Hyundai Grand Santa Fe 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2015, Model line: Grand Santa Fe, Model: Hyundai Grand Santa Fe 2015Pages: 710, PDF Size: 44.66 MB
Page 681 of 710

Onderhoud
82
7
Bijwerken van lakbeschadigingen
Repareer diepe krassen en steenslagbeschadigingen in de lak
direct. Het blanke metaal gaat snel
roesten waardoor ingrijpendere
reparatiekosten noodzakelijk worden.
✽✽
AANWIJZING
Wanneer uw auto beschadigd is en
reparatie of vervanging van metalen
delen nodig is, let er dan op dat de
garage anti-corrosiemiddel aanbrengt
op de gerepareerde of vervangen
onderdelen.
Onderhoud van verchroomde onderdelen
Gebruik een teerverwijderaar en geen schraper of ander scherp voorwerp
voor het verwijderen van teer ofinsecten.
Breng ter bescherming een waslaag aan op verchroomde onderdelen of
bescherm ze met een speciaal
conserveringsmiddel.
Bescherm de verchroomde onderdelen onder winterse
omstandigheden of bij gebruik van de
auto in kustgebieden met een dikkere
laag was of conserveringsmiddel. U
kunt eventueel vaseline of een ander
beschermingsmiddel gebruiken.
Onderhoud van de onderzijde
Zand en pekel kunnen zich ophopen aan
de onderzijde van de carrosserie. Als
deze middelen niet verwijderd worden,
kan versnelde roestvorming optreden
aan onderdelen aan de onderzijde van
de carrosserie zoals brandstofleidingen,
subframes, bodemplaat en
uitlaatsysteem, ook al zijn deze
onderdelen tegen corrosie beschermd.
Spoel daarom de onderzijde van de
carrosserie en de wielkuipen eenmaal
per maand, na het rijden op stoffige of
modderige wegen en aan het eind van
de winter grondig schoon met lauw of
koud water. Besteed hieraan de nodige
zorg; de opeenhopingen zijn niet altijd
even gemakkelijk te zien. Als u het vuil
alleen maar nat maakt zonder het te
verwijderen, is het effect averechts. Houd
ook de afvoeropeningen in portieren en
dorpels te allen tijde open. Water dat in
portieren en dorpels blijft staan,
veroorzaakt roestvorming van binnenuit.
Page 682 of 710

783
Onderhoud
Onderhoud van lichtmetalen velgen
De lichtmetalen velgen zijn voorzien van
een transparante beschermende laklaag.
Gebruik voor het reinigen vanlichtmetalen velgen geen schuur- of polijstmiddelen, oplosmiddelen of een
staalborstel. Deze kunnen de laklaagaantasten.
Reinig de velg wanneer deze is afgekoeld.
Gebruik uitsluitend een zachte zeep of een neutraal oplosmiddel en spoel
grondig na met water. Let er ook op de
velgen te reinigen nadat u over wegen
met pekel gereden heeft. Voorkomen
van roestvorming.
Vermijd het wassen van de velgen met behulp van de sneldraaiende borstels
in de automatische wasserette.
Gebruik geen bijtende middelen. Deze kunnen schade en corrosie van de
lichtmetalen velgen veroorzaken, die
zijn voorzien van een transparante
beschermende laklaag.
Bescherming tegen roest
Bescherming van uw auto tegen roest
Met behulp van de meest geavanceerde
technologie in ontwerp en constructie om
roestvorming tegen te gaan, produceren
wij auto's van de hoogste kwaliteit. Dat is
echter niet genoeg. Om ervoor te zorgen
dat uw auto langdurig tegen roest
beschermd is, is uw medewerking
noodzakelijk.
Meest voorkomende oorzaken van roest
De meest voorkomende oorzaken van roest aan de auto zijn:
Het ophopen van strooizout, vuil enmodder onder de auto.
Het afspringen van lak of beschermende coatings door
steentjes, gravel, kleine krasjes of
deukjes waardoor onbeschermd
metaal komt bloot te staan aan roest.WAARSCHUWING
Test na het wassen de remmen van
uw auto bij lage snelheid om te
controleren of de remwerking door
binnengedrongen water beïnvloed
is. Droog de remmen door het
rempedaal bij lage snelheid licht inte trappen wanneer de
remprestaties verminderd zijn.
Page 683 of 710

