Hyundai Azera 2011 Handleiding (in Dutch)

Page 251 of 304

6EENVOUDIG ONDERHOUD
10
ZG050B1-AX
Aanbevolen koelvloeistof
Vul het koelsysteem alleen bij met
gedestilleerd of gedemineraliseerd water en vul het koelsysteem niet bij met gewoon kraanwater. Een onjuistkoelvloeistofmengsel kan storingen en schade aan de motor veroorzaken.
Gebruik een hoge kwaliteit koelvloeistof
op ethyleen glycolbasis. Het mengsel bestaat uit 50% water en 50% antivries.De gebruikte koelvloeistof mag geen aluminium aantasten. Aan de koelvloeistof mogen geen anti-corrosiemiddelen worden toegevoegd. Houd de koelvloeistofconcentratie op het juiste niveau teneinde bevriezingen corrosie te voorkomen.
!WAARSCHUWING:
Verwijder de radiateurdop niet als
de motor heet is. De koelvloeistof staat onder druk en kan uit de radiateur spuiten wanneer de dopwordt verwijderd. Dit kan ernstige brandwonden tot gevolg hebben.
LET OP:
Leg een flinke doek rond de vulopening om te voorkomen datals er gemorst wordt, koelvloeistof terechtkomt of de dynamo of andere onderdelen van de motor. N.B.: Het verdient aanbeveling om de koelvloeistof te laten verversen door een Hyundai dealer.
! Omgevings-
temperatuur °C
-15 -25-35 -45
Water
65% 60%50%40%
35% 40% 50% 60%
Koelvloeistofsamenstelling
Antivries
! LET OP:
Bij een concentratie boven 60% of minder dan 35% kan dit schade aan het koelsysteem tot gevolg hebben. Raadpleeg onderstaande tabel voor deconcentratie koelvloeistof:

Page 252 of 304

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
11
G050C01TG-GXT
Koelvloeistofpeil controleren
Het koelvloeistofpeil is zichtbaar aan de zijkant van het expansiereservoir.Het koelvloeistofpeil moet bij een warme en stationair draaiende motor tussen de "L"- en "F"-strepen op hetreservoir staan. Als het peil onder het "L"-streep staat, vul dan bij met koelvloeistof tot aan "F". Controleerin dat geval bovendien het koelsysteem op lekkage en controleer het peil daarna vaker. Raadpleeg uwHyundai dealer om de oorzaak van het koelvloeistofverlies op te sporen als het peil weer daalt.
OTG078004
! LET OP:
o Koelvloeistof kan het lakwerk beschadigen. Spoel gemorste koelvloeistof direct met water af.
o De motor in uw auto is voorzien van aluminium onderdelen, diemoeten worden beschermd tegenkoelvloeistof op ethyleen-glycol basis, zodat roestvorming en bevriezing worden voorkomen.Gebruik geen hard (kalkrijk) wa-ter. Hard water kan beschadigingvan de motor door roestvorming, oververhitting of bevriezing veroorzaken.!WAARSCHUWING:
De werking van de koelventilator wordt geregeld door de koelvloeistoftemperatuur. De venti-lator kan gaan draaien terwijl de motor niet draait. Let daarom zeer goed op bij werkzaamheden in deomgeving van de koelventilator om verwondingen door de draaiende ventilator te voorkomen. Zodra demotor voldoende is afgekoeld stopt de koelventilator. Dit is de normale werking.

Page 253 of 304

6EENVOUDIG ONDERHOUD
12RUITENWISSERS RUITENWISSERBLADEN
G090A03A-GXT De ruitenwisserbladen moeten regelmatig worden gecontroleerd en gereinigd. Gebruik voor het reinigenvan de wisserbladen en-armen een zachte zeepoplossing en een schone spons of doek. Laten de wissers strepen of vuil achter, vervang ze dan door originele Hyundai onderdelen.
1JBA5122
LET OP:
o Het laten draaien van de motor zonder het voorgeschreven luchtfilterelement kan extreme motorslijtage tot gevolg hebben.
o Voorkom bij het verwijderen van het luchtfilter dat er vuil in deluchtinlaat terechtkomt. Dit kan het luchtfilter en de motor beschadigen.
!
LUCHTFILTER VERVANGEN
G070A03Y-AXT Het luchtfilterelement wordt als volgt vervangen:
1. Maak de klemmen van het luchtfilterdeksel los.
2. Verwijder het deksel, het oude filter en breng een nieuw luchtfilterelement op zijn plaats.
Gebruik uitsluitend originele Hyundai onderdelen.
HTG5013

