FIAT DOBLO COMBI 2009 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2009, Model line: DOBLO COMBI, Model: FIAT DOBLO COMBI 2009Pages: 274, PDF Size: 6.36 MB
Page 121 of 274

120
HOE U DE VEILIGHEIDSGORDELS
IN OPTIMALE STAAT HOUDT
Voor het juiste onderhoud van de veiligheidsgordels moe-
ten de volgende aanwijzingen zorgvuldig worden opge-
volgd:
❒zorg dat de gordel goed uitgetrokken en niet gedraaid
is; controleer ook of de oprolautomaat zonder hape-
ringen werkt;
❒vervang de gordels na een ongeval, ook al zijn ze ogen-
schijnlijk niet beschadigd. Vervang de gordels ook als
de gordelspanners in werking zijn geweest;
❒u kunt de gordels met de hand wassen met water en
een neutrale zeep. Spoel ze uit en laat ze in de scha-
duw drogen. Gebruik geen bijtende, blekende of kleu-
rende middelen. Vermijd het gebruik van alle chemi-
sche producten die het weefsel van de gordel kunnen
aantasten;
❒voorkom dat vocht in de oprolautomaat komt: de wer-
king van de oprolautomaten is alleen gegarandeerd, als
ze niet nat zijn geweest;
❒vervang de gordels bij tekenen van slijtage of bescha-
digingen.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STA R TEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als de gordel aan een zware belasting
wordt blootgesteld (bijvoorbeeld tijdens
een ongeval), dan moet de gordel samen met de
verankeringen, bevestigingspunten en de eventu-
eel gemonteerde gordelspanners worden vervan-
gen. Ook als de schade niet zichtbaar is, dan kan
de gordel toch verzwakt zijn.
ATTENTIE!KINDEREN VEILIG VERVOEREN
Voor optimale bescherming bij een ongeval moeten alle
inzittenden zittend reizen en beschermd worden door
goedgekeurde veiligheidssystemen.
Dit geldt met name voor kinderen.
Dit is een wettelijk voorschrift volgens richtlijn 2003/20/EU
in alle lidstaten van de Europese Unie.
Het hoofd van kleine kinderen is in verhouding met de
rest van het lichaam groter en zwaarder dan dat van vol-
wassenen, terwijl spieren en botstructuur nog niet vol-
ledig zijn ontwikkeld. Daarom moeten kleine kinderen
door andere systemen beschermd worden dan door de
veiligheidsgordels.
De resultaten van het onderzoek over de optimale be-
scherming van kleine kinderen zijn opgenomen in de Eu-
ropese ECE/R44-voorschriften die wettelijk verplicht zijn.
De systemen zijn onderverdeeld in vijf groepen:
Groep 0 gewicht tot 10 kg
Groep 0+ gewicht tot 13 kg
Groep 1 gewicht: 9-18 kg
Groep 2 gewicht: 15-25 kg
Groep 3 gewicht: 22-36 kg
Zoals u ziet is er een gedeeltelijke overlapping tussen de
groepen; daarom zijn er in de handel systemen verkrijg-
baar die geschikt zijn voor verschillende gewichtsgroepen.
Alle systemen moeten zijn voorzien van de typegoedkeu-
ring en van een goed vastgehecht plaatje met het contro-
lemerk, dat absoluut niet mag worden verwijderd.
115-132 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:50 Pagina 120
Page 122 of 274