Onderhoud
84
7
Roestgevoelige gebieden
Als u in een gebied woont waar uw auto
regelmatig wordt blootgesteld aan
factoren die roestvorming bevorderen, is
bescherming tegen roest uitermate
belangrijk. Een aantal veel voorkomende
oorzaken van versnelde corrosie zijn
strooizout, stofwerende chemicaliën,
zeelucht en luchtverontreiniging. Vocht werkt roest in de hand
Vocht creëert omstandigheden
waaronder roestvorming gemakkelijk
optreedt. Roestvorming wordt
bijvoorbeeld bevorderd door een hoge
luchtvochtigheid, met name als de
temperatuur net boven het vriespunt ligt.
Onder zulke omstandigheden blijven
agressieve stoffen in contact met de auto
omdat het vocht langzaam verdampt.
Modder is zeer corrosief omdat het
langzaam droogt en vocht in contact
houdt met de auto. Hoewel de modder
droog lijkt te zijn, zit er nog steeds vocht
in dat roestvorming bevordert.
Hoge temperaturen versnellen ook het
roesten van delen die niet goed
geventileerd waardoor het vocht niet
wordt afgevoerd. Daarom is het zeer
belangrijk uw auto schoon en vrij te
houden van modder en andere
vuilophopingen. Dit geldt niet alleen voor
zichtbare oppervlakken maar met name
ook voor de onderkant van de auto.
Voorkomen van roest
U kunt een bijdrage leveren aan het
voorkomen van roest door in eerste
instantie te letten op het volgende:Houd uw auto schoon De beste manier om roest tegen te gaan
is uw auto schoon te houden en vrij van
agressieve stoffen. Aandacht voor de
onderkant van de auto is zeer belangrijk.
Als u in een gebied woont waar de
kans op roestvorming groot is - waar
strooizout wordt gebruikt, dicht bij de
zee, gebied met luchtverontreiniging,
etc.-, dient u extra aandacht te
besteden aan het voorkomen van
roest. Spuit de onderkant van de autoin de winter ten minste eenmaal per
maand schoon en reinig de onderkant
aan het einde van de winter grondig.
Page 684 of 710

785
Onderhoud
onderkant extra aandacht aan de
delen onder de spatschermen enandere delen die zich uit het zicht
bevinden. Reinig de onderkant
grondig. Alleen bevochtigen van de
modder in plaats van deze te
verwijderen zal de vorming van roest
juist versnellen in plaats van
voorkomen. Hoge waterdruk en stoom
zijn zeer effectief voor het verwijderen
van opgehoopte modder en andere
agressieve stoffen.
Zorg er bij het reinigen van portieren en dorpels voor dat de
afvoeropeningen openblijven zodat het
vocht er altijd uit kan. Anders kan er
zich water verzamelen hetgeen
roestvorming versnelt.
Houd uw garage vochtvrij
Parkeer uw auto niet in een vochtige,
slecht geventileerde garage. Dit is de
perfecte omgeving voor roestvorming. Ditgeldt met name als u uw auto in de
garage wast of in de garage parkeert als
deze nog nat is of bedekt met sneeuw, ijs
of modder. Zelfs een verwarmde garage
kan roest bevorderen als hij niet goed
geventileerd wordt waardoor het vocht
niet goed wordt afgevoerd. Houd lak en lijsten in goede staat
Krasjes en kleine beschadigingen
moeten zo snel mogelijk worden
bijgewerkt met een lakstift om de kans op
roestvorming te verkleinen. Als het
onderliggende metaal zichtbaar is, laat
er dan een professioneel
schadeherstelbedrijf naar kijken.
Uitwerpselen van vogels: Uitwerpselen
van vogels bevorderen roestvorming inhoge mate en beschadigen gelakte
oppervlakken in een paar uur. Verwijder
uitwerpselen van vogels daarom altijd zosnel mogelijk.
Verwaarloos het interieur niet
Vocht kan zich onder vloermatten en vloerbedekking ophopen en daar roest
veroorzaken. Controleer dus regelmatig
of de vloer onder de matten droog is.
Wees vooral voorzichtig met het vervoer
van kunstmest, reinigingsmiddelen ofchemicaliën.
Vervoer dergelijke stoffen in een
geschikte verpakking en reinig de auto
bij morsen of lekken direct en laat hemgoed drogen.
Onderhoud interieur
Onderhoud interieur - Algemeen
Voorkom dat chemicaliën als parfum,
cosmetische oliën, zonnebrandcrème en
luchtverfrisser in aanraking komen met
onderdelen van het interieur, omdat deze
beschadiging of verkleuring kunnen
veroorzaken. Indien deze stoffen toch
met onderdelen van het interieur in
aanraking komen, moeten ze direct
worden verwijderd. Raadpleeg de
instructies voor het reinigen van
kunststof.
OPMERKING
Zorg ervoor dat water en andere
vloeistoffen nooit in contact komenmet elektrische/elektronische componenten in de auto omdat ze dan beschadigd kunnen raken.
Page 685 of 710