Page 254 of 304

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
13
!
LET OP:
o Gebruik de ruitenwissers niet op droge ruiten. Dit heeft een snellere slijtage van de ruitenwisserbladen en krassen op de ruit tot gevolg.
o Let erop dat het rubber niet in contact komt metpetroleumhoudende productenzoals motorolie, benzine etc. G080B01TG-GXT
RUITENWISSERBLADEN VERVANGEN Ruitenwisserblad aan bestuurderszijde vervangen
Om de ruitenwisserbladen te
vervangen de ruitenwisserarm verticaal plaatsen. Ruitenwisserblad verwijderen
HHR5048
(1)
1. Druk het ruitenwisserblad naar beneden met de blokkeerpal (1) ingedrukt en maak het ruitenwisserblad los van dewisserarm.
2. Til het ruitenwisserblad lichtjes open verwijder het naar boven toe. HHR5049
Ruitenwisserblad aanbrengen
HHR5050

Page 255 of 304

6EENVOUDIG ONDERHOUD
14
G080B02TG
G080B03TG
2. Houd de blokkeerpal ingedrukt en
verwijder het ruitenwisserblad.
Ruitenwisserblad aan passagierszijde vervangen
1. Zet de ruitenwisserschakelaar in destand "OFF" en plaats de ruitenwisserarm ongeveer 10 mmomhoog van de voorruit, zoals in de afbeelding is aangegeven.
N.B.: Zorg ervoor dat de ruitenwisserarm
niet tegen de motorkap komt en krassen veroorzaakt. G080B01TG
3. Plaats het nieuwe ruitenwisserblad.
1. Monteer een nieuw wisserblad op de
wisserarm en breng het omlaag totde op de afbeelding getoonde positie.
2. Trek het ruitenwisserblad omhoog tot een "klik" te horen is.
N.B.: De ruitenwisserarm niet tegen de voorruit laten klappen.
HHR5051

Page 256 of 304

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
15
G080B04TG
1. Zet het contactslot in de stand "ON" en plaats de ruitenwisserschakelaar in de stand "LO". Zet het contactslotin de stand "OFF" als de ruitenwisser geheel in de bovenste stand staat. De ruitenwisser zal inde afgebeelde stand tot stilstand komen.
2. Vervang het ruitenwisserblad op dezelfde wijze als het blad aan de bestuurderszijde.
Het ruitenwisserblad kan ook als volgtworden vervangen.
RUITENSPROEIERRESERVOIR BIJVULLEN
G090A01NF-GXT Gebruik voor het ruitensproeierreservoir een goede kwaliteit reinigingsvloeistof. Controleer het vloeistofpeil regelmatig;vooral als de ruitensproeiers veel worden gebruikt. De inhoud van het reservoir bedraagt circa 4 liter.
OTG078006
N.B.: Verwijder vuil of ijs van de voorruit
voordat de ruitenwissers worden ingeschakeld. Als dit niet wordt gedaan, dan
kunnen de ruitenwisserbladen ende voorruit beschadigen.

Page 257 of 304

6EENVOUDIG ONDERHOUD
16VLOEISTOFPEIL AUTOMA- TISCHE TRANSMISSIECONTROLEREN
G110A01E-GXT
X 5 A/T (automatische transmissie)
Automatische-transmissievloeistof dient onder normalegebruiksomstandigheden gecontroleerd te worden. Bij zwaar gebruik moet de vloeistof worden vervangen door een officiële HYUNDAI-dealer overeenkomstig hetin het begin van dit hoofdstuk beschreven onderhoudsschema.
X 6 A/T (automatische transmissie)
Onder normale gebruiksomstandigheden hoeft de automatische-transmissievloeistof niet gecontroleerd te worden. Bij zwaar gebruik moet de vloeistof echter vervangen worden door een officiële HYUNDAI-dealer overeenkomstig het in het begin van dithoofdstuk beschreven onderhoudsschema.
!WAARSCHUWING:
o Ruitensproeiervloeistof bevat al- cohol en kan onder bepaalde omstandigheden lichtontvlambaar zijn. Houd open vuur en vonken uit de buurt van de ruitensproeiervloeistof en hetsproeierreservoir. De auto kan beschadigd raken en de inzittenden kunnen letsel oplopen.
o Ruitensproeiervloeistof is giftig voor mensen en dieren. Drinkgeen ruitensproeiervloeistof en vermijd contact met ruitensproeiervloeistof. Hierdoorkan ernstig letsel ontstaan.
LET OP:
o Gebruik geen antivries voor het koelsysteem in het sproeierreservoir omdat dat de lak aantast.
o Gebruik de ruitensproeiers niet als het reservoir leeg is. Dit kande sproeierpomp beschadigen.!

