Hyundai Ioniq Hybrid 2017 Handleiding (in Dutch)
Page 471 of 564
7-10
Onderhoud
Stuurhuis, stuurstangen en
stofhoezen/onderste
fuseekogel
Breng de auto tot stilstand, schakel
het hybridesysteem uit en controleer
op overmatige speling in het
stuurwiel. Controleer de
stuurstangen op knikken of
beschadigingen. Controleer de
stofhoezen en fuseekogel op
veroudering, scheurtjes ofbeschadigingen.
Vervang beschadigde onderdelen.
Aandrijfassen en
aandrijfashoezen
Controleer de aandrijfassen, -
hoezen en klemmen op scheurtjes,
veroudering of beschadigingen.
Vervang beschadigde onderdelen en
breng indien nodig nieuw vet aan.
Koudemiddel airconditioning
Controleer de leidingen en
aansluitingen van de airconditioningop lekkage en beschadigingen.
Page 472 of 564
7-11
7
Onderhoud
MMOOTTOO RROO LLIIEE
Motoroliepeil controleren
1.Neem alle voorzorgsmaatregelen
van de oliefabrikant in acht.
2.Zorg ervoor dat de auto op een vlakke ondergrond staat, stand P
(parkeren) ingeschakeld is, de
parkeerrem geactiveerd is en er
wielblokken zijn geplaatst.
3.Start de motor en laat deze op de normale bedrijfstemperatuur
komen.
4.Schakel het hybridesysteem uit en wacht ongeveer 5 minuten zodat
de olie naar het carter terug kanlopen.
5.Trek de peilstok uit de houder, veeg hem schoon en steek hem
weer geheel in de houder. 6.Trek de peilstok opnieuw uit de
houder en controleer het peil. Het
vloeistofniveau moet zich tussen F
(vol) en L (leeg) bevinden.
7.Als het peil zich bij of op de L bevindt, moet u olie bijvullen tot deF. Om schade aan de motor te
voorkomen:
Vul niet te veel motorolie bij. Vul
olie in kleine hoeveelheden bij
en controleer het peil opnieuw
om ervoor te zorgen dat er niet te
veel wordt bijgevuld.
Zorg dat u geen motorolie morst wanneer u motorolie bijvult of
ververst. Gebruik een trechter
om morsen van olie op
motoronderdelen te voorkomen.
Veeg gemorste olie direct weg.
AANWIJZING
OAE076002
Page 473 of 564
7-12
Onderhoud
Gebruik alleen de voorgeschreven
motorolie (Zie "Aanbevolen
smeermiddelen en hoeveelheden" inhoofdstuk 8.)
Motorolie en filter controleren
We adviseren u de motorolie te laten
verversen en het filter te laten
vervangen door een officiële
HYUNDAI-dealer overeenkomstig
het in het begin van dit hoofdstuk
beschreven onderhoudsschema.AANWIJZING
OAE076003
Page 474 of 564
7-13
7
Onderhoud
MMOOTTOO RRKK OO EELLVV LLOO EEIISS TT OO FF//IINN VVEERR TTEERR KK OO EELLVV LLOO EEIISS TT OO FF
Het hogedruk-koelsysteem is
voorzien van een reservoir dat
gevuld is met een koelvloeistof die
ook voldoende bescherming biedt
tegen bevriezing. Het reservoir is in
de fabriek gevuld.
Controleer de vorstbescherming en
het koelvloeistofpeil ten minste één
keer per jaar, aan het begin van het
winterseizoen en voordat u naar een
kouder klimaat reist.Koelvloeistofpeil controleren
Controleer de toestand en de
aansluitingen van alle slangen van
het koelsysteem en van de
verwarming. Vervang beschadigdeen slechte slangen. Het koelvloeistofpeil dient tussen de
merktekens MAX en MIN aan de
zijkant van het koelvloeistofreservoir
te liggen als de motor koud is.
Vul als het peil laag is voldoende
gedestilleerd (gedemineraliseerd)
water bij tot aan het merkteken MAX,
maar vul niet te veel bij. We
adviseren het koelsysteem door een
officiële HYUNDAI-dealer te laten
nakijken indien u het reservoirregelmatig moet bijvullen.
OAE076005
OAE076004
■
Motorkoelvloeistof
■Inverter coolant
Page 475 of 564
7-14
Onderhoud
Informatie
Het motorkoelvloeistofpeil en/of het
inverterkoelvloeistofpeil worden/wordt
beïnvloed door de temperatuur van het
hybridesysteem. Schakel het
hybridesysteem uit alvorens het
motorkoelvloeistofpeil en/of het
inverterkoelvloeistofpeil te controleren
of koelvloeistof bij te vullen.i
Verwijder de
motorkoelvloeistof-
reservoirdop en/of de
inverterkoelvloeistofreservoirdop of de aftapplug nooit als demotor en de radiateur nog heetzijn. Er kan onder druk staande hete
koelvloeistof en stoom
ontsnappen, waardoor ernstigletsel kan ontstaan.
