display CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2013 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2013, Model line: BERLINGO MULTISPACE, Model: CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2013Pages: 306, PDF Size: 13.2 MB
Page 138 of 306

136
Niveaus
Koelvloeistofniveau
Gebruik om ernstige motorschade
te voorkomen uitsluitend door de
constructeur aanbevolen koelvloeistof.
Als de motor warm is, wordt de
temperatuur van de koelvloeistof
geregeld door de koelventilator.
Wacht voor werkzaamheden aan het
koelsysteem ten minste 1 uur nadat
de motor gedraaid heeft, omdat de
koelventilator nog kan (gaan) werken
als de sleutel uit het contactslot is
verwijderd en omdat het koelsysteem
onder druk staat.
Draai de dop eerst een kwart
omwenteling los om de druk te laten
dalen en om te voorkomen dat de hete
koelvloeistof uit het koelsysteem spuit.
Trek, als de druk eenmaal gedaald is,
de dop los en vul koelvloeistof bij.
Laat het koelsysteem, als vaak
koelvloeistof moet worden bijgevuld,
zo snel mogelijk controleren door het
CITROËN-netwerk.
Vloeistofniveau stuurbekrachtiging
Controleer het niveau van de
stuurbekrachtigingsvloeistof als de
auto op een vlakke ondergrond staat
en de motor koud is. Draai de dop
met geïntegreerde peilstok los en
controleer of het niveau tussen de
merktekens MINI en MAXI staat. Om het fi lter te regenereren, wordt
geadviseerd zo snel mogelijk, indien
de omstandigheden dit toelaten,
gedurende minstens 5 minuten met
een snelheid van 60 km/uur of hoger te
rijden (totdat de melding op het display
verdwijnt en het verklikkerlampje
service uit gaat).
Tijdens het regenereren van het
roetfi lter, kunnen enkele geluiden
van het relais hoorbaar zijn onder het
dashboard.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats als de
melding niet verdwijnt en het lampje
Service blijft branden.
Bijvullen
Het niveau dient steeds tussen
de merktekens MINI en MAXI van
het expansievat te staan. Laat het
koelsysteem, als meer dan 1 liter
moet worden bijgevuld, controleren
door het CITROËN-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Vloeistofniveau ruiten- en
koplampsproeiers
Wij adviseren u voor een optimale
reiniging en voor uw eigen veiligheid de
producten van CITROËN te gebruiken.
Bovendien mag het vloeistofniveau
niet worden bijgevuld met of worden
vervangen door water om bevriezing te
voorkomen en een goede reiniging te
garanderen.
Inhoud reservoir ruitensproeiers:
ongeveer 3 liter.
Als uw auto is voorzien van
koplampsproeiers, bedraagt de inhoud
van het reservoir 6 liter.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk
uitvoeren door het CITROËN-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Afgewerkte producten
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie.
Remvloeistof is schadelijk voor de
gezondheid; het is bovendien een erg
bijtend middel.
Gooi afgewerkte olie, remvloeistof en
koelvloeistof niet in het riool, in het
water of op de grond, maar deponeer
deze in de daarvoor bestemde
containers bij het CITROËN-netwerk. Een te laag additiefniveau wordt
aangegeven door het verklikkerlampje
service in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display.
Als dit bij draaiende motor gebeurt,
komt dit doordat het roetfi lter verstopt
dreigt te raken (uitzonderlijke
rij-omstandigheden: veelvuldig
stadsverkeer, lage snelheid, lange
fi les, ...).
Page 142 of 306

