YAMAHA XT660Z 2011 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2011, Model line: XT660Z, Model: YAMAHA XT660Z 2011Pages: 100, PDF Size: 5.1 MB
Page 41 of 100
ITEM CONTROLES PAGINA
• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer
het hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.
Voorrem• Controleer de remblokken op slijtage. 6-21
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.
• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer
het hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
Achterrem• Vervang indien nodig. 6-21
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.
• Controleer de werking.
Koppeling• Smeer indien nodig de kabel.
6-20
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer of de werking soepel is.
Gasgreep• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
6-17, 6-25
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te
stellen en de kabel en het kabelhuis te smeren.
Bedieningskabels• Controleer of de werking soepel is.
6-25
• Smeer indien nodig.
• Controleer of de ketting correct is aangespannen.
Aandrijfketting• Stel indien nodig bij.
6-23, 6-24
• Controleer de conditie van de ketting.
• Smeer indien nodig.
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 41
Page 42 of 100
ITEM CONTROLES PAGINA
• Controleer op schade.
Wielen en banden• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
6-17, 6-19
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
Rempedaal• Controleer of de werking soepel is.
6-26
• Smeer indien nodig het pedaalscharnierpunt.
Rem- en koppelingshendels• Controleer of de werking soepel is.
6-25
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.
Zijstandaard• Controleer of de werking soepel is.
6-26
• Smeer indien nodig het scharnierpunt.
Framebevestigingen• Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast.—
Instrumenten, verlichting,
• Controleer de werking.
signaleringssysteem en —
schakelaars• Corrigeer indien nodig.
• Controleer de werking van het startspersysteem.
Zijstandaardschakelaar • Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine 3-19
te controleren.
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-3
4
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 42
Page 43 of 100
DAU15951
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle
bedieningselementen. Als u de werking
van een functie of bedieningselement niet
begrijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om
uitleg.
DWA10271
Een onvoldoende vertrouwdheid met
de bedieningselementen kan leiden tot
verlies van de controle, met mogelijk
een ongeval of letsel tot gevolg.
DAU45310
OPMERKING
Dit model is uitgerust met een hellings-
hoeksensor, waarbij de motor afslaat bij
kanteling. Om de motor na een kanteling
weer te starten zet u het contactslot eerst
op “OFF” en daarna op “ON”. Als u dat
niet doet zal de motor niet starten,
ondanks dat de motor wordt aangezwen-
geld als u op de startknop drukt.
DAUS1950
Starten van de motor
Door het startspersysteem is starten
alleen mogelijk als aan een van de volgen-
de voorwaarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
DWA10290
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het starts-
persysteem en volg daarbij de
werkwijze beschreven op pagina
3-20.
Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 43
Page 44 of 100
DCAS0040
De volgende waarschuwingslampjes
en controlelampjes moeten enkele
seconden oplichten en dan uitgaan.
Vrijstandcontrolelampje
Controlelampje richtingaanwijzers
Controlelampje grootlicht
Waarschuwingslampje motorsto-
ring
Waarschuwingslampje koelvloei-
stoftemperatuur
Controlelampje startblokkering
ABS-waarschuwingslampje (voor
model met ABS)
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet dooft, zie dan pagina 3-4
voor een controle van het circuit van
het betreffende waarschuwings- of
controlelampje.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.
OPMERKING
Als de versnellingsbak in de vrijstand
staat, moet het vrijstandcontrolelampje
branden; zo niet, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
3. Start de motor door de startknop in
te drukken. LET OP: Trek voor een
maximale levensduur van de
motor nooit hard op als de motor
koud is!
[DCA11041]
OPMERKING
Als de motor niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar seconden
en probeer het dan opnieuw. Iedere start-
poging moet zo kort mogelijk duren om de
accu te sparen. Laat de startmotor nooit
langer dan 10 seconden achtereen draai-
en.
OPMERKING
De motor is voldoende warm als deze snel
reageert op de gasbediening.
DAU16671
Schakelen
1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
Door de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een
helling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.
OPMERKING
Om de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enke-
le malen ingetrapt totdat het einde van de
slag bereikt is, waarna het pedaal iets
wordt opgetrokken.
LET OP
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-2
5
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 44
Page 45 of 100
DCA10260
Rijd niet lange tijd met afgezette
motor, ook niet met de versnel-
lingsbak in de vrijstand, en sleep
de motorfiets niet over lange
afstanden. De versnellingsbak
wordt alleen afdoende gesmeerd
terwijl de motor draait. Door
onvoldoende smering kan de ver-
snellingsbak worden beschadigd.
Gebruik altijd de koppeling om de
versnellingsbak te schakelen om
zo schade aan de motor, de ver-
snellingsbak en de aandrijving te
voorkomen; door hun constructie
zijn deze niet bestand tegen de
schokken die optreden bij belast
schakelen.
DAU16810
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik
Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips
om het brandstofverbruik te verlagen:
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u acce-
lereert.
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor
onbelast met een hoog toerental
draait.
Laat de motor niet langdurig statio-
nair draaien maar zet hem af (bijvoor-
beeld in files, bij stoplichten of bij
spoorwegovergangen).
DAU16841
Inrijperiode
De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit de eerste 1600 km (1000 mi) niet te
zwaar worden belast. De verschillende
onderdelen van de motor slijten op elkaar
in totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn
bereikt. Rijd tijdens deze periode nooit
langdurig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
DAU17101
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langdurig meer
dan 4500 tpm maken. LET OP: Na
1000 km (600 mi) moet de motoro-
lie worden ververst en moet het
oliefilterelement worden vervan-
gen.
