ESP CITROEN JUMPER SPACETOURER 2021 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2021, Model line: JUMPER SPACETOURER, Model: CITROEN JUMPER SPACETOURER 2021Pages: 324, PDF Size: 10.5 MB
Page 214 of 324

212
Praktische informatie
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de elektrische
parkeerrem .
Remblokken
De slijtage van de remblokken is sterk
afhankelijk van de rijstijl, vooral bij
stadsverkeer en veel korte ritten. Het kan
gebeuren dat u de remblokken vaker tussen
twee onderhoudsbeurten moeten laten
controleren.
Als er geen lek in het remsysteem zit, betekent
een daling in het remvloeistofniveau dat de
remblokken zijn versleten.
Na het wassen kan er zich een laagje
vocht of onder winterse omstandigheden
ijs vormen op de remschijven en remblokken:
de remwerking kan daardoor afnemen. Rem
een paar keer lichtjes om de remmen
vocht- en ijsvrij te maken.
Slijtage van remschijven/
remtrommels
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats voor alle
informatie over het controleren van de slijtage
van de remschijven/remtrommels.
Velgen en banden
De bandenspanning van alle banden,
inclusief het reservewiel, moet worden
gecontroleerd terwijl de banden koud zijn.
De bandenspanningswaarden op de sticker
gelden voor koude banden. Als u langer dan 10
minuten of meer dan 10 km met een snelheid
van meer dan 50 km/h hebt gereden, moet u
een 0,3 bar (30 kPa) hogere bandenspanning
ten opzichte van de op de sticker aangegeven
waarden aanhouden.
Bij een te lage bandenspanning neemt
het energieverbruik toe. Wanneer de
spanning van de banden niet correct is,
kunnen ze voortijdig slijten. Bovendien kan dit
een negatief effect hebben op de wegligging:
risico van een ongeval!
Het rijden met versleten of beschadigde
banden vermindert de remwerking en heeft een
negatieve invloed op het wegligging. Controleer
de staat van de banden (loopvlak en flanken) en
de velgen regelmatig, en controleer dan ook of
de ventieldoppen nog aanwezig zijn.
Als de slijtage-indicatoren niet meer onder
het loopvlakprofiel liggen, is de diepte van de
groeven minder dan 1,6 mm. De banden moeten
zo snel mogelijk worden vervangen.
Het gebruik van wielen en banden in een andere
maat dan gespecificeerd kan van invloed zijn op
de levensduur van de banden, het draaien van
de banden, de bodemvrijheid en de waarde op de snelheidsmeter, en kan een nadelig effect op
de wegligging hebben.
Gebruik altijd dezelfde banden op de voor-
en achteras, anders kan het elektronische
stabiliteitsprogramma (ESP) niet meer op het
juiste moment ingrijpen.
Markeer altijd de draairichting van de banden
die worden opgeslagen bij het monteren van de
winter- of zomerbanden. Berg ze op een koele,
droge plek op, uit de buurt van direct zonlicht.
Winter- en vierseizoenenbanden zijn te
herkennen aan dit symbool op de flanken.
Schokdempers
Het is voor bestuurders lastig om te
weten wanneer de schokdempers zijn
versleten. Schokdempers hebben echter wel een
grote invloed op de wegligging en de
remprestaties.
Voor uw veiligheid en rijcomfort raden wij u aan
om ze regelmatig door een CITROËN-dealer of
gekwalificeerde werkplaats te laten controleren.
Distributie- en
accessoiresets
De distributie- en accessoiresets worden
gebruikt vanaf het moment dat de motor
wordt gestart totdat de motor wordt afgezet. Het
is normaal dat ze in de loop der tijd slijten.
Een defecte distributie- of accessoireset kan
schade aan de motor veroorzaken, waardoor
deze niet meer kan worden gebruikt. Houd u
Page 224 of 324

222
In geval van pech
E.Opbergruimte met een kabel en een adapter
voor een 12V-aansluiting.
F. Flacon met afdichtmiddel.
G. Witte slang met dop voor de reparatie en het
op spanning brengen.
H. Sticker met de snelheidslimiet.
De elektrische installatie van de auto
biedt de mogelijkheid een compressor
aan te sluiten en te gebruiken voor de duur
die nodig is om een gerepareerde lekke band
op spanning te brengen.
Gebruik alleen de twee 12V-aansluitingen
voorin voor het aansluiten van de
compressor.
