Hyundai Terracan 2005 Handleiding (in Dutch)

Page 201 of 245

6EENVOUDIG ONDERHOUD
2
1. Zekeringen-/relaishouder
2. Accu
3. Motorafdekking
4. Reservoir voor de remvloeistof 5. Vloeistofreservoir
stuurbekrachtiging
6. Ruitensproeierreservoir
7. Luchtfilter
8. Radiateurdop 9. Olievuldop
10.Peilstaaf automatische
transmissievloeistof(Indien gemonteerd)
11.Peilstaaf motorolie
12.Dop van expansietank koelvloeistof
G010A01HP-GXT BENZINEMOTOR (3,5 V6)
MOTORRUIMTE
LET OP:
Bij het controleren van of bij
het uitvoeren van onderhoud aan de motor voorzichtig omgaan met gereedschap- pen, zodat de kunststofafdekking van de motor niet wordt beschadigd.!
G010A01HP

Page 202 of 245

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
3
G010C01HP-GXT
DIESELMOTOR (2,9 CRDi)
1. Zekeringen-/relaishouder
2. Accu
3. Peilstaaf motorolie
4. Motorafdekking
5. Olievuldop
6. Reservoir voor de remvloeistof 7. Ruitensproeierreservoir
8. Luchtfilter
9. Radiateurdop
10.Peilstaaf automatische
transmissievloeistof(Indien gemonteerd) 11.Brandstoffilter
12.Vloeistofreservoir
stuurbekrachtiging
13.Dop van expansietank koelvloeistof
LET OP:
Bij het controleren van of bij het uitvoeren van onderhoudaan de motor voorzichtig omgaan met gereedschap- pen, zodat de kunststofafdekking van de motor niet wordt beschadigd.!
G010C01HP

Page 203 of 245

6EENVOUDIG ONDERHOUD
4ALGEMENE CONTROLES
G020A01A-AXT Motorruimte Onderstaande punten moeten regelmatig worden gecontroleerd:
o Motoroliepeil en conditie
o Versnellingsbakoliepeil en conditie
o Peil in remvloeistofreservoir
o Peil in koppelingvloeistofreservoir
o Koelvloeistofpeil
o Peil in sproeierreservoir
o Conditie van V-riem
o Conditie van koelvloeistofslangen
o Vloeistoflekkage (bij of onder componenten)
o Vloeistofpeil stuurbekrachtiging ZG020C1-AX
Buitenzijde
Onderstaande punten moeten
maandelijks worden gecontroleerd:
o Carrosserie
o Toestand van de velgen en de
bevestiging van de wielmoeren
o Conditie luchtfilterelement
o Toestand van de uitlaat
o Werking van de verlichting
o Conditie van de voorruit
o Conditie van de ruitenwissers
o Conditie van lak en eventuele corrosie
o Vloeistoflekkage
o Conditie van portier-en motorkapsloten
o Bandenspanning en conditie (incl. reservewiel) o Verlichting
o Ruitenwissers
o Claxon
o Werking van de aanjager
(en airconditioning, indien gemonteerd)
o Werking van de stuurinrichting
o Werking van de spiegels
o Werking van de richtingaanwijzers
o Werking van het gaspedaal
o Werking van remmen, incl. de handrem
o Werking van de versnellingsbak, incl. koppeling.
o Werking van de automatische transmissie, incl. het parkeermechanisme
o Bediening van de stoelen
o Bediening van de veiligheidsgordels en werking
o Bediening van de zonnekleppen
Als bij deze controles
onregelmatigheden/onjuisthedenworden aangetroffen, moet de hulp van een Hyundai dealer worden ingeroepen.
ZG020D1-AX
Interieur
Volgende punten moeten telkens
worden gecontroleerd voordat met dewagen wordt gereden:

