display CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2014 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2014, Model line: BERLINGO MULTISPACE, Model: CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2014Pages: 269, PDF Size: 13.34 MB
Page 61 of 269

59
Stuurkolomschakelaars
ERGONOMIE
en
COMFORT
3
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap03_Ergonomie_ed01-2014
Overschrijden van de ingestelde
snelheid
Als het gaspedaal geleidelijk dieper
wordt ingetrapt, wordt de snelheid niet
verhoogd. Als het gaspedaal echter
met kracht wordt ingetrapt, tot voorbij
het zware punt , wordt de begrenzer
tijdelijk uitgeschakeld en knippert de
ingestelde snelheid op het display.
Laat om de begrenzer weer in te
schakelen de snelheid zakken tot
een snelheid lager dan de ingestelde
snelheid. Uitschakelen van de functie
- Draai de knop in de stand 0 of zet
het contact af om het systeem uit te
schakelen.
De laatst ingestelde snelheid blijft in
het geheugen opgeslagen.
Storing
De ingestelde snelheid wordt gewist
en in plaats daarvan verschijnen drie
streepjes op het display.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats om het
systeem te laten controleren.
Gebruiksvoorschrift
Knipperen van de
snelheidsweergave
De snelheid knippert:
- als het gaspedaal tot voorbij het zware punt wordt ingetrapt,
- als de begrenzer door het profi el van de weg of bij een steile
afdaling niet kan voorkomen dat
de ingestelde snelheid wordt
overschreden,
- tijdens snel accelereren. Bij het gebruik van de
snelheidsbegrenzer moet de
bestuurder te allen tijde de
snelheidslimiet in acht nemen, zijn
aandacht op het verkeer blijven
vestigen en zijn verantwoordelijkheid
nemen.
Let op uw snelheid als deze door
het profi el van de weg of door snel
accelereren kan worden overschreden,
zodat u optimaal de controle over uw
auto kunt bewaren.
Om te voorkomen dat de werking van
de pedalen wordt gehinderd:
- controleer of de mat goed op
zijn plaats ligt en op de vloer is
bevestigd,
- leg nooit meerdere matten boven op elkaar.
Page 64 of 269

Ventilatie
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap03_Ergonomie_ed01-2014
62
Gebruiksvoorschrift
Om het interieur maximaal te koelen
of te verwarmen kan de temperatuur
lager dan 15 worden ingesteld, door de
knop naar links te draaien tot LO wordt
weergegeven of hoger dan 27 worden
ingesteld, door de knop naar rechts te
draaien tot HI wordt weergegeven.
Als de temperatuur in de auto bij
het instappen veel lager of hoger
is dan de ingestelde waarde, heeft
het geen zin om voor het gewenste
comfort de ingestelde waarde te
wijzigen. Het systeem compenseert
automatisch en zo snel mogelijk het
temperatuurverschil.
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING MET GESCHEIDEN REGELING
Automatische werking
Automatisch programma "comfort"
Dit is de normale gebruiksstand van de
airconditioning. Ingestelde waarde bestuurders- of
passagierszijde
De op het display weergegeven waarde
heeft betrekking op een bepaald
comfortniveau en niet op de temperatuur
in graden Celsius of Fahrenheit.
Draai deze knop naar links of
naar rechts om de waarde te
verlagen of te verhogen. Voor
een optimaal comfort wordt
de waarde 21 aanbevolen.
Niettemin is afhankelijk van uw
wensen een afstelling tussen 18 en
24 gebruikelijk.
Zorg ervoor dat de zonnesensor
op het dashboard niet wordt
afgedekt.
Druk op deze toets. Het
symbool AUTO verschijnt.
Afhankelijk van de gekozen
instellingen regelt het
systeem de luchtverdeling,
de luchtopbrengst en de luchttoevoer
om het comfort en de luchtcirculatie
in het interieur optimaal te houden. U
hoeft het systeem niet meer zelf bij te
regelen. Om bij koude motor de toevoer van
koude lucht te beperken, wordt de
luchtopbrengst geleidelijk op het
optimale niveau gebracht.
Voor uw comfort worden de instellingen
tussen twee startmomenten
opgeslagen.
De automatische stand wordt
uitgeschakeld zodra u de instellingen
handmatig wijzigt (AUTO verdwijnt).
BESTUURDER EN PASSAGIER
Page 65 of 269

