YAMAHA MAJESTY 125 2009 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2009, Model line: MAJESTY 125, Model: YAMAHA MAJESTY 125 2009Pages: 88, PDF Size: 3.04 MB
Page 21 of 88

DAU12347
Stuurschakelaars
Links
1. Dimlichtschakelaar “ / ”
2. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
3. Claxonschakelaar “ ”
Rechts
1. Schakelaar alarmverlichting “ ”
2. Startknop “ ”
DAUS1020
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor
grootlicht en op “ ” voor dimlicht.
Druk de schakelaar in de dimlichts-
tand omlaag om een lichtsignaal te
geven met de koplamp.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “ /
”
Druk deze schakelaar naar “ ” om
afslaan naar rechts aan te geven.
Druk deze schakelaar naar “ ” om
afslaan naar links aan te geven. Na
loslaten keert de schakelaar terug
naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is
teruggekeerd in de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een cla-
xonsignaal te geven.
DAU12721
Startknop “ ”
Druk met de zijstandaard omhoog op
deze knop terwijl u de voor- of achte-
rrem bekrachtigt om de motor te star-ten met de startmotor. Zie pagina
5-1 voor startinstructies voordat u de
motor start.
DAU12765
Schakelaar alarmverlichting “ ”
Druk met de sleutel in de stand “ ”
op deze schakelaar om de alarmver-
lichting in te schakelen (gelijktijdig
knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in
een noodgeval of om andere verke-
ersdeelnemers te waarschuwen als
uw machine stilstaat in een mogelijk
gevaarlijke verkeerssituatie.
DCA10061
LET OP
Gebruik de alarmverlichting niet
gedurende langere tijd als de motor
niet draait omdat hierdoor de accu
kan ontladen.
11
22
11
22
33
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 21
Page 22 of 88

DAU12900
Voorremhendel
1. Voorremhendel
De voorremhendel bevindt zich aan
de rechterstuurgreep. Trek deze hen-
del naar het stuur toe om de voorrem
te bekrachtigen.
DAU12950
Achterremhendel
1. Achterremhendel
De achterremhendel bevindt zich aan
de linkerstuurgreep. Trek deze hendel
naar het stuur toe om de achterrem te
bekrachtigen.
DAUS1041
Tankdop
Openen van de tankdop
1. Tankdopdeksel
2. Openen.
3. Tankdop
1. Open het tankdopdeksel door
het achterste gedeelte omlaag te
drukken.
13
2
1111
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 22
Page 23 of 88

2. Steek de sleutel in het slot en
draai hem rechtsom.
Sluiten van de tankdop
1. Zet de uitlijnmerktekens tegeno-
ver elkaar en druk de tankdop in
zijn oorspronkelijke positie.
2. Draai de sleutel linksom en neem
hem uit.
3. Sluit het tankdopdeksel.
DWA11091
s s
WAARSCHUWING
Na het tanken moet de tankdop
goed worden aangedraaid. Door
brandstoflekkage ontstaat brand-
gevaar.
DAU13221
Brandstof
Controleer of er voldoende brandstof
in de brandstoftank aanwezig is.
DWA10881
s s
WAARSCHUWING
Benzine en benzinedampen zijn
zeer brandbaar. Volg de ondersta-
ande instructies om brand en ont-
ploffing te voorkomen en het letsel-
risico tijdens het tanken te
verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor
af en zorg dat er niemand op de
machine zit. Rook nooit tijdens
het tanken en tank nooit in de
nabijheid van vonken, open vuur
of andere ontstekingsbronnen
zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te
vol. Steek bij het tanken het vul-
pistool goed in de vulopening
van de brandstoftank. Stop met
vullen zodra de brandstof de
onderkant van de vulhals heeft
bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 23
Page 24 of 88

