YAMAHA XJ900S 2000 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2000, Model line: XJ900S, Model: YAMAHA XJ900S 2000Pages: 97, PDF Size: 2.1 MB
Page 81 of 97

7-1
7
DAU01521
7-ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETSOnderhoudDat al het technisch vernuft duidelijk zicht-
baar is, geeft een motorfiets zijn charme,
maar het vormt tegelijk een kwetsbaar punt.
Ook al zijn alle onderdelen van hoge kwali-
teit, absoluut roestvrij zijn ze niet. En waar
een uitlaatpijp met roestplekken bij een
auto niet of nauwelijks opvalt, wordt een
motorfiets er ernstig door ontsierd. Daarom
is regelmatig en zorgvuldig onderhoud van
groot belang voor uw motorfiets, voor de
aanblik zowel als de prestaties en de le-
vensduur ervan. Bovendien staat in de ga-
rantievoorwaarden vermeld dat de
motorfiets goed moet worden onderhou-
den. Om al deze redenen is het aanbevolen
de volgende aanwijzingen voor onderhoud
en opslag stipt op te volgen.Voor het reinigen
1. Breng een plastic zak aan over de uit-
einden van de uitlaatpijpen.
2. Zorg dat alle beschermkappen en
deksels, vooral ook van de elektrische
aansluitingen zoals de bougiedoppen
e.d. stevig vast zitten en goed afslui-
ten.
3. Verwijder aangekoekt vuil, zoals ver-
brande olieresten op het carterhuis,
met een ontvettingsmiddel en een bor-
stel, maar gebruik zulke middelen
nooit op pakkingen en wielassen.
Spoel al het vuil en het reinigingsmid-
del zorgvuldig af met water.Reinigen
Na normaal gebruik van de motor
Verwijder vuil van de motorfiets met warm
water, een neutraal schoonmaakmiddel en
een schone zachte spons en spoel de mo-
torfiets af met volop schoon water. Gebruik
een tandenborstel of flessenborstel voor de
moeilijk bereikbare plaatsen. Hardnekkig
vuil en insecten zijn vaak gemakkelijker te
verwijderen als u voor het reinigen enkele
minuten lang een natte doek over de betref-
fende delen laat liggen.
Page 82 of 97

ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS
7-2
7
DCA00010
LET OP:@ l
Gebruik geen zure of bijtende wiel-
reinigers, vooral op spaakwielen.
Als het nodig mocht zijn een derge-
lijk middel te gebruiken voor erg
hardnekkig vuil, laat het middel dan
vooral niet langer zitten dan strikt
noodzakelijk en spoel het dan gron-
dig af met water. Droog het gerei-
nigde deel af en spuit er een
roestwerend middel op.
l
Reinigen met de verkeerde midde-
len kan schade toebrengen aan het
windscherm, stroomlijnkappen, pa-
nelen en andere plastic onderdelen.
Gebruik voor het reinigen van plas-
tic onderdelen uitsluitend een zach-
te schone doek of spons met water
en mild zeepsop.
l
Gebruik voor het schoonmaken
van plastic nooit schuurmiddelen
of bijtende chemische middelen.
Gebruik ook nooit een doek of
spons die in aanraking is geweest
met bijtende schoonmaakmidde-
len, thinner en dergelijke oplosmid-
delen, benzine (of andere
brandstoffen), roestwerende of -
verwijderingsmiddelen, remvloei-
stof, antivries of elektrolyt.
l
Spuit de motorfiets niet schoon met
een hogedrukstraal of een stoom-
reiniger, want hierbij kan er water
binnendringen en schade toebren-
gen aan de volgende onderdelen:
pakkingen (van de wiellagers,
zwaaiarmlagers, voorvork en rem-
men), elektrische onderdelen (stek-
kers en aansluitbussen,
instrumenten, schakelaars en lam-
pen), ontluchtingsopeningen en -
slangen.
l
Voor motorfietsen met een wind-
scherm: Gebruik geen schuur-
spons of krachtige
reinigingsmiddelen, aangezien
deze het windscherm kunnen be-
krassen of vertroebelen. Ook som-
mige schoonmaakmiddelen voor
plastic kunnen krassen achterlaten
op het windscherm. Mocht u een
speciaal schoonmaakmiddel willen
gebruiken, probeer dit dan eerst uit
op een klein deel waar u normaal
niet doorheen kijkt. Krassen op het
windscherm kunt u na het wassen
verwijderen met een plastic-
poetsmiddel van goede kwaliteit.
@Na het rijden in de regen, langs de zeekustof over wegen waar pekel gestrooid isAangezien zilte zeelucht en ’s winters
strooizout in combinatie met water extreem
corrosief werken, dient u na een rit in de re-
gen, langs de zeekust of over wegen met
strooizout, altijd zo spoedig mogelijk de vol-
gende maatregelen te treffen. (Niet alleen ’s
winters, want strooizout kan nog tot ruim in
het voorjaar langs de weg blijven liggen.)
Page 83 of 97

ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS
7-3
7
1. Maak uw motorfiets grondig schoon
met water en zeep, nadat de motor is
afgekoeld.
DCA00012
LET OP:@ Gebruik geen warm water aangezien dit
de corrosieve werking van het zout ver-
sterkt. @2. Spuit een roestwerend middel op alle
metalen oppervlakken (ook ver-
chroomde en vernikkelde onderdelen)
om roestvorming tegen te gaan.Na het reinigen
1. Droog de motorfiets af met een zemen
lap of een goed absorberende doek.
2. Gebruik een chroompoetsmiddel om
alle roestvrij stalen, aluminium en ver-
chroomde onderdelen te poetsen, in-
clusief de uitlaatpijpen. (Zelfs de door
hitte veroorzaakte verkleuring van
roestvrij stalen uitlaatpijpen is door
goed poetsen te verhelpen.)
3. Om roestvorming tegen te gaan, is het
aanbevolen alle metalen oppervlak-
ken (ook verchroomde en vernikkelde
onderdelen) te bespuiten met een
roestwerend middel.
4. Gebruik een spuitbus met olie als uni-
verseelreiniger om de laatste vuilres-
ten te verwijderen.
5. Repareer krassen en lakschade ver-
oorzaakt door steenslag e.d.
6. Zet alle gelakte onderdelen in de was.
7. Zorg dat de motorfiets geheel droog is
voordat u hem afdekt of stalt.
DWA00001
WAARSCHUWING
@ Zorg dat er geen olie of was achterblijft
op de remmen en de banden. Indien no-
dig kunt u de remschijven en voeringen
reinigen met een gewone remschijfreini-
ger of aceton, en de banden kunt u was-
sen met warm water en mild zeepsop.
Controleer daarna zorgvuldig de rem-
werking en het weggedrag van de mo-
torfiets in bochten. @
Page 84 of 97

ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS
7-4
7
DCA00013
LET OP:@ l
Breng olie of was zo zuinig moge-
lijk aan en veeg de overtollige hoe-
veelheid grondig af.
l
Breng nooit olie of was aan op rub-
ber en plastic onderdelen, maar
reinig deze met speciale onder-
houdsmiddelen.
l
Gebruik geen poetsmiddelen met
een schurende werking, want deze
zullen de laklaag aantasten.
@OPMERKING:@ Vraag uw Yamaha dealer om advies over
de juiste reinigingsmiddelen. @
OpslagKorte tijd
Stal uw motorfiets altijd op een koele, droge
plaats en dek hem zonodig af met een
luchtdoorlatende hoes tegen stof e.d.
DCA00014
LET OP:@ l
Bij opslag van de motorfiets in een
slecht geventileerde ruimte of af-
dekken van de motorfiets terwijl
deze nog nat is, kan er water of
vocht in binnendringen en roest
veroorzaken.
l
Om roestvorming te voorkomen,
dient u vochtige kelders of stallen
(waar ammoniadamp hangt) te ver-
mijden, evenals plaatsen waar
krachtige chemicaliën zijn opgesla-
gen.
@
Lange tijd
Alvorens uw motorfiets enkele maanden te
stallen:
1. Volg alle aanwijzingen bij “Onder-
houd” in dit hoofdstuk.
2. Leeg de vlotterkamers van de carbu-
rateur door de aftapbouten los te
draaien; dit voorkomt dat er brand-
stofresten aanslibben. Giet de afge-
tapte benzine terug in de
brandstoftank.
3. Voor motorfietsen met een brandstof-
kraantje met “OFF” stand: Draai het
brandstofkraantje in de “OFF” stand.
4. Vul de brandstoftank en voeg een sta-
bilisatiemiddel toe (indien voorhan-
den) om roestvorming in de tank en
bederven van de brandstof te voorko-
men.
5. Volg de onderstaande aanwijzingen
om de cilinders, zuigerringen e.d. te-
gen roest te beschermen.
Page 85 of 97

ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS
7-5
7
a. Verwijder de bougiedoppen en de
bougies.
b. Giet door de bougie-openingen een
theelepel motorolie in elk van de cilin-
ders.
c. Breng de bougiedoppen op de bou-
gies aan en plaats de bougies op de
cilinderkop zodat de elektroden ge-
aard zijn. (Dit om het vonken van de
bougies tijdens de volgende stap te
voorkomen.)
d. Laat nu met de starter de motor enke-
le slagen ronddraaien. (Dit om de cilin-
derwanden te bedekken met een
laagje motorolie.)
e. Verwijder de bougiedoppen van de
bougies en breng de bougies en de
bougiedoppen weer op hun plaats
aan.
DWA00003
WAARSCHUWING
@ Voor het laten draaien van de motor
dient u de elektroden van de bougies te
aarden, om ongelukken of schade door
het vonken van de bougies te voorko-
men. @
6. Smeer alle bedieningskabels en de
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen, evenals de zijstandaard/mid-
denstandaard.
7. Controleer de bandenspanning en
breng de banden zonodig op de juiste
spanning, en zet dan de motorfiets op
blokken zodat beide wielen van de
grond komen. In plaats hiervan kunt u
de motorfiets laten staan, maar dan
zult u elke maand de wielen een klein
stukje moeten draaien, om te voorko-
men dat de banden op het onderste
punt teveel slijten.
8. Breng een plastic zak aan over de uit-
einden van de uitlaatpijpen, zodat er
geen vocht in kan komen.9. Verwijder de accu en laad deze volle-
dig op. Plaats de accu in een koele
droge ruimte en laad de accu eens per
maand op. Bewaar de accu niet op
een extreem warme of koude plaats
(niet onder de 0 °C of boven de 30 °C).
Zie voor nadere bijzonderheden de
aanwijzingen onder “Opslag van de
accu” in het hoofdstuk “PERIODIEK
ONDERHOUD EN EENVOUDIGE
REPARATIES”.
OPMERKING:@ Zorg dat alle nodige reparaties worden ver-
richt vóór u de motorfiets stalt. @
Page 86 of 97

8
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens ......................................................................... 8-1
Page 87 of 97

8-1
8
DAU01038
8-TECHNISCHE GEGEVENSTechnische gegevensCS-01E
Model XJ900S
Afmetingen
Grootste lengte 2.230 mm
Grootste breedte 750 mm
Grootste hoogte 1.300 mm
Zadelhoogte 795 mm
Wielbasis 1.505 mm
Grondspeling 130 mm
Minimale draaicirkel 3.000 mm
Basisgewicht (Met olie en volle
benzinetank)
265 kg
Motor
Type motor Vloeistofgekoelde 4-takt, DOHC
Cilinder-opstelling 4 cilinders parallel voorwaarts
hellend
Verplaatsing 892 cm
3
Boring ´ slag 68,5 ´ 60,5 mm
Kompressieverhouding 10:1
Startsysteem Elektrische starter
Smeersysteem Oliecarter-systeem (natte bak)Motorolie
Ty p e
Aanbevolen klasse motorolie
API service SE, SF, SG type of
hoger
Aantal
Periodieke verversing 3,2 L
Verversen van olie en
vervangen van oliefilter 3,4 L
Totale hoeveelheid 4,4 L
-20˚ -10˚ 0˚
10˚20˚ 30˚
40˚50˚C
SAE 10W/30
SAE 15W/40SAE 20W/40SAE 20W/50
SAE 10W/40
LET OP:Gebruik uitsluitend een motorolie die geen anti-frictie midde-
len bevat. Een motorolie bedoeld voor personenauto’s (vaak
voorzien van het opschrift “Energy Conserving”) bevat anti-
frictie toevoegingen die slippen van de koppeling en/of de
startmotorkoppeling kunnen veroorzaken, met een kortere
levensduur van de componenten en slechte motorprestaties
tot gevolg.
Page 88 of 97