Reparatiemethode,
afdichten
► Parkeer de auto zonder het verkeer te
belemmeren en trek de parkeerrem aan.
► Volg de veiligheidsinstructies
(alarmknipperlichten, gevarendriehoek, dragen
van een reflecterend veiligheidsvest, enz.) met
betrekking tot de regels die gelden in het land
waar u zich bevindt.
►
Zet het contact af.
► Draai de schakelaar A in de stand
"Reparatie".
►
Controleer of schakelaar B
in de stand O
staat.
Verwijder niet het voorwerp dat de
lekkage heeft veroorzaakt uit de band.
► Rol de witte slang G volledig uit.
► Draai de dop van de witte slang los.
►
Sluit de witte slang aan op het ventiel van de
lekke band.
►
Sluit de stekker van de compressor aan op
de 12V
-aansluiting van de auto.
► Bevestig de sticker met de
snelheidslimiet.
De sticker met snelheidslimiet moet in
het interieur, in het gezichtsveld van de
bestuurder, worden geplakt om hem/haar te
herinneren aan het feit dat de band tijdelijk is
gerepareerd.
►
Start de motor en laat de motor draaien.
Schakel de compressor niet in voordat
de witte slang is aangesloten op het
ventiel van de band: het afdichtmiddel wordt
anders buiten de band gespoten.
►
Schakel
de compressor in door de schakelaar
B in de stand I te zetten, tot de bandenspanning
2,0 bar bedraagt. Het afdichtmiddel wordt onder
druk in de band gespoten; neem gedurende
deze handeling de slang niet los van de
aansluiting (kans op spatten).
Als na ongeveer 7 minuten de gewenste bandenspanning niet is bereikt, is de
band niet te repareren met de
bandenreparatieset; neem contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om u verder te helpen.
►
V
erwijder de set en draai de dop van de
witte slang vast. Zorg ervoor dat restanten van
de vloeistof niet op of in de auto terecht kunnen
komen. Houd de set binnen handbereik.
Page 256 of 324

254
Bluetooth®-audiosysteem
Bluetooth® audiosysteem
De beschreven functies en instellingen
kunnen afwijken van die van het systeem
in uw auto.
Om veiligheidsredenen mag de
bestuurder handelingen die de volle
aandacht vragen, zoals het koppelen van een
Bluetooth-telefoon aan het handsfreesysteem
met Bluetooth van het audiosysteem,
uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto en
ingeschakeld contact.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
Werkzaamheden aan dit systeem
mogen uitsluitend door een dealer of
een gekwalificeerde werkplaats worden
uitgevoerd om elke kans op elektrocutie,
brand of mechanische storing te vermijden.
Het audiosysteem kan na het afzetten
van de motor na enkele minuten
automatisch worden uitgeschakeld om te
voorkomen dat de accu leeg raakt.
De eerste stappen
Drukken: Aan/uit.
Draaien: volume aanpassen.
Kort indrukken: geluidsbron wijzigen
(radio, USB-uitgang, AUX-uitgang (indien
draagbaar apparaat is aangesloten), CD-speler,
audiostreaming).
Lang indrukken: weergave van het menu
Telefoon (als een telefoon is aangesloten).
Audio-instellingen wijzigen:
fader voor/achter, balans links/rechts,
lage/hoge tonen, loudness, geluidssfeer.
Inschakelen/uitschakelen automatische
volumeregeling (gekoppeld aan rijsnelheid).
Radio:
Kort indrukken: zenderlijst weergeven.
Lang indrukken: zenderlijst bijwerken.
Media:
Kort indrukken: bestandsoverzicht weergeven.
Lang indrukken: sorteermogelijkheden
weergeven.
Selecteren van de weergave op het
scherm:
datum, audiofuncties, boordcomputer, telefoon.
Bevestigen of weergave van het
contextmenu.
Toetsen 1 - 6. Kort indrukken: voorkeuzezender
selecteren.
Lang indrukken: radiozender als
voorkeuzezender opslaan.
Radio:
Automatisch stapsgewijs zoeken naar
een radiozender met een lagere/hogere
frequentie.
Media:
Selecteren van het vorige/volgende nummer van
de CD, USB, Streaming audio.
Scrollen in een lijst.
Radio:
Handmatig stapsgewijs zoeken naar een
radiozender met een lagere/hogere frequentie.
