YAMAHA XVS1100A 2000 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2000, Model line: XVS1100A, Model: YAMAHA XVS1100A 2000Pages: 102, PDF Size: 14.64 MB
Page 61 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-12
6
DAU00630
Afstellen van de carburateurs De carburateurs vormen een belangrijk on-
derdeel van de motor en moeten zeer pre-
cies worden afgesteld. Daarom dienen de
meeste carburateurafstellingen aan een
Yamaha dealer te worden overgelaten die
over de benodigde vakkundige kennis en
ervaring beschikt. De afstelling die in het
volgende hoofdstuk wordt beschreven,
wordt echter als een onderdeel van het rou-
tineonderhoud beschouwd en kan als zoda-
nig door de eigenaar worden uitgevoerd.
DC000095
LET OP:@ De carburateurs zijn afgesteld en uitge-
breid getest in de fabriek van Yamaha.
Als deze afstellingen worden gewijzigd
zonder dat voldoende technische kennis
aanwezig is, kan de werking van de mo-
tor verminderen of wordt de motor be-
schadigd. @
DAU01168
Afstellen van het stationair
toerental Het stationair toerental moet als volgt wor-
den gecontroleerd en eventueel afgesteld
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.OPMERKING:@ Een diagnosetoerenteller is nodig om deze
afstelling uit te voeren. @1. Bevestig de toerenteller aan de bou-
giekabel.
2. Start de motor en laat gedurende en-
kele minuten warmdraaien op 1.000–
2.000 tpm, terwijl het toerental nu en
dan wordt verhoogd tot 4.000–5.000
tpm.OPMERKING:@ De motor is voldoende warm als deze snel
reageert op de gasbediening. @
3. Controleer het stationair toerental en
stel dit zo nodig volgens de specificatie
af door de gasklepstelschroef te ver-
draaien. Draai de schroef richting
a
om het stationair toerental te verho-
gen. Draai de schroef richting
b om
het stationair toerental te verlagen.OPMERKING:@ Als het voorgeschreven stationair toerental
niet haalbaar is volgens de hierboven be-
schreven werkwijze, vraag dan een
Yamaha dealer de afstelling uit te voeren. @1. GasklepstelschroefAfstellen van het stationair toerental
950–1.050 tpm
D_5KS.book Page 12 Monday, August 21, 2000 11:41 AM
Page 62 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-13
6
DAU00635
Afstellen van de vrije slag van de
gaskabel De vrije slag van de gaskabel dient 4–6 mm
te bedragen bij de gasgreep. Controleer de
gaskabelvrije slag regelmatig en laat zo no-
dig afstellen door een Yamaha dealer.
DAU00637
Afstellen van de klepspeling De klepspeling kan in gebruik gaan afwij-
ken, waardoor de lucht/brandstof-verhou-
ding kan veranderen en/of het motorgeluid
toeneemt. Om dit te voorkomen moet de
klepspeling door een Yamaha dealer wor-
den afgesteld volgens de intervalperioden
vermeld in het periodiek smering- en onder-
houdsschema.
DAU00647
Banden Let bij de voorgeschreven banden op het
volgende, voor de beste prestaties en een
langdurig en veilig gebruik van uw motor-
fiets.
Bandspanning
De bandspanning moet voor elke rit worden
gecontroleerd en eventueel worden bijge-
steld.
DW000082
WAARSCHUWING
@ l
De bandspanning dient te worden
gecontroleerd en afgesteld op kou-
de banden (wanneer de tempera-
tuur van de banden gelijk is aan de
omgevingstemperatuur).
l
De bandspanning moet worden af-
gesteld afhankelijk van de rijsnel-
heid en het totale gewicht van
rijder, passagier, lading en acces-
soires dat voor dit model is vastge-
steld.
