CITROEN C-ELYSÉE 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: C-ELYSÉE, Model: CITROEN C-ELYSÉE 2016Pages: 330, PDF Size: 21.93 MB
Page 281 of 330

.
Audio en telematica
19
Veelgestelde vragen
In de volgende tabellen vindt u een antwoord op veelgestelde vragen.
VRAAG
ANTWOORD
OPLOSSING
Er is een verschil in
geluidskwaliteit tussen
de verschillende
geluidsbronnen (radio,
CD...).
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume,
bassen, hoge tonen, klankkleur, loudness) voor elke geluidsbron
afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een
andere geluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit
hoorbaar zijn. Controleer of de audio-instellingen (bassen,
hoge tonen, klankkleur, loudness) zijn afgestemd
op de verschillende geluidsbronnen. Het is
raadzaam de audio-functies (bassen, hoge
tonen, balans V-A, balans L-R) in de middelste
stand te zetten, de klankkleur te selecteren en
de functie Loudness in de stand "Actief " te zetten
als de CD-speler is geselecteerd en in de stand
"Inactief " te zetten als de radio is geselecteerd.
Bij het veranderen van
de bassen en hoge
tonen wordt de gekozen
klankkleur uitgeschakeld.
Bij het veranderen van
de klankkleur worden de
bassen en de hoge tonen
op 0 gezet. De klankkleur is gekoppeld aan de bassen en hoge tonen. Het is
niet mogelijk dit afzonderlijk van elkaar in te stellen, behalve als u
een eigen klankkleur hebt ingesteld. Stel de bassen en hoge tonen of de klankkleur
naar eigen wens in.
Bij het veranderen
van de balans wordt
de geluidsverdeling
uitgeschakeld. De geluidsverdeling is gekoppeld aan de balans. Stel de balans in of kies een geluidsverdeling
naar eigen wens.
Page 282 of 330

Audio en telematica
20
VRAAG
ANTWOORD
OPLOSSING
De ontvangstkwaliteit van
de beluisterde radiozender
neemt geleidelijk af of de
voorkeuzezenders kunnen
niet worden ontvangen
(geen geluid, 87,5 Mhz
wordt weergegeven...). De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde
radiostation of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de
auto zich bevindt. Activeer de functie RDS om het systeem te laten
controleren of er een sterkere zender in het
gebied aanwezig is.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.)
veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie is
ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te
maken met een storing in de autoradio.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een
wasstraat of parkeergarage). Laat de antenne controleren door het netwerk
van het merk.
Het geluid van de radio
valt 1 tot 2 seconden weg. Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar
een eventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het
station. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel
zich te vaak en steeds op hetzelfde traject
voordoet.
De functie TA
(verkeersinformatie) is
ingeschakeld, maar ik krijg
geen verkeersinformatie
te horen. De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het
regionale netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzenden. Stem af op een zender die wel verkeersinformatie
uitzendt.
De voorkeuzezenders
kunnen niet worden
ontvangen (geen
geluid, 87,5 Mhz wordt
weergegeven...). Het verkeerde golfbereik is geselecteerd. Druk op de toets SRC/ TEL om het
golfbereik (FM1 of FM2) te vinden waarin de
voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
Page 283 of 330

.
Audio en telematica
21
VRAAG
ANTWOORD
OPLOSSING
De CD wordt steeds
uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld door
de CD-speler. De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden
gelezen, bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die
niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de
autoradio wordt herkend.
- Controleer of de CD met de juiste zijde
boven in de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan
niet worden gelezen als deze te veel is
beschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze
zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het
hoofdstuk Audio.
- De CD-speler van de autoradio kan geen
DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's
is onvoldoende om deze door de autoradio te
laten afspelen.
De CD-speler levert een
slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit. Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg
ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, klankkleur) zijn niet op
de CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen
op 0, zonder een klankkleurte selecteren.
De Bluetooth-verbinding
wordt onderbroken. De batterijspanning van de randapparatuur is misschien te laag. Laad de batterij van de randapparatuur op.
Op het display wordt
de melding "Storing
USB-randapparatuur"
of "Randapparatuur niet
herkend" weergegeven. De USB-stick wordt niet herkend. Gebruik uitsluitend USB-sticks met het formaat
FAT32 (Files Allocation Table 28 bits).
Een telefoon wordt
automatisch aangesloten
als een verbinding met
een andere telefoon wordt
verbroken. Automatisch verbinding maken heeft voorrang op handmatig
verbinding maken. Verander de instellingen van de telefoon om het
automatisch verbinding maken uit te schakelen.
Page 284 of 330

Audio en telematica
22
VRAAG
ANTWOORD
OPLOSSING
De iPod wordt bij het
aansluiten op de USB-
aansluiting niet herkend. De iPod is niet compatibel met de USB-aansluiting.
De harde schijf of andere
randapparatuur wordt bij
het aansluiten op de USB-
aansluiting niet herkend. Sommige schijven en randapparatuur hebben meer stroom nodig
dan de voeding die de radio levert. Sluit de randapparatuur op het 230 V-
stopcontact, de 12 V-aansluiting of een externe
voedingsbron aan.
Let op:
controleer of de randapparatuur zelf
geen signaal van meer dan 5 V afgeeft (kans op
schade).
Tijdens streaming audio
wordt het geluid tijdelijk
onderbroken. Sommige telefoons geven voorrang aan de handsfree-
signaalverbinding. Schakel de "handsfree"-verbinding uit voor een
betere weergave van de streaming-audio.
Bij het afspelen tijdens
"Alles random" worden
sommige nummers
overgeslagen. De functie "Alles random" kan maximaal 999 nummers lezen.
Na het afzetten
van de motor wordt
de radio na enkele
minuten automatisch
uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de
laadtoestand van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-modus van de
autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt. Start de motor om de accu op te laden.
De melding "het
audiosysteem is
over verhit" verschijnt op
het display. Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hoge
omgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een
thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de
CD-speler uitschakelt. Schakel het audiosysteem enkele minuten uit om
het systeem te laten afkoelen.
Page 285 of 330

3
5
Rijden
Parkeerhulp achter
Deze functie is een hulpsysteem: de
bestuurder dient altijd alert te blijven.
De functie wordt automatisch
uitgeschakeld zodra een aanhanger
wordt aangekoppeld of een
fietsendrager wordt gemonteerd (auto's
voorzien van een door het netwerk
aanbevolen trekhaak of fietsendrager).
Controleer bij slecht weer of in winterse
omstandigheden of de sensoren
soms bedekt zijn met modder, ijs
of sneeuw. Bij het inschakelen van
de achteruitversnelling geeft een
geluidssignaal (lange pieptoon) aan dat
de sensoren vuil kunnen zijn.
De parkeerhulp kan geluidssignalen
geven als reactie op bepaalde
omgevingsgeluiden (motoren,
vrachtwagens, drilboren, enz.).
Deze functie signaleert met behulp van
sensoren in de bumper obstakels in de
nabijheid van de auto (personen, auto's,
bomen, slagbomen, enz.) die binnen het
detectiebereik vallen.
Bepaalde obstakels (paaltjes, pionnen, enz.)
die aanvankelijk wel worden gedetecteerd,
worden door dode hoeken in het detectiebereik
mogelijk niet meer gedetecteerd als ze zich
vlak bij de auto bevinden.
De functie wordt geactiveerd zodra de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld. Hierbij
klinkt een geluidssignaal.
Zodra de achteruitversnelling wordt
uitgeschakeld, is de functie niet meer actief.
Geluidssignalen
De bestuurder wordt via een onderbroken
geluidssignaal gewaarschuwd bij het
naderen van obstakels. De frequentie van het
geluidssignaal neemt toe naarmate de auto het
obstakel nadert.
Aan de weergave van het geluidssignaal via
de luidspreker (rechts of links) is te herkennen
aan welke zijde van de auto het obstakel zich
bevindt.
Zodra de afstand tussen de auto en het
obstakel kleiner wordt dan dertig centimeter,
klinkt het geluidssignaal ononderbroken.
Storing
Als er een storing optreedt,
gaat bij het inschakelen van de
achteruitversnelling dit verklikkerlampje
op het instrumentenpaneel branden
in combinatie met een geluidssignaal
(korte pieptoon).
Raadpleeg het netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Onderstaande informatie heeft betrekking op de aanwezigheid van de autoradio / Bluetooth
®
met geïntegreerd scherm in de auto.
Page 286 of 330

1
1
Controle tijdens het rijden
Instrumentenpaneel benzine - diesel
1.
Toerenteller (x 1000 t /min).
2.
Display.
3.
Snelheidsmeter (km/h).
A.
Informatie elektronisch gestuurde
versnellingsbak of automatische
transmissie.
Schakelindicator.
B.
Tijd.
C.
Actieradius in combinatie met de brandstof of
het additief AdBlue en het SCR-systeem (km)
of
Dagteller.
D.
Voet op het koppelingspedaal /
Brandstofmeter / Voorgloeien dieselmotor.
E.
Onderhoudsindicator (km)
ver volgens,
kilometerteller.
Deze twee functies worden
achtereenvolgens na het aanzetten van het
contact weergegeven.
F.
Aanwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.
4.
Informatie over het onderhoud
Nulstelling van de geselecteerde functie
(dagteller of onderhoudsindicator)
Tijd instellen.
Klokken
Display
Page 287 of 330

2
Controle tijdens het rijden
Controlelampje
Status
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Additief AdBlue
®
(BlueHDi-
dieselmotor)
permanent zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden. De actieradius ligt tussen de 600 en
2400 km. Laat het AdBlue®
-reservoir snel bijvullen: neem
contact op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats of vul zelf het reservoir bij.
Raadpleeg daarvoor de desbetreffende rubriek.
+
knippert, in combinatie
met het branden van
het verklikkerlampje
SERVICE, een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden. De actieradius ligt tussen de 0 en
600 km. Laat het AdBlue
®
-reservoir zo snel mogelijk
bijvullen
om storingen te voorkomen
: neem contact op
met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats of vul zelf het reservoir bij. Raadpleeg
daarvoor de desbetreffende rubriek.
knippert, in combinatie
met het branden van
het verklikkerlampje
SERVICE, een
geluidssignaal en een
melding dat starten
niet is toegestaan. Het AdBlue
®-reservoir is leeg:
het starten van de motor wordt
geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem. Om de motor te kunnen starten moet
u het AdBlue®-
reservoir (laten) bijvullen: neem contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
of vul zelf het reser voir bij. Raadpleeg daar voor de
desbetreffende rubriek.
U moet
het additiefreser voir bijvullen met minimaal
3,8 liter AdBlue
®
.
Page 288 of 330

1
3
Controle tijdens het rijden
Controlelampje
Status
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
+
+
SCR-
emissieregelsysteem
(BlueHDi-
dieselmotor)
permanent zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met
het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding.
Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem. Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot van
uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
knippert zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met
het branden van
het verklikkerlampje
SERVICE en het
verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding met betrekking
tot de actieradius. Na bevestiging van de storing in
het emissieregelsysteem kunt u
maximaal 1100 km afleggen voordat
het systeem het starten van de motor
blokkeert. Raadpleeg zo snel mogelijk
het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om storingen te
voorkomen
.
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van
het verklikkerlampje
SERVICE en het
verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding.
U hebt de actieradius overschreden
die is toegestaan na de
bevestiging van de storing in het
emissieregelsysteem: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het
startblokkeringssysteem. Neem verplicht
contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de
motor weer te kunnen starten.
Page 289 of 330

4
Controle tijdens het rijden
Controlelampje
Status
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Stop & Start
permanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-stand gezet
(verkeerslicht, stopbord, opstopping,
enz.). Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De STOP-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
START-stand gezet. Raadpleeg voor meer informatie over de
bijzonderheden van de STOP- en START-stand de
rubriek "Stop & Start".
Voet op het
koppelingspedaal
permanent. In de STOP-stand van het Stop
& Start-systeem wordt de motor niet
gestart als u het koppelingspedaal
slechts gedeeltelijk intrapt. Trap het koppelingspedaal helemaal in zodat de motor
gestart kan worden.
Page 290 of 330

1
5
Controle tijdens het rijden
Onderhoudsindicator
Deze termijn wordt berekend op basis van
de laatste reset van de onderhoudsindicator
en is afhankelijk van het aantal afgelegde
kilometers en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5 seconden de onderhoudssleutel
branden. De kilometerteller geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
Voor beeld:
de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan :
5 seconden na het aanzetten van het contact,
verdwijnt de sleutel
; de teller geeft de
kilometerstand aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voor beeld:
de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden
om aan te geven
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor heeft de mate van
ver vuiling van de motorolie ook invloed
op de berekening (volgens land van
bestemming).
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display.