Hyundai Azera 2009 Handleiding (in Dutch)
Page 41 of 288
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
29VEILIGHEIDSGORDELS
SB090C1-FX Oudere kinderen Kinderen t/m 12 jaar moeten altijd op de achterbank worden meegenomen. Hetis aan te bevelen de veiligheidsgordels te gebruiken. Let erop dat het kind tijdens het rijden niet tussen de beidevoorstoelen of op de zitting gaat staan of knielen. SB090D1-FX Gebruik tijdens zwangerschap Om de kans op verwondingen bij een aanrijding te voorkomen, is het dragenvan de veiligheidsgordel ook tijdens zwangerschap verplicht. Hierbij moet er op worden gelet dat hetheupgedeelte zo laag mogelijk wordt gedragen (niet over de buik). Raadpleeg hieromtrent tevens uw arts.
B150A02A-GXT OPMERKINGEN MET BETREKKING TOT DEVEILIGHEIDSGORDELS Het is verplicht de veiligheidsgordels te gebruiken. Als deze belangrijke veiligheids-voorziening niet wordt gebruikt is de kans op verwondingen en de ernst ervan bij een aanrijding aanzienlijk hoger. Letbovendien op de volgende aanbevelingen: B150B01A-GXT Baby's of kleine kinderen Voor baby's of kleine kinderen moet altijd een speciaal daarvoor ontworpenkinderstoeltje worden gebruikt.
SB090F1-FX Een persoon per gordel Het gebruik van een gordel door twee personen (kinderen) is niet toegestaan. Ingeval van een aanrijding is de kans op verwondingen aanzienlijk groter.SB090G1-FX Zit rechtop Voor een maximale bescherming van alle passagiers is het van belang dat zerechtop zitten. De beschermende werking van de veiligheidsgordel gaat grotendeels verloren als de rugleuningvan de voorstoelen te ver naar achteren staat of als een passagier op de achterbank niet goed rechtop zit.
SB090E1-FX Meenemen van een gewonde Ook als een gewonde wordt vervoerd moet de veiligheidsgordel worden gebruikt. Raadpleeg zonodig een arts.
SB090I1-FX Regelmatige inspectie Het is aan te bevelen de veiligheids- gordels regelmatig op beschadigingen en slijtage te laten controleren.Beschadigde onderdelen moeten zo snel mogelijk worden vervangen.
SB090H1-FX ONDERHOUD VAN DE VEILIG- HEIDSGORDELS De veiligheidsgordel mag nooit worden gedemonteerd en ook mogen geen wijzigingen aan de gordel worden uitgevoerd. Bovendien moet er opworden gelet dat de gordels, de sloten en de verankeringspunten niet door onjuist gebruik worden beschadigd.
Page 42 of 288
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
30
B170A04A-AXT IN HOOGTE VERSTELBARE VEILIGHEIDSGORDELS, VOOR U kunt de hoogte van de schoudergordel- verankering in een van de vier positiesinstellen. Als de hoogte te dicht bij de hals is ingesteld, heeft u niet de optimale bescherming. Het schoudergedeeltemoet zodanig worden ingesteld dat hij over de borst loopt en over de schouder, dichter bij het portier dan bij de hals.Verplaats de verankering van de veiligheidsgordel naar boven of naar beneden om de hoogte in de gewenstestand af te stellen. Trek de verankering omhoog om hem hoger in te stellen.
SB090J1-FX Houd de gordels schoon en droog De veiligheidsgordels moeten schoon en droog worden gehouden. De gordelskunnen worden gereinigd met warm water waaraan een zachte zeep is toegevoegd. De gordels mogen nooitmet bleekmiddelen, verf, oplosmiddelen of schurende producten worden behandeld, omdat deze middelen hetweefsel aantasten. SB090K1-FX Vervangen van de veiligheids- gordels Het is van belang dat de gehele veiligheidsgordel wordt vervangen als hij ten gevolge van een aanrijding zwaaris belast. Dit geldt ook als uiterlijk geen beschadigingen zichtbaar zijn. Raadpleeg hieromtrent uw Hyundaidealer.
HTG2058
Druk hem naar beneden met ingedrukte hoogteinstelknop om de verankering teverlagen. Laat de knop los om de verankering te vergrendelen. Probeer de verankeringte verplaatsen om te controleren of hij goed is vergrendeld.