@
a. Vrije slag van de gaskabelD_5KS.book Page 13 Monday, August 21, 2000 11:41 AM
Page 63 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-14
6
XVS1100CE-01D
CE-07DXVS1100ACE-01D
CE-07DDWA00012
WAARSCHUWING
@ Aangezien de belasting van grote in-
vloed is op het manoeuvreren, het rem-
men, de prestatie en veiligheidskenmer-
ken van uw motorfiets dient u de
volgende voorzorgsmaatregelen te tref-
fen. l
DE MOTORFIETS NOOIT OVERBE-
LASTEN! Het gebruik van een over-
belaste motorfiets kan leiden tot
beschadiging van de banden, be-
sturingsproblemen of ernstig let-
sel. Zorg dat het totale gewicht van
de motorrijder, de passagier, de ba-
gage en de gemonteerde accessoi-
res nooit het voorgeschreven
maximumlaadgewicht voor de ma-
chine overschrijdt.
l
Vervoer geen los verpakte items die
tijdens de rit kunnen gaan schui-
ven.
l
Bevestig de zwaarste items op veili-
ge wijze dicht bij het midden van de
motorfiets en verdeel het gewicht
over beide zijden.
l
Pas de luchtdruk in de wielophan-
ging en de bandspanning aan op
het te vervoeren gewicht.
l
Controleer vóór iedere rit de condi-
tie en spanning van de banden.
@
Bandenspanning
(gemeten aan koude banden)
Belasting* Voor Achter
Belasting tot 90 kg*200 kPa
2,00 kg/cm
2
2,00 bar225 kPa
2,25 kg/cm
2
2,25 bar
90 kg–
Maximale belasting*225 kPa
2,25 kg/cm
2
2,25 bar250 kPa
2,50 kg/cm
2
2,50 bar
Maximale belasting*201 kg (behalve voor D, A, SF)
200 kg (alleen voor D, A, SF)
* Totaal gewicht van bestuurder, passagier, bagage
en accessoires
Bandenspanning
(gemeten aan koude banden)
Belasting* Voor Achter
Belasting tot 90 kg*225 kPa
2,25 kg/cm
2
2,25 bar225 kPa
2,25 kg/cm
2
2,25 bar
90 kg–
Maximale belasting*225 kPa
2,25 kg/cm
2
2,25 bar250 kPa
2,50 kg/cm
2
2,50 bar
Maximale belasting* 200 kg
* Totaal gewicht van bestuurder, passagier, bagage
en accessoires
D_5KS.book Page 14 Monday, August 21, 2000 11:41 AM
Page 64 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-15
6
Bandeninspectie
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op het
midden van de band de beschreven limiet
heeft bereikt, indien de band spijkers of
stukjes glas bevat of wanneer de wang van
de band scheurtjes vertoont, dient u de
band onmiddellijk door een Yamaha dealer
te laten vervangen.CE-08DOPMERKING:@ De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht. @
DW000079
WAARSCHUWING
@ l
Laat zwaar versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen.
Naast het feit dat het rijden van een
motor met zwaar versleten banden
verboden is, vermindert het tevens
de stabiliteit, hetgeen tot bestu-
ringsproblemen kan leiden.
l
De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over de
nodige vakkundige kennis en erva-
ring beschikt.
@
Bandeninformatie
De banden aan deze motorfiets zijn voor-
zien van binnenbanden.
DW000078
WAARSCHUWING
@ l
De banden op de voor- en achter-
wielen horen van dezelfde makelij
en hetzelfde ontwerp te zijn, anders
is het weggedrag van de motor mo-
gelijk niet normaal.
l
Na uitgebreide testen zijn alleen de
hieronder vermelde banden voor
dit model goedgekeurd door
Yamaha Motor Co., Ltd.
@CE-10D
1. Bandwang
a. BandprofieldiepteMinimale profieldiepte
(voor en achter)1,6 mm
VOOR (XVS1100)
Bandenmerk Bandenmaat Type
Dunlop 110/90-18 61S K555F
Bridgestone 110/90-18 61S EXEDRA L309
ACHTER (XVS1100)
Bandenmerk Bandenmaat Type
Dunlop 170/80-15M/C 77S K555
Bridgestone 170/80-15M/C 77S EXEDRA G546
VOOR (XVS1100A)
Bandenmerk Bandenmaat Type
Dunlop 130/90-16 67S D404F
ACHTER (XVS1100A)
Bandenmerk Bandenmaat Type
Dunlop 170/80-15M/C 77S D404G
D_5KS.book Page 15 Monday, August 21, 2000 11:41 AM
Page 65 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-16
6
DAU00681
WAARSCHUWING
@ l
Laat zwaar versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen.
