Hyundai Terracan 2005 Handleiding (in Dutch)
Page 131 of 245
2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
4SLEUTELSTANDEN
!
ZC050A1-AX
WAARSCHUWING:
Als de wagen nog rijdt mag de motor niet worden afgezet en mag decontactsleutel niet worden verwijderd.
"START" In deze stand wordt de motor gestart. De startmotor blijft draaien totdat de sleutel wordt losgelaten. N.B.: Bedien de startmotor niet langer dan 15 seconden achtereen. "ON" In deze stand is de ontsteking ingeschakeld en kunnen alle elektrische accessoires in werkingworden gesteld. Als de motor niet draait mag de contactsleutel niet in de "ON" stand blijven staan. Hierdoor wordt deaccu ontladen en kan schade aan het ontstekingssysteem ontstaan. N.B.: Zie voor meer informatie de rubriek "Starten van de motor". "ACC" Met de contactsleutel in de stand "ACC" kunnen de radio en andere elektrische verbruikers worden ingeschakeld.
C040A01E
LOCK
ACC
ON
START
!WAARSCHUWING: (Alleen Dieselmotor)
Om er bij koud weer voor te zorgen dat voldoende vacuüm in het remsysteem aanwezig is nadat demotor is gestart, moet de motor enige tijd stationair draaien zoals in de volgende tabel is aangegeven. Nadat de motor is gestart moet eerst de controlelamp voor het remvacuüm zijn gedoofd, voordat met de auto mag wordenweggereden. Wanneer de bovenstaande proce- dure niet wordt opgevolgd, kan voorhet verkrijgen van de noodzakelijke remwerking een grotere pedaalkracht nodig zijn.
Buitentemperatuur
Boven -15°C(5°F)
Beneden -15°C(5°F) Opwarmtijd
3 minuten of langer 6 minuten of langer
Page 132 of 245
2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
5
"LOCK" In deze stand kan de contactsleutel worden verwijderd en aangebracht. Het stuurslot treedt in werking als desleutel wordt verwijderd. Voor het ontgrendelen moet de contactsleutel worden aangebracht en wordengedraaid, het kan hierbij nodig zijn het stuurwiel iets te bewegen. N.B.: Om het stuurwiel te ontgrendelen moet de contactsleutel worden aangebracht en moeten hetstuurwiel en de sleutel gelijktijdig worden gedraaid.
!
HET STARTEN VAN DE MO- TOR
ZC090D2-FX Het verwijderen van de contactsleutel
1. Plaats de contactsleutel in de stand
"ACC".
2. Druk de contactsleutel in en draai
deze tegelijkertijd tegen de klok in van stand "ACC" naar stand "LOCK".
3. De sleutel kan in de stand "LOCK"
verwijderd worden. C050A01A-AXT Geef geen gas. Bedien de startmotor tot de motor aanslaat.
WAARSCHUWING:
Laat de motor nooit in een gesloten of slecht geventileerde ruimte draaien. Koolmonoxide is reukloosen kan fataal zijn.
LOCK
C070C01E C050A01E
ACC
ON
START
Page 133 of 245
2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
6
!
N.B.: Indien de motor niet binnen 2 seconden na het voorverwarmen is gestart, draai de contactsleutel dan nogmaals in de stand "LOCK",houdt hem gedurende 10 seconden in deze stand en draai hem vervolgens in de stand "ON", zodatopnieuw wordt voorverwarmd. WAARSCHUWING:
Verzeker u ervan dat de koppeling volledig is ingetrapt als de motor bij een handgeschakelde autogestart wordt. Anders bestaat de mogelijkheid dat er in of buiten de auto iemandschade oploopt ten gevolge van de voor-of achteruitbeweging van de auto als de koppeling niet geheel isingetrapt tijdens het starten.
5. Draai de contactsleutel in de stand "Start" en laat de sleutel los zodra de motor aanslaat.
Gele lamp "ON"
C050B01HP
Gele lamp "OFF"
C050B01HP-GXT NORMALE STARTPROCEDURE
1. Breng de contactsleutel aan en gesp
de veiligheidsgordel om.
2. Trek de parkeerrem aan.
3. Zet bij een handgeschakelde
versnellingsbak het versnellingshandel in neutraal en druk het koppelingspedaal volledig in.Zet bij een automatische transmissie het keuzehandel in de stand "P" (parkeerstand).
4. Draai, bij voertuigen met een controlelamp voor het voorgloeien,de contactsleutel in de stand "ON"(Alleen Dieselmotor). Eerst zal de controlelamp oplichten en daarna doven, hetgeen betekent dat hetvoorgloeien heeft plaatsgevonden en de motor kan worden gestart.
Page 134 of 245
2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
7
C055B02HP-GXT STARTEN EN AFZETTEN VAN EEN MOTOR METTURBOCOMPRESSOR EN IN-TERCOOLER (Dieselmotor)
(1) Laat de motor direct na het starten niet snel draaien en accelereer niet abrupt. Als de motor koud is moethij enkele seconden stationair draaien voordat wordt weggereden, zodat een voldoende smering vande turbocompressor gewaarborgd is.
(2) Nadat met hoge snelheid is gereden of wanneer de motor langdurigzwaar is belast, moet de motor even stationair draaien, zoalsaangegeven in de volgende tabel, alvorens de motor af te zetten. Door dit stationair draaien kan deturbocompressor afkoelen voordat de motor wordt afgezet.HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK
!WAARSCHUWING:
Zet de motor niet direct af nadat hij zwaar belast is. Hierdoor kanernstige schade aan de motor of de turbocompressor ontstaan. Tijd voor
stationair draaien
Niet nodig Ca. 20 seconden Ca 1 minuut Ca 2 minuut
Rij-omstandigheden
Normaal Hoge snelheid Rijden in heuvelachtig terrein of langdurig snellerdan 100 km/h Tot 80 km/hTot 100 km/h
ZC090A3-AX
Uw Hyundai is voorzien van een versnellingsbak met conventioneel schakelpatroon. Dit schakelpatroon isop de knop van de versnellingshandel aangebracht. De versnellingsbak is geheel gesynchroniseerd voor allevooruitversnellingen hetgeen het schakelen naar een hogere of lagere versnelling vergemakkelijkt.
HHP3017
Page 135 of 245
2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
8
!
LET OP:
Wanneer men terugschakelt van de vijfde naar de vierde versnelling,dient men er goed op te letten dat men niet abusievelijk de versnellingshendel zover opzij duwtdat men naar de tweede versnelling schakelt. Zo'n drastische terugschakeling kan ervoor zorgendat het motortoerental oploopt tot het punt dat de toerenteller de rode zone ingaat. Zo'n hoog toerental kan beschadiging aan de motor veroorzaken. ZC090B1-AX Het gebruik van de koppeling Bij het schakelen moet het koppelingpedaal geheel wordeningedrukt. Laat uw voet tijdens het rijden niet op het koppelingspedaal rusten. Dit heeft onnodige slijtage totgevolg. Laat de koppeling niet slippen. Houd het koppelingspedaal niet gedeeltelijk ingedrukt om de wagen opeen helling stil te houden. Dit heeft onnodige slijtage tot gevolg. Gebruik de handrem om de wagen op eenhelling te blokkeren.
N.B:
o Voor het inschakelen van de
achteruitversnelling moet de versnellingshandel tenminste 3seconden in de neutraalstand staan nadat de wagen tot stilstand is gebracht. Schakel hierna deachteruitversnelling in.
o Bij lage temperaturen kan het
schakelen wat zwaarder gaan totde versnellingsbakolie is opgewarmd. Dit is normaal en niet schadelijk voor deversnellingsbak.
o Als de eerste of de
achteruitversnelling moeilijk kanworden ingeschakeld, zet de versnellingshendel dan in neutraal en laat hetkoppelingspedaal opkomen. Druk het pedaal vervolgens opnieuw in en schakel de eerste/achteruitversnelling in.
o Laat uw hand tijdens het rijden
niet op de versnellingshendelrusten, omdat dit voortijdige slijtage van de schakelvorken tot gevolg kan hebben.
Page 136 of 245
2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
9
C070E02A-GXT AANBEVOLEN SCHAKELPUNTEN De hierboven aangegeven schakelpunten worden aanbevolen voor een optimaal brandstofverbruiken voor optimale prestaties. Versnelling
1-2 2-3 3-44-5
Aanbevolen snelheid (km/u)
20 40 55 75
!