121
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STA R TEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ZEER GEVAARLIJK: Monteer absoluut
geen kinderzitje achterstevoren op de pas-
sagiersstoel voor als de frontairbag aan
passagierszijde is ingeschakeld. Als bij een
ongeval de airbag in werking treedt (op-
blaast), kan dit ernstig letsel en zelfs de dood tot
gevolg hebben. Wij raden u aan kinderen altijd op
de zitplaatsen achter te vervoeren, omdat die
plaatsen bij een ongeval de meeste bescherming
bieden. Kinderzitjes moeten dus niet op de zit-
plaats voor gemonteerd worden bij auto’s die zijn
uitgerust met een airbag aan passagierszijde. Als
bij een ongeval de airbag in werking treedt (op-
blaast), kan dit ernstig letsel en zelfs de dood tot
gevolg hebben, onafhankelijk van de zwaarte van
het ongeluk. Als er geen andere mogelijkheid is,
kunnen kinderen op de passagiersstoel voor wor-
den vervoerd bij auto’s die zijn uitgerust met een
uitschakelbare frontairbag aan passagierszijde. In
dit geval moet u er absoluut zeker van zijn dat
de airbag is uitgeschakeld door te controleren of
het waarschuwingslampje “op het instrumen-
tenpaneel brandt (zie „Frontairbag aan passa-
gierszijde” in het hoofdstuk „Frontairbags”). Bo-
vendien moet de stoel zo ver mogelijk naar ach-
teren zijn geschoven om te voorkomen dat het kin-
derzitje eventueel in aanraking komt met het
dashboard.
ATTENTIE!Kinderen met een lengte van meer dan 1,50 m worden,
met betrekking tot de veiligheidssystemen, gelijkgesteld
met volwassenen en moeten dan ook normaal de veilig-
heidsgordels omleggen.
In het Fiat Lineaccessori-programma zijn kinderzitjes op-
genomen voor elke gewichtsgroep. Wij raden u deze kin-
derzitjes aan omdat ze speciaal ontworpen zijn voor de
Fiat-modellen.
115-132 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:50 Pagina 121
Page 123 of 274

122
F0V0109mfig. 116F0V0196mfig. 117
GROEP 1
Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18 kg moeten met
het gezicht naar voren worden vervoerd fig. 117.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STA R TEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
GROEP 0 en 0+
Kinderen tot 13 kg moeten in babyzitjes worden vervoerd
die achterstevoren zijn geplaatst, waardoor het achter-
hoofd wordt gesteund en bij plotseling remmen de nek
niet wordt belast.
Het wiegje moet op zijn plaats worden gehouden door de
veiligheidsgordel, zoals in fig. 116 is aangegeven, en het kind
moet op zijn beurt worden beschermd door de gordel van
het wiegje zelf.
De afbeeldingen dienen alleen ter illustra-
tie van de bevestiging. Houdt u voor de
montage van het kinderzitje aan de instructies. De
fabrikant is verplicht deze instructies bij te leveren.
ATTENTIE!
Er zijn ook kinderzitjes met Isofix-beugels
die stevig aan de stoel kunnen worden be-
vestigd, zonder gebruik te maken van de veilig-
heidsgordels van de auto. Houdt u voor de mon-
tage strikt aan de bijgeleverde instructies.
ATTENTIE!
115-132 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:50 Pagina 122
Page 124 of 274

123
F0V0111mfig. 118F0V0112mfig. 119
GROEP 3
Voor kinderen met een gewicht tussen 22 en 36 kg be-
staan er verhogingen die het correcte gebruik van de vei-
ligheidsgordel mogelijk maken.
In fig. 119 wordt een voorbeeld gegeven van de juiste po-
sitie van het kind op de achterbank. Kinderen die langer
zijn dan 1,50 m kunnen, net zoals volwassenen, de veilig-
heidsgordels omleggen. GROEP 2
Kinderen met een gewicht tussen 15 en 25 kg kunnen di-
rect door de veiligheidsgordels van de auto worden be-
schermd fig. 118. Kinderen moeten zo in de kinderzitjes
worden geplaatst, dat het diagonale gordelgedeelte schuin
over de borst en niet langs de nek ligt. Het horizontale
gordelgedeelte moet over het bekken en niet over de buik
van het kind liggen.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STA R TEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
De afbeeldingen dienen alleen ter illus-
tratie van de bevestiging. Houdt u voor
de montage van het kinderzitje aan de instruc-
ties. De fabrikant is verplicht deze instructies bij
te leveren.
ATTENTIE!
115-132 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:50 Pagina 123
Page 125 of 274

