FIAT DOBLO COMBI 2014 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2014, Model line: DOBLO COMBI, Model: FIAT DOBLO COMBI 2014Pages: 283, PDF Size: 7.26 MB
Page 211 of 283

207
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ACCU VERVANGEN
Als de accu vervangen wordt, moet een originele accu met
dezelfde specificaties worden geïnstalleerd.
Als de accu vervangen wordt door een accu met ande-
re specificaties, vervallen de onderhoudsintervallen die
in het „Geprogrammeerd Onderhoudsschema” staan
aangegeven.
Voor het onderhoud van de nieuwe accu dient u zich
strikt te houden aan de aanwijzingen van de fabrikant van
de accu.
Onoordeelkundige montage van elektrische
en elektronische apparatuur kan ernstige
schade toebrengen aan de auto. Als u na
aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die
constante voeding nodig hebben (diefstalalarm, mo-
biele telefoon enz.), raden wij u aan contact op te
nemen met het Fiat Servicenetwerk. Deze kan u de
meest geschikte installaties aanraden en controle-
ren of het noodzakelijk is een accu met een grote-
re capaciteit te monteren.
Accu’s bevatten zeer schadelijke stoffen
voor het milieu. Het verdient aanbeveling
een defecte accu door het Fiat Servicenet-
werk te laten vervangen, omdat het beschikt over
de uitrusting voor het op milieuvriendelijke wijze en
conform de wettelijke bepalingen, verwerken van
defecte accu’s.
Als u de auto langere tijd stalt in extreem
koude omstandigheden moet, om bevrie-
zing te voorkomen, de accu worden verwij-
derd en op een verwarmde plaats worden bewaard.
Bij werkzaamheden aan de accu of in de
buurt van de accu, moet u uw ogen altijd
beschermen met een speciale bril.
ATTENTIE!
Page 212 of 283

Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren
die constante voeding nodig hebben (diefstalalarm enz.),
of accessoires die de elektrische installatie zwaar belasten,
raden wij u aan contact op te nemen met het Fiat Servi-
cenetwerk. Dat kan u de meest geschikte installaties uit
het Fiat Lineaccessori-programma aanraden en controle-
ren of de elektrische installatie van de auto geschikt is voor
het extra stroomverbruik of dat het noodzakelijk is een
accu met een grotere capaciteit te monteren.
Enkele van deze stroomverbruikers blijven continu stroom
verbruiken ook bij een uitgezette motor, waardoor de ac-
cu geleidelijk ontlaadt.
208
PRAKTISCHE TIPS OM DE LEVENSDUUR
VAN DE ACCU TE VERLENGEN
Om het snel ontladen van de accu te voorkomen en de le-
vensduur te verlengen, dient u de volgende aanwijzingen
nauwkeurig op te volgen:
❒wanneer u de auto parkeert, controleer dan of de por-
tieren en de bagageruimte of laadruimte goed gesloten
zijn. Hierdoor wordt voorkomen dat de interieurver-
lichting blijft branden;
❒schakel de interieurverlichting uit: de auto is in ieder
geval uitgerust met een systeem voor automatische uit-
schakeling van de interieurverlichting;
❒voorkom zoveel mogelijk het gebruik van stroomver-
bruikers als de motor uitstaat (autoradio, waarschu-
wingsknipperlichten enz.);
❒maak voordat werkzaamheden aan de elektrische in-
stallatie van de auto worden uitgevoerd, eerst de klem
los van de minpool op de accu;
❒de klemmen moeten altijd goed zijn bevestigd.
BELANGRIJK Een accu die gedurende langere tijd min-
der dan 50% geladen is, raakt door sulfatering beschadigd.
Hierdoor loopt de capaciteit en het startvermogen terug.
Ook is de accu dan gevoeliger voor bevriezing (reeds bij
temperaturen van ¯10 °C). Als u de auto langere tijd niet
gebruikt, zie dan „Auto langere tijd stallen” in het hoofd-
stuk „Starten en rijden”.WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 213 of 283

