Hyundai Azera 2009 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2009, Model line: Azera, Model: Hyundai Azera 2009Pages: 288, PDF Size: 11.36 MB
Page 51 of 288

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
39
B180B01NF-AXT Veiligheidsgordel met gordel- spanner Uw Hyundai is voorzien van veiligheidsgordels met gordelspanners voor de bestuurder en de voorpassagier.De gordelspanner zorgt er bij een zware frontale aanrijding voor dat de veiligheidsgordel strak tegen het lichaam van de inzittende wordt getrokken. De gordelspanners kunnen worden geactiveerd met de airbags.
!WAARSCHUWING:
o Breng geen kinderzitje met gebruikmaking van de ISOFIX bevestigingspunten op de middelste zitplaats op de achterbank aan. De ISOFIX bevestigingspunten worden alleen voor de linker en rechter buitenste zitplaats geleverd. Gebruik de ISOFIX-bevestigingspunten niet op de verkeerde manier door een kinderzitje op de middelste zitplaats aan de ISOFIX bevestigingspunten te bevestigen. De ISOFIX gordels van het kinderzitje zijn misschien niet sterkgenoeg om bij een ongeval hetzitje op de middelste zitplaats vastte houden en kunnen breken, met ernstig of dodelijk letsel als gevolg.
o Als gebruik wordt gemaakt van het "ISOFIX"-systeem om eenkinderzitje op de achterbank te installeren, dan moeten de metalengespen vast in de gordelsluitingenworden geplaatst en moet de riemachter het kinderzitje wordengetrokken, zodat het kind een losseveiligheidsriem niet kan bereiken. Door losse metalen gespen kan het kind mogelijk een niet-uitgetrokken veiligheidriembereiken, waardoor het kind in hetzitje verwurgd zou kunnen wordenmet ernstige verwondingen of zelfs de dood als gevolg.
o Bevestig niet meer dan één kinderzitje met een enkelvoudigegordel aan het onderste bevestigingspunt. Door dehogere belasting kunnen debevestigingspunten of kan degordel breken, met ernstig of dodelijk letsel als gevolg.
LET OP:
Zorg dat het materiaal van de veiligheidsgordel achter tijdens het plaatsen niet beschadigd wordt of bekneld raakt tussen de ISOFIX- bevestigingen.
2. Bevestig de haak van de bovenste bevestigingsband aan de houder aan en trek de band aan om het zitje goed vast te zetten. Raadpleeg "Kinderzitje met Tether Anchorage Systeem bevestigen" op bladzijde 1-37.
! o Bevestig ISOFIX of ISOFIX
vergelijkbare kinderzitjes alleen op de afgebeelde plaatsen.
o Volg altijd de montage- en
gebruiksvoorschriften van de fabrikant van het kinderzitje op.
OMG035300
Page 52 of 288

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
40
Het systeem van veiligheidsgordels met gordelspanner bestaat uit de volgendebelangrijke onderdelen. De montageplaatsen zijn in de afbeelding aangegeven.
1. SRS airbag controlelamp
2. Gordelspanner
3. SRS regeleenheid
4. Gordelslotspanner
(Indien gemonteerd) B180B01TG
1
2
3
Airbageenheid voor bestuurderszijde
Airbageenheid voor passagierszijde
4
Als de auto plotseling tot stilstand wordt gebracht of als de inzittende te snelnaar voren beweegt, dan zal de gordelblokkering blokkeren. Bij bepaalde frontale botsingen wordt degordelspanner geactiveerd en wordt de gordel strakker tegen het lichaam van de inzittende getrokken. Ook deslotspanner (die zich in het gordelslot bevindt) trekt de gordel in het gordelslot.
! LET OP:
Plaats geen voorwerpen nabij het slot. Als voorwerpen nabij het slotworden geplaatst, dan kan dit van invloed zijn op de werking van de slotspanner en neemt kans oppersoonlijk letsel tijdens een botsing toe. Als het systeem een overmatige spanning van de veiligheidsgordel aanbestuurders- of voorpassagierszijde signaleert als de gordelspanner wordt ingeschakeld, dan zal detrekkrachtbegrenzer in de gordelspanner de druk op de betreffende gordel iets verlagen. N.B.:
o Zowel de gordelspanner voor de
bestuurder als de voorpassagier worden onder bepaaldeomstandigheden bij een frontale aanrijding geactiveerd. De gordelspanners kunnen alleenworden geactiveerd, of als de frontale aanrijding ernstig genoeg is, samen met de airbags.
o Bij het activeren van de gordelspanners is er een hard geluidhoorbaar en komt fijne stof (dat oprook kan lijken) vrij in de auto. Dit is normaal en niet gevaarlijk.
o Hoewel het ongevaarlijk is kan de huid door de fijne stof geïrriteerdraken en moet het niet gedurende langere tijd worden ingeademd.Daarom moeten de handen en het gezicht zorgvuldig worden gewassen nadat bij een aanrijdingde gordelspanners zijn geactiveerd.
WAARSCHUWING:
Om maximaal te profiteren van de veiligheidsgordel met gordelspanner:
1. Gesp de veiligheidsgordel altijd correct om.
2. Stel de veiligheidsgordel correct af.!
Page 53 of 288