Ventilatie
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap03_Ergonomie_ed01-2014
63
ERGONOMIE
en
COMFORT
3
Handmatig verstellen
Al naar gelang uw wensen kunt u
de automatische bediening van het
systeem handmatig aanpassen. De
overige functies worden automatisch
geregeld. Bij het indrukken van de
toets AUTO zal het systeem weer
volledig automatisch functioneren.
Regeling luchtverdeling
Druk deze toets herhaalde
malen in om de luchtstroom
te verdelen naar:
- de voorruit,
- de voorruit en de beenruimte,
- de beenruimte,
- de linker, rechter en middelste ventilatieroosters en de beenruimte,
- de linker, rechter en middelste ventilatieroosters. Regeling luchtopbrengst
De luchtopbrengst kan
vergroot of verkleind worden
door respectievelijk de toets
"kleine propeller" of
"grote
propeller" in te drukken.
Het symbool van de luchtopbrengst op het
display, de propeller, wordt afhankelijk van
de ingestelde waarde geleidelijk voller.
Airconditioning AAN/UIT
Druk op deze toets: het symbool
A/C wordt weergegeven
en de airconditioning wordt
geactiveerd.
Uitschakelen van het systeem
Druk op de toets
"kleine
propeller" van de
luchtopbrengstregeling tot het
symbool van de propeller van
het display is verdwenen.
Alle functies van de airconditioning
worden dan uitgeschakeld,
behalve de luchtrecirculatie en
de achterruitverwarming (volgens
uitvoering). De ingestelde waarde
wordt niet meer geregeld en verdwijnt
van het display. Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie
Bij het indrukken van deze toets
wordt de lucht in het interieur
gerecirculeerd. Het symbool van de
luchtrecirculatie wordt weergegeven.
Druk op de toets
"grote
propeller" of op de toets
AUTO om het systeem weer
met de laatst ingestelde
waarden in te schakelen.
De luchtrecirculatie dient om de toevoer
van buitenlucht bij stank en stofoverlast
af te sluiten. Gebruik de luchtrecirculatie
alleen als dit echt nodig is (om te
voorkomen dat de ruiten beslaan en de
luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat).
Druk de toets zodra de luchtrecirculatie niet
meer nodig is nogmaals in om de toevoer
van buitenlucht te hervatten.
Druk nogmaals op deze toets om de
aircondioning uit te schakelen.
De ventilatieopening in het
dashboardkastje verspreidt koele
lucht (als de airconditioning is
ingeschakeld), onafhankelijk van de
ingestelde temperatuur in het interieur
en de buitentemperatuur.
Het is raadzaam om niet langdurig met
uitgeschakelde airconditioning te rijden.
Page 106 of 269

104
Parkeerhulp
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
De parkeerhulp achter met
geluidssignalen en/of een
grafi sche weergave bestaat uit vier
parkeersensoren die zijn aangebracht
in de achterbumper. Het systeem
waarschuwt de bestuurder voor elk
obstakel (persoon, auto, boom, hek, …)
dat zich binnen het bereik van het
systeem achter de auto bevindt.
Het waarschuwt u niet voor objecten
die zich direct onder de bumper
bevinden. Paaltjes, pionnen bij
wegwerkzaamheden of gelijksoortige
voorwerpen worden waargenomen
bij aanvang van de aanrijmanoeuvre,
maar niet meer wanneer de auto te
dicht genaderd is.
Inschakelen van de
achteruitversnelling
PARKEERHULP ACHTER
Weergave op het display
Uitschakelen van de
parkeerhulp
Zet de versnellingsbak in de
neutraalstand.
Een geluidssignaal bevestigt dat
het systeem in werking treedt
zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld.
Een geluidssignaal geeft de afstand
tot het obstakel aan. Hoe dichter de
auto bij het obstakel komt, hoe korter
de tijd tussen de geluidssignalen is.
Als de auto minder dan ongeveer
30 centimeter van het obstakel
verwijderd is, is het geluidssignaal
continu hoorbaar.
Page 107 of 269

