Hyundai Grand Santa Fe 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2015, Model line: Grand Santa Fe, Model: Hyundai Grand Santa Fe 2015Pages: 710, PDF Size: 44.66 MB
Page 661 of 710

Onderhoud
62
7
Naam zekeringSymboolStroomsterkte
zekeringBeveiligd onderdeel
ZEKERING
IGN COIL20AG6DF: Condenser #1/#2, bobine #1/#2/#3/#4/#5/#6
D4HA/D4HB: motor-ECU
SENSOR210A
G6DF: PCM, oliedrukregelklep #1/#2/#3/#4, magneetklep variabel inlaatsysteem #1/#2, magneetklep dampafvoer
D4HA/D4HB (VGT Regular Engine-pakket): magneetklep omloop EGR- koeling, Lower Power EGR-klep, krukassensor,
brandstofpomprelais, zekering- en relaiskast motorruimte (relais6/10)
SENSOR115A
G6DF: PCM, lambdasensor #1/#2/#3/#4, zekering- en relaiskast motorruimte(relais 6/10)
D4HA/D4HB (VGT Regular Engine-pakket): oliepeilsensor, brandstofdrukregelklep, raildrukregelklep
SENSOR420AG4KE/G4KJ: PCM
B/ALARM10ARelais claxon alarmsysteem
Page 662 of 710

763
Onderhoud
Alleen dieselmotor (Diesel engine only)
ODM072049
ODM074045
Page 663 of 710

Onderhoud
64
7
Symbool Stroomsterkte
zekeringBeveiligd onderdeel
30ARelais 1
(relais verwarming brandstoffilter)
150ARelais 2 (relais PTC-verwarming #1)
250ARelais 3 (relais PTC-verwarming #2)
350ARelais 4 (relais PTC-verwarming #3)
80AVoorgloeirelaisunit
Circuit
Type relais
NR.SymboolNaam relaisType
E44Relais 1
(relais verwarming brandstoffilter)MICRO PLUG
E451Relais 2
(relais PTC-verwarming #1)MICRO PLUG
E462Relais 3
(relais PTC-verwarming #2)MICRO PLUG
E473Relais 4
(relais PTC-verwarming #3)MICRO PLUG
Page 664 of 710

765
Onderhoud
GLOEILAMPEN
Gebruik alleen lampen met devoorgeschreven wattage.
✽✽ AANWIJZING
Na zware regenval of het wassen van de
auto kan het lijken alsof er vocht in de
koplampen en achterlichten zit. Dit
wordt veroorzaakt door het
temperatuurverschil tussen de
binnenzijde en de buitenzijde van het
lampglas. Dit is vergelijkbaar met het
beslaan van de ruiten bij het rijden
onder regenachtige omstandigheden en
duidt niet op een probleem met uw auto.
Als er sprake is van waterlekkage in het
elektrische gedeelte van de lamp,
adviseren we u het systeem te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.WAARSCHUWING
- Vervangen van gloeilampen
Zet, voordat u lampen gaat
vervangen, de parkeerrem stevig
vast en controleer of het contact in
stand LOCK staat om te voorkomen
dat de auto plotseling in beweging
komt, dat u zich brandt of dat u een
schok krijgt.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de doorgebrande lamp vervangen wordt door een metdezelfde wattage. Anders kan dezekering of het elektrische
bedradingssyteem beschadigdraken.
OPMERKING
Raadpleeg een officiële HYUNDAI Erkend Reparateur wanneer u niet
over het juiste gereedschap, dejuiste lampen en/of ervaringbeschikt. In veel gevallen kan het zelf vervangen van lampen
problemen opleveren vanwege hetfeit dat om bij de lamp te kunnenkomen, eerst andere onderdelen
verwijderd dienen te worden. Dat isin het bijzonder het geval als u dekoplampunit moet verwijderen ombij de gloeilamp(en) te kunnen
komen. Het verwijderen en plaatsenvan de koplampunit kan leiden totbeschadigingen aan de auto.
Page 665 of 710

