FIAT DUCATO BASE CAMPER 2016 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2016, Model line: DUCATO BASE CAMPER, Model: FIAT DUCATO BASE CAMPER 2016Pages: 379, PDF Size: 20.63 MB
Page 141 of 379

roodVEILIGHEIDSGORDELS NIET
VASTGEMAAKT
(voor bepaalde versies/markten)
Het waarschuwingslampje blijft continu branden
bij stilstaand voertuig als de veiligheidsgordel van
de bestuurder niet is vastgemaakt.
Het lampje gaat knipperen en er klinkt een
geluidssignaal als het voertuig rijdt en de
veiligheidsgordel van de bestuurder niet goed is
vastgemaakt.Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk om
het geluidssignaal van het SBR-systeem (Seat
Belt Reminder) permanent te laten uitschakelen.
Het systeem kan weer worden ingeschakeld in
het Setup-menu.
137
Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneelWat te doen
Wat het betekent
Page 142 of 379

Waarschuwingslampjes
op displayWat het betekent Wat te doen
TE HOGE
KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR
Als de contactsleutel naar de stand MAR
wordt gedraaid, gaat dit lampje branden.
Na enkele seconden moet het doven. Het
lampje gaat branden wanneer de motor
oververhit is.
Op het display verschijnt een speciaal
bericht.Tijdens een normale rit: breng het voertuig tot stilstand,
zet de motor af en controleer of het koelvloeistofniveau
in het reservoir zich niet onder het MIN-teken bevindt.
Als dit het geval is, wacht dan tot de motor is
afgekoeld, draai vervolgens langzaam en voorzichtig de
dop open, vul koelvloeistof bij en controleer of het peil
zich tussen het MIN- en MAX-teken op het reservoir
bevindt. Controleer ook op de aanwezigheid van
vloeistoflekken. Als na het starten het lampje opnieuw
gaat branden, neem dan contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Wanneer het voertuig onder zware omstandigheden
wordt gebruikt (bijv. wanneer er tijdens het rijden hoge
prestaties gevraagd worden) en als het lampje blijft
branden,: minder dan snelheid en breng het voertuig tot
stilstand. Wacht 2 of 3 minuten met draaiende motor en
geef ietwat gas om de koelvloeistofcirculatie te
bevorderen, schakel daarna de motor uit. Controleer
het koelvloeistofpeil zoals hiervoor beschreven.
BELANGRIJK Het wordt geadviseerd om onder zware
bedrijfsomstandigheden de motor vóór het afzetten
enkele minuten te laten draaien met het gaspedaal iets
ingetrapt.
roodLAADSTROOM ACCU ONVOLDOENDE
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR
wordt gedraaid, gaat het lampje branden.
Het moet doven nadat de motor is gestart
(als de motor stationair draait, kan het
voorkomen dat het lampje iets later dooft).Als het lampje blijft branden, neem dan contact op met
het Fiat Servicenetwerk.
138
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 143 of 379

Wat het betekent Wat te doen
roodMOTOROLIEDRUK TE LAAG
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het digitale
waarschuwingslampje branden maar het moet doven zodra de motor is
gestart.
Het waarschuwingslampje gaat continu branden en er verschijnt een
bericht op het display wanneer het systeem detecteert dat de
motoroliedruk onvoldoende is.
22)
MOTOROLIE VERSLECHTERD
(Alleen MultiJet versies met DPF)
Het lampje gaat knipperen en (voor bepaalde versies/markten) verschijnt
er een bericht op het display wanneer het systeem detecteert dat de
motorolie verslechterd is.
Het knipperen van het lampje moet niet als een storing worden
beschouwd, maar wil de bestuurder erop wijzen dat de motorolie moet
worden ververst na een normaal gebruik van het voertuig. Als de olie niet
wordt ververst en het systeem meet een verdere verslechtering tot de
tweede graad, dan gaat ook het
lampje op het instrumentenpaneel
branden en wordt het toerental beperkt tot 3000 tpm.
Als de olie nog steeds niet wordt ververst en het systeem meet een
verdere verslechtering tot de derde graad, dan wordt het toerental
beperkt tot 1500 tpm om motorschade te voorkomen.Neem zo snel mogelijk
contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
100) 101)
Vergeet niet dat
verslechtering van de
motorolie wordt versneld
door:
– overwegend gebruik van
het voertuig in de stad,
waardoor het DPF-
regeneratieproces vaker
wordt uitgevoerd
– gebruik van het voertuig
voor korte ritten,
waardoor de motor de
bedrijfstemperatuur niet
kan bereiken
– herhaaldelijk
onderbreken van het
regeneratieproces,
hetgeen wordt
aangegeven door het
aangaan van het DPF-
lampje.
139
Waarschuwingslampjes
op display
Page 144 of 379

