CITROEN JUMPER MULTISPACE 2013 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2013, Model line: JUMPER MULTISPACE, Model: CITROEN JUMPER MULTISPACE 2013Pages: 339, PDF Size: 15.12 MB
Page 81 of 339

 79
   
 
Stoelen  
 
ERGONOMIE en COMFOR
T
3
 
OPSTELLINGEN VAN DE 
STOELEN EN BANKEN 
   Voorbeelden van stoelopstellingen die
zowel comfortabel als praktisch zijn
   
Het wijzigen van de opstellingen dient 
uitsluitend te gebeuren als de auto 
stilstaat. 
   
7 zitplaatsen     
8 zitplaatsen    
9 zitplaatsen  
     
5 zitplaatsen    
6 zitplaatsen  
  Plaats geen stoelen op de 3e rij zonder 
de bijbehorende veiligheidsgordels te 
installeren.  
Page 82 of 339

80
   
 
Praktische voorzieningen 
 
INDELING CABINE 
 
Afhankelijk van de uitvoering is de cabine 
voorzien van de volgende inrichting. 
Dashboardkastje
  Het dashboardkastje is voorzien van een 
slot en is afsluitbaar met de sleutel. 
  Het bevat drie aansluitingen voor externe 
elektronische apparatuur (videocamera, ...) 
als de auto is voorzien van een 
kleurenscherm. 
  Bovendien bevat het dashboardkastje 
bekerhouders en speciale ruimtes voor 
wegenkaarten, een pakje sigaretten, een 
document met A4-formaat, een pen, enz.  
 
 
Opbergvak  
AAN BOORD 
 
 
Zonneklep
 
Klap de zonneklep omlaag om verblinding 
door de zon te voorkomen. 
  De zonneklep aan de bestuurderszijde is 
voorzien van een etui voor het opbergen van 
tolkaarten, tickets, ...   
Page 83 of 339

   
 
Praktische voorzieningen  
 
ERGONOMIE en COMFOR
T
3
Asbak  
Opbergvak en flessenhouder (1,5 L)
  Gemorste vloeistof kan bij contact met 
schakelaars op het dashboard en de 
middenconsole storingen veroorzaken. 
Wees daarom voorzichtig met het gebruik 
van vloeistoffen.  
 
 Tickethouder 
 
Volgens uitvoering.   
 
12V-aansluiting
 
De 12V-aansluiting, type aansteker, 
is geschikt voor apparaten met een 
vermogen tot maximaal 120 W.   
Page 84 of 339

82
   
 
Praktische voorzieningen 
 
 
Dakconsole
 
De dakconsole bevindt zich boven de 
zonnekleppen en bevat twee opbergvakken 
met of zonder klep waarin bijvoorbeeld een 
trui of een map kan worden opgeborgen. 
  Let erop dat harde voorwerpen in 
de opbergvakken gerammel kunnen 
veroorzaken.   
Page 85 of 339

 83
   
 
Praktische voorzieningen  
 
ERGONOMIE en COMFOR
T
3
 
Blijft branden, bij aangezet 
contact.   Voorstoelen: de plafonniers gaan 
branden zodra een van de voor- of
achterportieren wordt geopend. 
  2
e en 3e zitrij: de plafonnier 
gaat branden zodra een van de 
achterportieren of de achterklep 
(volgens uitvoering) wordt geopend. 
  Uit.     
Leeslampjes (volgens uitvoering)   
 
Plafonnier achter  
   
Deze kunnen bij aangezet contact 
worden in- en uitgeschakeld met 
behulp van een schakelaar.  
 
 
PLAFONNIERS ZITPLAATSEN  
 
 
Automatisch inschakelen/uitschakelen 
  De plafonnier vóór gaat automatisch 
branden als de sleutel uit het contact wordt 
gehaald. 
  Bij het ontgrendelen van de auto, zodra een 
portier wordt geopend of als de auto wordt 
gelokaliseerd met de afstandsbediening, 
gaan alle plafonniers branden. 
  De plafonniers gaan geleidelijk uit nadat 
het contact is aangezet en nadat de auto is 
vergrendeld.     
Plafonnier vóór   
Page 86 of 339