warmte van de motor of de zon
ervoor zorgen dat brandstof uit
de brandstoftank stroomt.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
3. Veeg uitgestroomde brandstof
onmiddellijk af. LET OP: Veeg
gemorste brandstof onmidde-
llijk af met een schone, droge,
zachte doek, aangezien de
brandstof de gelakte opperv-
lakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10071]
4. Draai de tankdop stevig vast.
DWA15151
s s
WAARSCHUWING
Benzine is giftig en kan letsel of
overlijden veroorzaken. Spring
zorgvuldig om met benzine. Probe-
er nooit om benzine via de mond
over te hevelen. Roep onmiddellijk
medische hulp in nadat u benzine
heeft ingeslikt, veel benzinedamp
heeft ingeademd of benzine in uw
ogen heeft gekregen. Als benzine
op uw huid terechtkomt, was deze
dan af met water en zeep. Als u
benzine op uw kleding morst, trek
dan andere kleding aan.
DAU13320DCA11400
LET OP
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Loodhoudende benzine veroor-
zaakt ernstige schade aan inwendi-
ge motoronderdelen als kleppen en
zuigerveren en ook aan het uitla-
atsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd
op het gebruik van normale loodvrije
benzine met een octaangetal van
RON 91 of hoger. Als de motor gaat
detoneren (pingelen), gebruik dan
benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan
bougies langer mee en blijven de
onderhoudskosten beperkt.
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
10,5 L (2,77 US gal, 2,31 Imp.gal)
Brandstofreserve:
3,0 L (0,79 US gal, 0,66 Imp.gal)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 24
Page 25 of 88

DAU39451
Tankbeluchtingsslang/overlo
opslang
1. Tankbeluchtingsslang/overloopslang
Alvorens de motorfiets te gebruiken:
●Controleer de aansluiting van de
tankbeluchtingsslang/overloops-
lang.
●Controleer de tankbeluchtingss-
lang/overloopslang op scheuren
of beschadiging en vervang
indien nodig.
●Controleer of het uiteinde van de
tankbeluchtingsslang/overloops-
lang niet verstopt is en reinig
indien nodig.
DAU13432
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaat-
katalysator.
DWA10861
s s
WAARSCHUWING
Het uitlaatsysteem is heet nadat de
motor heeft gedraaid. Let op het
volgende om brandgevaar of
brandwonden te voorkomen:
●Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals
op gras of op ander materiaal
dat gemakkelijk vlam vat.
●Parkeer de machine op een
plek waar voetgangers of kin-
deren niet gemakkelijk met het
hete uitlaatsysteem in aanra-
king kunnen komen.
●Controleer of het uitlaatsyste-
em is afgekoeld alvorens
onderhoudswerkzaamheden
uit te voeren.
●Laat de motor niet langer dan
enkele minuten stationair dra-
aien. Lang stationair draaien
kan leiden tot oververhitting.
DCA10701
LET OP
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Bij gebruik van loodhoudende
benzine zal onherstelbare schade
worden toegebracht aan de uitlaat-
katalysator.
1
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 25
Page 26 of 88

DAU13891
Zadel
Openen van het zadel
1. Steek de sleutel in het slot en
draai deze dan zoals afgebeeld.
1. Openen.
2. Klap het zadel omhoog.
1. Zadel
Sluiten van het zadel
1. Klap het zadel omlaag en druk
dan aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit.
OPMERKING
Controleer of het zadel stevig is ver-
grendeld alvorens te gaan rijden.
DAU14541
Opbergcompartiment
Om het opbergcompartiment te
openen
1. Openen.
2. Deksel voorste opbergcompartiment
1. Steek de sleutel in het slot, draai
een kwartslag rechtsom, en trek
er dan aan om het deksel van het
opbergcompartiment te openen.
Om het opbergcompartiment te
sluiten
1. Duw het deksel van het opberg-
compartiment in de originele
positie, en verwijder dan de sleu-
tel.
2
1
1
1
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 26
Page 27 of 88

DWA10961
s s
WAARSCHUWING
●Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 0,5 kg (1,10 lb)
voor het opbergcompartiment
niet.
●Overschrijd het maximumge-
wicht van 177 kg (390 lb) voor
het voertuig niet.
DAUM1191
Opbergcompartiment
1. Opbergcompartiment
Onder het zadel is een opbergcom-
partiment aanwezig. (Zie pagina
3-11).
DWA10961
s s
WAARSCHUWING
●Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 10 kg (22 lb) voor
het opbergcompartiment niet.
●Overschrijd het maximumge-
wicht van 177 kg (390 lb) voor
het voertuig niet.
DCA10080
LET OP
Let op het volgende bij het gebruik
van het opbergcompartiment.
●Het opbergcompartiment
wordt snel warmer als het is
blootgesteld aan direct zon-
licht, bewaar hierin dus geen
goederen die slecht tegen
warmte kunnen.
●Wikkel natte voorwerpen in
een plastic zak, om zo vochtig
worden van het opbergcom-
partiment te voorkomen.
●Het opbergcompartiment kan
nat worden als de scooter
wordt gewassen, omwikkel te
bewaren voorwerpen dus in
een plastic zak.
●Bewaar geen waardevolle of
breekbare voorwerpen in het
opbergcompartiment.
Als u een helm wilt opbergen in het
opbergcompartiment, moet de helm
worden geplaatst met de voorkant
naar achteren.
1
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 27
Page 28 of 88

