ESP YAMAHA MT-03 2012 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2012, Model line: MT-03, Model: YAMAHA MT-03 2012Pages: 97, PDF Size: 5.08 MB
Page 3 of 97

INLEIDING
DAU10100
Welkom in de wereld van Yamaha rijders!
Als eigenaar van de MT-03 profiteert u van Yamaha's ervaring en technische kennis in het ontwerpen en fabriceren van
producten van topkwaliteit, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben van alle functies van uw
MT-03. Deze gebruikershandleiding geeft instructies over bediening, inspectie en onderhoud van de motorfiets, terwijl
ook wordt beschreven hoe u uzelf en anderen persoonlijk letsel en schade kunt besparen.
Verder helpen allerlei tips in deze handleiding om uw motorfiets in optimale conditie te houden. Als er tenslotte toch nog
vragen zijn, aarzel dan niet en neem contact op met de Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijden toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!
Page 37 of 97

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-3
ITEM
Koppeling
Gasgreep
Bedieningskabels
Aandrijfketting
Wielen en banden
Rempedaal
Rem- en
koppelingshendels
ZijstandaardCONTROLES
• Controleer de werking.
• Smeer indien nodig de kabel.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de kabel.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af
te stellen, en de kabel en het kabelhuis te smeren.
• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig.
• Controleer of de ketting correct is aangespannen.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer de conditie van de ketting.
• Smeer indien nodig.
• Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig het pedaalscharnierpunt.
• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.
• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig het scharnierpunt.PAGINA
3-10, 6-19, 6-26
6-15, 6-25
6-25
6-23, 6-24
6-16, 6-19
6-26
6-26
6-27
Page 53 of 97

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-11
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
Zonder vervanging van oliefilter
element:
3,0 L (3,17 US qt) (2,64 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilter
element:
3,1 L (3,28 US qt) (2,72 Imp.qt)
DCA11620LET OP:
●Om het slippen van de koppeling
te voorkomen (de motorolie
smeert immers ook de koppe-
ling) mogen geen chemische
additieven worden toegevoegd.
Gebruik geen olieën met een
"CD" dieselspecificatie of olieën
met een hogere kwaliteit dan
gespecificeerd. Gebruik ook
geen oliën met een "ENERGY
CONSERVING II" of hogere aan-
duiding.
●Zorg dat er geen verontreini-
gingen in het carter terecht ko-
men.11. Start de motor, laat hem een paar
minuten stationair draaien en
controleer daarbij op olielekkage.
Als er sprake is van olielekkage,
zet de motor dan direct af en zoek
de oorzaak.
12. Zet de motor af, controleer dan
het olieniveau en corrigeer indien
nodig.
DCAB0030LET OP:
Het oliereservoir moet in twee stap-
pen worden gevuld. Vul het oliere-
servoir eerst met 2,0 L (2,11 US qt)
(1,75 Imp.qt) van de aanbevolen
motorolie. Start vervolgens de mo-
tor, geef vijf of zes keer flink gas,
zet de motor weer uit en vul dan de
rest van de motorolie bij.
Page 66 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1. Wielasmoer
2. Stelmoer spanning aandrijfketting
3. Borgmoer
4. Uitlijnmerktekens
DCA10570
LET OP:
Een slecht gespannen aandrijfket-
ting overbelast de motor en andere
vitale delen van de motorfiets,
waardoor de ketting kan slippen of
breken. Om dit te voorkomen moet
de spanning van de aandrijfketting
binnen het voorgeschreven bereik
blijven.
Aanhaalmomenten:
Borgmoer:
16 Nm (1,6 m·kgf, 11 ft·lbf)
Wielasmoer:
150 Nm (15,0 m·kgf, 108 ft·lbf)
DAU23022
Reinigen en smeren
van de aandrijfketting
De aandrijfketting moet worden gerei-
nigd en gesmeerd volgens de interval-
perioden zoals voorgeschreven in het
periodieke smeer- en onderhouds-
schema, anders zal de ketting snel
slijten, met name in vochtige of stoffi-
ge gebieden. Onderhoud de ketting
als volgt.
DCA10581LET OP:
De aandrijfketting moet worden ge-
smeerd nadat de motorfiets is ge-
wassen of ermee in de regen is ge-
reden.
1. Reinig de aandrijfketting met pe-
troleum en een zacht borsteltje. 3. Trek de borgmoeren en dan de
wielasmoer aan met de voorge-
schreven aanhaalmomenten.
Page 67 of 97