DIESEL
140
Brandstof
BRANDSTOFTOEVOER
UITGESCHAKELD
Bij een zware aanrijding wordt de
brandstoftoevoer automatisch door de
brandstofafsluiter onderbroken.
Als dit verklikkerlampje gaat
knipperen, verschijnt een
melding op het display.
Controleer buiten de auto of u
geen brandstof ruikt en of er geen
brandstofl ekkage is en herstel de
brandstoftoevoer als volgt:
- zet het contact af (stand STOP),
- neem de sleutel uit het contactslot,
- plaats de sleutel in het contactslot,
- zet het contact aan en start de
motor.
HANDOPVOERPOMP DIESEL
In het geval van een lege
brandstoftank is het noodzakelijk het
brandstofsysteem te ontluchten:
- vul de brandstoftank met minimaal
vijf liter diesel,
- bedien de handopvoerpomp van de
ontluchting (onder de beschermkap
in de motorruimte),
- houd de sleutel in de stand "D"
(starten) tot de motor aanslaat.
Raadpleeg in rubriek 6 het
gedeelte "Onder de motorkap".
Brandstofkwaliteit voor
dieselmotoren
Auto's met dieselmotoren kunnen
probleemloos rijden op biobrandstoffen
die aan de huidige en toekomstige
Europese richtlijnen voldoen (diesel
die voldoet aan de richtlijn EN
590 gemengd met biobrandstof die
voldoet aan de richtlijn EN 14214)
en die aan de pomp getankt kunnen
worden (met een gehalte aan methyl-
estervetzuren van 0 tot 7%).
Het gebruik van biobrandstof B30 is
mogelijk bij bepaalde dieselmotoren
op voorwaarde dat de bijzondere
onderhoudsvoorschriften strikt worden
nageleefd. Raadpleeg het CITROËN-
netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Het gebruik van elk ander type
(bio)brandstof (zuivere of verdunde
plantaardige of dierlijke olie,
stookolie ...) is nadrukkelijk verboden
(kans op schade aan de motor en het
brandstofcircuit).
Page 144 of 306

142
ECO-MODUS
Nadat de motor is afgezet wordt bij
aangezet contact na 30 minuten een
aantal elektrische voorzieningen
(ruitenwissers, ruitbediening,
plafonniers, autoradio, enz.)
automatisch uitgeschakeld om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Op dat moment knippert het
verklikkerlampje voor het laden van de
accu en verschijnt er een melding op
het display.
Start de motor en laat deze enige
tijd draaien om de bovengenoemde
voorzieningen weer te kunnen
gebruiken.
De beschikbare tijd bedraagt het
dubbele van de tijd dat de motor heeft
gedraaid. Deze tijd zal echter altijd
tussen de 5 en 30 minuten bedragen.
Als de accu ontladen is, kan de motor
niet gestart worden.
Accu
Page 157 of 306

155
SNEL WEER OP WE
G
7
Zekering vervangen
ZEKERINGEN DASHBOARD
Kantel het opbergvak omlaag om bij de
zekeringen te komen. Zekering
F
Ampère
A
Functies
1 15 Ruitenwisser achter
2 - Niet gebruikt
3 5 Airbag
4 10 Airconditioning, diagnoseaansluiting, bediening
elektrisch verstelbare buitenspiegels, draadbundel
koplampen
5 30 Elektrische ruitbediening
6 30 Sloten
7 5 Plafonnier achter, kaartleeslampje vóór
8 20 Autoradio, display, controlesysteem bandenspanning,
sirene en inbraakalarm
9 30 12V-aansluiting voor en achter
10 15 Middenconsole
11 15 Contactslot circuit lage stroomsterkte
12 15 Regen-/lichtsensor, airbag
13 5 Instrumentenpaneel
14 15 Parkeerhulp, bediening automatische airconditioning,
handsfree set
15 30 Sloten
16 - Niet gebruikt
17 40 Achterruitverwarming, buitenspiegelverwarming
Page 173 of 306

9.3
uw auto functioneert.
MyWay
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingendie zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto.
Na het a
fzetten van de motor schakelt de MyWayzichzelf tijdens de overgang naar de eco-mode uit om
te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
RADIO MULTIMEDIA / BLUETOOTH®-TELEFOON
GPS EUROPA OP SD-KAART
01 Basisfuncties
INHOUD
02 Stuurkolomschakelaars
03 Algemene werking
04 Navigatie
05 Verkeersinformatie
06 Radio
07 Mediaspelers
08 Bluetooth
®-telefoon
09 Configuratie
10 Boordcomputer blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
11 Menustructuur display blz. 9.4
9.5
9.6
9.9
9.17
9.19
9.20
9.23
9.26
9.27
9.28
Veelgestelde vragen blz. 9.32
Page 174 of 306