209
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BELANGRIJKE TIPS
❒Voorkom bruusk remmen, met spinnende wielen op-
trekken, harde contacten tussen banden en stoepran-
den, kuilen en andere obstakels. Het langdurig rijden op
een slecht wegdek kan de banden beschadigen;
❒controleer de banden regelmatig op scheuren in de
wangen en bulten of slijtplekken op het loopvlak. Als
u deze gebreken constateert, wendt u dan tot het Fiat
Servicenetwerk;
❒rijd nooit met een te zwaar beladen auto: hierdoor kun-
nen de wielen en de banden ernstig beschadigd worden;
❒stop zo snel mogelijk bij een lekke band en verwissel
het wiel om beschadiging van de band, de velg, de wiel-
ophanging en de stuurinrichting te voorkomen;WIELEN EN BANDEN
De spanning van de banden, inclusief het noodreservewiel,
moet regelmatig, om de twee weken en voor een lange
rit, worden gecontroleerd: de bandenspanning moet bij
koude banden worden gecontroleerd.
Tijdens het rijden neemt de bandenspanning toe; zie voor
de juiste waarde van de bandenspanning de paragraaf
„Wielen” in het hoofdstuk „Technische gegevens”.
Een onjuiste bandenspanning veroorzaakt een onregel-
matige slijtage van de banden fig. 186:
A normale spanning: gelijkmatige slijtage van het loop-
vlak;
B te lage spanning: te grote slijtage aan de zijkanten van
het loopvlak;
C te hoge spanning: te grote slijtage in het midden van
het loopvlak.
Banden moeten worden vervangen als de profieldiepte van
het loopvlak minder is dan 1,6 mm. Houdt u echter altijd
aan de bepalingen van het land waarin u rijdt.
F0V0161mfig. 186
Page 214 of 283

210
❒banden verouderen, ook als zij weinig of nooit gebruikt
zijn. Scheurtjes in het loopvlak en op de wangen geven
aan dat de band verouderd is. Banden die langer dan zes
jaar onder een auto gemonteerd zijn, moeten dan ook
door een specialist worden gecontroleerd. Dit geldt in
het bijzonder voor het reservewiel;
❒monteer nooit gebruikte banden of banden, waarvan de
herkomst onbekend is;
❒bij de montage van een nieuwe band moet ook het ven-
tiel vernieuwd worden;
❒om een gelijke slijtage van de banden op de vooras en
de achteras te verkrijgen, is het raadzaam de banden om
de 10.000 – 15.000 km van as te verwisselen. Hierbij
moeten de banden aan dezelfde zijde van de auto ge-
monteerd blijven, zodat een omkering van de draai-
richting wordt voorkomen.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Bedenk dat ook de wegligging afhanke-
lijk is van een juiste bandenspanning.
ATTENTIE!
Door een te lage bandenspanning wordt
de band te heet, waardoor er onherstel-
bare inwendige schade aan de band kan ontstaan.
ATTENTIE!
Verwissel de banden niet kruiselings, waar-
bij de banden van de rechterzijde aan de
linkerzijde en omgekeerd worden gemonteerd.
ATTENTIE!
Voer bij lichtmetalen velgen geen spuit-
werkzaamheden uit die een temperatuur
vereisen boven 150 °C. De mechanische eigen-
schappen van de wielen kunnen hierdoor in ge-
vaar worden gebracht.
ATTENTIE!
Page 215 of 283

211
RUBBER SLANGEN
Houd voor de rubber slangen van het rem- en brandstof-
systeem zeer nauwkeurig de voorschriften van het „Ge-
programmeerd Onderhoudsschema” in dit hoofdstuk aan.
Ozon, hoge temperaturen en het gedurende langere tijd
ontbreken van vloeistof in een systeem zorgen ervoor dat
de slangen uitdrogen en scheuren, waardoor het be-
treffende systeem kan gaan lekken. Daarom is zorgvuldi-
ge controle noodzakelijk.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
RUITENWISSERS/
ACHTERRUITWISSER
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
WISSERBLADEN
Maak de wisserbladen regelmatig schoon met een schoon-
maakmiddel; wij raden TUTELA PROFESSIONAL SC 35 aan.
Vervang de wisserbladen als het rubber vervormd of ver-
sleten is. Het verdient aanbeveling ten minste één maal per
jaar de wisserbladen te vervangen.
Met enkele simpele voorzorgsmaatregelen kan beschadi-
ging van het rubber worden voorkomen:
❒wanneer de temperatuur onder 0 °C is gedaald, moet
gecontroleerd worden of er geen ijs tussen wisserblad
en ruit zit. Maak de wissers zo nodig vrij met een anti-
vriesmiddel;
❒verwijder eventueel opgehoopte sneeuw van de ruit: om
de wisserbladen te beschermen en oververhitting van
de ruitenwissermotor te voorkomen;
❒schakel de ruitenwissers/achterruitwisser niet op een
droge ruit in.
Rijden met versleten ruitenwisserbladen is
gevaarlijk, omdat hierdoor het zicht onder
slechte atmosferische omstandigheden aanzien-
lijk wordt beperkt.
ATTENTIE!
Page 216 of 283