Onderhoud
86
7
Interieurbekleding reinigen
Kunststof
Verwijder stof en los vuil van de kunststof bekleding met een plumeau of een
stofzuiger. Reinig de kunststof
oppervlakken met een vinylreiniger.
Stoffen
Verwijder stof en los vuil van de stoffen bekleding met een plumeau of een
stofzuiger. Reinig met een zachte
zeepoplossing die geschikt is voor
bekleding of vloerbedekking. Verwijder
nieuwe vlekken onmiddellijk met een
vlekkenverwijderaar. Wanneer nieuwe
vlekken niet direct verwijderd worden,
kunnen er permanente vlekken of
verkleuringen in de bekleding
achterblijven. Daarnaast kunnen de
brandwerende eigenschappen
verminderen wanneer de bekleding niet
op de juiste wijze wordt onderhouden.
Veiligheidsgordels reinigen
Reinig de gordels met een zachte
zeepoplossing die speciaal geschikt is
voor het reinigen van bekleding en tapijt.
Volg de aanwijzingen op het etiket van
het reinigingsmiddel. Bleek of verf de
gordels nooit omdat dit een negatieve
invloed op de sterkte van de gordel kan
hebben.
Binnenzijde ruiten reinigen
Als de ruiten aan de binnenzijde snel
beslagen raken (vette aanslag), moeten
ze gereinigd worden met een speciale
glasreiniger. Volg de aanwijzingen op het
etiket van de glasreiniger.
OPMERKING
Het gebruik van andere dan de
voorgeschreven reinigingsmiddelen en procedures kan het uiterlijk van
de stof aantasten en debrandwerende eigenschappenverminderen.
OPMERKING
Gebruik voor het reinigen van lederen onderdelen (stuurwiel,
stoelbekleding enz.) een mildreinigingsmiddel of oplossingenmet een lage concentratie alcohol. Door het gebruik van oplossingen
met een hoge concentratie alcoholof zure/basische reinigingsmiddelenkan de kleur van de lederen
onderdelen verbleken of hetoppervlak ervan loskomen.
OPMERKING
Ga niet met scherpe voorwerpenover de binnenzijde van deachterruit. Hierdoor kunnen de
draden van de achterruitverwarmingbeschadigd raken.
Page 686 of 710

787
Onderhoud
EMISSIEREGELSYSTEEM
Op het emissieregelsysteem van uw auto
is een aangepaste garantieregeling van
toepassing. Raadpleeg de garantie-
informatie in het onderhoudsboekje voor
meer informatie.
Uw auto is uitgerust met een emissieregelsysteem om aan alle
emissienorm te voldoen.
Er zijn drie emissieregelsystemen, namelijk:
(1) Carterventilatiesysteem
(2) Brandstofdampafzuigsysteem(3) Emissieregelsysteem
Om de goede werking van de
emissieregelsystemen te garanderen, is
het aan te raden uw auto door een
officiële HYUNDAI Erkend Reparateur. Opmerking bij controle en onderhoud(met ESC)
Om overslaan van de motor tijdens
het testen op een rollenbank te
voorkomen, moet het ESC-systeem
worden uitgeschakeld door de ESC-
schakelaar in te drukken.
Schakel na de rollenbanktest het ESC-systeem weer in door
nogmaals op de ESC-schakelaar tedrukken. 1. Carterventilatiesysteem
Het carterventilatiesysteem voorkomt dat
lekgassen uit het carter in de atmosfeer
terechtkomen. Bij dit systeem wordt
schone, gefilterde lucht via de
luchtinlaatslang naar het carter gevoerd.
In het carter wordt de lucht vermengd
met de lekgassen en vervolgens via de
PCV-klep naar het luchtinlaatsysteem
gevoerd.
2. Brandstofdampafzuigsysteem
Het brandstofdampafzuigsysteem is
ontworpen om te voorkomen dat
brandstofdampen in de atmosfeer
terechtkomen.
Page 687 of 710