105
Parkeerhulp
VEILIGHEID
4
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
Activeren/Deactiveren Storing
Als het systeem bij het inschakelen van
de achteruitversnelling niet werkt, gaat
het lampje van de schakelaar branden
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats.
Gebruiksvoorschrift
Zorg ervoor dat de sensoren in de
winter of bij slecht weer niet bedekt zijn
met modder, ijs of sneeuw.
Het systeem zal automatisch worden
uitgeschakeld bij het trekken van
een aanhanger of de montage van
een fi etsdrager (auto met een door
CITROËN aanbevolen trekhaak of
fi etsdrager).
De parkeerhulp is een hulpmiddel
voor de bestuurder die desondanks
waakzaam moet blijven en
verantwoordelijk is.
Druk op deze schakelaar om
het systeem te activeren of te
deactiveren.
De geactiveerde of
gedeactiveerde toestand
van het systeem wordt
opgeslagen bij het afzetten
van het contact.
Page 108 of 269

ABS
ABS
106
Veiligheid tijdens het rijden
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
ANTIBLOKKEERSYSTEEM
(ABS - EBD)
Het ABS zorgt samen met de
elektronische remdrukregelaar (EBD)
tijdens het remmen voor een betere
stabiliteit en bestuurbaarheid van uw auto,
vooral op een slecht of glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van
de wielen, terwijl de remdrukregelaar de
remdruk over de vier wielen verdeelt. Als dit verklikkerlampje gaat
branden in combinatie met
een geluidssignaal en een
melding op het display, duidt
dit op een storing in het
antiblokkeersysteem. Door deze storing
zou u tijdens het remmen de controle
over uw auto kunnen verliezen.
Als dit verklikkerlampje
gaat branden in combinatie
met de verklikkerlampjes
remsysteem en STOP,
een geluidssignaal en een
melding op het display, duidt dit
op een storing in de elektronische
remdrukregelaar. Door deze storing
zou u tijdens het remmen de controle
over uw auto kunnen verliezen.
NOODREMASSISTENTIE (BAS)
Dit systeem zorgt ervoor dat in
noodgevallen de optimale remdruk
sneller wordt bereikt: trap het
rempedaal volledig in zonder het los te
laten.
Het systeem wordt ingeschakeld als
de snelheid waarmee het rempedaal
wordt ingetrapt groot is en zorgt ervoor
dat de benodigde bedieningskracht
verandert.
Houd het rempedaal ingetrapt om de
werking van het brake assist system
voort te zetten.
Gebruiksvoorschrift
Het ABS treedt automatisch in werking
als één van de wielen dreigt te
blokkeren. Het systeem zorgt niet voor
een kortere remweg.
Op een erg glad wegdek (sneeuw, olie,
enz.) kan de remweg door de werking
van het ABS langer zijn. Trap het
rempedaal bij een noodstop krachtig
en volledig in en laat het niet los, ook
niet op een glad wegdek. Het ABS
zorgt er dan voor dat u om het obstakel
heen kunt sturen.
De normale werking van het
antiblokkeersysteem kan merkbaar zijn
door het trillen van het rempedaal.
Zorg er bij vervanging van de wielen
(banden en velgen) voor dat er wielen
worden gemonteerd die zijn voorzien
van een artikelnummer van CITROËN. Stop onmiddellijk op een veilige
plaats.
Raadpleeg in beide gevallen
het CITROËN-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 109 of 269

107
Veiligheid tijdens het rijden
VEILIGHEID
4
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
ANTISPINREGELING
(ASR) EN ELEKTRONISCH
STABILITEITSPROGRAMMA
(ESC)
Deze systemen staan in verbinding
met het ABS en zijn hier een aanvulling
op.
De ASR zorgt voor een optimale
overbrenging van de aandrijfkracht op
de weg, zodat wordt voorkomen dat
u tijdens het accelereren de controle
over de auto verliest.
Het systeem past de aandrijfkracht
aan om het doorspinnen van de wielen
te voorkomen via de remmen van
de aangedreven wielen en de motor.
Het systeem zorgt ook voor meer
koersstabiliteit bij het accelereren.
Houd als het ESC is ingeschakeld in
een bocht het stuurwiel altijd in de
gewenste richting en stuur niet tegen.
Het ESC-systeem grijpt automatisch in
via het remsysteem en de motor als de
koers van de auto afwijkt van de door
de bestuurder gewenste richting.
Uitschakelen ASR/ESC
In bijzondere omstandigheden (als de
auto vastzit in de modder, sneeuw, in
mulle grond, ...) kan het nuttig zijn het
ASR/ESC uit te schakelen, zodat de
wielen kunnen slippen en weer grip
kunnen krijgen. Controle van werking
Gebruiksvoorschriften
Het ASR-/ESC-systeem zorgt voor
meer veiligheid tijdens het rijden. De
bestuurder mag zich echter nooit laten
verleiden tot het nemen van meer
risico's en het te hard rijden.
De goede werking van het systeem
wordt verzekerd onder voorwaarde dat
de voorschriften van de constructeur
op het gebied van wielen (banden
en velgen), onderdelen van het
remsysteem en elektronische
onderdelen worden nageleefd en
dat de procedures voor montage en
het uitvoeren van werkzaamheden
door het CITROËN-netwerk worden
opgevolgd.
Laat deze systemen na een aanrijding
controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Werking van het ASR- en ESC-
systeem
Het lampje knippert tijdens
een ingreep van de ASR of
het ESC.
De systemen worden opnieuw:
- automatisch ingeschakeld als de snelheid hoger wordt dan 50 km/h, Bij een storing in de systemen
zal het verklikkerlampje gaan
branden in combinatie met
een geluidssignaal en een
melding op het display.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats om het
systeem na te laten kijken.
Het verklikkerlampje kan ook gaan
branden in het geval van een te lage
bandenspanning. Controleer van alle
banden de bandenspanning.
- Druk op de knop of draai het knopje in de stand
ESC OFF (afhankelijk van
de uitvoering).
- Het verklikkerlampje gaat branden: de systemen ASR en ESC zijn
uitgeschakeld.
- ingeschakeld als u de knop indrukt of
het draaiknopje weer
terugdraait (afhankelijk
van de uitvoering).
Page 117 of 269