Onderhoud
66
7
Vervangen van koplampen,
parkeerlichten,
richtingaanwijzerlampen enmistlampen vóór
(1) Koplamp (grootlicht)
(2) Koplamp (dimlicht)
(3) Parkeerlicht (LED)
(4) Richtingaanwijzer vóór
(5) Mistlamp vóór
(indien van toepassing)
(6) Dagrijverlichting (DRL) (indien van toepassing)Koplamp
WAARSCHUWING
- Halogeenlampen
Halogeenlampen bevatten gas onder druk, zodat de
halogeenlamp bij het vallen kan
ontploffen waardoor kleine
glasdeeltjes vrijkomen.
(Vervolg)
OHD076046
ONCNMC2017
(Vervolg)
Behandel halogeenlampen altijdvoorzichtig om krassen te
voorkomen. Voorkom contact met
vloeistoffen wanneer de lampen
branden. Raak het glas nooit met
de vingers aan. Door
achtergebleven vet kan de lamp
te heet worden en knappen
wanneer deze brandt. De lamp
mag alleen in gemonteerde
toestand worden ingeschakeld.
Vervang een beschadigde of gebarsten lamp direct en gooi
deze niet zomaar weg.
Draag bij het vervangen van een lamp een veiligheidsbril. Laat de
lamp alvorens hem te vervangen
afkoelen.
Page 666 of 710

767
Onderhoud
1. Open de motorkap.
2. Verwijder de afdekkap van dekoplamp door de kap linksom te
draaien.
3. Neem de stekker los van de koplamp.
4. Verwijder de fitting uit de lichtunit door de fitting linksom te draaien tot de
nokjes ervan in lijn liggen met de
uitsparingen van de lichtunit.
5. Trek de lamp uit de fitting.
6. Steek een nieuwe lamp in de fitting.
7. Plaats de fitting in de lichtunit door de nokjes op de fitting in lijn te brengen
met de uitsparingen in de lichtunit.
Druk de fitting in de lichtunit en draaide fitting rechtsom. 8. Plaats de afdekkap van de koplamp
door de kap rechtsom te draaien.
✽✽ AANWIJZING
Raadpleeg een officiële HYUNDAI-
dealer indien na vervanging van de
koplampunit de koplampen opnieuw
afgesteld moeten worden.
Richtingaanwijzerlampen vóór/
parkeerlicht
1. Verwijder de fitting uit de lichtunit door deze linksom te draaien tot de nokjes
van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van de lichtunit.
2. Verwijder de lamp uit de fitting door de lamp in te drukken en te draaien tot de
nokjes van de lamp in lijn liggen met
de uitsparingen van de fitting. Trek delamp uit de fitting.
3. Plaats een nieuwe lamp in de fitting en draai de lamp tot hij vastzit.
4. Plaats de fitting in de lichtunit door de nokjes op de fitting in lijn te brengen
met de uitsparingen in de lichtunit.
Duw de fitting in de lichtunit en draaide fitting rechtsom.
ODMNMC2022
DDDDiiiimmmmlllliiiicccchhhh
GGGGrrrroooooooottttlllliiiicccchhhhtttt
ODMEMC2006
RRRRiiiicccchhhhttttiiiinnnnggggaaaaaaaannnnwwwwiiiijjjjzzzzeeeerrrrllllaaaammmmppppeeeennnnPPPPaaaarrrrkkkkeeeeeeeerrrrlllliiiicccchhhhtttt
Page 667 of 710

Onderhoud
68
7
Mistlampen vóór
(indien van toepassing)
1. Verwijder de onderplaat van de voorbumper.
2. Steek uw hand in de achterzijde van de voorbumper.
3. Neem de voedingsschakelaar los uit de fitting.
4. Verwijder de fitting uit het huis door deze linksom te draaien tot de nokjes
van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van het huis.
5. Plaats een nieuwe fitting in het huis door de nokjes van de fitting in lijn te
leggen met de uitsparingen van het
huis. Duw de fitting in het huis en draai
de fitting een kwartslag rechtsom. 6. Sluit de voedingsschakelaar aan op
de fitting.
7. Plaats de onderplaat weer op de voorbumper.
Vervangen van koplampen (HID),
parkeerlichten (LED), en dagrijverlichting
Als de lamp niet brandt, adviseren we u contact op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.
ONCEMC3211
WAARSCHUWING - Gasontladingslamp
dimlicht
(indien van toepassing)
Probeer wegens elektrocutiegevaar
het dimlicht (xenonlamp) niet zelf te
controleren of te vervangen. Als het
dimlicht (xenonlamp) niet brandt,
adviseren we u contact op te
nemen met een officiële HYUNDAI-
dealer.
Page 668 of 710

