt. De rit-
teller kan samen met de brandstofni-
veaumeter worden gebruikt om de
afstand te schatten die met een volle
brandstoftank kan worden afgelegd.
Deze informatie stelt u in staat de vol-
gende tankstops te plannen.
Instellen van de
kilometerteller/rittellerweergave
Om de kilometerteller en de ritteller in
te stellen op weergave in kilometers
of in mijlen gaat u als volgt te werk.
1. Draai de sleutel naar “ ” terwijl
u de resettoets ingedrukt houdt.
2. Laat de resettoets los zodra het
display oplicht.
TOTALTRIP
1
2
34
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 18
Page 19 of 88

3. De actuele weergave wordt op
het display getoond: “CONT”
(continentaal) voor kilometerwe-
ergave en “EnGL” (Engels) voor
mijlenweergave.
4. Druk de resettoets in om de
weergave te wijzigen.
5. Druk de resettoets twee secon-
den lang in om de instelling te
bevestigen.
OPMERKING
●De kilometerteller/rittellerweerga-
ve kan onbeperkt worden gewij-
zigd zolang de kilometerteller
minder dan 10 (kilometers of mij-
len) aangeeft. Bij een weergave
van 10 (kilometers of mijlen) of
meer is wijzigen niet meer moge-
lijk.
●Wisselen tussen de kilometer- en
mijlenweergave heeft geen invlo-
ed op de huidige kilometerte-
ller/rittellerweergave.
DAUS1460
Brandstof- en
accuspanningsmeter
1. Brandstofniveaumeter
2. Accuspanning
Als de sleutel naar “ ” wordt gedra-
aid, wordt gedurende twee seconden
de accuspanning aangegeven, daar-
na wordt de hoeveelheid brandstof in
de brandstoftank aangegeven. LET
OP: Als de naald daalt naar het
merkteken “10V” (laag), vraag dan
een Yamaha-dealer de accu te con-
troleren.
[DCAS0030]
OPMERKING
●De naald beweegt naar “E” (leeg)
naarmate het brandstofniveau
daalt.
●Vul zo snel mogelijk brandstof bij
als de naald bij “E” staat.Fuel
Battery
1
2
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 19
Page 20 of 88

DAUS1211
Klok
Om de klok op tijd te zetten
1. Draai de sleutel naar “ ”.
2. Druk twee seconden op de reset-
toets. De uuraanduiding zal gaan
knipperen.
3. Druk op de resettoets om de uren
in te stellen.4. Druk twee seconden op de reset-
toets. Het eerste cijfer van de
minutenaanduiding zal gaan
knipperen.
5. Druk op de resettoets om het
eerste cijfer van de minutenaan-
duiding in te stellen.
6. Druk nog eens twee seconden op
de resettoets. Het tweede cijfer
van de minutenaanduiding zal
gaan knipperen.
7. Druk op de resettoets om het
tweede cijfer van de minutenaan-
duiding in te stellen.
8. Druk twee seconden op de reset-
toets om de klok op tijd te zetten.
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem
(optie)
Dit model kan door een Yamaha dea-
ler worden uitgerust met een optione-
el antidiefstal-alarmsysteem. Neem
contact op met een Yamaha dealer
voor nadere informatie.
Total/Trip
TOTAL TRIP
Total/Trip
TOTAL TRIP
Total/Trip
TOTAL TRIP
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 20