Selecteren van de vorige/volgende
MP3-afspeellijst.
Media:
Vorige/volgende map/genre/artiest/afspeellijst
van het USB-apparaat selecteren.
Scrollen in een lijst.
Huidige bewerking annuleren.
Eén niveau omhooggaan in een structuur
(menu of map).
Toegang tot het hoofdmenu.
TA-functie (verkeersinformatie) in- of uitschakelen.
Lang indrukken: berichtensoort selecteren.
Selecteren van de golfbanden FM/DAB/
AM.
Stuurkolomschakelaars
Bedieningsfuncties op het
stuurwiel - Type 1
Radio:
Vorige/volgende voorkeuzezender
selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst
selecteren.
Media:
Vorig/volgend nummer selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst
selecteren.
Radio:
Kort indrukken: zenderlijst weergeven.
Lang indrukken: zenderlijst bewerken.
Media:
Kort indrukken: bestandsoverzicht weergeven.
Lang indrukken: sorteermogelijkheden
weergeven.
Bij ander gebruik dan telefoon:
Kort indrukken: geluidsbron wijzigen
(radio, USB-uitgang, AUX-uitgang (indien
draagbaar apparaat is aangesloten, CD-speler,
audiostreaming), bevestiging als het menu
"Telefoon" is geopend.
Lang indrukken: openen van het menu
"Telefoon".
Bij een binnenkomend gesprek:
Page 257 of 324

255
Bluetooth®-audiosysteem
10Stuurkolomschakelaars
Bedieningsfuncties op het
stuurwiel - Type 1
Radio:
Vorige/volgende voorkeuzezender
selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst
selecteren.
Media:
Vorig/volgend nummer selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst
selecteren.
Radio:
Kort indrukken: zenderlijst weergeven.
Lang indrukken: zenderlijst bewerken.
Media:
Kort indrukken: bestandsoverzicht weergeven.
Lang indrukken: sorteermogelijkheden
weergeven.
Bij ander gebruik dan telefoon:
Kort indrukken: geluidsbron wijzigen
(radio, USB-uitgang, AUX-uitgang (indien
draagbaar apparaat is aangesloten, CD-speler,
audiostreaming), bevestiging als het menu
"Telefoon" is geopend.
Lang indrukken: openen van het menu
"Telefoon".
Bij een binnenkomend gesprek: Kort indrukken: gesprek aannemen.
Lang indrukken: gesprek weigeren.
Tijdens het gebruik van de telefoon:
Kort indrukken: openen van het menu "Telefoon".
Lang indrukken: gesprek beëindigen
Een selectie bevestigen.
Verhogen van het geluidsvolume.
Verlagen van het geluidsvolume.
Geluid onderbreken/weer inschakelen
door het gelijktijdig indrukken van de
volumetoetsen.
Bedieningsfuncties op het
stuurwiel - Type 2
Toegang tot het hoofdmenu.
Verhogen van het geluidsvolume.
Geluid onderbreken/herstellen.
Verlagen van het geluidsvolume.
Bij ander gebruik dan telefoon:
Kort indrukken: geluidsbron wijzigen
(radio, USB-uitgang, AUX-uitgang (indien
draagbaar apparaat is aangesloten, CD-speler, audiostreaming), bevestiging als het menu
"Telefoon" is geopend.
Lang indrukken: openen van het menu
"Telefoon".
Bij een binnenkomend gesprek:
Kort indrukken: gesprek aannemen.
Lang indrukken: gesprek weigeren.
Tijdens het gebruik van de telefoon:
Kort indrukken: openen van het menu "Telefoon".
Lang indrukken: gesprek beëindigen
Starten van de spraakherkenning van uw
smartphone via het systeem.
Radio:
Kort indrukken: zenderlijst weergeven.
Lang indrukken: zenderlijst bewerken.
Media:
Kort indrukken: bestandsoverzicht weergeven.
Lang indrukken: sorteermogelijkheden
weergeven.
Radio:
Vorige/volgende voorkeuzezender
selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst
selecteren.
Media:
Vorig/volgend nummer selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst
selecteren.
Indrukken van de draaiknop: bevestigen.
Page 258 of 324

256
Bluetooth®-audiosysteem
Menu's
Afhankelijk van de uitvoering."Multimedia": Parameters media,
Radio-instellingen.
