19
IN EEN OOGOPSLAG
Dit systeem zorgt ervoor dat de snelheid van
de auto constant op een door de bestuurder
geprogrammeerde waarde gehouden wordt.
Snelheidsregelaar
Snelheidsbegrenzer
Dit systeem biedt de mogelijkheid om
een maximumsnelheid in te stellen.
De ingestelde snelheid moet hoger
dan 30 km/h
zijn. De snelheidsregelaar werkt alleen in
de hoogste versnellingen.
De in-
gestelde snelheid moet hoger dan
40 km/h
zijn.
Weergave op het
instrumentenpaneel
Op het instrumentenpaneel wordt
weergegeven of de functie snelheids-
begrenzer of snelheidsregelaar is ge-
selecteerd.
Snelheidsregelaar
Snelheidsbegrenzer
“ LIMIT
”: activeren van de snel-
heidsbegrenzer.
“ SET +
”: verhogen van de
maximumsnelheid.
“ SET -
”: verlagen van de maxi-
mumsnelheid.
Onderbreken of hervatten.
Uitzetten.
De gekozen snelheid is opge-
slagen. “ SET
”: opslaan van de
snelheid (systeem op
pauze). “ CRUISE
”: activeren van de
snelheidsregelaar.
“ SET +
”: verhogen van de op-
geslagen snelheid (systeem op
ON).
“ SET -
”: verlagen van de opge-
slagen snelheid (systeem op
ON).
Onderbreken of hervatten.
Uitzetten.
COMFORTABEL AUTORIJDEN
152
154