C070D02O-AXT De juiste rijstijl
o Plaats de versnellingshandel nooit in neutraal bij het bergafwaarts rijden. Dit is bijzonder gevaarlijk. Laat altijd een versnelling ingeschakeld.
o Laat uw voet niet op het rempedaal rusten. Hierdoor kunnen de remmente heet worden waardoor zij nietmeer optimaal functioneren. Neem bij het bergafwaarts rijden uw voet van het gaspedaaal en schakel tijdigeen lagere versnelling in. Hierdoor remt de wagen op de motor af en vermindert de rijsnelheid.
o Neem gas terug alvorens een lagere versnelling wordt ingeschakeld.Hierdoor wordt voorkomen dat demotor met een te hoog motortoerental draait hetgeen schade tot gevolg kan hebben.
o Neem gas terug bij zijwind. Hierdoor heeft u meer controle over de wagen.
o Let er op dat de wagen geheel stil staat voordat de achteruitversnelling wordt ingeschakeld, anders kan de versnellingsbak worden beschadigd. Druk voor het inschakelen van deachteruitversnelling hetkoppelingspedaal geheel in, zet de versnellingshandel in neutraal en schakel vervolgens de achteruit in.
o Wees bijzonder voorzichtig bij het rijden op een glad wegdek. Dit geldtvooral bij het remmen, optrekken ofhet schakelen. Op een glad wegdek en bij het abrupt wijzigen van het motortoerental kunnen deaangedreven wielen de grip verliezen waardoor de wagen in een slip raakt.
WAARSCHUWING:
o Voorkom hoge bochtsnelheden.
o Maak geen snelle stuurwielbewegingen, zoals plotseling van rijbaan veranderen of snelle scherpe bochten.
o Draag altijd veiligheidsgordels. Bij een ongeval heeft eeninzittende die geenveiligheidsgordel gebruikt duidelijk meer kans op ernstig letsel dan iemand die wel eenveiligheidsgordel gebruikt.
Page 137 of 245
2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
10AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
HHP3018
!
C090A01HP-GXT (Indien gemonteerd) De hoogwaardige Hyundai automatische transmissie heeft vier versnellingen vooruit en 1 achteruit enheeft een conventioneel schakelpatroon zoals hieronder is afgebeeld. Bij ingeschakelde verlichtingis ook het symbool dat de keuzestand aangeeft verlicht. LET OP:
Schakel nooit de standen "R" of"P" in terwijl het voertuig nog rijdt. N.B.: Druk het rempedaal in en druk de ontgrendelingsknop in tijdens het schakelen Ontgrendelingsknop indrukkentijdens het schakelen. De keuzehandel kan zonder het indrukken van deze knopworden verplaatst.
Druk voor een gunstigbrandstofverbruik het gaspedaal gelijkmatig in. De automatische transmissie schakelt automatisch detweede, derde en overdrive versnelling in.o Als bij hogere snelheden de macht over het stuur verloren gaat, neemt de kans opomkantelen sterk toe.
o De macht over het stuur gaat
vaak verloren als twee of meerwielen naast de weg komen en de bestuurder het stuur te ver verdraait om weer op de weg terugte komen.
o Als de auto naast de weg raakt,
moet niet scherp wordenteruggestuurd, maar moet de snelheid worden verminderd voordat wordt geprobeerd om de auto weer op de weg terug te krijgen.
o Nooit de geldende snelheidslimiet overschrijden.
Page 138 of 245
2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
11
!
C090B01HP-GXT Standen van het keuzehandel:
o P (Parkeerstand) Plaats het keuzehandel in de stand "P" voor het parkeren of het starten van de motor. Bij het parkeren moet bovendien de parkeerrem worden aangetrokken.
LET OP:
Plaats het keuzehandel nooit in de stand "P" als het voertuig nog rijdt. Dit kan ernstige schade tot gevolg hebben. C090C01A-GXT
o R (Achteruit): Stand voor achteruitrijden; deze stand mag uitsluitend bij geheel stilstaand voertuig worden gekozen. C090D01HP-GXT
o N (Neutraalstand): In deze stand vindt geen aandrijving plaats. De motor kan worden gestart.Dit is echter niet raadzaam tenzij de motor afslaat en de wagen nog rijdt. C090E01HP-GXT
o D (Rijstand): Dit is de normale rijstand. De transmissie schakelt automatisch op de meest gunstige en economische momenten de juiste versnelling in.Schakel nooit met de hand terug naar stand "2" of "L" als de rijsnelheid hoger is dan 95 km/h.
C090F01A-GXT
o 2 (Tweede versnelling): Kies deze stand voor het rijden op een glad wegdek, voor het bergopwaartsrijden of voor het afremmen op de motor. De transmissie schakelt automatisch tussen de eerste en detweede versnelling. Dit houdt ook in dat het opschakelen naar de derde versnelling in principe niet plaatsvindt,tenzij het motortoerental te hoog wordt. Zet het keuzehandel weer in de stand "D" zodra de omstandigheden dittoelaten.
Page 139 of 245
2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
12
!