!WAARSCHUWING:
o Het verstelmechanisme moet tijdens het rijden zijn vergrendeld.
o Een onjuiste afstelling van de
schouderhoogte van de veiligheidsgordel kan er toe leiden dat de gordel niet optimaal functioneert bij een aanrijding.
Page 43 of 288
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
31
B180A02TG-GXT 3-PUNTS VEILIGHEIDSGORDELGordel omgespen Trek de gordel gelijkmatig uit het oprolmechanisme en steek de slottong in het slot. De slottong moet hoorbaaraangrijpen. De lengte van de veiligheidsgordel past zich automatisch aan de zitpositie aan.Het oprolmechanisme blokkeert de veiligheidsgordel bij een noodstop of een aanrijding, maar ook bij abruptebewegingen naar voren. Gordel vastmaken. Controleer of de gordel goed isvergrendeld en niet is verdraaid.
B180A01NF
*1) Als het contactslot binnen 1 minuutvan de stand "OFF" in de stand "ON" is gezet.
*2) Het contactslot keert terug in de stand "ON" als de sleutel wordtlosgelaten.
*3) Als de snelheid hoger wordt dan 9 km/h, dan klinkt ook de gordel-waarschuwingszoemer gedurende1~2 minuten. Als de snelheid lager is dan 9 km/h, dan klinkt na 1 minuut ook de gordel-waarschuwingszoemergedurende 1~2 minuten.
De gordel-waarschuwingslamp en -geluidsignaal worden ingeschakeld, zoals in onderstaande tabel is aangegeven.
B265E01TG-GXT
Gordel- waarschuwingslampen -geluidssignaal
Situatie bestuurder +voorpassagier Gordel-
waarschuwingslamp
Contacteur
d’allumage
Gordel
Gaat branden tot omgelegd
Niet omgelegd
Omgelegd
Niet omgelegd ON
ON
ON*1
Omgelegd Niet omgelegd Gaat 6 sec. branden
Knipperen tot omgelegd
Knipperen tot omgelegd*3
START*2
N.B:
o Als het u niet lukt om de
veiligheidsgordel uit de blokkeerautomaat te trekken, trekdan krachtig aan de gordel en laat deze vervolgens los. U kunt dan de gordel gemakkelijk uittrekken.
o Als de veiligheidsgordel niet is omgelegd als het contactslot vande stand "OFF" in de stand "ON"wordt gezet, dan wordt het gordel- waarschuwingssignaal ingeschakeld, zoals hierna wordtbeschreven, om de bestuurder te waarschuwen.
Page 44 of 288
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
32
B200A01S-GXT Gordel verstellen Het heupgedeelte van de gordel moet zo laag mogelijk over de heupen liggen,niet op de buik. Als de gordel te hoog zit, bestaat de kans dat u bij een aanrijding of noodstop onder de gordeldoorschuift, met alle gevolgen vandien. De schoudergordel moet over de schouder liggen en niet onder de oksel;zie de afbeelding. Draag de veiligheidsgordel nooit onder de arm.
B200A01NF
B210A01NF
B210A01A-AXT Het losmaken van de veiligheidsgordel De veiligheidsgordel wordt ontgrendeld door de knop in het slot in te drukken. De gordel wordt dan door hetoprolmechanisme opgerold. Is dit niet het geval, dan moet worden gecontroleerd of de gordel niet isverdraaid.
N.B.:
o De waarschuwingslamp niet
omgelegde passagiersgordel voor bevindt zich op het middelstedashboardpaneel.
o Als met de bestuurdersgordel
binnen 9 seconden na hetomleggen de handelingen "afdoen omleggen afdoen" worden
uitgevoerd, dan worden de gordel- waarschuwingslamp en - waarschuwingszoemer niet ingeschakeld.
o Als de voorpassagiersstoel niet is bezet, dan gaat toch de gordel-waarschuwingslamp gedurende 6seconden branden.
o Het is mogelijk dat de gordel-
waarschuwingslamp wordtingeschakeld door op de voorpassagiersstoel geplaatste bagage.