124
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STA R TEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK
VAN DE UNIVERSELE KINDERZITJES
De Fiat Doblò (typegoedkeuring M1) voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijn voor de montage van kin-
derzitjes op de verschillende plaatsen in de auto. Zie de volgende tabel:
Hieronder zijn de richtlijnen voor een veilig
vervoer van kinderen aangegeven. U dient zich
hieraan te houden:
❒monteer kinderzitjes altijd op de zitplaatsen achter, om-
dat die plaatsen bij een ongeval de meeste bescherming
bieden;
❒als de frontairbag aan passagierszijde buiten werking
wordt gesteld, moet altijd gecontroleerd worden of de
airbag daadwerkelijk is uitgeschakeld: het betreffende
lampje
“op het instrumentenpaneel moet continu
branden;
❒houdt u bij de montage van het kinderzitje strikt aan
de instructies. De fabrikant is verplicht deze instruc-
ties bij te leveren. Bewaar de instructies samen met
het instructieboekje in de auto. Monteer geen ge-
bruikte kinderzitjes waarvan de gebruiksaanwijzingen
ontbreken;
❒controleer of de gordels goed zijn vastgemaakt door
aan de gordelband te trekken;
❒ieder veiligheidssysteem is bedoeld voor slechts één
kind: vervoer nooit twee kinderen in een systeem;
Groep Gewicht Passagierszitplaats Passagierszitplaats Passagierszitplaatsvoor achter (eerste rij) achter (tweede rij)
Groep 0, 0+ tot 13 kg U U X
Groep 1 9-18 kg U U X
Groep 2 15-25 kg U U X
Groep 3 22-36 kg U U X
Legenda:
U = geschikt voor „Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-voorschriften voor de aangegeven „groepen”.
X = zitplaats die niet geschikt is voor kinderen in die gewichtscategorie.
115-132 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:50 Pagina 124
Page 126 of 274

125
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STA R TEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
❒controleer altijd of de gordel niet langs de nek van het
kind loopt;
❒zorg er tijdens de rit voor dat het kind geen afwijken-
de houding aanneemt of de gordels losmaakt;
❒vervoer kinderen nooit in uw armen, ook geen pasge-
boren kinderen. Niemand is sterk genoeg om ze bij een
ongeval vast te houden;
❒Na een ongeval moet het zitje door een nieuw exem-
plaar worden vervangen.
Monteer absoluut geen kinderzitje op de
voorstoel aan de passagierszijde als deze
is uitgerust met een airbag, omdat kinderen nooit
op de voorstoel vervoerd mogen worden.
ATTENTIE!
F0V0113mfig. 120
MONTAGEVOORBEREIDING
VOOR ISOFIX-KINDERZITJE
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Bij uitvoeringen met typegoedkeuring M1is de auto voor-
bereid op de montage van Isofix Universeel-kinderzitjes;
een nieuw gestandaardiseerd Europees systeem voor het
vervoeren van kinderen.
115-132 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:50 Pagina 125
Page 127 of 274