84
   
 
Praktische voorzieningen 
 
 Vloermat aanbrengen/verwijderen 
 
Als de vloermat aan de voorzijde verwijderd 
moet worden, schuif dan de stoelen 
in de achterste stand en verwijder de 
bevestigingen. 
  Leg de vloermat weer terug op de pennen 
en klem de bevestigingen vast. Controleer 
of de mat goed is bevestigd. 
   Vensters voor parkeer-/tolkaarten 
 
De athermische voorruit bevat twee niet-
reflecterende gedeelten aan weerskanten 
van de binnenspiegel. 
  Hier kunnen de parkeer- en-/of tolkaarten 
worden bevestigd.  
INDELING VAN HET PASSAGIERSCOMPARTIMENT 
 
Afhankelijk van de uitvoering is het 
passagierscompartiment voorzien van de 
volgende inrichting. 
12V-aansluiting
  Deze werkt bij afgezet contact, beperk 
daarom het gebruik om te voorkomen dat de 
accu ontladen raakt. 
  Maximaal vermogen: 120 W.     Om te voorkomen dat de mat onder de 
pedalen schuift: 
   
 
-   maak uitsluitend gebruik van matten 
die op de reeds in de auto aanwezige 
bevestigingen passen. Het gebruik van 
deze bevestigingen is verplicht. 
   
-   leg nooit matten boven op elkaar.  
 
Handgreep  Bekerhouder 
 
Wees voorzichtig met het gebruik van de 
bekerhouder om morsen te voorkomen.   
Page 87 of 339

   
 
Praktische voorzieningen  
 
ERGONOMIE en COMFOR
T
3
Opbergnetten op de rugleuning vande buitenste stoelen  Indeling / Opbergvakken    Bevestigingspunten scheidingsnet 
 
Open het afdekplaatje om bij de 
bevestigingspunten voor het scheidingsnet 
te komen.  Opbergvak en flessenhouder (0,5 L) 
Kledin
ghaken  
Page 88 of 339

   
 
Praktische voorzieningen 
Bagageafdekking 
 
Plaatsen: 
   
 
-   plaats één uiteinde van het 
oprolmechanisme van de 
bagageafdekking in de uitsparing, 
   
-   plaats het uiteinde aan de andere zijde 
door dit in te drukken, 
   
-   laat het los om het te bevestigen, 
   
-   rol de bagage-afdekking uit tot aan de 
achterstijlen, 
   
-   maak de twee haken vast aan de 
achterstijlen.  
 
 
Sjorogen 
 
Bevestig uw bagage of lading met de 
sjorogen op de vloer achter in de auto. 
  Om veiligheidsredenen (noodstop) is 
het raadzaam de zwaarste lading zo ver 
mogelijk voorin te zetten.   Verwijderen: 
   
 
-   trek de bagageafdekking naar u toe om 
het uit de bevestigingen te halen, 
   
-   rol de bagageafdekking op, 
   
-   druk de bagageafdekking in en verwijder 
deze uit de houder.  
 
  Om er voor te zorgen dat de lading 
niet kan schuiven wordt aanbevolen 
deze stevig vast te zetten met behulp van de 
sjorogen op de vloer.   
Page 89 of 339

 87
   
Achtervering 
 
ERGONOMIE en COMFOR
T
3
 
 
Standaard vering 
 
De lange veerwegen zorgen zowel in 
onbeladen als in beladen toestand voor 
een stabiel weggedrag. U hoeft er geen 
werkzaamheden aan te verrichten. Zorg er 
wel voor dat het veersysteem goed wordt 
onderhouden en dat het laadvermogen niet 
wordt overschreden.  verhogen of verlagen van het laadgewicht 
van de auto. Zodra alle portieren van de 
auto zijn gesloten, activeren de sensoren de 
automatische regeling van de wagenhoogte 
en wordt op basis van de rijomstandigheden 
de optimale hoogte van de achtervering 
bepaald.    
Automatische wagenhoogteregeling 
uitschakelen 
  De knop waarmee de automatische 
wagenhoogteregeling kan worden 
uitgeschakeld, bevindt zich rechts aan de 
achterzijde van de auto. 
  ACHTERVERING
 
Er zijn 2 typen vering leverbaar.   De automatische wagenhoogteregeling 
moet onder de volgende omstandigheden 
zijn uitgeschakeld: 
   
 
-   werkzaamheden aan de onderzijde van 
de auto, 
   
-  wielen verwisselen, 
   
-   vervoeren van de auto per vrachtauto, 
trein, ferryboot, schip, ...  
 