Page 45 of 288
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
33VEILIGHEIDSSYSTEEM VOOR KINDEREN
B230A02TG-AXT Kinderen moeten in de auto altijd op de achterbank in een veiligheidssysteem worden meegenomen, zodat de kans op verwondingen bij een aanrijding,plotseling afremmen of plotselinge manoeuvres wordt beperkt. Volgens ongevalstatistieken zijn kinderen veiligerals ze op de juiste wijze in een veiligheidsvoorziening op de achterbank dan op de voorstoel wordenmeegenomen. Grotere kinderen moeten een van de aanwezige veiligheidsgordels gebruiken.Volgens de wet moet voor kinderen een veiligheidssysteem voor kinderen worden gebruikt. Kleine kinderen moetenin de auto in een veiligheidssysteem (kinderzitje) worden meegenomen.
Kinderzitjes zijn zodanig ontworpen
dat ze met de heupgordel, het heupgedeelte van een driepuntsgordel of de bevestigingspunten en/of de ISOFIX-bevestigingen (indien vantoepassing) aan de zitplaats bevestigd kunnen worden. WAARSCHUWING:
o Een veiligheidssysteem voor kinderen moet op de achterbankworden bevestigd. Een kinder- of babystoeltje mag nooit op devoorstoel worden bevestigd. Als bij de een aanrijding de zij- airbag aan passagierszijde inwerking treedt, kan het kind of de baby in het kinder- of babystoeltje levensgevaarlijk gewond raken.Gebruik daarom een veiligheidssysteem voor kinderen alleen op de achterbank.
o Omdat een veiligheidsgordel of een veiligheidssysteem voorkinderen in een afgeslotenstilstaande auto zeer warm kan worden, moeten de stoelhoes en de gordelsloten wordengecontroleerd, voordat het kind in de auto wordt geplaatst.
!
Kinderen kunnen bij een aanrijding gewond raken als hunveiligheidssysteem niet correct is bevestigd. Voor kleine kinderen en baby's moet een kinderzitje of babyzitjeworden gebruikt. Voordat een bepaald veiligheidssysteem voor kinderen wordt aangeschaft, moet wordengecontroleerd of het systeem voor uw auto en de veiligheidsgordels geschikt is en passend is voor uw kind. Volg bijhet installeren van het veiligheidssysteem voor kinderen alle instructies die door de fabrikant van hetsysteem worden gegeven.
Page 46 of 288
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
34
B235G01TG
B230F01A-GXT Op middelste plaats op achterbank aanbrengen
o Als het veiligheidssysteem voor
kinderen niet in gebruik is, moet het in de bagageruimte wordenopgeborgen of zodanig worden vastgezet dat het bij sterk afremmen of een aanrijding nietnaar voren wordt geslingerd.
o Kinderen die te groot zijn voor het
veiligheidssysteem voor kinderen,moeten op de achterbank in de aanwezige gordel zitten.
o Zorg ervoor dat het schouderdeel van de buitenste driepuntsgordelin het midden over de schouder loopt en nooit voor de nek of achterde rug is geplaatst. Door het kind dichterbij het gordelslot te laten zitten kan deligging van het schouderdeel van de veiligheidsgordel soms worden verbeterd. Het schootdeel van dedriepuntsgordel moet zo laag en strak mogelijk om de heupen van het kind liggen. Gebruik de middelste veiligheidsgordelom het veiligheidssysteem voorkinderen, zoals afgebeeld, te bevestigen. Probeer na het aanbrengen het kinderzitje voor- en achteruit en zijdelings tebewegen om te controleren of het goed door de gordel wordt vastgehouden. Als het zitje kan worden bewogen moetde lengte van de veiligheidsgordel worden gewijzigd. Haak vervolgens de haak van de bevestigingsband in de bevestigingen zet het zitje vast. Raadpleeg altijd de aanwijzingen van de fabrikant voordat het veiligheidssysteem voor kinderen inuw auto wordt aangebracht.
o Als de veiligheidsgordel niet
volledig passend is voor het kind, moet een goedgekeurde zitblokop de achterbank worden gebruikt, zodat de zithoogte van het kind wordt aangepast aan de aanwezigeveiligheidsgordel.
o Laat nooit een kind op de zitting
staan of knielen.
o Gebruik nooit een babydrager of kinderzitje dat over de rugleuning"haakt"; het kan bij een aanrijdingonvoldoende bescherming geven.
o Laat onder het rijden een inzittende
nooit een kind in de armen houden;hierdoor kan het kind bij een aanrijding of een sterke afremming ernstig gewond raken. Hetvasthouden van een kind tijdens het rijden biedt geen enkele vorm van bescherming, zelfs niet als debetreffende persoon de veiligheidsgordel heeft omgegespt.
o Wanneer het kinderzitje niet correct is bevestigd, neemt de kans opernstige of dodelijk letsel bij eenongeval sterk toe.
Page 47 of 288
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
35
B230G01NF-B
B230G02JM-GXT Op buitenste plaats van achterbank aanbrengen Trek de driepuntsgordel uit het oprolmechanisme om het kinderzitje op de buitenste plaats van de achterbank aan te kunnen brengen. Breng het kinderzitje aan, sluit de veiligheidsgordel en trek de gordel strak. Let erop dat de heupgordel strak om het kinderzitje zit en dat de schoudergordel zodanig is aangebracht dat deze niet tegen het hoofd of de nek van het kind kan komen. Tracht het kinderzitje na het aanbrengen in alle richtingen te bewegen, om te controleren of het zitje veilig is bevestigd. Als de gordel strakker moet worden getrokken, trek dan de gordel naar het oprolmechanisme.
N.B.:
o Raadpleeg de aanwijzingen van
de fabrikant voordat het veiligheidssysteem voor kinderenin de auto wordt aangebracht.
o Als de veiligheidsgordel niet
overeenkomstig de beschrijvingwerkt, moet het systeem direct door uw Hyundai dealer worden gecontroleerd. WAARSCHUWING:
o Bevestig geen veiligheidssysteem voor kinderen op de voorstoel. Als bij een aanrijding de zij-airbag aan passagierszijde in werkingtreedt, kan het kind of de baby in het kinder- of babystoeltje levensgevaarlijk gewond raken.Gebruik daarom een veiligheidssysteem voor kinderen alleen op de achterbank.
o Neem altijd zorgvuldig de veiligheidsvoorschriften in dezegebruikshandleiding in acht voordat een veiligheidssysteem voor kinderen wordt geïnstalleerdin een auto met headbags. Maak bij de installatie van een veiligheidssysteem voor kinderenuitsluitend gebruik van goedgekeurde systemen en zie "Veiligheidssysteem voorkinderen" voor de juiste installatie en een maximale bescherming van de inzittenden.
!
Page 48 of 288
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
36
!
L2 : Geschikt voor PegPerego primo
Viaggio (E13 030010) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
L3 : Geschikt voor Bebe confort iSEOS (E2 039014) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
N.B.: Zet vóór montage de hoofdsteun in de laagste stand.
L4: Geschikt voor GRACO Autobaby (E11 03. 44.160/E11 03.44.161) goedgekeurd voor gebruik in dezegewichtsklasse
L5: Geschikt voor Romer Lord Plus (E1 03301136) goedgekeurd voorgebruik in deze gewichtsklasse
L6: Geschikt voor Euro Kids Star (E1 03301128/E1 03301129)goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
L7 : Geschikt voor BeSafe iZi COMFORT (E4 03443206)
goedgekeurd voor gebruik in deze
gewichtsklasse
N.B.: Verwijder vóór montage de hoofdsteun of zet deze in de laagste stand. L8 : Geschikt voor MAXI-COSI Priori
XP (E1 03301153) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
L9 : Geschikt voor Bebe confort (E2 031011) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
N.B.: Verwijder vóór montage de hoofdsteun.
X : Zitplaats niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsklasse
WAARSCHUWING:
Wij raden u sterk aan om het kinderzitje op de achterbank te plaatsen, zelfs als de schakelaar voor de passagiersairbag in de stand"OFF" staat. Voor de veiligheid van uw kind moet de passagiersairbag worden uitgeschakeld, als het onderzeer bijzondere omstandigheden nodig is om een kinderzitje op de passagiersstoel te plaatsen.
B230H01TG-GXT
Geschiktheid kinderzitje voor gebruik van de veiligheidsgordel
Gebruik een veiligheidssysteem voor
kinderen dat officieel is goedgekeurd en dat voor uw kinderen geschikt is.
Raadpleeg de volgende tabel bij het
gebruik van kinderstoelen.