Onderhoud
88
7
Reservoir
De brandstofdampen die vrijkomen in de
brandstoftank worden geabsorbeerd en
opgeslagen in een reservoir. Als de
motor draait worden de opgeslagen
brandstofdampen via de magneetklep
dampafvoer naar het inlaatsysteem
gevoerd.
Magneetklep dampafvoer
(PCSV - Purge Control Solenoid valve)
De magneetklep dampafvoer wordt
aangestuurd door de motor-ECU; als de
koelvloeistoftemperatuur laag is bij
stationair draaien, is de PCSV gesloten
en wordt de verdampte brandstof niet
naar de motor toegevoerd. Als de motor
op bedrijfstemperatuur is, wordt tijdens
normaal rijden de verdampte brandstofvia de geopende PCSV naar de motor
gevoerd. 3. Emissieregelsysteem Het emissieregelsysteem is een uiterst
effectief systeem dat de uitstoot van
schadelijke stoffen tot een minimum
beperkt zonder dat dit ten koste gaat van
de prestaties.
Aanpassingen aan de auto
Er mogen geen aanpassingen aan deze
auto worden gedaan. Door
aanpassingen kunnen de prestaties, de
veiligheid of de levensduur van uw auto
beïnvloed worden. Aanpassingen
kunnen zelfs in strijd zijn met
overheidsbepalingen en
milieuvoorschriften.
Daarnaast kunnen schade of problemen
met de prestaties als gevolg vanaanpassingen mogelijk niet onder de
garantie vallen.
Als u niet-toegestane elektronische
apparaten gebruikt, kan de auto zich
abnormaal gedragen, kan schade aan
de bedrading ontstaan, raakt de accumogelijk ontladen of is er kans op
brand. Gebruik voor uw eigen
veiligheid geen niet-toegestane
elektronische apparaten.
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot uitlaatgassen (koolmonoxide)
Koolmonoxide kan samen met andere uitlaatgassen aanwezig zijn. Laat het
uitlaatsysteem van uw auto directcontroleren en indien nodig repareren
indien u in het interieur uitlaatgas ruikt.Rijd niet met de auto als u in het
interieur uitlaatgassen ruikt, maar als
het niet anders kan, rijd dan met alle
ruiten volledig geopend. Laat uw autoonmiddellijk controleren en repareren.
WAARSCHUWING - Uitlaatgas
Uitlaatgassen bevatten onder
andere het reukloze en kleurloze
gas koolmonoxide (CO) dat bijinademing dodelijk kan zijn.
Hoewel het kleurloos en reukloos
is, is het gevaarlijk en kan het bij
inademing dodelijk zijn. Neem de
volgende aanwijzingen in acht ter
voorkoming van
koolmonoxidevergiftiging.
Page 688 of 710

