BMW MOTORRAD C1 2000 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: BMW MOTORRAD, Model Year: 2000, Model line: C1, Model: BMW MOTORRAD C1 2000Pages: 96, PDF Size: 5.94 MB
Page 71 of 96

33
69
Starten – Rijden – Parkeren
Centrale opening van de
gordels
De beide gordels kunnen ook
via de rode hendel 1 op het
stuur gelijktijdig worden losge-
maakt. Zeer handig als bijv. na
een ongeval het gordelslot niet
meer kan worden bereikt!
\f Opmerking:
Hierbij worden de beide gor-
delsloten gelijktijdig ontgren-
deld!
Gordels vasthouden
Rode hendel 1 naar het stuur
trekken
– De slottongen springen
door de veerdruk uit het
betreffende gordelslot
De gordels worden langzaam
opgerold
Het rode controlelampje
1
op het instrumentenpaneel
gaat branden
Veiligheidsgordel
1
Page 72 of 96

33
70
Starten – Rijden – Parkeren
Alleen in geval van nood:
•Schakelaar 1 in stand
V
plaatsen
– De stroomcircuits voor de
BMW motorregeling (BMS),
benzinepomp en startmotor
zijn uitgeschakeld
Contact aanzetten– Noodstopschakelaar 1 in de
bedrijfsstand
U
Diefstalbeveiligingsinstalla- tie* uitschakelen
(
bHandleiding opties) Contactslot in stand
ON
N
(
b15)
– De volgende controlelamp-
jes gaan branden:
– Motoroliedruk
p (b72)
– Koelvloeistoftempera- tuur
j, dooft na ca. 5 s
(
b73)
– Tankinhoud
m (b73)
– ABS-controlelampen* doven na een positief
afgesloten zelfdiagnose
(
b79)
*Optie
( ) Getal tussen haakjes
bPagina met
toelichting
Startvoorbereidingen
V
U
1
Page 73 of 96

33
71
Starten – Rijden – Parkeren
Starten
e Attentie:
De startknop 1
y niet langer
dan 5 s achter elkaar bedienen
– de startknop bij een volledig
stilstaande motor opnieuw
bedienen.
Starten bij een lege accu leidt
tot het hoorbaar tikken van het
startrelais. Als verder wordt ge-
start worden het startrelais en
de startmotor beschadigd.
Voordat er opnieuw wordt ge-
start:
Laad de accu op.
Linker remhendel (achterrem)
ingetrokken houden
Startknop 1
y op de rechter
stuurhendel kort bedienen
e Attentie:
Bij het starten niet aan de
gashendel draaien!
– De motor slaat aan
– Draai de gashendel eventueel
voorzichtig iets open
e Attentie:
Laat de motor niet stationair
draaien – kans op oververhit-
ting!
Laat de motor ook niet even
warmdraaien. Rijd na het star-
ten direct weg. Vermijd na de
koude start hoge toerentallen.
Starten
1
Page 74 of 96

33
72
Starten – Rijden – Parkeren
MotoroliedrukDerode controlelamp p 1
dooft na het starten zodra de
motor stationair draait
( ) Getal tussen haakjesbPagina met
toelichting
e Attentie:
Als de motoroliedruk-
controlelamp rood
p 1 tijdens
het rijden gaat branden moet
direct worden gestopt, met
inachtneming van de verkeers-
situatie:
Bedien de noodstopschake-
laar
Breng de BMW C1 veilig tot
stilstand
Controleer het motoroliepeil
(
b30)
Vul zo nodig motorolie bij
– Neem bij een correct oliepeil
contact op met een werk-
plaats, bij voorkeur een
BMW dealer!
Controlelampen
1
Page 75 of 96

33
73
Starten – Rijden – Parkeren
Koelvloeistoftemperatuur
e Attentie:
Bij het gaan branden van de
controlelamp voor de koelvloei-
stoftemperatuur rood
\b2 met
inachtneming van de verkeers-
situatie:
Breng de BMW C1 veilig tot
stilstand
Zet de motor af
Controleer het koevloeistof-
peil in het expansiereservoir
(
b29)
Neem bij een vol expansiere-
servoir of een brandende waar-
schuwingslamp of overmatig
koelvloeistofverbruik contact
op met een werkplaats, bij
voorkeur een BMW dealer!
TankinhoudAls het
controlelampje oranje
m3 gaat
branden bevindt zich nog ca.
2,5 liter benzine in de tank
(
b32).
ABS-controle*– ABS-controlelampen 4, 5
(
b79)
*Optie
( ) Getal tussen haakjes
bPagina met
toelichting
Controlelampen
23
45
Page 76 of 96

33
74
Starten – Rijden – Parkeren
Rijden
\f Opmerking:
Uw BMW C1 is uitgerust met
een automatische transmissie.
M.b.t. het gebruik van de veilig-
heidsgordel en een helm moe-
ten de wettelijke voorschriften
in acht worden genomen
(
b67).
Voorwaarden voor het meene-
men van een duopassagier
(
b76).
Pas na het omgespen van bei-
de veiligheidsgordels kan wor-
den weggereden.
Wegrijden: Veiligheidsgordels omgespen
(
b66)
Eventueel helm opzetten
(
b67)
BMW C1 van de standaard
nemen (
b58)
Motor starten (
b71)
Dimlicht inschakelen
Het motortoerental met
gevoel zo ver verhogen tot de
BMW C1 wegrijdt
Na het wegrijden de voeten
op de treeplank plaatsen
Het motortoerental met
gevoel verder verhogen, tot
de gewenste snelheid bereikt
is
\f Opmerking:
Onder ongunstige weersom-
standigheden kan de ruit
beslaan.
MotortoerentalKies het motortoerental afhan-
kelijk van de motortemperatuur,
laat de motor pas met het max.
toerental draaien als hij op
bedrijfstemperatuur is.
Snelheid verminderen/
verhogen:
Pas via de gashendel de snel-
heid aan die van het overige
verkeer aan
Gebruik in geval van nood de
remmen!
( ) Getal tussen haakjesbPagina met
toelichting
Page 77 of 96