Wat het betekent Wat te doen
roodPORTIEREN/LAADRUIMTE NIET GOED GESLOTEN
Bij sommige versies gaat dit lampje branden wanneer een of meerdere
portieren of de laadruimte niet goed gesloten zijn.
Bij sommige versies verschijnt er een bericht op het display waarbij wordt
aangegeven welk(e) portier/deur (links/rechts voor of achter/laadruimte)
niet goed gesloten is.
Als het voertuig rijdt en er een portier/de achterklep niet goed gesloten is
klinkt er een zoemer.
Wat het betekent Wat te doen
roodSTORING STUURBEKRACHTIGING
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR
gedraaid wordt, gaat het lampje op het
instrumentenpaneel branden, maar het moet na
enkele seconden uitgaan.
Als het lampje blijft branden, het bericht op het
display niet verdwijnt en er een geluidssignaal
(zoemer) klinkt, dan werkt de stuurbekrachtiging
niet goed, het voertuig kan wel bestuurd worden
maar er is meer kracht nodig voor de bediening
van het stuurwiel.Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
140
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 145 of 379

Wat het betekent Wat te doen
roodSTORING AUTOMATISCHE
NIVEAUREGELING
(voor bepaalde versies/markten)
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer
de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid en moet enkele seconden later doven.
Het lampje gaat branden wanneer er een storing
in de automatische niveauregeling wordt
gedetecteerd.
141
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 146 of 379

BELANGRIJK
98) Als hetwaarschuwingslampje niet dooft wanneer de sleutel naar MAR wordt gedraaid of als het blijft branden
tijdens het rijden (terwijl er ook een bericht op het display wordt weergegeven), dan kan er iets mis zijn met de
veiligheidssystemen; in dit geval worden de airbags misschien niet opgeblazen of werken de gordelspanners niet
goed indien een ongeval optreedt of, in een zeer beperkt aantal gevallen, werken ze op het verkeerde moment. Laat
het systeem controleren door het Fiat Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
99) De storing van het lampje
wordt aangegeven door het knipperen van het waarschuwingslampjeof, afhankelijk
van de versie, door het permanent verschijnen van het symbool
op het display. In dat geval kan het lampje
mogelijk geen storingen in de veiligheidssystemen aangeven. Neem onmiddellijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk voordat u verder rijdt, om het systeem te laten controleren.
100) Verslechterde motorolie moet zo snel mogelijk ververst worden nadat het lampje
gaat branden, en nooit later
dan 500 km nadat het voor het eerst ging branden. Het niet opvolgen van bovenstaande aanwijzingen kan leiden tot
ernstige schade aan de motor en de garantie doen vervallen. Vergeet niet dat het branden van dit lampje niets te
maken heeft met het oliepeil in de motor; voeg dus absoluut geen motorolie toe als het lampje begint te knipperen.
101) Als het waarschuwingslampje
tijdens het rijden gaat knipperen, contact opnemen met het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK
22) Als het lampjetijdens het rijden gaat branden, zet dan de motor onmiddellijk af en neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
142
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 147 of 379