9.4
01
Motor afgezet:
- Kort indrukken: aan/uit. - Lang indrukken: CD pauzeren, geluidsweergave radio onderbreken. gpgp
Draaiende motor: - Kort indrukken: CD pauzeren,geluidsweergave radio onderbreken. pp
- Lang indrukken: resetten van het systeem.
To egang tot het Menu "Radio".Weergave van hetzenderoverzicht.
To e
gang tot het Menu "Muziek".Weergave van
tracks. Lan
g indrukken: toegang tot de audio-
instellingen: geluidsverdeling voor/achter,links/rechts, lage-/hogetonenregeling,
sfeerinstellingen, loudness, automatische
volumecorrectie, standaardinstellingen. Selectieknop voor de
weer
gave op het display, afhankelijk van de context van het menu.
Kort indrukken: contextmenu of
bevestigen.
Lang indrukken: specifi ekcontextmenu van de
weergegeven lijst.
To e
gang tot het Menu "SETUP".
Lan
g indrukken :
toegang tot hetGPS-bereik ende demo-modus. To e
gang tot het Menu "Telefoon". Weergave van het logboek gesprekken.
Uitwer
pen van de CD.
Selecteren van de vorige/volgende radiozender.Selecteren van de vorige/volgende titel van een CD of gg
vorig/volgend MP3-bestandgg
Selecteren van het vorige/volgende item in een lijst. gg
Selecteren van de vorige/volgende radiozender in het gg
overzicht. g
Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst. gg
Selecteren van het vorige/volgende pagina in een lijst. gg
ESC : huidige bewerkingafbreken.
To egang tot het Menu "Verkeer".
Weergave van de actueleverkeersinformatie.
SD-kaartlezer, uitsluitend voor navigatie.
To e
gang tot
het Menu
"Navigatie".
Weergave
van de laatst gekozenbestemmingen. To e
gang tot het Menu "MODE".
Selecteren van het achtereenvolgens weergeven
van:
Radio, Kaart, NAV (tijdens navigatie), Telefoon(tijdens een gesprek), Boordcomputer.
Lang indrukken: black-panelfunctie (DARK). Toetsen 1 t
/m 6 :
Selecteren van een in het geheugen opgeslagen
radiozender.
Lang indrukken: in het geheugen opslaan van de
huidige radiozender. Volumere
geling (individueel
voor iedere geluidsbron,
inclusief berichten en
waarschuwingen van het
navigatiesysteem).
Page 176 of 306

9.6
03 ALGEMENE WERKING
Raadpleeg het hoofdstuk "Menustructuren displays" voor een gedetailleerd overzicht van de keuzemogelijkheden binnen demenu's.
Door meerdere keren achter elkaar op de toets M
ODE te drukken, krijgt u toegang tot de volgende menu's:
Gebruik voor het schoonmaken van het display een zacht, niet-schurend doekje (bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder schoonmaakmiddel.
RADIO/ MULTIMEDIASPELERS
TELEFOON
(Tijdens een telefoongesprek)
KAARTWEERGAVE OP
VOLLEDIG SCHERM
NAVIGATIE
(Tijdens navigatie)
SETUP :
taalkeuze * , datum en tijd *
, weergave,
parameters van de auto *
, eenheden ensysteeminstellingen "Demo-modus".
VERKEER:
TMC-informatie en berichten.
*
Afhankeli
jk van de uitvoering.
BOORDCOMPUTER
Page 186 of 306

9.16
04
5
6
3 2 1
4
NAVIGATIE-INSTELLINGEN
Selecteer "Instellen risicozones" voor
toegang tot de functies "Op kaart
weergeven", "Visuele waarschuwing" en "Akoestische waarschuwing".
Selecteer de functie "POI-categorieën op kaart" om de POI's
die standaard op de kaart worden
weer
gegeven in te stellen. Druk o
p de toets NAV.
Druk nogmaals op de toets NAV of selecteer de functie Menu "Navigatie" en druk op de draaiknop
om te bevestigen.
Selecteer de functie "Instellin
gen" en druk op de draaiknop om tebevestigen.POI-cate
gorieën op kaart
InstellingenInstellen risicozones
Menu "Navigatie"
NAVIGATIE
Selecteer de functie "Navigatievolume"en draai aan de draaiknop om hetgg
volume van de verschillende gesprokenpp
berichttypen (verkeersinformatie,gg
waarschuwingsmeldingen…) in te stellen.yp (yp (
Navigatievolume
Het volume van de POI-waarschuwingen kan alleen tijdens het
uitzenden ervan worden aangepast.
UPDATEN POI'S
De uitgebreide procedure voor het update van de POI's is
beschikbaar op de site "citroen.navigation.com ".
Hiervoor is een SDHC-speler
(High Capacity) vereist.
Als het navigatiesysteem is ingeschakeld en de kaart op het display wordt weergegeven,
kunt u de spraakbediening in- of uitschakelen door op het knopje te drukken en
vervolgens "Gespr. instructie" te selecteren of deze selectie juist ongedaan te maken.
Gespr. instructie
Page 188 of 306

