FIAT PANDA 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: PANDA, Model: FIAT PANDA 2018Pages: 240, PDF Size: 13.62 MB
Page 61 of 240

BELANGRIJK
27)Als het waarschuwingslampjegaat branden (bij bepaalde versies verschijnt ook een bericht op het display), neem dan zo snel mogelijk
contact op met het Fiat Servicenetwerk om het systeem te laten aftappen. Als de waarschuwing onmiddellijk na het tanken verschijnt, kan
het zijn dat er tijdens het tanken water in de tank terecht is gekomen: zet de motor onmiddellijk uit en neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
59
Page 62 of 240

Waarschuwingslampje Wat het betekent
iTPMS
(voor bepaalde versies/markten)
Lage bandenspanning
Het waarschuwingslampje gaat continu branden om aan te geven dat de bandenspanning gezakt is onder
de aanbevolen waarde die een lange levensduur van de band en een zuinig brandstofverbruik garandeert,
of om aan te geven dat er spanningsverlies is.
Zo wordt de bestuurder door het iTPMS gewaarschuwd dat een of meer banden leeg en mogelijk lek
kunnen zijn. In dat geval wordt geadviseerd de correcte bandenspanning te herstellen. Zodra de normale
bedrijfsomstandigheden van het voertuig hersteld zijn, de procedure Reset banden uitvoeren.
BELANGRIJK Rijd niet verder met een of meerdere lege banden, dit kan de bestuurbaarheid van de auto in
gevaar brengen. Breng het voertuig tot stilstand, voorkom bruusk remmen en sturen.
Storing iTPMS/iTPMS tijdelijk uitgeschakeld
Het waarschuwingslampje knippert ongeveer 75 seconden en blijft daarna permanent branden (er
verschijnt ook een speciaal bericht op het display) om aan te geven dat het systeem tijdelijk uitgeschakeld
of defect is. Het systeem gaat weer normaal werken zodra de bedrijfsomstandigheden dat toelaten. Als dat
niet het geval is, de procedure Reset banden uitvoeren na het herstellen van de normale
bedrijfsomstandigheden.
Als de storingswaarschuwing zich blijft voordoen, zo snel mogelijk contact opnemen met een het Fiat
Servicenetwerk.
LPG-BRANDSTOFRESERVE
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat branden als de resterende hoeveelheid LPG in de tank minder dan 1/5 van de tankinhoud
bedraagt. Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op het display.
AARDGASRESERVE (Natural Power versies)
Het lampje gaat branden als de resterende hoeveelheid AARDGAS in de tank minder dan 1/5 van de
tankinhoud bedraagt. Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op het display.
Groene lampjes
60
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 63 of 240

Waarschuwingslampje Wat het betekent
Storing ELD-systeem Start&Stopsysteem (voor bepaalde versies/markten)
Als het lampje knippert, betekent dit dat de functie van het elektronisch vergrendelend differentieel (ELD) is
ingeschakeld.
GRAVITY CONTROL SYSTEEM (Panda Cross 4x4 versies)
Als het lampje continu brandt, samen met een speciaal bericht op het display, dan geeft dit de inschakeling
aan van de Gravity Control-functie. Uitschakeling van de functie wordt aangegeven door het knipperen van
het lampje, door een geluidssignaal en een speciaal bericht op het display.
OVERSCHAKELING BENZINE/LPG
(voor bepaalde versies/markten)
Lampje brandt permanent: werking op benzine.
Waarschuwingslampje uit: Werking op LPG.
OMSCHAKELING BENZINE/AARDGAS
(voor bepaalde versies/markten)
Lampje brandt permanent: werking op benzine.
Waarschuwingslampje uit: Werking op aardgas.
MISTLICHT
Het lampje gaat branden wanneer de mistlampen voor worden ingeschakeld.
STADSLICHT EN DIMLICHT/FOLLOW ME HOME
Stadslicht en dimlicht
Het lampje gaat branden wanneer het stadslicht en het dimlicht worden ingeschakeld.
Follow Me Home
Het waarschuwingslampje gaat branden, bij sommige versies verschijnt er ook een bericht op het display,
als het "Follow me Home"-systeem in gebruik is.
61
Page 64 of 240

Waarschuwingslampje Wat het betekent
RICHTINGAANWIJZER LINKS
Het lampje gaat branden wanneer de bedieningshendel van de richtingaanwijzer omlaag wordt gezet of,
samen met de rechter richtingaanwijzer, wanneer de knop voor de alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
RICHTINGAANWIJZER RECHTS
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer de bedieningshendel van de richtingaanwijzer omhoog
wordt gebracht of, samen met de linker richtingaanwijzer, wanneer de knop voor de alarmknipperlichten
wordt ingedrukt.
Blauwe lampjes
Waarschuwingslampje Wat het betekent
GROOTLICHT
Het lampje gaat branden wanneer het grootlicht wordt ingeschakeld.
Symbolen en berichten op het display
Symbool of bericht Wat het betekent
Het symbool wordt weergegeven, samen met een speciaal bericht, als er een storing is in het LPG-
systeem.
Neem in dat geval zo snel mogelijk contact op met een Fiat Servicenetwerk en rijd verder op benzine.
Het symbool wordt weergegeven, samen met een speciaal bericht, als er een storing is in het
aardgassysteem.
Neem in dat geval zo snel mogelijk contact op met een Fiat Servicenetwerk en rijd verder op benzine.
62
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 65 of 240

Symbool of bericht Wat het betekent
STORING BRANDSTOFNIVEAUSENSOR
Het symbool verschijnt en alle tuiten verdwijnen in het geval van een storing in de brandstofmetersensor.
Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
START&STOP
(Voor bepaalde versies/markten)Het bericht wordt weergegeven wanneer het Start&Stopsysteem wordt in-/uitgeschakeld door het
indrukken van de knop
in het midden van het dashboard.
Als het Start&Stopsysteem is ingeschakeld, is de led op de knop uit; als het systeem is uitgeschakeld gaat
de led branden.
GRAVITY CONTROL
(Panda Cross 4x4 versies)De in werking treding, de niet toegestane inwerking treding en de uitschakeling van het Gravity Control-
systeem worden getoond op het display.
SERVICEWanneer het onderhoudsinterval bijna is vervallen, verschijnt het woord “Service” op het scherm, gevolgd
door het aantal resterende kilometers of mijlen. Dit wordt automatisch weergegeven, met de contactsleutel
op MAR, 2000 km (of het equivalent in mijlen) vóór de onderhoudsbeurt of, indien aanwezig, 30 dagen
vóór de onderhoudsbeurt. Het wordt ook elke keer weergegeven wanneer de sleutel op MAR wordt
gedraaid of, voor bepaalde versies/markten, om de 200 km (of het equivalent in mijlen).
Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk om de werkzaamheden van het "Geprogrammeerd
onderhoudsschema" te laten verrichten en het bericht te resetten.
63
Page 66 of 240

Symbool of bericht Wat het betekent
DUALOGIC
VERSNELLINGSBAKBij versies uitgerust met "Dualogic" versnellingsbak, kunnen de volgende berichten worden weergegeven:
Versnellingen verminderen
Manuele modus niet beschikbaar
Automatische modus niet beschikbaar
Oververhitting koppeling
Rempedaal indrukken
Rempedaal indrukken Vertraagde start
Versnelling niet beschikbaar
Manoeuvre niet toegestaan
Rempedaal indrukken en manoeuvre herhalen
Plaatsing van de versnellingspook in N (vrijstand).
28) 29)
BELANGRIJK
28)Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk als de berichten niet van het display verdwijnen.
29)Om de koppeling te sparen mag het gaspedaal niet gebruikt worden om de auto stil te laten staan (bijvoorbeeld: bij stilstand op een
helling); door oververhitting kan de koppeling beschadigd raken. Gebruik in dit geval het rempedaal en bedien het gaspedaal alleen als u
gereed bent om weg te rijden.
64
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 67 of 240

VEILIGHEID
Dit hoofdstuk is erg belangrijk. Hierin
worden de veiligheidssystemen
beschreven waarmee het voertuig is
uitgerust en aanwijzingen over hoe deze
op de juiste wijze gebruikt moeten
worden.ACTIEVE VEILIGHEIDSSYSTEMEN . 66
RIJHULPSYSTEMEN ...................... 73
BESCHERMINGSSYSTEMEN
INZITTENDEN ................................. 77
VEILIGHEIDSGORDELS .................. 77
SBR-SYSTEEM (SEAT BELT
REMINDER) .................................... 79
VOORAANSPANNERS .................... 81
KINDERZITJES ............................... 83
AANVULLEND
VEILIGHEIDSSYSTEEM (SRS) -
AIRBAGS ........................................ 93
65
Page 68 of 240

ACTIEVE
VEILIGHEIDS-
SYSTEMEN
ABS (Anti-lock Braking
System)
Dit systeem, dat integraal deel uitmaakt
van het remsysteem, voorkomt het
blokkeren of slippen van een of
meerdere wielen op alle soorten
wegdek en ongeacht de kracht van de
remwerking, zodat de auto, zelfs bij een
noodstop, onder controle gehouden
kan worden.
BELANGRIJK Een inrijperiode van circa
500 km is vereist om het beste uit het
remsysteem te halen: vermijd tijdens
deze periode bruusk, herhaaldelijk
of langdurig remmen.
Het ABS-systeem omvat ook de
volgende subsystemen: EBD (Electronic
Braking Force Distribution), MSR
(Motor Schleppmoment Regelung) en
HBA (Mechanical Brake Assist) (voor
bepaalde versies/markten).Inwerkingtreding van het systeem
De bestuurder kan merken wanneer het
ABS in werking treedt omdat het
rempedaal iets pulseert en het systeem
meer geluid maakt: dit is volkomen
normaal wanneer het systeem in
werking treedt.
44) 45) 46) 47) 48) 49) 50) 51) 52)
ESC-SYSTEEM
(Electronic Stability
Control)
(voor bepaalde versies/markten)
Dit elektronische systeem waakt over
de stabiliteit van de auto als de wielen
hun grip verliezen, waardoor de
richtingsstabiliteit van de auto beter is.
Het systeem herkent potentieel
gevaarlijke situaties voor de stabiliteit
van de auto en grijpt automatisch en op
gedifferentieerde manier in op de
remmen van de vier wielen door een
stabiliserend koppel te leveren.
Het ESC-systeem wordt automatisch
ingeschakeld wanneer de motor wordt
gestart; het kan niet worden
uitgeschakeld.Inwerkingtreding van het systeem
De ingreep van het systeem wordt
aangegeven door het knipperen van het
lampjeESCop het
instrumentenpaneel, om de bestuurder
te waarschuwen dat de stabiliteit en
de grip van het voertuig kritiek zijn.
53) 54) 55) 56) 57) 58)
HH-SYSTEEM (Hill
Holder)
Dit systeem is een onderdeel van het
ESC-systeem en helpt de bestuurder bij
het wegrijden op hellingen.
Het wordt onder de volgende
omstandigheden automatisch
geactiveerd:
op een helling- als het voertuig
auto stilstaat op een weg met een
hellingsgraad van meer dan 5% met
draaiende motor, ingetrapt rempedaal
en de versnellingsbak in de vrijstand
of met ingeschakelde versnelling
(andere dan achteruit);
heuvelafwaarts: als de auto stilstaat
op een afdalende weg van meer dan
5% met draaiende motor, ingetrapt
rempedaal en de versnellingsbak in de
achteruit.
66
VEILIGHEID
Page 69 of 240

Tijdens het wegrijden houdt de
regeleenheid van het ESC-systeem de
wielen geremd, totdat het nodige
motorkoppel is bereikt om te kunnen
wegrijden, of in ieder geval maximaal 2
seconden, zodat de bestuurder de
tijd heeft om de rechtervoet van het
rempedaal naar het gaspedaal te
verplaatsen.
Als na 2 seconden niet wordt
weggereden, wordt het systeem
automatisch uitgeschakeld en wordt de
remdruk geleidelijk gereduceerd.
Tijdens deze fase kan een typisch
mechanisch geluid van de remmen
hoorbaar zijn. Dit geluid wijst erop dat
de auto weldra in beweging zal komen.
OPMERKING: Het Hill Holdersysteem
is niet actief als de parkeerrem is
ingeschakeld.
BELANGRIJK Het Hill Holder-systeem
is geen parkeerrem; verlaat daarom
nooit het voertuig zonder eerst de
handrem te hebben aangetrokken, de
motor te hebben afgezet en de eerste
versnelling te hebben ingeschakeld,
met het voertuig in veilige
omstandigheden geparkeerd.ASR (AntiSlip
Regulation) SYSTEEM
Dit systeem is een onderdeel van het
ESC-systeem. Het wordt automatisch
in geschakeld als één of beide
aangedreven wielen slippen, grip
verliezen op natte wegen (aquaplaning)
en bij het optrekken op glad,
besneeuwd of met ijzel bedekt wegdek,
enz.
Afhankelijk van de slipomstandigheden
kunnen twee verschillende
regelsystemen worden geactiveerd:
als beide aandrijfwielen doorslippen,
reduceert het ASR-systeem het
motorvermogen;
als slechts één aandrijfwiel doorslipt,
blokkeert het ASR-systeem
automatisch het doorslippende wiel.
Inschakeling/uitschakeling van het
systeem
Het ASR-systeem wordt automatisch
ingeschakeld wanneer de motor wordt
gestart.
Tijdens het rijden kan het ASR
uitgeschakeld en vervolgens weer
ingeschakeld worden door op de knop
ASR OFF fig. 49 te drukken.Wanneer het systeem wordt
ingeschakeld, verschijnt er bij sommige
versies een speciaal bericht op het
display. Wanneer het systeem niet actief
is, gaat de led op de knop ASR OFF
branden en verschijnt er bij sommige
versies een bericht op het display.
Wanneer het ASR tijdens het rijden
wordt uitgeschakeld, wordt
automatisch weer ingeschakeld
wanneer de motor weer gestart wordt.
Wanneer met sneeuwkettingen wordt
gereden, kan het handig zijn om het
ASR uit te schakelen: onder deze
omstandigheden levert het doorslippen
van de aandrijfwielen bij het wegrijden
immers meer trekkracht op.
59) 60) 61) 62) 63)
49F1D0038
67
Page 70 of 240

HBA (Hydraulic Brake
Assist) systeem
Het HBA-systeem is ontworpen om het
remvermogen van de auto tijdens
noodremmen te verbeteren. Het
systeem detecteert het noodremmen
door de snelheid en de kracht waarmee
het rempedaal wordt ingetrapt te
controleren en past vervolgens de
optimale remdruk toe.
Dit kan de remweg verkorten en dus
vormt het HBA-systeem een aanvulling
op het ABS.
Er wordt maximale assistentie van het
HBA-systeem verkregen als het
rempedaal zeer snel wordt ingetrapt.
Tevens moet het rempedaal continu,
dus niet intermitterend, ingetrapt
worden tijdens het remmen, om
voordelen van het systeem te
verkrijgen.
Verminder niet de druk op het
rempedaal zolang geremd moet
worden.
Het HBA-systeem wordt uitgeschakeld
wanneer het rempedaal wordt
losgelaten.
64) 65) 66)
ELD (elektronisch
vergrendelend
differentieel) SYSTEEM
(Panda Cross 4x4 en Panda 4x4
versies)
Door het ELD-systeem wordt de
aandrijfkracht gelijkmatig verdeeld over
dezelfde as wanneer beide wielen
slippen. ELD werkt door het wiel met
slechte grip (of het wiel dat meer slipt
dan andere) af te remmen en daarbij de
aandrijfkracht over te brengen naar
die welke een grotere grip heeft op de
grond. Het systeem werkt bij snelheden
van minder dan 50 km/h. Boven deze
snelheid wordt deze automatisch
uitgeschakeld en weer ingeschakeld
wanneer de snelheid onder de 50 km/h
valt.
De inschakeling van het ELD-systeem
heeft betrekking op de volgende
functies die in werking treden:
belemmering van de ASR-functie,
om het motorkoppel volledig te
exploiteren;
differentieel sloteffect op de voorste
en achterste assen, via het
remsysteem, om het rijden op oneffen
oppervlakken te verbeteren.Het systeem inschakelen
Om de werking van het ELD-systeem in
te stellen, op knop A fig. 50 (Panda
4x4 versies) drukken of de ring fig. 51
naar rechts draaien (Panda Cross
4x4 versies) en deze in deze stand
houden totdat LED 2 op de
kiesschakelaar gaat branden.
50F1D0122
51F1D0116
68
VEILIGHEID