33
75
Starten – Rijden – Parkeren
Stoppen:• Verlaag het motortoerental
Rem de BMW C1 af totdat deze stilstaat
– Neem bij stapsnelheid de voeten van de treeplank om
uw BMW C1 te ondersteu-
nen
Houd de BMW C1 loodrecht
e Attentie:
Parkeer de BMW C1 niet op
een steile helling waarvan het
hellingspercentage meer dan
6°/12% bedraagt, omdat op
dergelijke hellingen veilig par-
keren niet gewaarborgd is.
Parkeren/motor afzetten: Zet de motor af (b15)
Plaats de BMW C1 op de standaard (
b56)
– Draai de contactsleutel in stand R : contact afgezet
Maak de veiligheidsgordels los (
b68)
Schakel het stuurslot in (
b15)
– Druk de sleutel in stand R,
– Draai het stuur naar rechts en draai aansluitend hierop
de contactsleutel in de
stand OFF
– Verdraai het stuur tot het in de vergrendeling valt, het
stuurslot is vergrendeld
( ) Getal tussen haakjesbPagina met
toelichting
Rijden
Page 78 of 96

33
76
Starten – Rijden – Parkeren
d Waarschuwing:
Het duozadel is niet in het vei-
ligheidsconcept van de
BMW C1 ge ïntegreerd,
daarom
– geldt voor de duopassagier
de helmplicht!
– moet de duopassagier
beschermende kleding dra-
gen.
De duopassagier mag alleen
meerijden als het duozadel**
en de voetsteunen gemon-
teerd zijn!
– Veiligheidsrisico!
De duopassagies mag zich
niet aan de schouderbeugels
vasthouden, maar alleen aan
de handgreep 1, omdat an-
ders het rijgedrag negatief
wordt beï nvloed. Duopassagier meenemen
Duozadel** aanbrengen
(
b26)
Klap de handgreep 1 uit
Klap de voetsteunen 2 uit
Corrigeer zo nodig de kop-
lampafstelling (
b43)
** Optie
( ) Getal tussen haakjes
bPagina met
toelichting
Duopassagier
1
2
Page 79 of 96

33
77
Starten – Rijden – Parkeren
Remmen
Natte remmenNa het wassen van de
BMW C1, na het rijden door
water of bij regen kunnen de
remmen door vocht, resp. in de
winter door ijsvorming op de
remschijven en de remblokken
later aangrijpen.
d Waarschuwing:
De remschijven moeten wor-
den drooggeremd!
Strooizoutaanslag op de
remschijf/remblokken
Bij het rijden op wegen met
strooizout kunnen de remmen
later aangrijpen als gedurende
langere tijd niet wordt geremd.
d Waarschuwing:
De zoutlaag op de remschij-
ven en remblokken moet bij
het remmen eerst worden
schoongeremd.
Olie- en vetvrije remmen
d Waarschuwing:
De remschijven en de rem-
blokken moeten olie- en vet-
vrij zijn!
Vervuilde remmenBij het rijden op vuile wegen
kunnen de remmen door de
vervuilde remschijven en rem-
blokken later aangrijpen.
d Waarschuwing:
De remmen moeten eerst
worden schoongeremd!
Grotere remblokslijtage door
vervuilde remmen!
Page 80 of 96

33
78
Starten – Rijden – Parkeren
ABS*– ervaren
Elektronisch
veiligheidssysteem
Extreme remsituaties bij het rij-
den met een tweewieler vragen
veel feeling tijdens het remmen.
Het blokkerende voorwiel ver-
liest zijn stabiliserende krachten
in lengte- en dwarsrichting; een
val kan het gevolg zijn.
Om deze reden wordt in nood-
situaties de remcapaciteit zel-
den ten volle benut.
Het anti-blokkeersysteem ABS
voor beide wielen vermindert
ook op een slecht wegdek de
kans op vallen aanzienlijk en
verkort de remweg door effec-
tief gebruik te maken van de
technisch mogelijke remcapa-
citeit.
Vooral bij het rechtuitrijden
maakt het ABS een veilige
noodstop mogelijk.
Alle BMW rijders remmen op
deze wijze als echte „professio-
nals ”!
Veiligheidsreserves!Het ABS mag door het vertrou-
wen op een kortere remweg
voor de bestuurder geen aan-
leiding zijn risico's te nemen.
Het is in eerste instantie een
veiligheidsreserve voor noodsi-
tuaties.
– Rijd er niet „blind ” op los en
ga niet uit van valse zekerhe-
den
– Overschrijd geen snelheids-
beperkingen
– Wees voorzichtig in bochten!
Het remmen in bochten is
onderworpen aan bijzondere
natuurkundige wetten, die
ook het ABS niet buiten wer-
king kan stellen
*Optie