126
F0V0128mfig. 121F0V0129mfig. 122
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STA R TEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Er kan ook een mengvorm worden gekozen, een tradi-
tioneel kinderzitje en een Isofix-kinderzitje.
In fig. 120 is een voorbeeld gegeven van het kinderzitje.
Het Isofix Universeel-kinderzitje is er voor de gewichts-
groep: 1.
Voor de andere groepen is er een specifiek Isofix-kinder-
zitje dat alleen kan worden gebruikt als het speciaal voor
deze auto is ontworpen, getest en goedgekeurd (zie de lijst
met auto’s die bij het kinderzitje geleverd wordt).
Vanwege het verschillende bevestigingssysteem moet het
kinderzitje aan de daarvoor bestemde onderste metalen
beugels A-fig. 121 worden bevestigd. Deze bevinden zich
tussen de rugleuning en zitting van de achterbank. Ver-
wijder daarna de hoedenplank (indien aanwezig) en be-
vestig de bovenste riem (bij het kinderzitje geleverd) aan
het oog B-fig. 122 (een per zijde) op de achterzijde van
de rugleuning van de achterbank.
OpmerkingOm krassen op de rugleuning van de tot ta-
fel inklapbare stoel te voorkomen als de zitplaats achter
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) is neergeklapt,
wordt de Isofix-beugel B - Fig. 122 (een per zijde) afgedektmet een stoffen hoes; deze hoes moet worden verwijderd
voor de correcte montage van een kinderzitje.
Bedenk dat bij Isofix Universeel-kinderzitjes, alle zitjes ge-
bruikt kunnen worden die goedgekeurd zijn volgens de
ECE R44/03-richtlijn „Isofix Universeel”.
In het Fiat Lineaccessori-programma zijn een Isofix Uni-
verseel „Duo Plus”- en een „Bimbo Mix”-kinderzitje be-
schikbaar.
Zie voor meer informatie over de montage en/of het ge-
bruik van het kinderzitje, het „Instructieboekje” dat bij het
kinderzitje wordt geleverd.
Monteer het kinderzitje alleen als de au-
to stilstaat. Het kinderzitje is op de juiste
wijze aan de beugels bevestigd als u het hoort ver-
grendelen. Houdt u in ieder geval aan de instruc-
ties voor de montage, de demontage en de plaat-
sing. De fabrikant van het kinderzitje is verplicht
deze instructies bij te leveren.
ATTENTIE!
115-132 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:51 Pagina 126
Page 128 of 274

127
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STA R TEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE ISOFIX-KINDERZITJES
In de volgende tabel worden, conform de Europese wetgeving ECE 16, de mogelijkheden weergegeven van de monta-
ge van de Isofix-kinderzitjes op de zitplaatsen die zijn uitgerust met Isofix-beugels.
E
E
D
C
D
C
B
B1
AIL
IL
IL
IL (*)
IL
IL (*)
IUF
IUF
IUF GewichtsgroepOpstelling Maat- Plaats Isofix
kinderzitje klasse Isofix achter aan de zijkant
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
GroepIvanaf9kg
tot 18 kg
IUF: geschikt voor Isofix-kinderzitjes uit de universele klasse (met een derde bevestigingspunt boven) die in de rijrichting bevestigd
moeten worden en goedgekeurd zijn voor het gebruik door die gewichtsgroep.
IL: geschikt voor Isofix-kinderzitjes, die speciaal ontworpen en goedgekeurd zijn voor dit type auto. Het kinderzitje kan gemon-
teerd worden door de voorstoel naar voren te schuiven.
(*) Het Isofix-kinderzitje kan gemonteerd worden door de hoofdsteun in de hoogste stand te zetten.Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
In de rijrichting
In de rijrichting
In de rijrichting
115-132 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:51 Pagina 127
Page 129 of 274