Wat het betekent Wat te doen
geelSTORING INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM
Onder normale omstandigheden, wanneer de
contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het lampje
branden maar dit moet doven zodra de motor is gestart.
De verkeerspolitie beschikt over speciale apparatuur
waarmee de werking van het lampje
kan worden
gecontroleerd. Neem in elk geval de wettelijke
voorschriften van het land waarin u rijdt in acht.
23)
Wanneer het lampje blijft branden of tijdens het rijden
gaat branden, wijst dit op een onjuiste werking van het
inspuitsysteem; met name duidt een continu brandend
lampje op een storing in het brandstoftoevoer-/
inspuitsysteem die zou kunnen leiden tot overmatige
uitlaatgasemissies, mogelijk prestatieverlies, slechte
rijeigenschappen en een hoog brandstofverbruik.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op
het display.
Het lampje dooft nadat de storing is verdwenen, maar de
storing wordt toch door het systeem in het geheugen
opgeslagen.Onder deze omstandigheden kan met
gematigde snelheid verder worden
gereden zonder te veel van de motor te
eisen. Het langdurig rijden met continu
brandend lampje kan tot schade leiden.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
143
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 148 of 379

Wat het betekent Wat te doen
amberSTORING UREUM-INSPUITSYSTEEM
Het waarschuwingslampje gaat branden en er
wordt een speciaal bericht op het display
weergegeven (voor bepaalde versies/markten),
als een vloeistof die niet voldoet aan de nominale
eigenschappen wordt ingespoten of als een
gemiddeld UREUM-verbruik van meer dan 50%
wordt gedetecteerd.Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Als het probleem niet wordt verholpen, worden
verdere meldingen gegeven op de volgende
resterende aantallen kilometers, voordat een
herstart van het voertuig wordt verhinderd:
❒400 km
❒320 km
❒240 km
Wanneer nog 200 km over zijn voordat het
herstarten van de motor wordt verhinderd, wordt
op het dashboard continu een speciaal bericht
weergegeven (voor bepaalde versies/markten) en
klinkt er een geluidssignaal.
geelSTORING ABS
Als de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden. Na enkele
seconden moet het doven.
Het lampje gaat branden om een systeemstoring
aan te geven. In dat geval blijft het remsysteem
normaal werken, maar met uitsluiting van het
ABS-systeem. Op het display verschijnt een
speciaal bericht.Rijd voorzichtig en neem zo snel mogelijk contact
op met het Fiat Servicenetwerk.
144
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 149 of 379

Wat het betekent Wat te doen
geelBRANDSTOFRESERVE
Als de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden. Na enkele
seconden moet het doven. Het lampje gaat
branden wanneer er nog ongeveer 10-12 liter
brandstof (voor versies met tankinhoud van
90-120 liter) of 10 liter (voor versies met
tankinhoud van 60 liter) in de tank zit.
BELANGRIJK Het lampje knippert om een storing
in het systeem aan te geven. Neem in dat geval
contact op met het Fiat Servicenetwerk om het
systeem te laten controleren.
145
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 150 of 379

Wat het betekent Wat te doen
geelSTORING VOORGLOEIBOUGIES /
VOORGLOEISYSTEEM
Voorgloeisysteem
Dit lampje gaat branden wanneer de contactsleutel
in de stand MAR wordt gedraaid. Het lampje dooft
zodra de voorgloeibougies de van te voren
ingestelde temperatuur hebben bereikt.
BELANGRIJK Als de buitentemperatuur erg hoog
is, kan het lampje al na zeer korte tijd doven.Start de motor onmiddellijk nadat het lampje is
gedoofd.
Storing voorgloeisysteem
Het lampje knippert om een storing in het
voorgloeisysteem aan te geven.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht
op het display.Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Wat het betekent Wat te doen
geelINDICATIE LAAG NIVEAU ADDITIEF VOOR
DIESELEMISSIES (UREUM)
(voor bepaalde versies/markten)
Het waarschuwingslampje voor een laag niveau
van het additief voor dieselemissies (UREUM)gaat branden als het UREUM-niveau van het
voertuig laag is.
146
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel