BMW MOTORRAD C1 2000 Handleiding (in Dutch)

111
9
Overzicht en bediening
1Schakelaarpaneel (b16)
2 Remvloeistofreservoir voor
achterrem(
b36)
3 Centrale opening van veilig-
heidsgordel (
b69)
4 Hefboom B van parkeerhulp
(
b56)
5 Instrumentenpaneel (
b10)
6 Hefboom A van parkeerhulp
(
b56) 7
Remvloeistofreservoir voor
voorrem (
b36)
8 Contact- en stuurslot (
b14)
9 Controle-LED diefstalbevei-
ligingsinstallatie*
(
bHandleiding opties)
*Optie
( ) Getal tussen haakjes
bPagina met
toelichting
Bedieningsorganen
567824319
g,

11
10
Overzicht en bediening
1Snelheidsmeter
2 Dagteller/kilometerteller
(
b12)
3 Controlelampen (
b11)
4 Benzinemeter
5 Stelknop (
b13)
–Klok - minuten
6 Klok 7
Stelknop voor:
– Dagteller/kilometerteller
(
b12)
– Dagteller terugstellen (
b12)
–Klok - uren (
b13)
( ) Getal tussen haakjesbPagina met
toelichting
Instrumentenpaneel
657
3142


111
11
Overzicht en bediening
13476
9
5
8
2
1Controlelamp richtingaan-
wijzers links groen
s
2 Controlelamp „veiligheids-
gordel ” rood
1 (b66)
3 Controlelamp
Grootlicht blauw
q
4 Waarschuwingslamp
motoroliedruk rot
p
5Waarschuwingslamp
koelvloeistof-
temperatuur rood
j (b29)
– gaat na het inschakelen
van het contact ca. 5 sec.
branden 6
Waarschuwingslamp tan-
kinhoud/bij nog ca. 2,5 liter
oranje
\b (b32)
7 Controlelamp richtingaan-
wijzers, rechts groen
t
8 Waarschuwingslampen
ABS-controle rood
l
(
b78)
9 Waarschuwingslampen
ABS-controle rood
l
(
b78)
( ) Getal tussen haakjesbPagina met
toelichting
Controlelampen


11
12
Overzicht en bediening
Kilometertelleraandui-
ding wisselen
Stelknop 1 even indrukken
– Aanduiding 2 gaat bij het
indrukken van de stelknop
van:
– ODO = totaalteller
naar
– TRIP =dagteller
Dagtelleraanduiding
terugstellen
Kilometerteller op „TRIP ”
omschakelen
 Stelknop 3 minimaal
1 seconde indrukken
\f Opmerking:
Telkens nadat de accukabels
zijn losgemaakt wordt de dag-
teller op nul teruggesteld.
De gegevens van de totaalteller
blijven in het geheugen opge-
slagen.
Kilometerteller
213


111
13
Overzicht en bediening
Klok instellenZet het contact aan
 Stelknop 1 en 3 gelijktijdig ca.
2 seconden indrukken
– De aanduiding 2 gaat naar
de instelmodus
– De tijd knippert
 Stelknop 3 even indrukken
– Minuten instellen:
– hoe langer de knop wordt
ingedrukt, des te sneller
verloopt de verstelling. 
Stelknop 1 even indrukken
– Uren instellen:
– hoe langer de knop wordt
ingedrukt, des te sneller
verloopt de verstelling.
\f Opmerking:
Als ca. 5 seconden geen invoer
plaatsvindt keert de klok auto-
matisch terug naar de weerga-
vemodus.
Na het losmaken van de accu-
kabels moet de klok altijd op-
nieuw worden ingesteld.
Klok
231


11
14
Overzicht en bediening
SleutelsU ontvangt twee hoofdsleutels.
\f Opmerking:
Contact- en stuurslot, deksel
opbergruimte, alsmede za-
delslot worden met dezelfde
sleutel ont- en vergrendeld.
Desgevraagd kunnen het baga-
gerek en de topcase met de-
zelfde sleutel worden bediend.
Contact- en stuurslot


111
15
Overzicht en bediening
Sleutelstanden
ONRijstand,
contact aan en spanning op
alle stroomcircuits
R ° Contact uit,
stuurslot ontgrendeld
(stuur kan zowel naar rechts
als naar links worden
gedraaid)
d Waarschuwing:
Tijdens het rijden de sleutel
niet in de stand R draaien! OFF
° Contact uit, stuurslot ver-
grendeld
 Sleutel in stand R draaien
en even indrukken
 Stuur naar rechts draaien
en aansluitend hierop de
sleutel in stand OFF
draaien
 Verdraai het stuur tot het
in de vergrendeling valt,
het stuurslot is vergren-
deld
I° Stadslicht ingeschakeld,
stuurslot vergrendeld
\f Opmerking:
Schakel het stadslicht slechts
voor een beperkte tijdsduur in.
Let op de laadtoestand van de
accu!
° In deze standen kan de sleutel wor-
den verwijderd
Contact- en stuurslot


11
16
Overzicht en bediening
1Groot afsluitbaar opberg-
vak* met 12 V stopcontact
2 Schakelaar
C waarschu-
wingsknipperlichtinstalla-
tie* (
b17)
*Optie
( ) Getal tussen haakjes
bPagina met
toelichting
3 Schakelaar voor verwar-
mingspakket*
E = handvatverwarming
= handvat- en zadelver-
warming
4 Schakelaar
K „Rijlicht ”
ingeschakeld
Schakelaarpaneel
4132


111
17
Overzicht en bediening
Waarschuwingsknipper-
lichtinstallatie*
\f Opmerking:
Als het contact is afgezet, kan de
waarschuwingsknipperlichtinstal-
latie niet worden ingeschakeld.
Schakel de waarschuwings-
knipperlichten slechts voor een
beperkte tijdsduur in.
Let op de laadtoestand van de
accu!
Waarschuwingsknipper-
lichtinstallatie inschakelen:
 Zet het contact aan
 Druk de
waarschuwingsknipperlichtsc
hakelaar 1 in
– Waarschuwingsknipperlichtin-
stallatie ingeschakeld
– Controlelampen 2 en 3 rich-
tingaanwijzer links/rechts op
controlelampenblok knippe-
ren (
b11) 
Contact afzetten
– De waarschuwingsknipperlich-
tinstallatie blijft ingeschakeld
Waarschuwingsknipper-
lichtinstallatie uitschake-
len:
Druk de
waarschuwingsknipperlichtsc
hakelaar 1 in
– Waarschuwingsknipperlichtin-
stallatie uitgeschakeld
– Controlelamp 2 en 3
richtingaanwijzers
links/rechts op controlelam-
penblok is uit (
b11)
*Optie
( ) Getal tussen haakjes
bPagina met
toelichting
Waarschuwingsknipperlichtinstallatie*
32
1


11
18
Overzicht en bediening
d Waarschuwing:
Om te voorkomen dat lucht in
het remcircuit terecht kan
komen:
 Stuurhendel niet ver-
draaien!
1 Remhendel achterwiel
(
b34)
2 Lichtsignaal-drukknop
H
3Groot-/dimlichtschakelaar
FGrootlicht
GDimlicht 4
Claxonknop
z
5Richtingaanwijzerschakelaar
YNaar links schuiven:
richtingaanwijzers,
links ingeschakeld
WNaar rechts schuiven:
richtingaanwijzers,
rechts ingeschakeld
In middenstand
drukken:
richtingaanwijzers
links/rechts uitge-
schakeld
( ) Getal tussen haakjesbPagina met
toelichting
Stuurhendel links
3
4
21
5