"Telefoon": Bellen, Beheer index,
Instelling telefoon, Gespr. beëindigen.
"Boordcomputer".
"Onderhoud": Diagnose, Logboek
waarschuw., ... .
"Verbindingen": Beheer van de
verbindingen, apparaten zoeken.
"Persoonlijke instelling - configuratie ":
Parameters van de auto definiëren,
Taalkeuze, Configuratie beeldscherm, Keuze van
eenheden, Datum en tijd instellen.
Druk op de toets "MENU".
Scrollen tussen de menu's.
Toegang tot een menu.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk herhaaldelijk op de toets SOURCE
om de radiofunctie te selecteren.
Druk op deze toets om het golfbereik te
selecteren (FM / AM / DAB).
Druk op een van de toetsen voor
automatisch zoeken naar een
radiozender.
Druk op een van de toetsen om
handmatig naar hogere/lagere frequenties
te zoeken.
Druk op deze toets voor een lijst van de
beschikbare zenders in het gebied waar u
zich bevindt.
Druk langer dan 2 seconden op de toets om
deze lijst bij te werken. Tijdens het bijwerken is
de geluidsweergave uitgeschakeld.
RDS
Er kunnen storingen in de ontvangst
optreden door obstakels in de omgeving
(bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages,
enz.), ook als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit is een normaal verschijnsel en duidt niet
op een storing in het audiosysteem.
Als de RDS-functie niet beschikbaar is, worden de letters RDS doorgestreept
weergegeven op het display.
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar de sterkste
frequentie van een zender, zodat u ernaar
kunt blijven luisteren. Onder bepaalde
omstandigheden zijn sommige RDS-zenders
echter niet in het hele land te ontvangen
doordat de zenders niet het hele land dekken.
Dit verklaart dat de zender tijdens het rijden
kan wegvallen.
Korte procedure
Druk in modus " Radio" op OK om de RDS-
functie direct in of uit te schakelen.
Lange procedure
Druk op de toets MENU.
Selecteer "Audiofuncties".
Druk op OK.
Selecteer de functie "Voorkeuze
FM-band".
Druk op OK.
Selecteer "Frequentie volgen (RDS)".
Druk op OK, RDS verschijnt op het
scherm.
TA-berichten beluisteren
De TA-functie (Traffic Announcement)
geeft voorrang aan het luisteren naar de
verkeersinformatie. Voor een correcte werking
van deze functie is een goede ontvangst van
een radiozender nodig die deze berichten
uitzendt. Zodra er een bericht wordt
uitgezonden, wordt de geluidsbron die op dat
moment wordt weergegeven (Radio, CD, ...)
automatisch onderbroken en wordt de
verkeersinformatie doorgegeven. Zodra dit
bericht is afgelopen, wordt de weergave van
de oorspronkelijke geluidsbron hervat.
Wees voorzichtig met het verhogen van
het geluidsvolume tijdens het beluisteren
van verkeersinformatie. Als het systeem
terugkeert naar de oorspronkelijk geluidsbron
kan het geluidsvolume te hoog zijn.
Druk op TA om de weergave van
verkeersinformatie in- of uit te schakelen.
Verkeersberichten
ontvangen via de functie
INFO
De functie INFO geeft voorrang aan
verkeersberichten. Voor een correcte
werking van deze functie is een goede
ontvangst van een radiozender nodig die
deze berichten uitzendt. Zodra er een bericht
wordt uitgezonden, wordt de geluidsbron die
op dat moment wordt weergegeven (Radio,
CD, USB,...) automatisch onderbroken en
wordt het verkeersbericht doorgegeven.
Zodra dit bericht is afgelopen, wordt de
weergave van de oorspronkelijke geluidsbron
hervat.
Houd deze toets lang ingedrukt voor een
overzicht van categorieën.
Page 260 of 324

258
Bluetooth®-audiosysteem
Digitale radio
Dankzij de digitale radio kunt u genieten
van een optimale geluidskwaliteit en van
extra categorieën informatie (TA INFO).
Via "multiplex/bundel" kunt u kiezen uit
radiozenders die op alfabetische volgorde zijn
gerangschikt.
Wijzigen van het golfbereik (FM1, FM2,
DAB,...)
Wijzigen van een zender binnen dezelfde
"multiplex/bundel".
Zoeken naar de vorige/volgende
"multiplex/bundel".