Achter,midden
Leeftijdsgroep Zitplaats
L1, L2,
L3, L4 X X X X
Achter,
buitenzijde
Voorpas-
sagier
0 : Tot 10 kg (0 ~ 9 maanden) 0+ : Tot 13 kg (0 ~ 2 jaar)I : 9 kg tot 18kg (9 maanden~4 jaar)II & III : 15 kg tot 36 kg (4 ~ 12 jaar)
L1, L2,
L3, L4
L3, L5,
L6, L7, L8
L6, L9
L1 : Geschikt voor Bebe confort ELIOS (E2 037014) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse L1, L2,
L3, L4
L1, L2,
L3, L4
L3, L5,
L6, L7, L8
L6, L9
Page 49 of 288
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
37
B230C02TG
Haak bevesting
Voorzijde van auto
2. Leg de gordel van het kinderzitje over
de rugleuning van de achterbank. Bij auto's met verstelbare hoofdsteunen moet de gordel onderde hoofdsteun tussen de beide stangen aan de bevestiging worden gelegd. Verankeringspunt voorkinderstoeltje
B230C03A-GXT Kinderzitje met "Tether Anchor- age" systeem bevestigen Op de hoedenplank zijn drie bevestigingsogen aangebracht voor debevestiging van de gordels van een kinderstoeltje.
B230C01TG
Afdekking verankeringspunt
1. Open de afdekking van debevestiging op de hoedenplank. Verankeringspunt voor kinderstoeltje
B230B02A-GXT Kinderzitje met "Tether Anchor- age" systeem gebruiken
Voor kleine kinderen en baby's wordt het gebruik van een kinderzitje ofbabyzitje sterk aanbevolen. Dit kinderzitje of babyzitje moet passend zijn voor de lengte van het kind en moetovereenkomstig de instructies van de fabrikant worden aangebracht. Verder wordt aanbevolen om het zitje op deachterbank te plaatsen, omdat hierdoor de veiligheid belangrijk wordt verhoogd. Uw auto is voorzien van driebevestigingen voor een kinderzitje. Bout, bevestiging (5/16"-22 mm)
Ring, conische veer Bevestiging, haak van veiligheidssysteem voor kinderen
kinderstoeltjeBevestigingsring
B230B01TG HOEDENPLANK ACHTERBANK
Page 50 of 288
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
38
3. Bevestig de haak van de gordel aanhet kinderzitje en trek de gordel strak.
B230C01TG-TCT Kinderzitje met "ISOFIX" systeem en "Tether Anchorage"systeem bevestigen ISOFIX is een gestandaardiseerde bevestigingsmethode voor kinderzitjes. Hierdoor hoeft het kinderzitje niet meer met de standaard aanwezigeveiligheidsgordel te worden bevestigd. Op deze wijze wordt een veilige en solide bevestiging verkregen diebovendien eenvoudig en snel kan worden gemonteerd. B230D01NF
B230D02TG
ISOFIX- bevestiging positie-indicator
ISOFIX- bevestiging
Aan beide zijden van de achterbank bevinden zich tussen de zitting en de rugleuning twee ISOFIXbevestigingspunten en een "tether anchorage" bevestigingspunt in de hoedenplank voor de bovenzijde vanhet zitje. Als het zitje wordt gemonteerd, druk dan het zitje op de bevestigingspunten, zodat het hoorbaaraangrijpt (controleer of het zitje juist is bevestigd door aan het zitje te trekken!) en bevestig het zitje aan de bovenzijdem.b.v. de bovenste "Tether"-riem aan de bevestiging op de hoedenplank. Volg voor het installeren en gebruikenvan het kinderzitje de aanwijzingen op in de bij het kinderzitje geleverde handleiding. N.B.:
Een ISOFIX-zitje kan alleen worden
aangebracht als de zitting in de auto voldoet aan de ECE-R44 norm. Voordat een ISOFIX-zitje wordtgebruikt dat voor een andere auto is bestemd, moet aan uw Hyundai- dealer worden gevraagd of dat typezitje voor uw Hyundai is goedgekeurd en aanbevolen.
B230D03TG
Kinderzitje aanbrengen
1. Druk het slot van het zitje bij het
aanbrengen in de ISOFIX bevestiging. Er moet een "klik" hoorbaar zijn.