 
 
Luchtvering achter (volgens uitvoering) 
 
Dit type vering zorgt onafhankelijk van 
de belading (als het laadvermogen 
niet wordt overschreden) voor een 
constante wagenhoogte achter. Twee 
wagenhoogtesensoren detecteren het    
Twee functies 
   
 
1. 
 Automatische 
regeling 
   
2. 
 Handmatige regeling  
 
 
1 -  Automatische
wagenhoogteregeling achter 
  De luchtvering regelt automatisch de hoogte 
van de achtervering van uw auto.
  De automatische wagenhoogteregeling 
wordt onderbroken: 
   
 
-   als een portier/achterdeur is geopend, 
   
-   tijdens het remmen of bij stilstaande 
auto en ingetrapt rempedaal (bijv. 
wachten voor het rode licht).    Bij stilstaande auto: 
   
 
-   druk lang op de knop, 
   
-   laat de knop.  
   
Automatische wagenhoogteregeling weer 
inschakelen 
  Bij stilstaande auto: 
   
 
-   druk lang op de knop, 
   
-   laat de knop los.  
  Afhankelijk van de instellingen kan er 
tijdens deze handelingen een geluidssignaal 
klinken.  
    Als de wagenhoogte niet optimaal 
is en wordt aangepast, knippert 
een rood verklikkerlampje op het 
instrumentenpaneel van uw auto, 
rijd met een lage snelheid tot het 
verklikkerlampje uitgaat.   Het inschakelen wordt bevestigd door het 
lampje dat uit gaat.    Het uitschakelen wordt bevestigd door het 
lampje dat ongeveer 30 seconden blijft 
branden.  
Page 90 of 339

88
   
Achtervering 
2 -  Handmatige regeling van de 
wagenhoogte achter (volgens uitvoering) 
  De knop bevindt zich rechts aan de 
achterzijde van de auto. 
  Met behulp van deze handmatige regeling 
kan de wagenhoogte achter worden 
verlaagd of verhoogd om het in- en uitladen 
te vergemakkelijken. 
  De onderste en bovenste aanslag 
begrenzen de hoogteregeling.    
Eerste gebruik 
  Druk ongeveer 2 seconden op de knop om 
de functie te initialiseren.     
Storingen 
  Als op de knop wordt gedrukt en de 
wagenhoogte niet verandert, klinken 
3 piepsignalen om u erop te attenderen dat 
de wagenhoogteregeling niet werkt door een 
van de volgende oorzaken: 
   
 
-   het rempedaal wordt ingetrapt bij 
aangezet contact, 
   
-   de handmatige wagenhoogteregeling is 
overbelast, 
   
-   een te lage accuspanning, 
   
-  overig.  
  Raadpleeg het CITROËN-netwerk of 
een gekwalificeerde werkplaats als het 
geluidssignaal niet stopt.     Voer deze handelingen altijd uit bij 
stilstaande auto en: 
   
 
-   gesloten voorportieren en schuifdeuren, 
   
-  aangetrokken handrem, 
   
-   zonder dat het rempedaal wordt 
ingetrapt.  
   
Omlaag: verlagen van de 
laaddrempel 
  Houd de onderzijde van de knop 
ingedrukt. 
  Laat de knop los om de beweging te 
stoppen. Als de onderste aanslag is bereikt, 
klinken drie piepsignalen. De beweging stopt 
dan automatisch.  
   
Omhoog: verhogen van de 
laaddrempel 
  Houd de bovenzijde van de knop 
ingedrukt. 
  Laat de knop los om de beweging te 
stoppen. Als de bovenste aanslag is bereikt, 
klinken drie piepsignalen. De beweging stopt 
dan automatisch.  
   
Terugkeren naar de optimale 
wagenhoogte 
  Druk twee keer op de bovenzijde (bij een lage 
stand van de vering) of onderzijde (bij een 
hoge stand van de vering) van de knop.