Lang indrukken: selecteren van de
gewenste categorie berichten uit
Transport, Actualiteiten, Entertainment en
Speciale Flash-berichten (afhankelijk van de
zender).
Druk op "OK" zodra de radiogegevens
op het scherm worden weergegeven om
naar het contextmenu te gaan.
(Zendervolgsysteem (RDS), Volgsysteem
digitale zender /
FM, Zenderinfo (TXT),
Zenderinformatie,...)
Volgsysteem DAB/FM
"DAB" dekt niet het hele land.
Als het digitale signaal niet goed is, kunt
u met " -Volgsysteem digitale zender /
FM"
dezelfde zender blijven beluisteren doordat
het systeem automatisch overschakelt op de
desbetreffende analoge "FM"-zender (indien
beschikbaar).
Als het "Volgsysteem digitale zender /
FM"
is ingeschakeld, wordt automatisch de DAB-
zender geselecteerd.
Druk op de toets MENU.
Selecteer "Multimedia" en bevestig uw
keuze.
Selecteer "Volgsysteem digitale zender
/ FM" en bevestig uw keuze.
Als "Volgsysteem digitale zender / FM" is
geactiveerd, kan er sprake zijn van een
vertraging van enkele seconden als het
systeem overschakelt op de analoge
"FM"-radiozender en kan het geluidsvolume
soms veranderen.
Als de "DAB"-zender waarnaar u luistert niet beschikbaar is als "FM"-zender
(optie "DAB/FM" doorgestreept) of als
"Volgsysteem digitale zender /
FM" niet is
geactiveerd, wordt het geluid onderbroken als
het digitale signaal te zwak wordt.
Media
USB-aansluiting
Steek de USB-stick in de USB-aansluiting
of sluit het USB-apparaat via een kabel
(niet meegeleverd) op de USB-aansluiting aan.
Het systeem schakelt automatisch over op de
USB-bron.
Gebruik geen USB-verdeelstekker om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Apparaten die op het systeem worden aangesloten, moeten voldoen aan de
norm die van toepassing is op het product en/
of aan de norm IEC 60950-1.
Het systeem maakt afspeellijsten aan (in het
tijdelijke geheugen). Het aanmaken van deze
lijsten kan enkele seconden of soms enkele
minuten duren nadat het apparaat voor de eerste
keer is aangesloten.
Verminder het aantal niet-muziekbestanden en
het aantal mappen om de wachttijd te verkorten.
Telkens wanneer er een nieuwe USB-stick
wordt aangesloten, worden de afspeellijsten
bijgewerkt.
Tijdens het gebruik van de USB- aansluiting wordt de draagbare
apparatuur automatisch opgeladen.
Afspeelmethode
Er zijn verschillende afspeelmethodes:
– Normaal: de nummers worden in de normale
volgorde volgens de afspeellijst afgespeeld.
– Shuffle : de nummers van een album of
een map worden in een willekeurige volgorde
afgespeeld.
– Willekeurig voor alle media : alle nummers
van alle mediaspelers worden in een willekeurige
volgorde afgespeeld.
– Herhaling: alleen de nummers van dit album
of deze map worden afgespeeld.
Druk op deze toets om naar het
contextmenu van de functie Media te
gaan.
Druk op deze toets om de gekozen
afspeelmethode te selecteren.
Druk op deze toets om te bevestigen.
De keuze wordt boven in het scherm getoond.
Een nummer selecteren voor afspelen
Druk op een van deze toetsen om naar
het vorige/volgende nummer te gaan.
Druk op een van deze toetsen om naar
de vorige/volgende map te gaan.
Indelen van bestanden
Houd deze toets enige tijd ingedrukt om
de verschillende indelingsmogelijkheden
te bekijken.
* Afhankelijk van de beschikbaarheid en het type randapparatuur.
Page 261 of 324

259
Bluetooth®-audiosysteem
10Afspeelmethode
Er zijn verschillende afspeelmethodes:
– Normaal : de nummers worden in de normale
volgorde volgens de afspeellijst afgespeeld.
–
Shuffle : de nummers van een album of
een map worden in een willekeurige volgorde
afgespeeld.
–
W
illekeurig voor alle media : alle nummers
van alle mediaspelers worden in een willekeurige
volgorde afgespeeld.
–
Herhaling
: alleen de nummers van dit album
of deze map worden afgespeeld.