OPMERKING
●Sommige helmen kunnen vanwe-
ge hun grootte of vorm niet wor-
den weggeborgen in het opberg-
compartiment.
●Laat uw scooter niet onbeheerd
achter met het zadel open.
DAU14881
Afstellen van de
schokdemperunits
1. Stelring veervoorspanning
2. Positie-indicator
Elke schokdemperunit is uitgerust
met een stelring voor veervoorspan-
ning.
DCA10101
LET OP
Probeer nooit voorbij de maximum-
of minimuminstellingen te draaien
om schade aan het mechanisme te
voorkomen.
DWA10210
s s
WAARSCHUWING
Geef beide vorkpoten steeds
dezelfde afstelling, anders kan
slecht weggedrag en verminderde
rijstabiliteit het gevolg zijn.
Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te ver-
hogen en zo de vering stugger te
maken de stelring op beide schok-
demperunits in de richting (a). Draai
om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de
stelring op beide schokdemperunits
in de richting (b).
Zet de gewenste inkeping in de stel-
ring tegenover de positie-indicator op
de schokdemper.
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
(b)
Standaard:
midden
Maximum (hard):
(a)
21
ba
2
431
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 28
Page 29 of 88

DAU15301
Zijstandaard
1. Zijstandaardschakelaar
2. Zijstandaard
De zijstandaard bevindt zich aan de
linkerzijde van het frame. Trek of druk
de zijstandaard met uw voet omhoog
of omlaag terwijl u de machine rech-
top houdt.
OPMERKING
De ingebouwde sperschakelaar voor
de zijstandaard maakt deel uit van het
startspersysteem, dat in bepaalde
situaties de werking van het ontste-
kingssysteem blokkeert. (Zie hierna
voor een nadere uitleg over het starts-
persysteem.)
DWA10240
s s
WAARSCHUWING
Met de machine mag nooit worden
gereden terwijl de zijstandaard
omlaag staat of niet behoorlijk kan
worden opgetrokken (of niet omho-
og blijft), anders kan de zijstanda-
ard de grond raken en zo de bes-
tuurder afleiden, waardoor de
machine mogelijk onbestuurbaar
wordt. Het Yamaha startspersyste-
em is ontworpen om de bestuurder
te helpen bij zijn verantwoordelijk-
heid de zijstandaard op te trekken
alvorens weg te rijden. Controleer
dit systeem daarom regelmatig
zoals hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer
als de werking niet naar behoren is.
DAU15362
Startspersysteem
Het startspersysteem (waarvan de
zijstandaardschakelaar en de rem-
lichtschakelaars deel uitmaken) heeft
de volgende functies:
●Het verhindert starten wanneer
de zijstandaard is opgetrokken,
terwijl geen der remmen is
bekrachtigd.
●Het verhindert starten wanneer
een der remmen is bekrachtigd,
terwijl de zijstandaard nog omla-
ag staat.
●Het schakelt een draaiende
motor af zodra de zijstandaard
omlaag bewogen wordt.
Controleer de werking van het starts-
persysteem regelmatig volgens de
onderstaande procedure.
OPMERKING
Deze controle is vooral betrouwbaar
als hij wordt uitgevoerd met een war-
me motor.
1
2
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 29
Page 30 of 88

Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar aan staat.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Knijp de voor- of achterrem in en houd deze vast.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog uit:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de voor- of achterrem in en houd deze vast.
8. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Het systeem is in orde. De scooter mag worden gebruikt.De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
De scooter mag niet worden gebruikt voordat
deze is nagekeken door een Yamaha dealer.
De remschakelaar werkt mogelijk niet goed.
De scooter mag niet worden gebruikt voordat
deze is nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
De scooter mag niet worden gebruikt voordat
deze is nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE NEE JA
●Bij deze inspectie moet de machine op de
middenbok worden gezet.
●Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha dealer
het systeem te controleren.
WAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 30