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-25
DCA11120LET OP:
Om beschadiging van de o-ringen
te voorkomen, mag de aandrijfket-
ting niet worden gereinigd met een
stoomreiniger of hogedrukreiniger
of met niet-geschikte ontvetters.
2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig
met speciale smering voor o-ring
kettingen.
DCA11110LET OP:
Gebruik geen motorolie of andere
smeermidelen voor de aandrijfket-
ting, deze bevatten mogelijk toe-
voegingen die de o-ringen kunnen
beschadigen.
DAU23100
Controleren en smeren van
kabels
De werking van alle bedieningskabels
en de conditie van alle kabels moet
voorafgaand aan elke rit worden ge-
controleerd en de kabel en kabelein-
den moeten indien nodig worden ge-
smeerd. Vraag een Yamaha dealer
een kabel te controleren of te vervan-
gen wanneer deze is beschadigd of
niet soepel beweegt.
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
DWA10720
WAARSCHUWING0
Bij schade aan de buitenkabel kan
de goede werking van de kabel
worden belemmerd en kan de bin-
nenkabel gaan roesten. Vervang
een beschadigde kabel zo snel mo-
gelijk om onveilige condities te
voorkomen.
DAU23111
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel
De werking van de gasgreep hoort
voorafgaand aan elke rit te worden ge-
controleerd. Smeer ook de gaskabel
volgens de intervaltijden gespecifi-
ceerd in het periodiek onderhouds-
schema.
Page 81 of 97

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-39
OPMERKING:
●Als het verwijderen van de aan-
drijfketting problemen oplevert,
verwijder dan eerst de wielas en
breng het wiel voldoende omhoog
om de ketting van het achtertand-
wiel te kunnen halen.
●De aandrijfketting kan niet wor-
den gesplitst.
7. Ondersteun de remklauwsteun,
trek de wielas uit en verwijder dan
het wiel.
DCA11070LET OP:
Bekrachtig de rem niet terwijl het
wiel samen met de remschijf is ver-
wijderd, anders komen de remblok-
ken tegen elkaar.
DAU34430
Aanbrengen van het achterwiel
1. Monteer het wiel en de remklauw-
steun door de wielas vanaf de
rechterzijde in te steken.
OPMERKING:
●Controleer of de aanslag op de
achterbrug in de sleuf in de rem-
klauwsteun valt.
●Kijk of er voldoende afstand tus-
sen de remblokken is voordat u
het wiel aanbrengt.
2. Breng de aandrijfketting aan op
het achtertandwiel.
3. Breng de wielasmoer aan en laat
het achterwiel dan zakken zodat
dit op de grond rust.
4. Stel de spanning van de aandrijf-
ketting af. (Zie pagina 6-23.)
5. Draai de wielasmoer vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
Aanhaalmoment:
Wielasmoer:
150 Nm (15,0 m·kgf, 108 ft·lbf)
DAU25870
Problemen oplossen
Yamaha motorfietsen ondergaan een
grondige inspectie voordat ze vanaf de
fabriek op transport gaan, maar tijdens
gebruik kunnen toch storingen optre-
den. Problemen in de brandstof-, com-
pressie- of ontstekingssystemen kun-
nen bijvoorbeeld de oorzaak zijn van
slecht starten of een afname in motor-
vermogen.
In de volgende storingzoekschema's is
een snelle en gemakkelijke werkwijze
weergegeven om deze vitale systemen
zelf te kunnen controleren. Ga met uw
motorfiets echter wel naar een Yamaha
dealer als reparaties nodig zijn, hier zijn
vakkundige monteurs aanwezig die be-
schikken over het benodigde gereed-
schap en de ervaring en vakkennis om
het nodige onderhoud aan de machine
correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha
vervangingsonderdelen. Niet-originele
onderdelen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van
mindere kwaliteit en hebben een korte-
re levensduur, zodat dan later mogelijk
toch dure reparaties nodig zijn.
Page 86 of 97

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
4. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend
middel aan te brengen op alle
metalen delen, ook op verchro-
omde en vernikkelde componen-
ten, om zo corrosie te voorko-
men.
5. Gebruik oliespray als universeel
schoonmaakmiddel om eventueel
nog achtergebleven vuil te verwij-
deren.
6. Werk kleine lakbeschadigingen bij
veroorzaakt door steenslag e.d.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in
de was.
8. Laat de motorfiets volledig dro-
gen alvorens te stallen of af te
dekken.
DWA10930
WAARSCHUWING0
●Controleer of er geen olie of
was op de wielen of de remmen
zit. Reinig de remschijven en
remvoeringen indien nodig met
een normale remschijfreiniger
of aceton en spoel de banden
schoon met lauw water en een
mild reinigingsmiddel.
●Test voor u de motorfiets in ge-
bruik neemt eerst de remwerking
en het weggedrag in bochten.
DCA10800LET OP:
●Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwij-
der overtollige hoeveelheden.
●Breng oliespray of was nooit
aan op rubber of kunststof de-
len, behandel deze met een da-
artoe bestemd verzorgings-
middel.
●Vermijd het gebruik van schu-
rende poetsmiddelen, deze
tasten de lak aan.
OPMERKING:
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
DAUM1900
Stalling
Korte termijn
Stal uw motorfiets steeds op een koele
en droge plek en bescherm indien no-
dig tegen stof met een luchtdoorlaten-
de stallinghoes.
DCA10810LET OP:
●Als de motorfiets wordt gestald
in een slecht geventileerde
ruimte of in vochtige toestand
wordt afgedekt met een hoes
of een dekzeil, zal water en
vocht kunnen binnendringen
en roestvorming veroorzaken.
●Voorkom corrosie door de ma-
chine niet te stallen in een
vochtige kelder, een stal (i.v.m.
de aanwezigheid van ammo-
niakdamp) en in een opsla-
gruimte voor sterke chemica-
liën.