Schakel het hybridesysteem uit
en wacht tot de motor is
afgekoeld. Verwijder de
motorkoelvloeistofreservoirdop
en/of de inverterkoelvloeistofre
-
servoirdop uiterst voorzichtig.
Wikkel een dikke doek rond de
dop en draai hem voorzichtig
linksom tot de eerste aanslag. (Vervolg)
WAARSCHUWING
OAE076006
OAE076007
■Motorkoelvloeistofreservoirdop
■Inverterkoelvloeistofreservoirdop
(Vervolg)
Ga een stukje achteruit wanneer
de druk van het koelsysteem af
gaat. Pas als u zeker weet dat er
geen overdruk meer is, drukt ude dop met de doek in en draait u
hem verder linksom om hem teverwijderen.
Page 476 of 564
7-15
7
Onderhoud
De elektromotor voor de
koelventilator wordt geregeld door de
koelvloeistoftemperatuur, de
koudemiddeldruk en de rijsnelheid.
Als de koelvloeistoftemperatuur
daalt, wordt de elektromotor
automatisch uitgeschakeld. Dit is
een normaal verschijnsel. Als uw
auto is uitgerust met GDI, wordt de
elektromotor van de koelventilator
mogelijk op een willekeurig moment
ingeschakeld en werkt hij mogelijk
totdat u de minpool van de acculosneemt.De elektromotor voor
de koelventilator blijft
mogelijk draaien of
wordt mogelijk
gestart als de motor
niet draait, hetgeen tot ernstigletsel kan leiden.
Houd handen, kleding en
gereedschap uit de buurt van
de draaiende bladen van de
koelventilator.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de
koelvloeistofreservoirdop na
het bijvullen van koelvloeistof
goed vastgedraaid wordt.
Anders kan de motor tijdens het
rijden oververhit raken.
1. Controleer of het label op de koelvloeistofreservoirdop
recht naar voren zit.
(Vervolg)
WAARSCHUWING
OTL075062
■Vooraanzicht motorruimte (Vervolg)
2. Controleer of de kleine
uitsteeksels aan de
binnenzijde van de
koelvloeistofreservoirdopgoed in elkaar grijpen.
OAE076050
■Achteraanzicht motorruimte
Page 477 of 564
7-16
Onderhoud
Aanbevolen koelvloeistof
Vul het koelsysteem alleen bij metgeïoniseerd, gedestilleerd of
gedemineraliseerd water en vul het
nooit bij met gewoon kraanwater.
Een onjuist koelvloeistofmengsel kan ernstige storingen en schade
aan de motor/het hybridesysteem
veroorzaken.
De motor van uw auto heeft aluminium onderdelen. Gebruik
daarom een koelvloeistof op
fosfaat- en ethyleenglycolbasis ter
voorkoming van corrosie en
bevriezing.
Gebruik geen koelvloeistof op ethanol- of methanol-basis; mengook geen ethanol- of methanol-
antivries met de voorgeschreven
koelvloeistof.
Gebruik geen mengsel met meer dan 60% of minder dan 35%
antivries; in dat geval is een
optimale koelende werking niet
gewaarborgd. Zie de volgende tabel voor de
mengverhouding:
Informatie
Bij twijfel over de mengverhouding is
een mengsel van 50% water en 50%
antivries het gemakkelijkst te mengen
omdat van beide vloeistoffen evenveel
gebruikt wordt. Dit mengsel is
geschikt voor de meeste
temperatuurbereiken vanaf - 35°C.
Koelvloeistof verversen
We adviseren u de koelvloeistof te
laten verversen door een officiële
HYUNDAI-dealer overeenkomstig
het in het begin van dit hoofdstuk
beschreven onderhoudsschema. Leg, om schade aan onderdelen
van de motor te voorkomen, een
dikke doek rond de
motorkoelvloeistofreservoirdopen/of de
inverterkoelvloeistofreservoirdop
alvorens koelvloeistof bij te vullen
om te voorkomen dat er
koelvloeistof op onderdelen van de
motor, zoals de dynamo,
terechtkomt.
AANWIJZING
i
Gebruik geen koelvloeistof of antivries in het
ruitensproeiervloeistofreservoir.
Koelvloeistof kan het zicht ernstig belemmeren wanneer
dit op de voorruit terechtkomt,
waardoor u de macht over de
auto kunt verliezen en een
ongeval zou kunnen
veroorzaken.Koelvloeistof kan
tevens de lak en sierlijsten
beschadigen.