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
41
!WAARSCHUWING:
o De gordelspanners zijn ontworpen om maar eenmaal te werken. Nadat de gordelspanners zijn geactiveerd, moeten degordels met gordelspanners worden vervangen. Alle veiligheidsgordels, van elk type,moeten altijd worden vervangen als ze tijdens een aanrijding zijn gedragen.
o Het mechanisme van de gordelspanner wordt bij hetactiveren zeer warm. Raak degordelspanner de eerste minuten na het activeren niet aan.
o Tracht niet om de
veiligheidsgordel met
gordelspanner ze lf te controleren
of te vervangen. Laat dit door een Hyundai dealer uitvoeren.
o Tik niet tegen de veiligheidsgordel
met gordelspanner.
o Tracht niet om onderhoud of reparaties aan de veiligheidsgordelmet gordelspanner uit te voeren.
o Als de gordel met gordelspanner onjuist wordt behandeld en de genoemde waarschuwingen (niettegen de gordelspanner tikken, de veiligheidsgordel met gordelspanner niet wijzigen,controleren, vervangen, onderhoud of reparaties uit voeren) niet worden opgevolgd, kan dit een onjuistewerking van gordelspanner tot gevolg hebben of kan hij ongewild in werking treden en ernstigeverwondingen veroorzaken.
o Tijdens het rijden moeten de
veiligheidsgordels zowel door debestuurder als de passagiers
worden gebruikt.
!
AIR
BAG
LET OP:
o Omdat de sensor waardoor de airbag inschakelt, is verbonden met de veiligheidsgordel metgordelspanner, gaat de airbaglamp in het instrumentenpaneel gedurendeongeveer 6 seconden branden nadat het contactslot in de stand "ON" is gezet. Vervolgens moetde lamp doven.
o Deze lamp gaat ook branden als
de gordelspanner niet juist werkt, zelfs als de airbag wel op de juiste wijze werkt. De gordelspanner ofhet airbagsysteem moeten zo snel mogelijk door een Hyundai dealer worden gecontroleerd: als deairbaglamp niet gaat branden als het contactslot in de stand "ON" wordt gezet; als de lampgedurende één seconde gaat knipperen en blijft branden, nadat deze al 6 seconden heeft gebrand;of als de lamp gaat branden tijdens de rit.
Page 54 of 288

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
42AIRBAGSYSTEEM
1. Bestuurdersairbag
2. Passagiersairbag voor
3. Zij-airbag voor
4. Zij-airbag achter
5. Gordijnairbag
B240D01TG
B240D01TG-GXT (Indien gemonteerd)
Page 55 of 288

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
43
!
De airbag zorgt ervoor dat de bestuurder en/of de voorpassagier bijeen frontale aanrijding meer bescherming wordt geboden dan alleen met behulp van de veiligheidsgordelsmogelijk is.
N.B.: Lees de informatie t.a.v. de airbagop de stickers aan de achterzijde van de zonneklep.
WAARSCHUWING:
o De airbag is bedoeld als aanvulling op dedriepuntsgordels van de bestuurder en de voorpassagieren niet als een vervanging hiervoor. Daarom moet tijdens het rijden ten allen tijde deveiligheidsgordel worden gedragen. De airbag treedt alleen in werking bij een frontaleaanrijding met een dusdanige snelheid dat de kans op verwondingen groot is.
B240A01TG-AXT Bestuurders- en passagiersairbag
Uw Hyundai is uitgerust met een airbagsysteem. Dit is herkenbaar aanhet opschrift "SRS Airbag" op de afdekking van de airbag in het stuurwiel en de afdekking boven hetdashboardkastje aan passagierszijde. De airbags zijn aangebracht onder de afdekking van het stootvlak in het stuurwiel en de afdekking boven hetdashboardkastje aan passagierszijde. B240A01TG
B240A02TG
o De airbags treden alleen in
werking bij een aanrijding ondereen hoek die kleiner is dan 30°,gezien vanaf de lengte-as van de auto. De airbags treden niet in werking bij een aanrijding vanopzij, van achteren of bij het over de kop slaan van de auto.
o Voor een maximale veiligheid bij alle typen aanrijdingen moetenalle inzittenden, inclusief de bestuurder, altijd deveiligheidsgordel dragen. Dit geldt ook indien hun zitplaats is voorzien van een airbag. Anrijding van achteren
Aanrijding van opzij Over de kop slaana
Bestuurdersairbag
Page 56 of 288