C090H01HP-GXT
LET OP:
o Schakel alleen in "R" of "P" wanneer het voertuig geheel stilstaat.
o Breng de motor niet op toeren bij
ingeschakelde versnelling(vooruit of achteruit) terwijl het rempedaal of de parkeerremworden bediend.
o Als van stand "P" of "N" de stand
"R", "D", "2" of "L" wordtingeschakeld moet het rempedaal worden ingedrukt.
o Gebruik stand "P" niet als vervanging van de parkeerrem.Trek, wanneer u het voertuig verlaat, ook al is dit maar voorkorte tijd, altijd de parkeerrem aan, zet het keuzehandel in "P" en zet het contact af. Laat hetvoertuig nooit onbewaakt achter met draaiende motor.
o Controleer het vloeistofpeil van de automatische transmissieregelmatig en vul zonodig de juiste ATF vloeistof bij.
N.B.:
o Bij het inschakelen van een vooruit-
of de achteruit versnelling vanuit "N" of "P" is het aan te bevelen het rempedaal in te drukken.
o Het keuzehandel kan vanuit de stand "P" naar een andere stand wordenverplaatst als de contactsleutel in de stand "ON" staat en het rempedaalgeheel is ingedrukt.
o Het is altijd mogelijk vanuit een
van de standen "R", "N", "D", "2"en "L" in "P" te schakelen.! LET OP:
o P (Parkeerstand): Zet het handel in deze stand wanneer het voertuig geparkeerd staat en tevens bij het starten eneen eventuele opwarmfase van de motor.
o N (Neutral): De motor kan in deze stand worden gestart, maar uit veiligheidsoverwegingen adviseren wij u gebruik te makenvan de "P" stand.
C090G01HP-GXT
o L (Lage versnelling): Kies deze stand voor het oprijden of afdalen van zeer steile hellingen waarbijmaximaal op de motor moet worden afgeremd. Als deze stand wordt gekozen blijft de transmissie in detweede versnelling tot de rijsnelheid zodanig is dat de eerste versnelling kan worden ingeschakeld. Rijd nietsneller dan 50 km/h met het keuzehandel in de stand "L". De transmissie zal niet overschakelennaar de tweede of derde versnelling, tenzij het motortoerental te hoog wordt. Zet het keuzehandel weer in de stand"D" zodra de omstandigheden dit toelaten.
Page 140 of 245
2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
13
C090J01HP-GXT OVERDRIVE SCHAKELAAR Zodra de overdriveschakelaar wordt bediend schakelt de transmissie automatisch de tweede, derde en over- drive versnellingen in. Als deoverdriveschakelaar wordt uitgeschakeld wordt de overdriveversnelling niet ingeschakeld.Onder normale rij-omstandigheden moet het keuzehandel in de stand "D" staan en moet de overdriveschakelaarzijn ingeschakeld. Voor het verplaatsen van het keuzehandel kan het nodig zijn de ontgrendelingsknop aan de zijkantin te drukken.
HHP3019 Voor een snelle acceleratie moet het gaspedaal geheel worden ingedrukt.Afhankelijk van de rijsnelheid schakelt de transmissie terug naar een lagere versnelling. N.B.: Maak gebruik van de overdrive voor een gunstig brandstofverbruik en comfortabel rijden. Als op de motormoet worden afgeremd moet stand "D" worden gekozen; dit geldt ook als herhaaldelijk tussen de derdeen vierde versnelling wordt geschakeld; bijvoorbeeld bij het oprijden van een licht helling.Schakel de overdrive zo snel mogelijk weer in. C090N03A-AXT Een goede rijstijl
o Plaats bij ingedrukt gaspedaal de
keuzehandel vanuit een rijstand nooit in stand "P" of "N".
o Plaats de keuzehandel nooit in stand
"P" wanneer de wagen rijdt.
o Zorg er voor dat de wagen stil staat voordat stand "R" wordtingeschakeld.
o Zet de keuzehandel nooit in stand "N" tijdens het bergafwaarts rijden.Dit is uiterst gevaarlijk. Laat dekeuzehandel altijd in een rijstand staan.
o Laat uw voet niet op het rempedaal rusten. Hierdoor kunnen de remmente warm worden waardoor zij niet meer optimaal functioneren. Neembij het bergafwaarts rijden tijdig gas terug en schakel een lagere versnelling in. Hierdoor remt dewagen op de motor af waardoor de rijsnelheid wordt verminderd.
o Neem gas terug voordat u een lagere versnelling inschakelt. Anders is hetmogelijk dat de lagere versnelling niet in aangrijping komt.