WAARSCHUWING
Buitentempe
ratuur Mengverhouding
(hoeveelheid)
Antivries Water
-15°C 35 65
-25°C 40 60
-35°C 50 50
-45°C 60 40
Page 478 of 564
7-17
7
Onderhoud
RRIIEE MM HH YY BBRRIIDD SS TT AA RRTTEERR GG EENN EERR AA TTOO RR (( HH SSGG ))
Riem Hybrid Starter Generator
(HSG) controleren
We adviseren u de riem van de
Hybrid Starter Generator (HSG) te
laten controleren of vervangen door
een officiële HYUNDAI-dealer
overeenkomstig het in dit hoofdstuk
beschreven onderhoudsschema.Zet voor het controleren van
de motor of van de riem van
de Hybrid Starter Generator
(HSG) de motor uit. Anderskunt u ernstig letsel oplopen.
Houd handen, kleding, enz. uit
de buurt van de riem van de
Hybrid Starter Generator(HSG).
WAARSCHUWING
Vervang de HSG-riem als hij
versleten of beschadigd is.
Anders kan de motor oververhit of de accu ontladen raken.
OPMERKING
Page 479 of 564
7-18
OnderhoudR
R EEMM VVLLOO EEIISS TT OO FF
Remvloeistofniveau
controleren
Controleer regelmatig het niveau in
het reservoir. Het vloeistofniveau
dient zich tussen de merktekens
MAX en MIN aan de zijkant van het
reservoir te bevinden. Reinig het gebied rondom de
reservoirdop grondig alvorens de dop
te verwijderen en vloeistof bij te
vullen om te voorkomen dat deze
vervuild raakt.
Vul de voorgeschreven remvloeistof
bij tot aan het merkteken MAX
wanneer het niveau te laag is. Het
niveau van de remvloeistof zal meteen oplopende kilometerstand dalen. Dit is normaal en wordt veroorzaakt
door het slijten van de remblokken.
Als het vloeistofpeil extreem laag is,
adviseren we u het remsysteem telaten controleren door een
slotvanger.
Zorg ervoor dat remvloeistof
niet in contact komt met het
lakwerk van de auto. De lak kan
hierdoor beschadigd raken.
Gebruik NOOIT remvloeistof die gedurende lange tijd
blootgesteld is geweest aan de
buitenlucht, omdat de kwaliteit
ervan niet kan worden
gegarandeerd. Voer de vloeistof
op de juiste wijze af.
Gebruik alleen het juiste type remvloeistof. Slechts een paar
druppels minerale olie, zoals
motorolie, in het remsysteem
kunnen de onderdelen van het
systeem beschadigen.
Informatie
Gebruik alleen de voorgeschreven
remvloeistof (Zie "Aanbevolen
smeermiddelen en hoeveelheden" in
hoofdstuk 8.)
i
AANWIJZING
Als u het remvloeistofreservoir
regelmatig moet bijvullen, kan
dit duiden op een lekkage in het
remsysteem. We adviseren u de
auto te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat remvloeistof
niet in contact komt met uw
ogen. Spoel uw ogen
gedurende ten minste 15
minuten met schoon water en
roep onmiddellijk medischehulp in wanneer u remvloeistof
in uw ogen krijgt.
WAARSCHUWING
OAE076008
Page 480 of 564
7-19
7
Onderhoud
RRUU IITT EENN SSPP RR OO EEIIEE RR VV LLOO EEIISS TT OO FF
Ruitensproeiervloeistofniveau
controleren
Controleer het vloeistofpeil in het
sproeierreservoir en vul indien nodig
vloeistof bij. Als u geen
ruitensproeiervloeistof bij de hand
hebt, kunt u het reservoir bijvullen
met gewoon water. Gebruik in koudeklimaten echter speciale
ruitensproeiervloeistof om bevriezing
te voorkomen.
OAE076009 Tref bij het gebruik van
ruitensproeiervloeistof de
volgende voorzorgsmaatregelen
om ernstig letsel te voorkomen:
Gebruik geen koelvloeistof of antivries in het
ruitensproeiervloeistofreserv
oir. Koelvloeistof kan het zichternstig belemmeren wanneer
dit op de voorruit terechtkomt,
waardoor u de macht over de
auto kunt verliezen en een
ongeval zou kunnen
veroorzaken. Daarnaastkunnen de lak en sierlijsten
beschadigd raken.
Houd open vuur en vonken uit
de buurt van de
ruitensproeiervloeistof en het
sproeierreservoir.
Ruitensproeiervloeistof bevat
meestal alcohol en kan lichtontvlambaar zijn.
(Vervolg)
WAARSCHUWING (Vervolg)
Drink geen
ruitensproeiervloeistof envermijd contact met
ruitensproeiervloeistof.
Ruitensproeiervloeistof is
giftig voor mensen en dieren.
Houd ruitensproeiervloeistof
uit de buurt van kinderen endieren.