9.18
05
2 1
3
2 1
BELANGRIJKSTE PICTOGRAMMEN TMC
Druk op de draaiknop als de huidige
geluidsbron op het display wordt
w
eergegeven.
Het snelkeuzemenu van de
geluidsbron verschijnt en geeft toegang tot:
Selecteer Verkeersinfo (TA) en druk
ter bevestiging op de draaiknop
voor toegang tot de desbetreffende
instellingen.
Verkeersinfo (TA)
- het station zendt verkeersinformatie uit.
VERKEERSINFORMATIE BELUISTEREN
Rood-gele driehoek: verkeersberichten, bijvoorbeeld: Zwart-blauwe driehoek: algemene in
formatie, bijvoorbeeld:
VERKEERSINFORMATIE
De functie TA (Traffi c Announcement) geeft voorrang aan het luisterennaar de verkeersinformatie. Om te worden geactiveerd moet deze functieeen radiozender die deze berichten uitzendt, goed kunnen ontvangen.Zodra er een bericht wordt uitgezonden, wordt de geluidsbron die op dat moment wordt weergegeven (Radio, CD, ...) automatisch onderbroken en
wordt de verkeersinformatie doorgegeven. Zodra het bericht is afgelopen,
wordt de weergave van de oorspronkelijke geluidsbron hervat.
- het station zendt geen verkeersinformatie uit.
- de weer
gave van verkeersinformatie is uitgeschakeld.
Page 193 of 306

9.23
08
1
2
3
4
BLUETOOTH®-TELEFOON
*
De beschikbaarheid van diensten hangt af van het gsm-netwerk, de
simkaart en de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparatuur.Controleer in de gebruiksaanwijzing van uw telefoon en informeer bij uw
provider welke diensten voor u toegankelijk zijn.
KOPPELEN VAN EEN TELEFOON/
EERSTE KOPPELING
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan de handsfree set van
de MyWay mag om veiligheidsredenen en vanwege het feit dat
deze handeling de volledige aandacht van de bestuurder vraagt,
uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto en met aangezetcontact.
A
ctiveer de functie Bluetooth van uw telefoon encontroleer of deze "voor alle apparatuur zichtbaar"
is (zie de gebruiksaanwijzing van uw telefoon).Voer de toe
gangscode in met de telefoon. De in
te voeren code wordt weergegeven op het displayvan het systeem.
Bepaalde tele
foons worden automatisch elke keer
dat het contact wordt aangezet weer gekoppeld.
Er wordt een meldin
g weergegeven om de koppeling te bevestigen.
Dr
uk om een andere telefoon te
koppelen op de toets PHONE, selecteer vervolgens Menu "Telefoon" en druk op de draaiknopom te bevestigen.
Als de tele
foon is gekoppeld, kan de MyWay de contacten en de gesprekkenlijst synchroniseren. Deze synchronisatie kan enkele
minuten duren * . U kunt ook via de tele
foon de koppeling tot stand brengen (zie de gebruiksaanwijzing van de telefoon).
Ga voor meer informatie over bijvoorbeeld de compatibiliteit enextra ondersteuning naar www.citroen.nl.
Druk op de toets PH
ONE.
Selecteer als de telefoon no
g niet gekoppeld is geweest "Telefoonzoeken" en druk op de draaiknop om
te bevestigen. Selecteer vervolgens de naam van de telefoon.
Telefoon zoeken