Page 258 of 304

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
17
!WAARSCHUWING:
Het vloeistofpeil moet worden gecontroleerd bij normale bedrijfstemperatuur van de motor.Dit betekent dat de motor, radiateur, het uitlaatsysteem, etc. zeer heet zijn waardoor gevaar opbrandwonden bestaat. Ga bij het controleren van het vloeistofpeil uiterst voorzichtig te werk.
HTG5012
Het peil van de automatische-
transmissievloeistof moet regelmatig gecontroleerd worden.
Zorg er voor dat de auto horizontaal
staat en dat de parkeerrem isaangetrokken. Controleer het vloeistofpeil als volgt:
1. Zet de selectiehendel in stand N en laat de motor stationair draaien.
G110D03A-GXT
Controleren van niveau automatische- transmissievloeistof 2. Laat de transmissie op
bedrijfstemperatuur (vloeistoftemperatuur 70 - 80°C) komen, door bijvoorbeeld 10 minuten te rijden, beweeg de selectiehendeleen keer door alle standen en zet deze vervolgens in stand N of P.
G110D02NF
Het vloeistofpeil moet tussen deze merktekens staan.
3. Controleer of het vloeistofpeil zich in het gebied HOT van de peilstok bevindt. Als het vloeistofpeil lager is, vul dan de voorgeschreven vloeistof bij via de vulopening. Alshet vloeistofpeil hoger is, tap dan vloeistof af via de aftapopening.
5 A/T
5 A/T

Page 259 of 304

6EENVOUDIG ONDERHOUD
18
!
!
HET REMSYSTEEM CONTROLEREN
SG120A1-FX SG120B1-FX
Remvloeistofpeil controleren
WAARSCHUWING:
Ga voorzichtig te werk met remvloeistof. Vermijd contact met de ogen omdat dit ernstige gevolgen kan hebben. Verwijdergemorste remvloeistof direct omdat remvloeistof de lak van de wagen aantast. LET OP:
Het remsysteem is van essentieelbelang voor de rijveiligheid. Het isaan te bevelen het remsysteem door uw Hyundai dealer te laten controleren. Het remsysteem moet worden gecontroleerd overeenkomstig het onderhoudsoverzicht in hoofdstuk5.
!
WAARSCHUWING
(Alleen Diesel):
Geen werkzaamheden verrichten aan
het injectiesysteem wanneer de mo- tor draait of binnen 30 secondennadat deze is afgezet. Hogedrukpomp, rail, verstuivers en verstuiverleidingen staan onderhoge druk, zelfs nadat de motor is afgezet. De brandstofstraal die ontstaat door brandstoflekkage kanernstige verwondingen veroorzaken wanneer deze met het lichaam in aanraking komt. Mensen met eenpacemaker mogen niet binnen 30 cm van de ECU of de bedrading in de motorruimte komen als de motordraait, aangezien de hoge stroom waarmee het common-rail-systeem werkt een groot magnetisch veldveroorzaakt.
4. Als het vloeistofpeil koud
(vloeistoftemperatuur 20 - 30°C) wordt gecontroleerd, vul dan vloeistof bij tot de lijn COLD en controleer het vloeistofpeil opnieuw op de manierzoals in stap 2 is aangegeven.
WAARSCHUWING:
De koelventilator reageert op de koelvloeistoftemperatuur en kan ookin werking treden als de motor niet draait. Ga uiterst voorzichtig te werk als in de omgeving van dekoelventilator wordt gewerkt, zodat geen verwondingen door draaiende ventilatorbladen kunnen ontstaan.Wanneer de temperatuur van de koelvloeistof daalt wordt de ventila- tor automatisch uitgeschakeld. Ditis normaal.
!

Page 260 of 304

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
19
SG120D1-FX
Remvloeistofpeil controleren
Het remvloeistofpeil moet regelmatig worden gecontroleerd. Het peil moet tussen het "MIN" en "MAX" merkteken op de zijkant van het reservoir staan.Staat het peil op of onder het "MIN"merkteken, dan moet vloeistof tot aanhet "MAX" merkteken worden bijgevuld. Vul niet te veel vloeistof bij.
WAARSCHUWING:
Ga voorzichtig te werk met remvloeistof. Vermijd contact metde ogen aangezien dit ernstige gevolgen kan hebben. Gebruik uitsluitend remvloeistofovereenkomstig de DOT 3 of DOT 4 specificatie uit een gesloten blik. Laat het blik of het reservoir nietlanger dan nodig onafgesloten. Hierdoor wordt voorkomen dat vuil of vocht door de remvloeistofwordt opgenomen, hetgeen een nadelige invloed op de werking heeft.!
HTG5015
SG120E1-FX
Remvloeistof bijvullen Als remvloeistof wordt bijgevuld, moet
het vuil rond de dop worden weggeveegd. Draai de dop los en vul het reservoir langzaam met remvloeistof. Vul niet te veel bij. Brengde dop hierna weer aan.

Page:   < prev 1-10 ... 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 ... 310 next >