Hyundai Azera 2009 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2009, Model line: Azera, Model: Hyundai Azera 2009Pages: 288, PDF Size: 11.36 MB
Page 61 of 288

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
49
B990B01TG
Zij-airbag sensor
Belangrijke veiligheidsmaatre- gelen betreffende het zij-airbagsysteem Onderstaande opmerkingen over de veiligheid van het systeem moeten altijdin acht worden genomen om de kans op verwondingen tijdens een ongeval zo klein mogelijk te maken
WAARSCHUWING:
o De zij-airbags vormen een aanvulling op de driepunts veiligheidsgordels van de bestuurder en de voorpassagier, maar vervangt deze niet. Daarommoet de veiligheidsgordel altijd worden gedragen als u in de auto zit. De zij-airbags wordenalleen geactiveerd bij bepaalde botsingen aan de zijkant die ernstig genoeg zijn om letsel teveroorzaken.
o Voor de beste bescherming van het zij-airbagsysteem en omverwondingen bij het in werkingtreden van de zij-airbag te voorkomen, moeten de beide inzittenden van de voorstoelenrechtop zitten met de veiligheidsgordel correct vastgegespt. De handen van debestuurder moeten in de standen 9:00 en 3:00 uur op het stuurwiel worden gehouden. De armen enhanden van de voorpassagiers moeten in de schoot worden gehouden.!o Breng geen extra stoelhoezen
aan.
o Door het gebruik van stoelhoezen wordt het effect van het systeem beperkt.
o Monteer geen accessoires aan
de zijkant of bij de zij-airbag.
o Gebruik geen grote krachten aan de zijkant van de stoel.
o Breng geen objecten aan over de airbag of tussen de airbag enuzelf.
o Plaats geen objecten (paraplu, tas enz.) tussen het voorportier en de voorstoel. Dergelijke objecten kunnen gevaarlijkeprojectielen worden of extra verwondingen veroorzaken als de zij-airbag in werking treedt.
o Om ongewild in werking treden van de zij-airbag en daardoorverwondingen te voorkomen,moeten schokken tegen de botsingssensor voor de zij-airbag bij aangezet contact wordenvoorkomen.
Page 62 of 288

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
50
!WAARSCHUWING:
o Zie voor de installatie van een veiligheidssysteem voor kinderen "Veiligheidssysteem voor kinderen" voor de juiste installatieen een maximale bescherming van de inzittenden.
o Zorg ervoor dat van de inzittende
geen lichaamsdelen (hoofd, armenen benen) zich buiten het bereik van het airbag-systeem bevinden.Als een zich opblazende airbag een klein kind aan het hoofd raakt, dan kan dit ernstige verwondingentot gevolg hebben.
o Zorg ervoor dat de opening voor
de headbag altijd vrij is, zodat deheadbag zonodig op de juiste wijze kan worden opgeblazen.
o De ingebouwde kledinghaken
mogen alleen gebruikt wordenvoor lichte kledingstukken. Zorg ervoor dat in de zakken geen zwareof scherpe voorwerpen aanwezig zijn. Hang geen kleding aan hangertjes op aan dekledinghaken.
De gordijnairbags zijn zodanigontworpen dat ze alleen wordengeactiveerd bij aanrijdingen van opzij met een bepaalde sterkte, onder een bepaalde hoek en met een bepaaldesnelheid. De gordijnairbags zijn niet ontworpen om in alle aanrijdingssituaties van opzij,aan voor- en achterzijde of bij het over de kop slaan te worden geactiveerd.
Belangrijke veiligheids- voorschriften voor headbag-systemen Onderstaande opmerkingen over de veiligheid van het systeem moeten altijdin acht worden genomen om de kans op verwondingen tijdens een ongeval zo klein mogelijk te maken.
B990C01JM-GXT Gordijnairbag De gordijnairbags bevinden zich langs beide dakstijlen boven de voor- en achterportieren.Ze dienen voor de bescherming van het hoofd van de voorpassagiers en de passagiers op de beide buitenstezitplaatsen achterin bij aanrijdingen van opzij. HLZ2051
Gordijnairbag
Page 63 of 288