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
44
B240B03L
De SRS service-indicatie (SRI) op het instrumentenpaneel gaat gedurendeongeveer 6 seconden branden nadat het contactslot in de stand "ON" is gezet of nadat de motor is gestart. Deindicatie moet vervolgens doven.
De airbageenheden bevinden zich inhet midden van het stuurwiel en achter de afdekking boven het dashboardkastje aan passagierszijde.
Een volledig opgeblazen airbag in
combinatie met een correct gedragenveiligheidsgordel zal de voorwaartse beweging van de bestuurder of de voorpassagier dempen, waardoor dekans op verwondingen aan het hoofd of het bovenlichaam wordt verminderd.
B240B01NF-GXT Componenten en werking van
airbagsysteem Het airbagsysteem bestaat uit de
volgende componenten:
- Airbageenheid voor bestuurderszijde
- Airbageenheid voor passagierszijde
- Kniebeschermer
- SRS onderhoudsindicatie (SRI)
- SRS airbagmoduul (SRSCM)
Het airbagmoduul controleert bij
aangezet contact continu alleomstandigheden om te bepalen of een frontale aanrijding of een aanrijding onder een hoek ernstig genoeg is omde airbag in werking te laten treden. B240B01L
B240B02LBij het in werking treden doorbreekt
de airbag de breukpunten in het stootvlak van het stuurwiel, hierna wordt het stootvlak geheel geopend en wordt de airbag volledigopgeblazen.
Als het airbagmoduul een frontaleaanrijding van een bepaalde kracht registreert, worden de airbags automatisch geactiveerd.
Page 57 of 288

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
45
LET OP:
o Plaats geen voorwerpen (bekerh- ouder, cassettehouder, stickers, etc.) op het dashboardpaneel boven het dashboardkastje bij auto's met passagiersairbag.Deze voorwerpen kunnen gevaar opleveren en letsel veroorzaken als ze worden weggeslingerd bijactivering van de passagiers- airbag.
o Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij hetinstrumentenpaneel of op het dashboard worden geplaatst. Dooreventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen (instrumentenpaneel, dashboardof aanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistof van de luchtverfrisser op deze delenkomt moeten ze direct met water worden gereinigd.
B240B01TG
Passagiersairbag voor!
Nadat de airbag is opgeblazen, zal hij onmiddellijk weer beginnen metleeglopen, zodat de bestuurder weer naar voren kan kijken en de wagen kan besturen.
Passagiersairbag voor
B240B05L
WAARSCHUWING:
o Het in werking treden van de airbag gaat gepaard met een luide knal, terwijl eveneens enige rook vrijkomt. Dit is normaal en is niet gevaarlijk. De rook die bijhet in werking treden van de airbag vrijkomt kan echter huidirritatie veroorzaken. Na eenaanrijding waarbij de airbag in werking is getreden, moeten de handen en het gezicht grondigmet lauwwarm water en een milde zeep worden gewassen.
!
Page 58 of 288