Page 204 of 245

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
5OLIEPEIL CONTROLEREN
SG030A1-FX De motorolie is van essentieel belang voor de prestaties en de levensduur van de motor. Het is raadzaam hetoliepeil bij normale bedrijfsomstandigheden tenminste één maal per week en bij zwarebedrijfsomstandigheden of een lange reis vaker te controleren. G030B05HP-GXT
Aanbevolen olie
1. Benzinemotor
(1) Kies de voorgeschreven SAE
viscositeit overeenkomstig de buitentemperatuur.De aanbevolen viscositeit is in devolgende afbeelding aangegeven. (2) De motorolie moet de volgende
kwaliteit hebben:API SJ, SL of hoger,ILSAC GF-3 of hoger
N.B.:
o Voor een optimaal brandstofverbruik worden de volgende motoroliespecificaties aanbevolen, SAE 5W- 20 (5W-30), ILSAC GF-3.
o Als motorolie met de specificaties SAE 5W-20, ILSACGF-3 niet beschikbaar is dan wordt aanbevolen de tweedekeus in de temperatuur tabel te nemen. 2. Dieselmotor
(1) Kies de voorgeschreven SAE
viscositeit overeenkomstig de buitentemperatuur.De aanbevolen viscositeit is in devolgende afbeelding aangegeven.
(2) Gebruik motorolie die aan de volgende API-specificatie voldoet: CF-4 of hoger
(3) Gebruik motorolie die aan de
volgende ACEA-specificatievoldoet: B4 of hoger
G030B01JM
G030B03HP

Page 205 of 245

6EENVOUDIG ONDERHOUD
6
!
G030C02HP-AXT Oliepeil controleren Voor het controleren van het motoroliepeil moet de motor op bedrijfstemperatuur zijn en moet dewagen op een vlakke ondergrond staan. Zet de motor af.
WAARSCHWUWING:
Raak de radiateurslang niet aan bij
het controleren van het oliepeil,omdat hierdoor kans op brandwonden bestaat. G030D02HP-GXT
Motorolie bijvullen
HHP5002
Benzinemotor Dieselmotor
G030C01HP
HHP5003
G030D01HP
Benzinemotor
Dieselmotor
Wacht tien minuten, verwijder de peilstok, veeg hem schoon, plaatshem geheel terug en verwijder hem opnieuw. Het oliepeil moet tussen de F. en L. merktekens op de peilstaafstaan.

Page 206 of 245

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
7
Vul olie bij tot aan het F. merkteken
wanneer het oliepeil dichtbij of op het L. merkteken staat. Ga voor het bijvullen als volgt te werk:
1. Verwijder de olievuldop door deze
linksom te draaien.
2. Vul olie bij en controleer het oliepeil opnieuw. Vul niet teveel olie bij.
3. Breng de olievuldop weer aan en zet hem rechtsom vast.
De afstand tussen de "F" en "L"
markeringen komt overeen met ongeveer 1 liter (benzinemotor)/1,4 liter (dieselmotor) motorolie. ZG030E1-AX
OLIEVERBRUIK VAN DE MOTOR Taak van de motorolie
De motorolie dient in hoofdzaak voor
het smeren en koelen van het inwendige van de motor. Olieverbruik van de motor
Het is normaal dat de motor een
geringe hoeveelheid olie verbruikt onder normale rij-omstandigheden.Het olieverbruik in een normale motor heeft de volgende oorzaken:
o De motorolie wordt gebruikt voor
het smeren van zuigers, zuigerveren en cilinders.Wanneer de zuiger zich naarbeneden beweegt, blijft een dunne oliefilm op de cilinderwand achter. Door de grote onderdruk die tijdensde werking van de motor ontstaat, wordt een kleine hoeveelheid olie in de verbrandingsruimte gezogen. Deze olie wordt samen met de olie op de cilinderwand door de hoge temperatuur gedurende hetverbrandingsproces verbrand. o Het olieverbruik van de motor wordt
sterk beïnvloed door de dikte en dekwaliteit van de olie, het motortoerental en de rij- omstandigheden enz. Onder zware rij-omstandigheden, zoals hoge snelheden en vaak accelereren en afremmen, wordtmeer olie verbruikt dan onder normale rij-omstandigheden.
!WAARSCHWUWING:
Raak de radiateurslang niet aan bij het bijvullen van motorolie, omdat hierdoor kans op brandwonden bestaat.

Page 207 of 245

6EENVOUDIG ONDERHOUD
8
!
MOTOROLIE VERVERSEN EN OLIEFILTER VERVANGEN
G040A03HP-GXT Bij zware bedrijfsomstandigheden moeten zowel de motorolie als hetmotoroliefilter vaker worden ververst resp. vervangen.
De procedure voor het verversen van
de motorolie en het vervangen van het oliefilter is als volgt:
1. Plaats de wagen op een vlakke vloer en trek de handrem aan. Start de motor en laat hem warm draaientotdat de naald op de temperatuurmeter boven de eerste merkstreep staat. Zet de motor afen zet de keuzehandel bij automatische transmissie in stand "P" of de versnellingshandel in deachteruit bij een handgeschakelde versnellingsbak.
2. Open de motorkap en verwijder de olievuldop.
3. Draai de aftapplug linksom los; gebruik een passende sleutel.Plaats een opvangbak onder het carter en verwijder de aftapplug. WAARSCHUWING:
Let erop: de olie is warm!
4. Breng na het aftappen de aftapplug met een nieuwe ring aan en draaide plug rechtsom vast. Aantrekkoppel aftapplug : 3,5 ~ 4,5 kg.m
5. Verwijder het luchtfilter door hem met een geschikte oliefiltersleutel linksom te draaien.Bij het verwijderen van het filterlekt een kleine hoeveelheid olieweg. Breng derhalve een opvangbak onder het filter aan.
6. Breng het nieuwe oliefilter overeenkomstig de instructie op de verpakking van het filter aan. Zethet filter niet te vast. (Aantrekkoppel: Benzinemotor - 1,2 ~ 1,6 kg.m, Dieselmotor - 2,3 ~ 2,5 kg.m)
Dieselmotor
HHP5004
G040A01HP
Benzinemotor
Oliefilter
Aftapplug Olievuldop
Olievuldop
Oliefilter
Aftapplug
De motorolie en het motoroliefilter moeten worden ververst resp.vervangen overeenkomstig het onderhoudsschema in hoofdstuk 5.

Page 208 of 245

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
9KOELVLOEISTOF CON- TROLEREN EN VERVERSEN
!
!
Let erop dat het pasvlak op de motor schoon is en dat de oudeafdichtring volledig is verwijderd. Smeer de nieuwe afdichtring voor het aanbrengen dun in met olie.
7. Verwijder de oliepeilstaaf.
8. Vul de motor met de aanbevolen olie. Raadpleeg de specificatie in hoofdstuk 9 voor de voorgeschreven hoeveelheid. N.B.: Ontdoe u altijd op een
milieuvriendelijke wijze van afgewerkte olie. Het is aan te bevelen de olie in een gesloten container te bewaren en naar eenservicestation te brengen. Laat de olie niet in de grond weglopen een voeg het ook niet bij hethuishoudelijk afval. ZG050A1-AX
WAARSCHUWING:
Verwijder de radiateurdop niet als de motor heet is. De koelvloeistof staat onder druk en kan uit deradiateur spuiten wanneer de dop wordt verwijderd. Dit kan ernstige brandwonden tot gevolg hebben.
LET OP:
Vul de voorgeschreven olie m.b.v. een trechter voorzichtig bij. Vul niet teveel olie bij om schade aande motor te voorkomen.
9. Start de motor. Controleer de omgeving van de aftapplug en hetoliefilter op lekkage.
10.Zet de motor af en controleer het
oliepeil opnieuw.
! WAARSCHUWING:
Afgewerkte olie kan huidirritatie
of-kanker veroorzaken wanneer het langdurig in contact komt met de huid. Hoewel dit onwaarschijnlijk is als u op de voorgeschreven wijzemet olie omgaat, is het aan te bevelen uw handen zo snel mogelijk met zeep en warm waterte wassen als u met afgewerkte olie in aanraking bent geweest.