212
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Uitvoeringen met achterklep fig. 189
Ga als volgt te werk:
❒druk op het borgmechanisme zoals in de figuur is aan-
gegeven en schuif het wisserblad van de arm. Ruitenwisserbladen vervangen fig. 187
Ga als volgt te werk:
❒til de wisserarm van de voorruit;
❒druk op de borging A en trek tegelijkertijd het wis-
serblad los van de arm door het in de richting te du-
wen die in de figuur staat aangegeven.
Wisserblad achter vervangen fig. 188-189
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Uitvoeringen met achterdeur fig. 188
Ga als volgt te werk:
❒druk op de borglip A-fig.188 en trek het wisserblad los
door het in de richting van de pijl te schuiven.
F0V0090mfig. 187F0V0211mfig. 189 - Uitvoeringen met achterklep
A
F0V0250mfig. 188 - Uitvoeringen met achterdeur
Page 217 of 283

213
Achterruit (achterruitsproeier)
De sproeiermonden van de achterruitsproeier kunnen niet
worden afgesteld. De sproeier is ingebouwd boven de ach-
terruit. RUITENSPROEIERS
Als de ruitensproeiers voor en achter (voor bepaalde uit-
voeringen/markten) niet werken, controleer dan eerst het
niveau in het ruitensproeiertankje (zie de paragraaf „Ni-
veaus controleren” in dit hoofdstuk).
Controleer vervolgens of de ruitensproeiermonden niet
verstopt zijn. Deze kunnen zo nodig met een speld wor-
den doorgeprikt.
Voorruit (ruitensproeiers)
De sproeiermonden van de ruitensproeiers kunnen niet
worden afgesteld. De sproeiers zijn ingebouwd onder de
motorkap (zie fig. 190).
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0V0091mfig. 190
Page 218 of 283

214
❒toepassing van „open” holle ruimtes om condensvor-
ming te voorkomen en binnendringend water af te voe-
ren, waardoor roest van binnenuit wordt voorkomen.
CARROSSERIEGARANTIE
Bij de auto is de carrosserie tegen doorroesten van alle
originele componenten van de carrosserie en van alle dra-
gende delen gegarandeerd.
Voor de specifieke voorwaarden van deze garantie wordt
verwezen naar de „Service- en garantiehandleiding”.
TIPS VOOR HET BEHOUD
VAN DE CARROSSERIE
Lak
De lak heeft behalve een esthetische functie ook een be-
schermende functie.
Daarom moeten beschadigingen van de laklaag, zoals kras-
sen, onmiddellijk worden bijgewerkt om roestvorming te
voorkomen. Het bijwerken dient met de originele lak te
worden uitgevoerd (zie „Plaatje met informatie over de
carrosserielak” in het hoofdstuk „Technische gegevens”).
Het normale onderhoud van de auto beperkt zich tot was-
sen, waarbij de frequentie afhankelijk is van het gebruik van
de auto en van de omgeving.
Het is raadzaam de auto vaker te wassen bij sterke lucht-
verontreiniging of bij het rijden over wegen met strooizout.CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN
ATMOSFERISCHE INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest zijn:
❒luchtverontreiniging;
❒zoutgehalte in de lucht en luchtvochtigheid (gebieden
aan zee, warm en vochtig klimaat);
❒omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende elementen, zoals stoffige
omgeving, opwaaiend zand, modder en steenslag op de lak
en de onderzijde moet niet worden onderschat.
Fiat heeft voor uw auto de beste technologische oploss-
ingen toegepast om de carrosserie efficiënt tegen roest
te beschermen.
De belangrijkste zijn:
❒de toepassing van aangepaste spuittechnieken en lak-
producten die de auto de benodigde weerstand tegen
roest en schurende elementen verlenen;
❒het gebruik van verzinkte (of voorbehandelde) plaat-
delen met een hoge corrosiebestendigheid;
❒het aanbrengen van een gespoten beschermende wa-
slaag op de onderzijde, in de wielkuipen, in de motor-
ruimte en verschillende holle ruimtes, met een hoog
beschermend vermogen;
❒het aanbrengen van een beschermende kunststof laag
op kwetsbare delen: onderzijde van de portieren, bin-
nenzijde van de spatborden, naden, randen enz.;
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 219 of 283