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
51
o De ruimte tussen de inzittende en
de headbag moet nooit worden ingenomen door kinderen, eenandere passagier of huisdieren. Inzittenden mogen nooit uit het raam leunen en er mogen geenlichaamsdelen uit het raam steken als de motor draait.
o Draai de zonneklep niet naar de
zijruit als er voorwerpen aan dezonneklep zijn bevestigd, zoals de afstandsbediening van degaragedeur, pennen, luchtverfrissers of iets dergelijks. Deze voorwerpen kunnen verwondingen veroorzaken als de headbag wordt opgeblazen.
o Als jaloezieën op de achterportieren zijn gemonteerd,dan mogen deze op geen enkelewijze in de weg zitten of de werking van de airbag belemmeren. o Plaats geen accessoires of
kinderspeelgoed in het gebied waarin de headbags wordenopgeblazen. Dit kan de werking van de headbag negatief beïnvloeden of delen kunnen hetinterieur ingeschoten worden, waardoor de inzittenden gewond kunnen raken als de headbagwordt opgeblazen.
o Om de headbag in goede conditie
te houden, moeten allewerkzaamheden, het verwijderen en monteren van de headbag en de bijbehorende componenten(zoals hemelbekleding of zij- afwerking) door een Hyundai dealer worden uitgevoerd. B240C01NF-GXT Onderhoud van het airbagsysteem Het airbagsysteem is praktisch onderhoudsvrij; het is niet toegestaanzelf werkzaamheden eraan uit te voeren. Als de SRS SRI (Service Reminder Indicator) niet gaat branden of continublijft branden, laat de auto dan door een Hyundai dealer controleren. Alle werkzaamheden aan het airbagsysteem, zoals het verwijderen, aanbrengen, repareren ofwerkzaamheden aan het stuurwiel moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde Hyundai monteur.Onvakkundig uitgevoerde werkzaamheden aan het airbagsysteem kunnen ernstig persoonlijk letsel totgevolg hebben.
Page 64 of 288

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
52
o Als de airbag in werking is
getreden, moet deze worden vervangen door een officiëleHyundai dealer.
o Aan de diverse componenten en
aan de bedrading van hetairbagsysteem mogen geen werkzaamheden worden uitgevoerd, terwijl deze ook nietmogen worden losgemaakt. Als dit wel gebeurt, kan dit persoonlijk letsel tot gevolg hebben omdat deairbag abusievelijk in werking kan treden of niet in werking kan treden.
o Op de rechter voorstoel mag geen veiligheidssysteem voor kinderenworden gemonteerd. Op devoorstoel mag nooit een kinderstoeltje worden geplaatst. Het kind kan letsel oplopen als deairbag bij een aanrijding wordt geactiveerd.o Het stootvlak kan worden gereinigd
met een zachte, droge doek of een doek die vochtig is gemaakt metwater zonder enige toevoeging. Oplosmiddelen of reinigingsmiddelen kunnen eennegatief effect hebben op het stootvlak van het stuurwiel alsmede op de goede werking vansysteem.
o Er mogen geen voorwerpen over
of bij de airbageenheden op hetstuurwiel, het instrumentenpaneel of de afdekking boven het dashboardkastje aan passagierszijde worden geplaatst, omdat een dergelijk voorwerpletsel kan verooraken bij een aanrijding die ernatig genoeg is om de airbags in werking te latentreden.
!
B240C01HP
WAARSCHUWING:
o Als wijzigingen worden uitgevoerd aan de diverse componenten en de bedrading van het airbagsysteem, inclusief hetaanbrengen van voorwerpen op het stootvlak van het stuurwiel of wijzigingen worden uitgevoerd aanhet stuurwiel, kan de werking van het airbagsysteem worden beïnvloed en persoonlijk letsel totgevolg hebben.
Page 65 of 288

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
53
o Als componenten van het
airbagsysteem tot schroot worden verwerkt, of als de wagen totschroot wordt verwerkt, moeten bepaalde veiligheidsvoorschriften worden opgevolgd. Uw Hyundaidealer is met deze veiligheidsvoorschriften bekend en kan u de noodzakelijkeinformatie verstrekken. Als deze voorschriften en procedures niet worden opgevolgd, kan ditpersoonlijk letsel tot gevolg hebben.
o Bij verkoop van de wagen moet de nieuwe eigenaar van dezebelangrijke informatie op de hoogte worden gebracht en moetdeze handleiding in de wagen achterblijven als deze aan de nieuwe eigenaar wordtoverhandigd.
Page 66 of 288

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
54
B260A02TGINSTRUMENTENPANEEL EN CONTROLELAMPEN
B260B02TG-GXT Conventioneel Type
Page 67 of 288