11 5
Airbags
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
11 5
VEILIGHEID
4
Window-airbags
De window-airbags beschermen de
bestuurder en passagiers (uitgezonderd
de middelste zitplaats van zitrij 2) bij
een ernstige zijdelingse aanrijding, om
de kans op hoofdletsel te verkleinen.
De window-airbags zijn aangebracht in
de stijlen en het bovenste gedeelte van
het interieur.
Activering
De window-airbag wordt gelijktijdig met
de zij-airbag aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van)
de impactzone opzij ( B ), loodrecht op
de lengteas van de auto en vanaf de
buitenzijde richting de binnenzijde van
de auto, die zich op een horizontale
ondergrond moet bevinden.
De window-airbag wordt opgeblazen
tussen de inzittende vóór of achter in
de auto en de ruiten.
Zij-airbags
De zij-airbags beschermen de
bestuurder en voorpassagier bij een
ernstige zijdelingse aanrijding, om de
kans op borstletsel te verkleinen.
De zij-airbags zijn aan de zijde van de
portieren in de rugleuningen van de
voorstoelen aangebracht.
Activering
De zij-airbags worden aan de
desbetreffende zijde opgeblazen bij
een ernstige zijdelingse aanrijding
binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij ( B ), loodrecht op
de lengteas van de auto en vanaf de
buitenzijde richting de binnenzijde van
de auto, die zich op een horizontale
ondergrond moet bevinden.
De zij-airbag wordt opgeblazen
tussen de inzittende vóór en het
desbetreffende portierpaneel. Registratiezones voor een
aanrijding
A. Impactzone vóór
B. Impactzone opzij
Storing
Als dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel
gaat branden in combinatie
met een geluidssignaal en
een melding op het display,
raadpleeg dan het CITROËN-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats
om het systeem te laten controleren.
De kans bestaat dat de airbags bij
een ernstige aanrijding niet worden
geactiveerd.
Bij een lichte zijdelingse aanrijding
of bij over de kop slaan, kan
het zijn dat de airbag niet wordt
geactiveerd.
Page 118 of 269