Druk op deze toets om naar het
contextmenu van de functie Media te
gaan.
Druk op deze toets om de gekozen
afspeelmethode te selecteren.
Druk op deze toets om te bevestigen.
De keuze wordt boven in het scherm getoond.
Een nummer selecteren voor afspelen
Druk op een van deze toetsen om naar
het vorige/volgende nummer te gaan.
Druk op een van deze toetsen om naar
de vorige/volgende map te gaan.
Indelen van bestanden
Houd deze toets enige tijd ingedrukt om
de verschillende indelingsmogelijkheden
te bekijken.
* Afhankelijk van de beschikbaarheid en het type randapparatuur.
Kies per "Map" / "Artiest" / "Genre" /
"Afspeellijst".
Afhankelijk van de beschikbaarheid en het type
randapparatuur.
Druk op OK om de gekozen indeling te
selecteren en vervolgens opnieuw op OK
om uw keuze te bevestigen.
Bestanden afspelen
Druk deze toets kort in om de gekozen
indeling weer te geven.
Scroll door de lijst met de toetsen links/
rechts en omhoog/omlaag.
Bevestig de selectie door op OK te
drukken.
Druk op een van deze toetsen om naar
het vorige/volgende nummer te gaan.
Houd een van de toetsen ingedrukt voor snel
vooruit/achteruit zoeken.
Druk op een van deze toetsen om naar
volgende/vorige " Map" / "Artiest" /
"Genre" / "Afspeellijst” te gaan*
Ingang AUX-aansluiting
(AUX)
Afhankelijk van de uitrustingSluit een draagbaar apparaat (zoals een
mp3-speler) met een audiokabel (niet
meegeleverd) aan op de AUX-aansluiting.
Apparaten die op het systeem worden aangesloten, moeten voldoen aan de
norm die van toepassing is op het product en/
of aan de norm IEC 60950-1.
Druk herhaaldelijk op de toets SOURCE
om "AUX" te selecteren.
Stel eerst het volume van het externe apparaat
af (hoog geluidsniveau). Stel vervolgens het
volume van het audiosysteem af. De bediening
vindt plaats via het draagbare apparaat.
Sluit een extern apparaat niet op zowel
de AUX-aansluiting als de USB-
aansluiting aan.
CD-speler
Gebruik alleen ronde CD's.
Bepaalde systemen voor kopieerbeveiliging op
de originele CD of zelfgebrande CD's kunnen
storingen veroorzaken die niets te maken
hebben met de kwaliteit van de oorspronkelijke
CD-speler.
Bij het invoeren van een CD start het afspelen
automatisch.
Het systeem herkent geen externe
CD-spelers die op de USB-aansluiting
worden aangesloten.
Als er al een CD in het apparaat zit die u wilt beluisteren, druk dan herhaaldelijk op
Page 262 of 324

260
Bluetooth®-audiosysteem
de toets SOURCE om de functie "CD" te
selecteren.
Druk op een van de toetsen voor het
selecteren van een nummer op de CD.
Druk op de toets LIJST voor een lijst van
de beschikbare nummers op de CD.
Houd een van de toetsen ingedrukt voor
snel vooruit/achteruit zoeken.
Een MP3-compilatie
afspelen
Plaats een MP3-CD in de CD-speler.
Het audiosysteem scant de CD tot alle nummers
zijn gevonden, hierdoor kan het enkele tot
enkele tientallen seconden duren voordat het
afspelen begint.
Op een enkele disc kan de CD-speler tot
255 MP3-bestanden lezen, verspreid
over 8 niveaus.
Het is echter raadzaam het aantal
afspeellijsten tot twee te beperken om een
lange laadtijd van de CD te voorkomen.
Bij het afspelen wordt geen rekening
gehouden met de mappenstructuur.
Alle bestanden worden op hetzelfde niveau
weergegeven.
Als er al een CD in het apparaat zit die u wilt beluisteren, druk dan herhaaldelijk op
de toets SOURCE om de functie "CD" te
selecteren.
Druk op een van de toetsen voor het
selecteren van een map op de CD.
Druk op een van de toetsen voor het
selecteren van een nummer op de CD.
Druk op de toets LIJST voor een lijst van
de beschikbare bestanden op de
MP3-compilatie.
Houd een van de toetsen ingedrukt voor
snel vooruit/achteruit zoeken.