Naast het feit dat het rijden van een
motor met zwaar versleten banden
verboden is, vermindert het tevens
de stabiliteit, hetgeen tot bestu-
ringsproblemen kan leiden.
l
De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over de
nodige vakkundige kennis en erva-
ring beschikt.
l
Het is sterk af te raden een lekke
binnenband te plakken. Als het niet
anders kan moet de band zeer zorg-
vuldig worden geplakt en dan zo
snel mogelijk worden vervangen
door een nieuwe band van goede
kwaliteit.
@
DAU00685
Spaakwielen Let bij de voorgeschreven wielen op het
volgende voor een optimale prestatie, le-
vensduur en veilige werking van uw motor-
fiets.l
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging of kromheid en de spaken
op losheid. Laat ingeval van schade
het wiel door een Yamaha dealer ver-
vangen. Probeer het wiel nooit zelf te
repareren, hoe klein de reparatie ook
is. Vervang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
l
Na het vervangen van een wiel of
band dient het wiel te worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel kan leiden tot slechte prestaties,
een slechte wegligging en een verkor-
te levensduur van de banden.
l
Rijd niet te snel na het verwisselen
van een band. Het bandoppervlak
dient namelijk eerst te worden ingere-
den voordat het zijn optimale eigen-
schappen verkrijgt.
D_5KS.book Page 16 Monday, August 21, 2000 11:41 AM
Page 66 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-17
6
DAU00692
Afstellen van de vrije slag van de
koppelingshendel De vrije slag van de koppelingshendel dient
5–10 mm te bedragen, zoals weergegeven.
Controleer de vrije slag van de koppe-
lingshendel regelmatig en stel zo nodig als
volgt af.
1. Draai de borgmoer bij de koppe-
lingshendel los.
2. Draai de stelbout richting
a voor meer
vrije slag van de koppelingshendel.
Draai de stelbout richting
b voor min-
der vrije slag van de koppelingshen-
del.
3. Draai de borgmoer aan.
OPMERKING:@ Als de voorgeschreven vrije slag niet kan
worden gehaald op de hierboven beschre-
ven wijze, vraag dan een Yamaha dealer
het inwendig koppelingsmechanisme te
controleren. @
DAU00696
Afstellen van de vrije slag van de
remhendel De vrije slag van de remhendel dient 5–8 mm
te bedragen, zoals weergegeven. Controleer
de vrije slag van de remhendel regelmatig en
stel deze indien nodig als volgt af.
1. Borgmoer
2. Stelbout
c. Vrije slag van de koppelingshendel
a. Vrije slag van de remhendel
D_5KS.book Page 17 Monday, August 21, 2000 11:41 AM
Page 67 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-18
6
1. Draai de borgmoer bij de remhendel
los.
2. Draai de stelbout richting
a voor meer
vrije slag van de remhendel. Draai de
stelbout richting
b voor minder vrije
slag van de remhendel.
3. Draai de borgmoer aan.
DW000099
WAARSCHUWING
@ l
Na het afstellen van de vrije slag
van de remhendel moet de vrije
slag worden gecontroleerd om ze-
ker te zijn dat de rem naar behoren
werkt.
l
Een zacht of sponzig gevoel in de
remhendel kan wijzen op de aanwe-
zigheid van lucht in het hydraulisch
systeem. Bij aanwezigheid van
lucht in het hydraulisch systeem
dient u het systeem vóór gebruik
van de motorfiets door een Yamaha
dealer te laten ontluchten. Lucht in
het hydraulisch systeem leidt tot
verminderde remprestaties het-
geen besturingsproblemen en on-
gelukken tot gevolg kan hebben.
@
1. Borgmoer
2. Stelbout vrije slag remhendel
D_5KS.book Page 18 Monday, August 21, 2000 11:41 AM
Page 68 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-19
6
DAU01746*
Afstellen van de stand van het
rempedaal De bovenzijde van het rempedaal moet ca.
82 mm (XVS1100) of 98,5 mm (XVS1100A)
boven de bovenzijde van de voetsteun
staan, zoals in de afbeelding. Controleer de
stand van het rempedaal regelmatig en laat
zo nodig afstellen door een Yamaha dealer.