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
46
B990A01TG-GXT AAN/UIT-schakelaar voor passagiersairbag(Indien gemonteerd)
B990A01TG
De passagiersairbag kan worden uitgeschakeld met de AAN/UIT-schakelaar (1) voor de passagiersairbag als een kinderzitje op de passagiersstoel is geplaatst of als er niemand op depassagiersstoel zit. Voor de veiligheid van uw kind moet de passagiersairbag worden uitgeschakeld,als het onder zeer bijzondere omstandigheden nodig is om een kinderzitje, waarin het kind naar achterenkijkt, op de passagiersstoel te plaatsen. (1)o Het airbagsysteem kan alleen
worden gebruikt als het contactslot op "ON" staat.Als het airbagsysteem niet juist werkt, dan:
(1) Gaat de SRI niet branden als
het contactslot in de stand "ON" wordt gezet of als de motor is gestart.
(2) Knippert de SRI gedurende één seconde en blijft branden nade ongeveer 6 seconden dievolgen op het inschakelen van het contactslot ("ON") of het starten van de motor.
(3) Gaat de SRI branden tijdens de rit.
Als dit gebeurt, laat dan de autoonmiddellijk door een Hyundai dealer controleren.o Alvorens een zekering te vervangen of een accukabel los te maken, moet de contactsleutel in de stand "LOCK" worden gedraaid of worden verwijderd. Vervangnooit zekering nummer 12 als de contactsleutel in de stand "ON' staat. Als deze waarschuwing nietwordt opgevolgd, gaat de onderhoudsindicatie branden.
Page 59 of 288

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
47
Passagiersairbag uit- of inschakelen Plaats om de passagiersairbag uit te schakelen de hoofdsleutel in de AAN/UIT-schakelaar aan de rechterzijde van het dashboard en zet de schakelaar in de stand "OFF".De lamp "passagiersairbag OFF" gaat branden en blijft branden, totdat de passagiersairbag weer wordtingeschakeld. Inschakelen van de passagiersairbag: plaats de hoofdsleutel in de AAN/UIT- schakelaar en zet de schakelaar in de stand "ON". De lamp "passagiersairbagOFF" dooft.
! LET OP:
o Als de AAN/UIT-schakelaar voor de passagiersairbag niet juist werkt, dan gaat de airbaglamp inhet instrumentenpaneel branden. Als de lamp "passagiersairbag OFF" niet gaat branden, danschakelt de SRSCM (de regeleenheid van het systeem) de passagiersairbag in en wordt depassagiersairbag bij een frontale botsing opgeblazen, ook als de AAN/UIT-schakelaar in de stand "OFF" staat. Als dit gebeurt, laat dan de AAN/UIT-schakelaar voor de passagiersairbag, het gordelspannersysteem en hetairbagsysteem zo snel mogelijk door een Hyundai dealer controleren.
o Als de airbaglamp niet gaat
branden als het contactslot in de stand "ON" wordt gezet of als deze gaat branden tijdens de rit, laat dan de AAN/UIT-schakelaar voorde passagiersairbag, de gordelspanners en het airbagsysteem zo snel mogelijkdoor een Hyundai dealer controleren.
Page 60 of 288

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
48
B990B02TG-AXT Zij-airbag (Indien gemonteerd) Uw Hyundai is uitgerust met zijairbags
voor of zijairbags achter. Deze airbag heeft tot taak om de bestuurder en/of voorpassagiers extra bescherming te geven naast de werking van alleen deveiligheidsgordel. De zij-airbags zijn ontworpen om in werking te treden bij een aanrijding van opzij, afhankelijkvan de ernst van de aanrijding, de hoek, de snelheid en het aanrijdingspunt. De airbags zijn nietontworpen om bij alle aanrijdingen van opzij in werking te treden. B990B02LZ
!WAARSCHUWING:
o De bestuurder is verantwoordelijk voor de juiste stand van de AAN/ UIT-schakelaar voor de passagiersairbag.
o Schakel de passagiersairbag
alleen uit bij uitgeschakeldcontactslot. Als dit niet gebeurt kan een storing ontstaan in deSRSCM. Hierdoor is het mogelijk dat de bestuurders- en/of passagiersairbag en/of de zij- en headbags niet of niet juist ontsteken tijdens een botsing.
o Plaats nooit een kinderzitje waarin het kind naar achteren kijkt op depassagiersstoel. The infant orchild could be severely injured or killed by an airbag deployment in case of an accident.
o Plaats geen kinderzitje waarin het
kind vooruit kijkt op de voorpassagiersstoel, ook al is uw auto voorzien van een AAN/UIT- schakelaar voor depassagiersairbag. Een dergelijk kinderzitje mag nooit op de voorstoel worden geplaatst.Kinderen die te groot zijn om gebruik te maken van een kinderzitje moeten altijd op deachterbank plaatsnemen en gebruik maken van de beschikbare heup- of 3-puntsgordels. Aankinderen wordt tijdens een ongeval de meeste veiligheid geboden als ze zich in een goedgekeurdeveiligheidsvoorziening op de achterbank bevinden.
o Schakel onmiddellijk de passagiersairbag in, zodra het nietmeer nodig is dat de airbag is uitgeschakeld.