789
Onderhoud
Laat de motor in een afgesloten ruimte(bijvoorbeeld een garage) niet langer
draaien dan nodig is om de auto naar
binnen of naar buiten te rijden.
Stel het ventilatiesysteem zo af dat er verse buitenlucht naar het interieur
gevoerd wordt als de auto in een open
ruimte stilstaat terwijl de motor wat
langer moet blijven draaien.
Blijf nooit met draaiende motor gedurende langere tijd in eenstilstaande auto zitten.
Als de motor afslaat of niet wil aanslaan en er teveel startpogingen
ondernomen worden, kan hetemissieregelsysteem beschadigd
raken.Voorzorgsmaatregelen katalysator
(indien van toepassing)Uw auto is uitgerust met een katalysator
ten behoeve van de emissieregeling.
Daarom moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht wordengenomen:
Gebruik bij een benzinemotor uitsluitend LOODVRIJE BENZINE.
Gebruik de auto niet als de motor duidelijk storingen vertoont, zoals
overslaan of vermogensverlies.
Doe geen dingen die slecht zijn voor de motor. Voorbeelden hiervan zijn: de
auto in de versnelling laten uitrollenterwijl het contact in stand LOCK staat
en een helling af rijden met het contactin stand LOCK.
Laat de motor niet langdurig (5 minuten of langer) met een hoog
stationair toerental draaien.
Voer zelf geen aanpassingen of wijzigingen uit aan de motor of het
emissieregelsysteem. We adviseren uhet systeem te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
Voorkom rijden met een extreem laag brandstofniveau. Het leegrijden van de
tank kan leiden tot overslaan van de
motor en overbelasting van de
katalysator.
WAARSCHUWING - Brand
Een heet uitlaatsysteem kan brandbare materialen in brand
doen vliegen.
Vermijd contact tussen de auto en brandbare materialen zoals
gras, planten, papier, bladeren,
enz. door niet in de nabijheid
daarvan te parkeren of te rijden,of de motor stationair te latendraaien.
Het uitlaatsysteem en de katalysator zijn zeer heetwanneer de motor draait en direct
nadat de motor is uitgezet. Blijf
op veilige afstand van het
uitlaatsysteem en de katalysator,
anders kunt u brandwondenoplopen.
Verwijder het hitteschild van het
uitlaatsysteem niet, maak de
onderkant van de auto niet dicht
en breng geen coating aan om
corrosie tegen te gaan. Onderbepaalde omstandigheden kan er
brandgevaar ontstaan.
Page 689 of 710

Onderhoud
90
7
Wanneer bovenstaande
voorzorgsmaatregelen niet in acht
worden genomen, kan schade aan dekatalysator en aan uw auto ontstaan.
Bovendien kan hierdoor de garantie
vervallen.Roetfilter (indien van toepassing)
Het roetfilter (DPF) verwijdert het roet dat
door de auto wordt uitgestoten.
In tegenstelling tot een gewoon luchtfilter
verbrandt en verwijdert het DPF-systeem
automatisch het verzamelde roet
overeenkomstig de rijomstandigheden.
Met andere woorden het actieve
verbranden door het motorregelsysteem
en de hoge uitlaatgastemperatuur die
optreedt bij het rijden met normale tot
hoge snelheid, verwijderen het
verzamelde roet.
Wanneer echter gedurende een lange
tijd langzaam wordt gereden, wordt als
gevolg van de lage
uitlaatgastemperatuur het verzamelde
roet niet automatisch verwijderd. In dat
geval bevindt de hoeveelheid roet zich
buiten de detectiegrens, zal er geen
roetoxidatie worden uitgevoerd door hetmotorregelsysteem en gaat mogelijk het
storingslampje knipperen. Wanneer het storingslampje gaatknipperen, ga dan gedurende een
bepaalde tijd (ongeveer 25 minuten)
rijden met een snelheid van ten minste
60 km/h of in een hogere versnelling dan
de tweede met een toerental van 1.500 -
2.000 omw/min. Als het storingslampje
ook na het uitvoeren van deze procedure
blijft knipperen, raden we u aan hetsysteem te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer. Indien u
gedurende lange tijd blijft doorrijden
terwijl het storingslampje knippert, kan
het DPF-systeem beschadigd raken en
het brandstofverbruik toenemen.
OPMERKING -
Dieselbrandstof (indien
van toepassing met DPF)
Het is raadzaam de aanbevolen
diesel voor dieselauto's uitgerust met een DPF-systeem te gebruiken.
Het gebruik van diesel met eenhoog zwavelgehalte (meer dan 50ppm zwavel) en niet- gespecificeerde toevoegingen kan
ertoe leiden dat het DPF-systeembeschadigd raakt en er witte rook wordt uitgestoten.
Page 690 of 710

Specificaties & Consumenteninformatie
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-2
Motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-2
Wattage gloeilampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-3
Banden en wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-4
Belastingsindex en snelheidsindex banden . . . . . . 8-5
Maximaal toelaatbaar totaalgewicht . . . . . . . . . . . 8-6
Inhoud bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-6
Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden . . . . 8-7• Aanbevolen SAE-viscositeitsindex . . . . . . . . . . . . . . . . 8-9
Voertuig-identificatienummer (VIN) . . . . . . . . . . 8-10
Voertuigcertificatielabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-10
Bandenspanningslabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-11
Motornummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-11
Koudemiddelsticker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-11
Conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-12
8