Page 209 of 245

6EENVOUDIG ONDERHOUD
10
Antivries35% 40% 50% 60%
ZG050B1-AX Aanbevolen koelvloeistof Gebruik een hoge kwaliteit koelvloeistof op ethyleen glycolbasis. Het mengsel bestaat uit 50% water en 50% antivries. De gebruiktekoelvloeistof mag geen aluminium aantasten. Aan de koelvloeistof mogen geen anti-corrosiemiddelenworden toegevoegd. Houd de koelvloeistofconcentratie op het juiste niveau teneinde bevriezing en corrosiete voorkomen. Bij een concentratie boven 60% of minder dan 35% kan dit schade aan het koelsysteem totgevolg hebben. Raadpleeg onderstaande tabel voor de concentratie koelvloeistof:
G050C01HP-GXT
Koelvloeistofpeil controleren
Het koelvloeistofpeil is zichtbaar aande zijkant van de expansietank. Hetkoelvloeistofpeil is in orde als dit tussen de "LOW" en "FULL" merkstrepen op de tank staat. Als hetpeil beneden de "LOW" merkstreep staat moet koelvloeistof worden bijgevuld tot het peil tussen de "LOW"en "FULL" merkstrepen staat. Controleer in dat geval bovendien het koelsysteem op lekkage en controleerhet peil daarna vaker. Raadpleeg uw Hyundai dealer om de oorzaak van het koelvloeistofverlies op te sporenals het peil weer daalt. HPG050D2-AX
Koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet worden ververst
overeenkomstig het onderhoudsoverzicht in hoofdstuk 5.
Omgevings- temperatuur (°C)
-15 -25 -35 -45 Koelvloeistofsamenstelling
Water65% 60% 50% 40%
HHP5005
G050D02HP
LET OP:
Koelvloeistof kan het lakwerk
beschadigen. Spoel gemorste koelvloeistof direct met water af.
!
1. Plaats de wagen op een vlakke ondergrond. Trek de handrem aan en verwijder de radiateurdop zodra de motor koud is.
Alleen Benzinemotor

Page 210 of 245

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
11
!
N.B.: (Alleen benzinemotoren) Voordat koelvloeistof wordt bijgevuld, de bouten van demotorafdekking losschroeven en verwijderen en de ontluchtingsschroef losdraaien omlucht uit het systeem te laten ontsnappen. Als de koelvloeistof hieruit stroomt tijdens het bijvullenvan de koelvloeistof, zet de bout vast en vul verder bij.
6. Start de motor, vul de radiateur bijmet koelvloeistof en vul hetexpansiereservoir tot het peil tussen het "LOW" en het "FULL"merkteken staat.
HHP5006
Dieselmotor
WAARSCHUWING:
De radiateurdop alleen verwijderen
als de radiateur afgekoeld is.
2. Draai de radiateurdop linksom tot
tegen de aanslag. Hierdoor kan de druk in het koelsysteem ontwijken. Verwijder de radiateurdop door hemin te drukken en linksom te draaien.
3. Plaats een opvangbak onder de radiateur en verwijder de aftapplug. Tap alle koelvloeistof af en zet de aftapplug weer vast.
G050D01HP-D
Benzinemotor
HHP5008
4. Raadpleeg hoofdstuk 9 voor de
inhoud van het koelsysteem. Ga voor het verversen te werk overeenkomstig de gebruiksaanwijzing van de fabrikanten vul de radiateur met de voorgeschreven hoeveelheid.
5. Vul de radiateur met koelvloeistof water. Vul de radiateur met kleinehoeveelheden tot het vloeistofpeil in de vulopening stabiel blijft.

Page:   < prev 1-10 ... 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 ... 250 next >