YAMAHA XJ900S 2000 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2000, Model line: XJ900S, Model: YAMAHA XJ900S 2000Pages: 97, PDF Size: 2.1 MB
Page 71 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-25
6
Opslag van de accu
Als de motorfiets een maand of langer niet
wordt gebruikt, verwijder de accu dan, laad
deze volledig op en bewaar de accu dan in
een koele donkere ruimte.
DC000102
LET OP:@ l
Zorg dat de accu volledig is opgela-
dan voordat u deze opbergt. Als de
accu in outladen toestand wordt
bewaard, kan er onherstelbare
schade aan ontstaan.
l
Gebruik een acculader voor een ge-
heel gesloten (MF-type) accu. Ge-
bruik van een conventionele
acculader kan schade aan de accu
veroorzaken. Als uw lader niet van
het afgedichte type is, dient u con-
tact op te nemen met uw Yamaha-
dealer.
l
Let bij het installeren van de accu
goed op dat alle aansluitigen naar
behoren zijn gemaakt.
@
DAU01110*
Vervangen van zekeringenDe zekeringhouders bevinden zich achter
stroomlijnkap B. (Zie blz. 6-6 voor het ver-
wijderen en weer aanbrengen.)
Als er een zekering is doorgebrand, draai
de kontaktslot-schakelaar dan naar “ON”
en schakel het betreffende circuit uit. Ver-
vang de zekering door een met hetzelfde
amperage. Schakel de elektrische circuits
weer in en kontroleer of alles naar behoren
funktioneert. Als de zekering onmiddellijk
weer doorbrandt, raadpleeg dan uw
Yamaha dealer.
DC000103
LET OP:@ Gebruik nooit zekeringen met een hoger
amperage dan wordt aanbevolen. Dit
kan leiden tot ernstige beschadiging van
het elektrische systeem en mogelijk
zelfs tot brand. @
1. Zekeringenkast (´ 2)
1. Koplampzekering
2. Ontstekingszekering
3. Klokzekering
4. Waarschuwingslampzekering
5. Hoofdzekering
6. Reservezekering (´ 3)
7. Signaalsysteemzekering
Page 72 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-26
6
DAU00829
Vervangen van de gloeilamp van
de koplampDeze motorfiets is uitgerust met een kop-
lamp met een kwartslampje. Als de gloei-
lamp doorbrandt, vervang deze dan als
volgt:
1. Maak de bedrading van de koplamp
los en verwijder het fittingdeksel.2. Haak de fitting los en verwijder de
doorgebrande gloeilamp.
DW000119
WAARSCHUWING
@ Houd brandbare stoffen uit de buurt van
de gloeilamp als deze warm is en zorg er
tevens voor dat u zichzelf niet brandt.
Raak de gloeilamp niet aan zolang deze
nog warm is. @
Voorgeschreven zekering:
Hoofdzekering: 30 A
Koplampzekering: 15 A
Signaalsysteemzekering: 20 A
Waarschuwingslampze-
kering: 10 A
Ontstekingszekering: 10 A
Klokzekering: 10 A
1. Bedradingsaansluiting
2. Fittingdeksel
1. Fitting
Page 73 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-27
6
3. Plaats een nieuwe gloeilamp en zet
hem hem vast met de fitting.
DC000105
LET OP:@ Raak het glas van de gloeilamp niet aan
met uw vingers. Zorg dat er geen olie op
terecht komt. De doorzichtigheid van het
glas, de levensduur van de gloeilamp en
de hoeveelheid licht die deze afgeeft zul-
len hierdoor negatief beïnvloed worden.
Als er toch olie op de gloeilamp terecht-
komt, maak de gloeilamp dan grondig
schoon met een doek en wat alkohol of
thinner. @
4. Monteer het fitting-deksel en sluit de
koplampbedrading weer aan. Als de
bundel van de koplamp afgesteld
moet worden, raadpleeg dan uw
Yamaha dealer.
DAU00869
Demonteren van het voorwiel
DW000122
WAARSCHUWING
@ l
Laat onderhoudswerkzaamheden
aan het wiel over aan uw Yamaha
dealer.
l
Zorg dat de motorfiets stabiel staat
opgesteld, zodat deze niet kan om-
vallen.
@1. Plaats de motorfiets op de midden-
standaard.
2. Maak de kabel van de snelheidsmeter
los van de voorwielnaaf.
1. Niet aanraken
1. Snelheidsmeterkabel
Page 74 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-28
6
3. Verwijder de remleidinghouders en de
remklauwen door de bouten er uit te
draaien.OPMERKING:Trek de remhendel nooit in als de remschijf
zich niet tussen de remklauwen bevindt.
4. Draai de klembout en de wielas los.
5. Plaats een stevig blok onder de motor,
zodanig dat het voorwiel van de grond
komt.
6. Verwijder de wielas. Zorg ervoor dat
de motorfiets goed ondersteund
wordt.
1. Bout (´ 3)
2. Remslang-houder
3. RemklauwLinker
Rechter
1. Klembout
2. Wielas
Page 75 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-29
6
DAU01469
Installeren van het voorwiel1. Monteer het snelheidsmeter-aandrijf-
huis in de wielnaaf. Zorg dat de wiel-
naaf en het snelheidsmeter-
aandrijfhuis nauwkeurig aansluiten,
met de nokken precies in de gleuven.
2. Til het wiel op tussen de poten van de
voorvork. Let op dat de gleuf in het
snelheidsmeter-aandrijfhuis precies
over de stopper aan de buitenste buis
van de voorvork valt.