128
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STA R TEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
FRONTAIRBAGS
De auto is voorzien van een frontairbag voor de bestuur-
der en voor bepaalde uitvoeringen/markten van een fron-
tairbag voor de passagier.
FRONTAIRBAGS
De frontairbags voor de bestuurder/passagier (voor be-
paalde uitvoeringen/markten) beschermen de inzittenden
voor bij middelzware en zware frontale botsingen, door
het opblazen van een luchtkussen tussen de inzittende en
het stuurwiel of het dashboard.
Als de airbags niet worden geactiveerd bij andere soorten
botsingen (zijdelings, van achter, over de kop slaan enz.),
betekent dit niet dat het systeem niet goed functioneert.
Bij een frontale botsing zorgt een regeleenheid ervoor, in-
dien nodig, dat het kussen wordt opgeblazen.
Het kussen blaast onmiddellijk op, waardoor het lichaam van
de inzittenden voor wordt opgevangen en de kans op letsel
beperkt wordt. Direct daarna loopt het kussen weer leeg.
De frontairbags voor de bestuurder/passagier (voor be-
paalde uitvoeringen/markten) zijn geen vervanging voor de
veiligheidsgordels, maar een aanvulling. Draag dus altijd vei-
ligheidsgordels. Bovendien is het dragen van veiligheids-
gordels wettelijk verplicht in Europa (en in de meeste lan-
den daarbuiten).
Bij een ongeval kan een inzittende die geen veiligheids-
gordel heeft omgelegd, in contact komen met een airbag
die nog niet volledig opgeblazen is. Hierdoor wordt de
inzittende minder door de airbag beschermd.De frontairbags kunnen in de volgende gevallen niet wor-
den geactiveerd:❒bij frontale botsingen, met een ander deel van de au-
to dan het front, tegen makkelijk vervormbare objec-
ten (bijv. als het voorspatbord tegen de vangrail komt);
❒als de auto onder andere auto’s of veiligheidsvoorzie-
ningen schuift (bijvoorbeeld onder vrachtwagens of
de vangrail);
omdat geen enkele aanvullende bescherming wordt ge-
boden op de veiligheidsgordels. Als de airbags in deze ge-
vallen niet geactiveerd worden, betekent dit niet dat het
systeem niet goed functioneert.
Plaats geen stickers of andere objecten op
het stuurwiel, op het dashboard ter hoog-
te van de airbag aan passagierszijde of op de stoe-
len. Plaats geen voorwerpen op het dashboard
aan de passagierszijde (bijv. een mobiele telefoon),
omdat deze het correct openen van de airbag aan
passagierszijde kunnen hinderen en de inzitten-
den ernstig kunnen verwonden.
ATTENTIE!
De frontairbags aan bestuurders- en passagierszijde zijn
ontworpen voor een optimale bescherming van de inzit-
tenden voor met omgelegde veiligheidsgordels.
Als de airbags volledig opgeblazen zijn, vullen zij het groot-
ste deel van de ruimte tussen het stuurwiel en de be-
stuurder en het dashboard en de voorpassagier.
115-132 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:51 Pagina 128
Page 130 of 274

129
F0V0024mfig. 123F0V0025mfig. 124
Bij lichte frontale aanrijdingen (waarbij de werking van de
veiligheidsgordel voldoende is) worden de airbags niet ge-
activeerd. Daarom moeten de veiligheidsgordels altijd wor-
den gedragen; ook omdat ze bij frontale aanrijdingen er al-
tijd voor zorgen dat de inzittende in de juiste stand wordt
gehouden.
FRONTAIRBAG AAN
BESTUURDERSZIJDE fig. 123
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen dat in een daar-
voor bestemde ruimte in het midden van het stuurwiel is
geplaatst.
FRONTAIRBAG AAN PASSAGIERSZIJDE
fig. 124(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen met een groter
volume dan dat aan bestuurderszijde. Het kussen is in een
daarvoor bestemde ruimte in het dashboard geplaatst.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STA R TEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Monteer absoluut geen kinderzitje ach-
terstevoren op de passagiersstoel voor als
de airbag aan passagierszijde is ingescha-
keld. Als bij een ongeval de airbag wordt
geactiveerd, kan het kind hierdoor dode-
lijke verwondingen oplopen. Als er geen andere
mogelijkheid is, moet in ieder geval de airbag aan
passagierszijde uitgeschakeld worden als het kin-
derzitje op de passagiersstoel voor wordt ge-
plaatst. Bovendien moet de passagiersstoel zo ver
mogelijk naar achteren zijn geschoven om te voor-
komen dat het kinderzitje eventueel in aanraking
komt met het dashboard. Ook als het niet wet-
telijk verplicht is, raden wij u aan, voor een opti-
male bescherming van de volwassenen, de airbag
onmiddellijk weer in te schakelen zodra er geen
kinderen meer vervoerd worden.
ATTENTIE!
115-132 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:51 Pagina 129