Bluetooth® streaming audio
Streaming audio biedt de mogelijkheid om
muziekbestanden op de telefoon via de audio-
installatie in de auto af te spelen.
Koppel de telefoon.
(Zie de rubriek " Koppelen van een telefoon ").
Activeer de bron Streaming door op de
toets SOURCE te drukken.
In sommige gevallen moet het afspelen van
audiobestanden via het toetspaneel worden
geactiveerd.
U kunt audiobestanden selecteren via de toetsen
op het bedieningspaneel van het audiosysteem
en de stuurwieltoetsen.
De informatie over de audiobestanden kan
op het scherm worden weergegeven, als
de telefoon deze functie ondersteunt. De
weergavekwaliteit hangt af van de kwaliteit van
het signaal van de telefoon.
Apple®-speler aansluiten
Sluit de Apple®-speler met een geschikte kabel
(niet bijgeleverd) aan op de USB-aansluiting. Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in
de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten / albums /
genres / afspeellijsten).
De softwareversie van het audiosysteem kan
incompatibel zijn met de softwareversie van uw
Apple
®-speler.
Informatie en tips
De CD-speler speelt audiobestanden af met
de extensie .mp3, .wma, .wav en .aac met een
bitrate tussen 32 kbps en 320 kbps.
De CD-speler is ook compatibel met de modus
TAG (ID3 tag, WMA TAG).
Andere typen audiobestanden (.mp4, enz...)
kunnen niet worden afgespeeld.
Bestanden met de extensie .wma moeten van
het type WMA 9 Standaard zijn.
De bemonsteringsfrequenties (sampling rates)
zijn 11, 22, 44 en 48 kHz.
Via de USB-aansluiting speelt het systeem
audiobestanden af met de extensie ".mp3, .wma,
.wav, .cbr, .vbr" met een bitrate van 32 tot 320
Kbps.
Andere typen audiobestanden (.mp4, enz...)
kunnen niet worden afgespeeld.
Bestanden met de extensie .wma moeten van
het type WMA 9 Standaard zijn.
De bemonsteringsfrequenties (sampling rates)
zijn 11, 22, 44 en 48 kHz.
Page 263 of 324

261
Bluetooth®-audiosysteem
10Geadviseerd wordt om voor bestandsnamen
maximaal 20 karakters te gebruiken; vermijd
daarbij speciale tekens (bijv. : « ? ; ù) om
problemen met het afspelen of de weergave te
voorkomen.
Om een gebrande CDR of CDRW te kunnen
afspelen moet bij het branden bij voorkeur de
standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of Joliet zijn
geselecteerd.
Als de disc met een andere standaard is
gebrand, kan deze mogelijk niet correct worden
afgespeeld.
Gebruik bij één disc altijd dezelfde standaard
voor het branden en selecteer bij het branden
altijd de laagste snelheid (maximaal 4x) voor een
optimale geluidskwaliteit.
Gebruik bij een multisessie-CD altijd de
standaard Joliet.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te voorkomen.
Gebruik uitsluitend USB-sticks die
geformatteerd zijn naar FAT32 (File
Allocation Table).
Gebruik voor een correcte werking de
originele USB-kabels van Apple®.
Telefoon
Koppelen van een
Bluetooth
®-telefoon
Om veiligheidsredenen mag de
bestuurder handelingen die de volle
aandacht vragen, zoals het koppelen van een
Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-
handsfree systeem van het audiosysteem,
uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto en
ingeschakeld contact.
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon en zorg ervoor dat deze
"zichtbaar is voor iedereen" (configuratie van
de telefoon).
Welke diensten beschikbaar zijn, is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart
en de compatibiliteit van het gebruikte
Bluetooth-toestel.
Controleer de handleiding van uw telefoon en
de informatie van uw provider om te kijken tot
welke diensten u toegang hebt.
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de
lijst van gedetecteerde apparaten.
Procedure via het systeem
Druk op de toets MENU.
Selecteer "Verbindingen ".
Bevestig met OK.
Selecteer "Extern apparaat zoeken via
Bluetooth".
Bevestig met OK.
Een venster opent met de melding "Bezig te
zoeken".
Selecteer in de lijst van gedetecteerde
randapparatuur de te koppelen telefoon. U kunt
slechts één telefoon per keer koppelen.
Voltooien van de koppeling
Voltooien van het koppelen, ongeacht of
dit vanaf de telefoon of het systeem
wordt gedaan: controleer of de door het
telefoon en het systeem weergegeven code
identiek zijn.