TECHNISCHE GEGEVENS
8-2
8
Olie voor de eindoverbrenging
Type SAE 80 API “GL-4” hypoïde-olie
of SAE 80W90 universeel
hypoïde-olie
Aantal 0,2 L
LuchtfilterDroog type element
Benzine
Type Gewone loodvrije benzine
Inhoud brandstoftank 24 L
Carburateur
Type ´ aantal BDSR34 ´ 4
Merk MIKUNI
Bougies
Merk/type NGK / DPR8EA-9 of
DENSO / X24EPR-U9
Elektrodenafstand 0,8 ~ 0,9 mm
Type koppelingVloeistof, meervoudige platen
Overbrenging
Primair reduktie-systeem Recht tandwiel
Primaire reduktie-verhouding 1,672
Secundair reduktie-systeem As-aandrijving
Secundaire reduktie-
verhouding 1,278
Type overbrenging Konstante aangrijping,
5 versnellingen
Bediening Pedaal voor de linkervoetOverbreng-verhoudingen
1-ste 2,188
2-de 1,500
3-de 1,154
4-de 0,933
5-de 0,813
Chassis
Type frame Dubbele wiegkonstruktie
Casterhoek 27°
Spoorbreedte 121 mm
Banden
Voor
Type Tubeless, enkelwandig
Bandenmaat 120/70-17 58V
Merk/model Dunlop / K505F
Metzeler / ME33
Bridgestone / G601
Achter
Type Tubeless (enkelwandig)
Bandenmaat 150/70-17 69V
Merk/model Dunlop / K505
Metzeler / ME55A
Bridgestone / G602
Maximale belasting* 205 kg
Page 89 of 97

TECHNISCHE GEGEVENS
8-3
8
Luchtdruk (koude band)
Belasting tot 90 kg*
Voor 225 kPa (2,25 kg/cm
2, 2,25 bar)
Achter 250 kPa (2,50 kg/cm2, 2,50 bar)
90 kg ~ Maximale
belasting*
Voor 250 kPa (2,50 kg/cm2, 2,50 bar)
Achter 290 kPa (2,90 kg/cm2, 2,90 bar)
Bij rijden met hoge
snelheid
Voor 250 kPa (2,50 kg/cm2, 2,50 bar)
Achter 290 kPa (2,90 kg/cm2, 2,90 bar)
* Belasting is het totale gewicht van bagage, bestuurder,
passagier en accessoires.
Wielen
Voor
Type Gegoten
Bandenmaat 17 ´ MT 3,00
Achter
Type Gegoten
Bandenmaat 17 ´ MT 4,00Remmen
Voor
Type Dubbele schijfrem
Bediening Bediening met de rechterhand
Vloeistof DOT 4
Achter
Type Enkele schijfrem
Bediening Bediening met de rechtervoet
Vloeistof DOT 4
Wielophanging
Voor
Type Teleskoopvork
Achter
Type Zwaaiarm (gekoppelde
ophanging)
Schokdempers
Voor Schroefveer / oliegedempt
Achter Gas-schroefveer / oliegedempt
Veerweg
Voor 140 mm
Achter 110 mm
Page 90 of 97

TECHNISCHE GEGEVENS
8-4
8
Elektrische installatie
Ontstekingssysteem TCI ontsteking (digitaal)
Laadsysteem
Type Wisselstroom-dynamo
Standaard
vermogen 13,5 V, 34 A @ 5.000 tpm
Accu
Type YTX14-BS
Gloeilampen,
capaciteit 12 V, 12 AH
Type koplampKwartslamp (halogeen)
Gloeilampen voltage, wattage ´ aantal
Koplamp 12 V, 60/55 W ´ 1
Achterlicht/remlicht 12 V, 5/21 W ´ 2
Parkeerlicht 12 V, 4 W ´ 1
Richtingaanwijzerlamp 12 V, 21 W ´ 4
Meter-verlichting 12 V, 3,4 W ´ 4
Vrijstand-kontrolelampje 12 V, 3,4 W ´ 1
Grootlicht-kontrolelampje 12 V, 3,4 W ´ 1
Oliepeil-kontrolelampje 12 V, 3,4 W ´ 1
Richtingsaanwijzer-
kontrolelampje 12 V, 3,4 W ´ 2
Brandstofpeil-
waarschuwingslampje 12 V, 3,4 W ´ 1Zekering
Hoofdzekering 30 A
Signaalsysteemzekering 20 A
Koplampzekering 15 A
Waarschuwingslichtenzeke-
ring 10 A
Ontstekingszekering 10 A
Klokzekering 10 A