3. Installeer de wielas en laat de motor-
fiets op de grond zakken.4. Installeer de remklauwen en de rem-
klauwbouten. Zorg dat er voldoende
ruimte tussen de remblokken is alvo-
rens u de remklauwen op de remschij-
ven aanbrengt.
5. Draai de asmoer, de klembout en de
remklauwbouten aan met het voorge-
schreven aantrekkoppel.6. Druk het stuur enkele malen stevig op
en neer om te controleren of de voor-
vork juist en soepel beweegt.
7. Installeer de kabel van de snelheids-
meter.
Aantrekkoppel:
Wielas:
59 Nm (5,9 m·kg)
Klembout:
19 Nm (1,9 m·kg)
Remklauwbout:
40 Nm (4,0 m·kg)
Page 76 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-30
6
DAU01557
Demonteren van het achterwiel
DW000122
WAARSCHUWING
@ l
Laat onderhoudswerkzaamheden
aan het wiel over aan uw Yamaha
dealer.
l
Zorg dat de motorfiets stabiel staat
opgesteld, zodat deze niet kan om-
vallen.
@1. Draai de wielasmoer en de klembout
los.
2. Plaats de motorfiets op de midden-
standaard.3. Verwijder de remklauwbouten en de
wielasmoer.
4. Verwijder de splitpen van de remtor-
siestangmoer, de moer en de bout.
5. Trek de wielas eruit, terwijl u de rem-
klauw ondersteunt.
6. Duw het wiel naar rechts zodat dit los-
komt uit de behuizing van de cardan
en verwijder het achterwiel.
OPMERKING:@ Trap het achterrempedaal nooit in als de
remschijf niet tussen de remklauwen zit. @
1. Asmoer
1. Klembout
1. Moer
2. Remtorsiestang
3. Splitpen
4. Bout (´ 2)
Page 77 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-31
6
DAU01558*
Installeren van het achterwiel1. Breng een dun laagje lithiumzeepvet
aan op de spiebanen van het eind-
overbrengingshuis en de spiebanen
van de achterwielnaaf.
2. Installeer het wiel en de wielas.
3. Installeer de remklauw en de rem-
klauwbouten. Zorg dat er voldoende
ruimte tussen de remblokken is alvo-
rens u de remklauw op de remschijf
aanbrengt.4. Installeer de remtorsiestangbout en
de moer.
5. Installeer de klembout en draai deze
aan met het voorgeschreven aantrek-
koppel.
6. Zet de motorfiets van de middenstan-
daard af.
7. Draai de asmoer, de remklauwbouten,
de remtorsiestangmoer en dan de
klembout aan met het voorgeschreven
aantrekkoppel.
8. Zet de remtorsiestangmore vast met
een nieuwe splitpen.
DAU01008
Verhelpen van storingenHoewel Yamaha motorfietsen een uiterst
grondige eindkontrole ondergaan, voordat
ze de fabriek verlaten, kan er natuurlijk altijd
wel eens iets mis gaan.
Problemen in het brandstofsysteem, met de
kompressie, of in het ontstekingssysteem,
kunnen leiden tot moeilijkheden met het
starten of verlies aan vermogen. In deze
paragraaf worden snelle en gemakkelijke
methodes beschreven om de systemen te
kontroleren.
Als uw motorfiets gerepareerd dient te wor-
den, breng deze dan naar een Yamaha
dealer. De ervaren vakmensen van de
Yamaha dealers beschikken over de ken-
nis, de ervaring en het juiste gereedschap
om uw motorfiets goed te onderhouden.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha on-
derdelen op uw motorfiets. Veel imitatie-on-
derdelen lijken wellicht op Yamaha
onderdelen maar zijn duidelijk van een infe-
rieure kwaliteit. Dit heeft als gevolg een kor-
tere levensduur en in vele gevallen hogere
reparatie-rekeningen.
1. Spiebanen
Aantrekkoppel:
Klembout:
16 Nm (1,6 m·kg)
Asmoer:
105 Nm (10,5 m·kg)
Remklauwbout:
35 Nm (3,5 m·kg)
Remtorsiestangmoer:
23 Nm (2,3 m·kg)
Page 78 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-32
6
DAU01297
Lijst voor het opsporen van storingen
DW000125
WAARSCHUWING
@ Voer nooit kontrole- of onderhoudswerkzaamheden aan het brandstofssysteem uit terwijl u rookt of als er open vuur in de buurt is. @
2. Kompressie
3. Outsteking
4. Accu1. BenzineKontroleer of er ben-
zine in de tank zit.Er is benzine.
Er is een beetje benzine.Vervolg met het kontroleren van de kompressie.
Vul benzine bij. Motor start niet: vervolg met compressiecontrole.
Laat de motor rond-
draaien met de start-
motor.Er is kompressie.
Er is geen kompressie.Vervolg met het kontroleren van de ontsteking.
Vraag uw Yamaha dealer om inspektie.
Verwijder de bougies
en Kontroleer de
elektroden-afstand.Nat.
Droog.Veeg de bougies schoon met een droge doek en
stel de elektrodenafstand bij of vervang de bougie.
Vraag uw Yamaha dealer om inspektie.Open de gasklep halverwege
en start de motor.
Start de motor niet, Kontrol-
eer dan de accu.
Laat de motor rond-
draaien met de start-
motor.De motor draair snel
rond.
De motor draait lang-
zaam rond.De accu is in orde.
Kontroleer de aansluitklemmen en
laad de accu op.
Motor start niet:
verzoek een Yamaha
dealer om inspectie.
Page 79 of 97

Page 80 of 97

7
ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS
Onderhoud ......................................................................................... 7-1
Opslag ................................................................................................ 7-4