[DCA11151]
1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langdurig meer
dan 6000 tpm maken.
1600 km (1000 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden
gebruikt.
LET OP
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-3
5
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 45
Page 46 of 100
DCA10310
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller in de rode zone
wijst.
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
DAU17213
Parkeren
Zet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
DWA10311
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen en brandwonden kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een helling of een
zachte ondergrond, hierdoor kan
de machine kantelen met mogelijk
brandstoflekkage en brand tot
gevolg.
Parkeer niet nabij gras of andere
brandbare materialen die vlam
zouden kunnen vatten.
WAARSCHUWING
LET OP
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-4
5
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 46
Page 47 of 100
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-1
6
DAU17243
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u
ervoor dat uw machine in zo veilig en effi-
ciënt mogelijke conditie blijft. De eige-
naar/bestuurder van de machine is ver-
plicht de optimale veiligheid te
waarborgen. Op de volgende pagina’s
wordt de belangrijkste informatie met
betrekking tot inspecties, afstellingen en
smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden vermeld in de perio-
dieke onderhoudsschema’s moeten wor-
den beschouwd als een algemene richtlijn
onder normale rijcondities. Het is echter
mogelijk dat de intervalperioden voor
onderhoud moeten worden verkort afhan-
kelijk van het weer, het terrein, de geogra-
fische locatie en individueel gebruik.
DWA10321
Het niet of onjuist uitvoeren van onder-
houd aan de machine vergroot het risi-
co op letsel of overlijden tijdens het uit-
voeren van onderhoud of het rijden met
de machine. Als u niet bekend bent met
voertuigonderhoud, laat het onderhoud
dan uitvoeren door uw Yamaha dealer.
DWA15121
Zet voor het uitvoeren van onderhoud
de motor af tenzij anders aangegeven.
Een draaiende motor heeft bewe-
gende delen die lichaamsdelen of
kleding kunnen grijpen en elektri-
sche onderdelen die schokken of
brand kunnen veroorzaken.
Het laten draaien van de motor tij-
dens het uitvoeren van onderhoud
kan leiden tot oogletsel, brand-
wonden, brand of koolmonoxide-
vergiftiging, mogelijk met de dood
tot gevolg. Zie pagina 1-1 voor
meer informatie over koolmonoxi-
de.
DWA15460
Remschijven, -klauwen, -trommels en -
voeringen kunnen tijdens het gebruik
zeer heet worden. Laat onderdelen van
het remsysteem afkoelen alvorens
deze aan te raken.
DAU17381
Boordgereedschapsset
1. Boordgereedschapsset
De boordgereedschapsset is te vinden
onder het zadel. (Zie pagina 3-16).
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van pre-
ventief onderhoud en kleinere reparaties.
Voor de correcte uitvoering van bepaalde
onderhoudswerkzaamheden kan echter
het gebruik van extra gereedschap zoals
een momentsleutel vereist zijn.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 47
Page 48 of 100
OPMERKING
Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het
gereedschap of de ervaring die voor
bepaalde werkzaamheden vereist zijn.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-2
6
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 48
Page 49 of 100
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-3
6
DAU46861
OPMERKING
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis of, voor Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal
gereedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
DAU46910
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteem
KILOMETERSTAND
NR. ITEMCONTROLE OFJAARLIJKSEONDERHOUDSBEURT
1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 kmCONTROLE
(600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi)
1*Brandstofleiding• Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen.√√√ √√
• Controleer de conditie.
2Bougie• Reinigen en elektrodenafstand √√
afstellen.
• Vervangen.√√
3*Ventielen• Controleer de klepspeling.
• Afstellen.√√
4*Brandstofinjectie• Stel het stationair toerental af.√√ √ √ √ √
5*Uitlaatdempers en • Controleer of de schroefklemmen
uitlaatpijpengoed vastzitten.√√ √ √ √
• Controleer de luchtafsluitklep, de
membraanklep en de slang op
6*Luchtinlaatsysteembeschadiging.√√√ √√
• Vervang beschadigde onderdelen
indien nodig.
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 49
Page 50 of 100
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-4
6
KILOMETERSTAND
NR. ITEMCONTROLE OFJAARLIJKSEONDERHOUDSBEURT
1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 kmCONTROLE
(600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi)
1Luchtfilterelement• Vervangen.√√
2Koppeling• Controleer de werking.
• Afstellen.√√ √ √ √
• Controleer de werking en het
3*Voorremvloeistofniveau en controleer de √√ √ √ √ √
machine op vloeistoflekkage.
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
• Controleer de werking en het
4*Achterremvloeistofniveau en controleer de √√ √ √ √ √
machine op vloeistoflekkage.
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
• Controleer op scheurtjes en
5*Remslangenbeschadigingen.√√√ √√
• Vervangen. Elke 4 jaar
• Controleer de speling en de
6*Wielenspaakspanning en controleer op
√√ √ √ √
beschadigingen.
• Trek indien nodig de spaken aan.
• Controleer op slijtage en
beschadigingen.
7*Banden• Vervang indien nodig.√√√ √√
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
8*Wiellagers• Controleer op speling of
beschadigingen.√√√ √
DAU1770C
Algemeen smeer- en onderhoudsschema
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 50