215
De juiste wasmethode:
❒spoel de auto eerst met een waterstraal onder lage
druk af;
❒was de auto met een zachte spons met een oplossing
van neutrale zeep; spoel daarbij de spons regelmatig
uit;
❒spoel de auto af met schoon water en droog de auto
met warme lucht of een schone, zachte zeem.
Als u de auto in een wasstraat wast, houdt u dan aan de
volgende aanbevelingen:
– verwijder de antenne van het dak om beschadiging te
voorkomen;
– de auto moet worden gewassen met water waaraan een
zeepoplossing is toegevoegd;
– overvloedig met water naspoelen om te voorkomen dat
zeepresten op de carrosserie of op de minder zichtbare
delen achterblijven.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Enkele wasstraten zijn voorzien van oude
en/of slecht onderhouden borstels die scha-
de aan de laklaag kunnen veroorzaken,
waardoor microkrasjes sneller kunnen ontstaan en
de lak dof wordt vooral bij donkere kleuren. Als dit
zich voordoet, kunt u de lak licht polijsten met spe-
cifieke producten.
De minder zichtbare delen zoals de randen van de por-
tieren, achterklep, motorkap en de koplampranden moe-
ten tijdens het drogen niet vergeten worden, omdat daar
water kan blijven staan. Het verdient aanbeveling de auto
na het wassen niet onmiddellijk binnen te zetten, maar
de auto nog even buiten te laten staan, zodat waterres-
ten buiten kunnen verdampen.
Was de auto nooit in de zon of als de motorkap nog warm
is: de glans van de lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen kunnen op dezelfde wijze
worden gewassen als de gespoten carrosseriedelen. Par-
keer de auto niet onder bomen, aangezien harsdruppels
bij langere inwerking de lak kunnen beschadigen, waardoor
de kans op roestvorming wordt vergroot.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen dienen zo snel en zo goed
mogelijk van de lak verwijderd te worden, omdat door
de agressieve bestanddelen de lak kan beschadigen.
Schoonmaakmiddelen verontreinigen het
water. Daarom moet de auto bij voorkeur
worden gewassen op een plaats waar het
afvalwater direct wordt opgevangen en gezuiverd.
Page 220 of 283

216
INTERIEUR
Controleer af en toe of er onder de vloerbedekking geen
water is blijven staan (dooiwater van sneeuwresten aan
schoenen, lekkende paraplu’s enz.), waardoor roestvor-
ming op de bodem veroorzaakt zou kunnen worden. Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van de ruiten een daar-
voor geschikt schoonmaakmiddel. Gebruik een schone,
zachte doek om krassen en beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Let er bij het schoonmaken van de binnen-
zijde van de achterruit op dat de elektrische weerstands-
draden van de achterruitverwarming niet worden be-
schadigd. Veeg voorzichtig in de richting van de draden.
Motorruimte
Het verdient aanbeveling de motorruimte na het winter-
seizoen zorgvuldig te laten uitspuiten. Hierbij mag de wa-
terstraal niet direct op de elektronische regeleenheden en
de zekeringen- en relaiskast links in de motorruimte (ge-
zien in de rijrichting) worden gericht. Laat deze werk-
zaamheden verzorgen door een gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de motorruimte
moet de contactsleutel in stand STOP staan en de motor
koud zijn. Controleer na het reinigen of de verschillende
beschermingen (rubber kappen, deksels enz.) nog op hun
plaats zitten en niet beschadigd zijn.
Koplampen
BELANGRIJK Gebruik voor het reinigen van het kunststof
lampenglas van de koplampen geen aromatische produc-
ten (bijv. benzine) of ketonen (bijv. aceton).
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Gebruik nooit ontvlambare producten zo-
als petroleum of wasbenzine voor het rei-
nigen van de interieurdelen van de auto. De elek-
trostatische lading die tijdens het reinigen door
het wrijven ontstaat, kan brand veroorzaken.
ATTENTIE!
Bewaar nooit spuitbussen in de auto: ont-
ploffingsgevaar. Spuitbussen mogen niet
worden blootgesteld aan temperaturen boven
50 °C. In de zomer kan de temperatuur in het in-
terieur ver boven deze waarde oplopen.
ATTENTIE!