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
55
1. Controlelamp elektronische motorregeling (MIL)
2. Controlelamp oliedruk
3. Controlelamp laadstroom
4. "Passagiersairbag OFF"-lamp (Indien gemonteerd)
5. Airbag systeem
6. Toerenteller
7. Controlelamp richtingaanwijzers
8. Controlelamp grootlicht
9. Controlelampen elektonisch stabiliteitsprogramma (ESP)
10. Verlichting schakelkwadrant van automatische transmissie
11. Controlelamp automatische snelheidsregeling (Indien gemonteerd)
12. Controlelamp mistlampen, voor
13. Indicator ingeschakelde cruise controle
(Indien gemonteerd) 14. Snelheidsmeter
15. Waarschuwingslamp laag ruitensproeiervloeistofniveau
16. Controlelamp niet goed gesloten achterklep
17. Controlelamp voorgloeien (Dieselmotor)
18. Controlelamp startbeveiliging
19. Waarschuwingslamp water in brandstoffilter
(Dieselmotor)
20. Koelvloeistoftemperatuurmeter
21. Controlelamp ABS systeem
22. Controlelamp niet goed gesloten portieren
23. Gordel-waarschuwingslamp (Bestuurder)
24. Kilometerteller / Boordcomputer
25. Controlelamp remsysteem/aangetrokken parkeerrem
26. Controlelamp benzinereserve
27. Benzinemeter
Page 68 of 288

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
56
OTG048807
B260B02TG-GXT Type met regeleenheid
Page 69 of 288

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
57
1. Controlelamp elektronische motorregeling (MIL)
2. Controlelamp laadstroom
3. Controlelamp oliedruk
4. Controlelamp remsysteem/aangetrokken parkeerrem
5. Toerenteller
6. Controlelamp niet goed gesloten portieren
7. Controlelamp richtingaanwijzers
8. Kilometerteller / Boordcomputer / Waarschuwing
9. Snelheidsmeter
10. Controlelamp niet goed gesloten achterklep
11. Controlelamp automatische snelheidsregeling (Indien gemonteerd)
12. Indicator ingeschakelde cruise controle (Indien gemonteerd)
13. Controlelamp startbeveiliging 14. Koelvloeistoftemperatuurmeter
15. Waarschuwingslamp laag ruitensproeiervloeistofniveau
16. "Passagiersairbag OFF"-lamp (Indien gemonteerd)
17. Airbag systeem
18. Controlelamp ABS systeem
19. Controlelampen elektonisch stabiliteitsprogramma (ESP)
20. Gordel-waarschuwingslamp (Bestuurder)
21. Controlelamp grootlicht
22. Verlichting schakelkwadrant van automatische transmissie
23. Controlelamp mistlampen, voor
24. Controlelamp voorgloeien (Dieselmotor)
25. Waarschuwingslamp water in brandstoffilter
(Dieselmotor)
26. Controlelamp benzinereserve
27. Benzinemeter
Page 70 of 288

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
58INDICATOR EN WAARSCHUWINGSLAMP
B260F01A-AXT Controlelamp grootlicht
Deze controlelamp gaat branden zodra het grootlicht wordt ingeschakeld of als een lichtsignaal wordt gegeven.
B260D01A-AXT Controlelamp
richtingaanwijzers
Als de richtingaanwijzers worden ingeschakeld gaat deze groenecontrolelamp knipperen. Als de lamp wel brandt, maar niet knippert, sneller knippert dan normaal of niet brandt,geeft dit een storing in de richtingaanwijzerinstallatie aan.
B260G02TG
Als uw auto is uitgerust met een regeleenheid/instrumentenpaneel, dan wordt de waarschuwing op het display herhaald. De waarschuwing blijft gedurende ongeveer 20 seconden aanwezig. Als de RESET-knop achterhet stuurwiel wordt ingedrukt, dan verdwijnt de waarschuwing.
B260G01TG-AXT
Controlelamp oliedruk
LET OP:
Als deze lamp bij draaiende motor gaat branden moet de motor direct worden afgezet teneinde ernstige motorschade te voor-komen. Dezecontrolelamp gaat branden als de oliedruk te laag is. De lamp gaat branden zodra het contact wordt aangezet, maar moet doven als de motor is gestart. Blijft deze lamp bijdraaiende motor branden, dan bevindt zich een ernstige storing in het smeer-systeem van de motor.Is dit het geval, dan moet de motor direct worden afgezet en moet het oliepeil worden gecontroleerd. Alshet oliepeil te laag is, moet de voorgeschreven olie worden bijgevuld en moet de motor opnieuwworden gestart. Als de controlelamp blijft branden moet de motor direct worden afgezet. Raadpleeg in datgeval een officiële Hyundai dealer.
!