11 6
Airbags
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
11 6
Frontairbags
Deze zijn voor de bestuurder in
het midden van het stuurwiel en
voor de passagier in het dashboard
aangebracht.
Activering
Ze worden tegelijkertijd geactiveerd,
behalve als de airbag aan
passagierszijde is uitgeschakeld, bij
een ernstige frontale aanrijding binnen
de impactzone A , in de lengterichting
van de auto en vanaf de voorzijde
richting de achterzijde van de auto, die
zich op een horizontale ondergrond
moet bevinden.
De frontairbag wordt opgeblazen
tussen de inzittende vóór en het
dashboard om te voorkomen dat de
inzittende naar voren wordt geworpen. Uitschakelen
Alleen de airbag aan passagierszijde
kan worden uitgeschakeld:
- Zet het contact af , steek de sleutel
in de schakelaar voor uitschakelen
van de airbag aan passagierszijde,
- draai deze in de stand "OFF" ,
- verwijder de sleutel zonder de stand van de sleutel te veranderen.
Het verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel
brandt zolang de airbag is
uitgeschakeld. Als de twee verklikkerlampjes
airbag permanent branden, plaats
dan geen kinderzitje met de rug
in de rijrichting. Neem contact op
met het CITROËN-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats. Storing airbag vóór
Schakel voor de veiligheid van uw
kind de airbag aan passagierszijde
altijd uit als u een kinderzitje met
de rug in de rijrichting op de voorstoel
plaatst. Anders kan een kind bij het
afgaan van de airbag levensgevaarlijk
gewond raken. Inschakelen
In de stand
"OFF" werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventuele
aanrijding niet.
Als u het kinderzitje hebt verwijderd,
zet dan de schakelaar weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schakelen
en zo de veiligheid van uw passagier
te garanderen.
Als dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel gaat
branden in combinatie met
een geluidssignaal en een
melding op het display, laat het
systeem dan controleren door
het CITROËN-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 139 of 269

Niveaus
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap06_Verifi cation_ed01-2014
137
ONDERHOUD
6
Koelvloeistofniveau
Gebruik om ernstige motorschade
te voorkomen uitsluitend door de
constructeur aanbevolen koelvloeistof.
Als de motor warm is, wordt de
temperatuur van de koelvloeistof
geregeld door de koelventilator.
Wacht voor werkzaamheden aan het
koelsysteem ten minste 1 uur nadat
de motor gedraaid heeft, omdat de
koelventilator nog kan (gaan) werken
als de sleutel uit het contactslot is
verwijderd en omdat het koelsysteem
onder druk staat.
Draai de dop eerst een kwart
omwenteling los om de druk te laten
dalen en om te voorkomen dat de hete
koelvloeistof uit het koelsysteem spuit.
Trek, als de druk eenmaal gedaald is,
de dop los en vul koelvloeistof bij.
Laat het koelsysteem, als vaak
koelvloeistof moet worden bijgevuld,
zo snel mogelijk controleren door het
CITROËN-netwerk.
Vloeistofniveau stuurbekrachtiging
Controleer het niveau van de
stuurbekrachtigingsvloeistof als de auto op
een vlakke ondergrond staat en de motor
koud is. Draai de dop met geïntegreerde
peilstok los en controleer of het niveau
tussen de merktekens MINI en MAXI staat.
Om het fi lter te regenereren, wordt
geadviseerd zo snel mogelijk, indien
de omstandigheden dit toelaten,
gedurende minstens 5 minuten met
een snelheid van 60 km/uur of hoger te
rijden (totdat de melding op het display
verdwijnt en het verklikkerlampje
service uit gaat).
Tijdens het regenereren van het roetfi lter,
kunnen enkele geluiden van het relais
hoorbaar zijn onder het dashboard.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats als de
melding niet verdwijnt en het lampje
Service blijft branden.
Bijvullen
Het niveau dient steeds tussen
de merktekens MINI en MAXI van
het expansievat te staan. Laat het
koelsysteem, als meer dan 1 liter
moet worden bijgevuld, controleren
door het CITROËN-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Vloeistofniveau ruiten- en
koplampsproeiers
Wij adviseren u voor een optimale
reiniging en voor uw eigen veiligheid de
producten van CITROËN te gebruiken.
Bovendien mag het vloeistofniveau
niet worden bijgevuld met of worden
vervangen door water, om bevriezing
te voorkomen en een goede reiniging
te garanderen.
Inhoud reservoir ruitensproeiers:
ongeveer 3 liter.
Als uw auto is voorzien van
koplampsproeiers, bedraagt de inhoud
van het reservoir 6 liter.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk
uitvoeren door het CITROËN-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Afgewerkte producten
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie.
Remvloeistof is schadelijk voor de
gezondheid; het is bovendien een erg
bijtend middel.
Gooi afgewerkte olie, remvloeistof en
koelvloeistof niet in het riool, in het
water of op de grond, maar deponeer
deze in de daarvoor bestemde
containers bij het CITROËN-netwerk.
Een te laag additiefniveau wordt
aangegeven door het verklikkerlampje
service in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display.
Als dit bij draaiende motor gebeurt, komt
dit doordat het roetfi lter verstopt dreigt te
raken (uitzonderlijke rij-omstandigheden:
veelvuldig stadsverkeer, lage snelheid,
lange fi les, ...).