769
Onderhoud
✽✽AANWIJZING
Gasontladingslampen hebben een
langere levensduur dan
halogeenlampen. Gasontladingslampen
gaan volgens schatting van de fabrikant
twee keer zo lang of langer mee dan
halogeenlampen, afhankelijk van de
gebruiksfrequentie. Ze zullen
waarschijnlijk wel op enig moment in
het leven van de auto moeten worden
vervangen. Vaker in- en uitschakelen
van de koplampen dan gebruikelijk
verkort de levensduur van de
gasontladingslampen.
Gasontladingslampen raken niet op
dezelfde manier defect als
halogeenlampen. Als de koplamp
uitgaat na een werkingsperiode, maar
direct weer gaat branden als de
koplampschakelaar wordt bediend,
moet de gasontladingslamp
waarschijnlijk worden vervangen.
Gasontladingslampen zijn complexer
dan de conventionele halogeenlampen
en hebben dus hogere
vervangingskosten.Koplampen en mistlampen voor
afstellen (Europa)
Afstellen koplampen
Zonder AFLS
1. Breng de banden op de voorgeschreven spanning en
verwijder alle lading uit de auto
behalve het reservewiel en het
gereedschap. Laat iemand in de autoplaatsnemen op de bestuurdersstoel.
2. De auto moet op een vlakke ondergrond staan.
3. Trek verticale lijnen (lijnen die door het hart gaan van de respectievelijke
koplamp) en een horizontale lijn (die
door het hart gaat van de koplamp) op
het scherm. 4. Controleer of de accu voldoende
geladen is, schakel de koplampen in
en stel de koplampen zo af dat het
helderste gedeelte van de lichtbundel
op de horizontale en verticale lijnen
valt.
5. Verdraai de schroevendraaier rechtsom of linksom om de dimlicht/
grootlicht bundel naar links of rechts
te verstellen.
Verdraai de schroevendraaier rechtsom of linksom om de dimlicht/
grootlicht bundel omhoog of omlaag te
verstellen.
ODMEMC2027
Page 669 of 710

Onderhoud
70
7
Met AFLS
1. Zet de motor uit
2. Zet de lichtschakelaar in de stand
dimlicht.
3. Zet de wielen met het stuur in de rechtuitstand.
4. Zet de motor uit.
5. Breng de banden op de voorgeschreven spanning en
verwijder alle lading uit de auto
behalve het reservewiel en het
gereedschap. Laat iemand in de autoplaatsnemen op de bestuurdersstoel.
6. De auto moet op een vlakke ondergrond staan.
7. Trek verticale lijnen (lijnen die door het hart gaan van de respectievelijke
koplamp) en een horizontale lijn (die
door het hart gaat van de koplamp) op
het scherm.
8. Controleer of de accu voldoende geladen is, schakel de koplampen in
en stel de koplampen zo af dat het
helderste gedeelte van de lichtbundel
op de horizontale en verticale lijnen
valt nadat er 20 seconden zijn
verstreken, zodat de initialisatie van
het AFLS-systeem is voltooid. 9. Verdraai de schroevendraaier
rechtsom of linksom om de dimlicht
-bundel naar links of rechts te
verstellen.
Verdraai de schroevendraaier rechtsom of linksom om de dimlicht
-bundel omhoog of omlaag te
verstellen.
Verdraai de schroevendraaier rechtsom of linksom om de grootlicht
-bundel omhoog of omlaag te
verstellen.
Afstellen mistlampen vóór
Het afstellen van de mistlampen vóór
gaat op dezelfde wijze als bij de
koplampen.
Controleer of de accu voldoende geladen
is, schakel de mistlampen vóór in en stel
de mistlampen af. Verdraai de
schroevendraaier rechtsom of linksom
om de lichtbundel omhoog of omlaag te
verstellen.
ONCEMC3206
Page 670 of 710

771
Onderhoud
Richtpunt
Eenheid: mm (in.)
< Hoogte vanaf de grond >< Afstand tussen lampen >
Scherm
H1: Hoogte tussen hart gloeilamp en grond (dimlicht)
H2: Hoogte tussen hart gloeilamp en grond (grootlicht)
H3: Hoogte tussen hart gloeilamp en grond (mistlamp)
W1: Afstand tussen het hart van beide gloeilampen (dimlicht)
W2: Afstand tussen het hart van beide gloeilampen (grootlicht)
W3: Afstand tussen het hart van beide gloeilampen (mistlampen)ONCEMC3210
Conditie auto H1 H2H3
W1 W2 W3
MislampenMistlampen+
bochtverlichting MislampenMistlampen+
bochtverlichting
Zonder bestuurder 888 (34,9) 868 (34,1) 584 (30)
584 (30)
1.420 (559) 1.193 (46.9) 1.544 (61)1.544 (61)
Met bestuurder 883 (34,7) 863 (33,9) 579 (28)579 (28)