IV
69
TOEGANG TOT DE AUTO
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
U kunt om de auto te ontgrendelen
of vergrendelen de centrale vergren-
deling bedienen met de sleutel in het
portierslot of met de afstandsbedie-
ning. De sleutel met afstandsbedie-
ning dient tevens voor de lokalisatie,
de follow me home-verlichting en het
starten van de auto en maakt deel
uit van de diefstalbeveiliging.
Openen van de auto
Ontgrendelen met de
afstandsbediening
Uitklappen van de sleutel
)
Druk op de knop A
om de sleutel
uit te klappen.
)
Druk op het geopende
hangslot om de auto te
ontgrendelen.
Ontgrendelen met de sleutel
)
Draai de sleutel linksom in het
slot van het bestuurdersportier
om de auto te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt beves-
tigd door het gedurende ongeveer
2 seconden snel knipperen van de
richtingaanwijzers en het branden
van de plafonnier (als deze functie
geactiveerd is).
Tegelijkertijd worden, afhankelijk
van de uitvoering van de auto, de
buitenspiegels uitgeklapt.
Selectieve ontgrendeling met de
afstandsbediening
)
Druk één keer op het
geopende hangslot
om alleen het bestuur-
dersportier te ontgren-
delen.
)
Druk nogmaals op het geopende
hangslot om de overige portie-
ren en de achterklep te ontgren-
delen. Tegelijkertijd worden, afhankelijk van
de uitvoering, bij de eerste ontgren-
deling de buitenspiegels uitgeklapt.
Het volledig of selectief ontgrende-
len kan worden ingesteld met be-
hulp van het confi guratiemenu van
het display van het instrumentenpa-
neel (zie hoofdstuk "Controle tijdens
het rijden").
Standaard is de volledige ontgren-
deling geactiveerd.
Selectieve ontgrendeling met de
sleutel is niet mogelijk.
Het ontgrendelen wordt beves-
tigd door het gedurende ongeveer
2 seconden snel knipperen van de
richtingaanwijzers en het gaan bran-
den van de interieurverlichting.
Elektrisch bediende achterklep
)
Met een druk op de
schakelaar B
wordt de
achterklep automatisch
geopend.