DW000109
WAARSCHUWING
@ Als het rempedaal zacht of sponzig aan-
voelt, wijst dat erop dat er lucht in het
hydraulisch systeem zit. Bij aanwezig-
heid van lucht in het hydraulisch sys-
teem dient u het systeem vóór gebruik
van de motorfiets door een Yamaha
dealer te laten ontluchten. Lucht in het
hydraulisch systeem leidt tot verminder-
de remprestaties hetgeen besturings-
problemen en ongelukken tot gevolg
kan hebben. @
DAU00713
Afstellen van de
remlichtschakelaar achterrem De remlichtschakelaar, die wordt geacti-
veerd door het rempedaal, is correct afge-
steld wanneer het remlicht gaat branden
vlak voordat de remwerking intreedt. Stel zo
nodig de remlichtschakelaar als volgt af.
Draai de stelmoer terwijl de remlichtschake-
laar op zijn plaats wordt gehouden. Draai
de stelmoer richting
a om het remlicht eer-
der te laten branden. Draai de stelmoer
richting
b om het remlicht later te laten
branden.
a. Afstand tussen rempedaal en bovenzijde van
de voetsteunXVS1100
a. Afstand tussen rempedaal en bovenzijde van
de voetsteunXVS1100A
1. Remlichtschakelaar
2. Stelmoer
D_5KS.book Page 19 Monday, August 21, 2000 11:41 AM
Page 69 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-20
6
DAU01314
Controleren van voor- en
achterremblokken De voor- en achterremblokken moeten wor-
den gecontroleerd op slijtage volgens de in-
tervalperioden voorgeschreven in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Elk remblok heeft een eigen slijtage-indica-
torgroef, zodat het remblok kan worden ge-
controleerd zonder de rem te hoeven
demonteren. Let op de slijtage-indicator-
groeven om de remblokslijtage te controle-
ren. Wanneer een remblok zover is
afgesleten dat de slijtage-indicatorgroef vrij-
wel is verdwenen, vraag dan een Yamaha
dealer de remblokken als set te vervangen.1. Slijtage-indicatorgroef
1. Slijtage-indicatorgroef
D_5KS.book Page 20 Monday, August 21, 2000 11:41 AM
Page 70 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-21
6
DAU03196
Controleren van
remvloeistofniveau Bij een tekort aan remvloeistof kan lucht het
remsysteem binnendringen, waarna de
remwerking mogelijk minder effectief is.
Controleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat en vul zo nodig bij. Een
laag remvloeistofniveau wijst mogelijk op
verregaande remblokslijtage en/of lekkage
in het remsysteem. Als het remvloeistofni-
veau laag is, controleer dan de remblokken
op slijtage en het remsysteem op lekkage.Neem de volgende voorzorgsmaatregelen:
l
Bij het controleren van het remvloei-
stofniveau moet het bovenvlak van de
hoofdremcilinder of het remvloei-
stofreservoir horizontaal staan.
l
Gebruik uitsluitend de voorgeschre-
ven kwaliteit remvloeistof, anders kun-
nen de rubber afdichtingen
verslechteren en zo lekkage en slech-
te remwerking teweegbrengen.
l
Vul bij met hetzelfde type remvloeistof.
Bij vermengen van verschillende ty-
pen remvloeistof kunnen schadelijke
chemische reacties optreden en kan
de remwerking verslechteren.
l
Pas op en zorg dat tijdens bijvullen
geen water de hoofdremcilinder kan
binnendringen. Water zal het kook-
punt van de remvloeistof aanzienlijk
verlagen zodat dampbelvorming kan
optreden.
l
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen aantasten. Veeg gemor-
ste remvloeistof steeds direct af.
l
Naarmate de remblokken afslijten, zal
het remvloeistofniveau geleidelijk ver-
der dalen. Vraag echter wel een
Yamaha dealer om een inspectie als
het remvloeistofniveau plotseling sterk
is gedaald.
1. Hoofdremcilinder
2. Merkstreep minimumniveauVoor
1. Remvloeistofreservoir
2. Merkstreep minimumniveau
Aanbevolen remvloeistof: DOT 4Achter
D_5KS.book Page 21 Monday, August 21, 2000 11:41 AM