Mocht de koppeling niet gelukt zijn, dan kunt u
het nogmaals proberen. Dit kan een onbeperkt
aantal keren.
Op het scherm verschijnt een melding dat de
koppeling is geslaagd.
Page 264 of 324

262
Bluetooth®-audiosysteem
Informatie en tips
Via het menu "Telefoon" hebt u onder
andere toegang tot de volgende functies:
"Telefoonboek", als uw telefoon geheel
compatibel is, "Oproepenlijst", "Gekoppelde
apparaten bekijken".
Afhankelijk van het type telefoon kan het nodig
zijn toestemming te geven voor de toegang van
het systeem tot de verschillende functies.
Raadpleeg de website van het merk voor
meer informatie (compatibiliteit, extra
informatie, ...).
Verbindingen beheren
De verbinding met de telefoon is
automatisch ook geschikt voor Bluetooth
en streaming van audio.
De mogelijkheid van het systeem om maar
één profiel te koppelen, hangt af van de
telefoon. Het is mogelijk dat er standaard
beide profielen kunnen worden verbonden.
Druk op de toets MENU.
Selecteer "Verbindingen ".
Druk op OK om te bevestigen.
Selecteer "Bluetooth Beheer Bluetooth-
verbindingen " en bevestig. Er wordt een
lijst met de gekoppelde telefoons weergegeven.
Druk op OK om te bevestigen.
Geeft aan dat een apparaat is verbonden.
Een cijfer geeft aan dat het profiel met
het systeem is verbonden:
–
1 voor media of 1 voor telefoon.
–
2 voor media en telefoon.
Geeft aan dat er een geschikte verbinding
voor streaming audio is.
Geeft aan dat het profiel voor handsfree
bellen actief is.
Selecteer een telefoon.
Druk op OK om te bevestigen.
Vervolgens selecteert en bevestigt u:
–
Aansluiten telefoon / T
elefoon afsluiten:
om alleen de telefoon of de handsfreeset te
verbinden/de verbinding ervan te verbreken.
–
Aansluiten mediaspeler
/ Mediaspeler
afsluiten: om alleen de streaming-verbinding te
realiseren/te verbreken.
–
Aansluiten telefoon en mediaspeler
/
Telefoon + mediaspeler afsluiten /: om
de telefoon (handsfreeset en streaming) te
verbinden/de verbinding ervan te verbreken.
–
V
erbinding verwijderen : koppeling
verwijderen.
Als u een koppeling uit het systeem verwijdert, vergeet dan niet om deze
koppeling ook uit uw telefoon te verwijderen.
Druk op OK om te bevestigen.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Selecteer met de toetsen het tabblad "JA"
op het scherm.
Bevestig met OK.
Druk op deze stuurwieltoets om het
gesprek aan te nemen.
Bellen
Via het menu "Telefoon".
Selecteer "Bellen".
Selecteer "Nummer kiezen ".
Of
Selecteer "Telefoonboek".
Of
Selecteer "Logboek".
Bevestig met OK.
Houd deze toets langer dan twee
seconden ingedrukt om het telefoonboek
te openen. Vervolgens kunt u met de draaiknop
door het telefoonboek scrollen.
Een gesprek beëindigen
Via het menu "Telefoon".
Selecteer "Ophangen".
Bevestig met OK om het gesprek te beëindigen.
Druk tijdens een telefoongesprek langer
dan twee seconden op een van deze
toetsen.
Afhankelijk van de compatibiliteit van de telefoon heeft het systeem toegang tot
het telefoonboek van de telefoon gedurende
de tijd dat de Bluetooth-verbinding actief is.
Vanaf bepaalde typen gekoppelde
Bluetooth-telefoons kunt u contacten
vanuit de telefoon opslaan in het geheugen
van het audiosysteem.
De op deze manier geïmporteerde contacten
worden opgeslagen in een telefoonboek dat,
ongeacht welke telefoon is gekoppeld, vrij
toegankelijk is.
Het menu van het telefoonboek is niet
beschikbaar als het telefoonboek leeg is.
Gesprekken beheren
Druk tijdens het gesprek op OK om het
contextmenu te openen.
Gesprek beëindigen
Selecteer in het contextmenu "Gespr.
beëindigen " om het gesprek te
beëindigen.