Hyundai H-1 (Grand Starex) 2006 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2006, Model line: H-1 (Grand Starex), Model: Hyundai H-1 (Grand Starex) 2006Pages: 247, PDF Size: 11.05 MB
Page 131 of 247

3
RIJDEN MET UW HYUNDAI
13
Voor een snelle acceleratie moet het gaspedaal geheel worden ingedrukt.Afhankelijk van de rijsnelheid schakelt de transmissie terug naar een lagere versnelling. N.B.: Maak gebruik van de overdrive voor een gunstig brandstofverbruik en comfortabel rijden. Als op de motormoet worden afgeremd moet stand "D" worden gekozen; dit geldt ook als herhaaldelijk tussen de derdeen vierde versnelling wordt geschakeld; bijvoorbeeld bij het oprijden van een licht helling.Schakel de overdrive zo snel mogelijk weer in.
ATTENTIE:
o Schakel alleen in "R" of "P" wanneer het voertuig geheelstilstaat.
o Breng de motor niet op toeren bij
ingeschakelde versnelling(vooruit of achteruit) terwijl het rempedaal of de parkeerremworden bediend.
o Als van stand "P" of "N" de stand
"R", "2" of "L" wordtingeschakeld moet het rempedaal worden ingedrukt.
o Gebruik stand "P" niet als vervanging van de parkeerrem. Trek, wanneer u het voertuigverlaat, ook al is dit maar voor korte tijd, altijd de parkeerrem aan, zet het keuzehandel in "P"en zet het contact af. Laat het voertuig nooit onbewaakt achter met draaiende motor.
o Controleer het vloeistofpeil van de automatische transmissieregelmatig en vul zonodig dejuiste ATF vloeistof bij.
! D080A01P-GXT OVERDRIVE SCHAKELAAR (Indien aanwezig) Zodra de overdriveschakelaar wordt bediend schakelt de transmissie automatisch de tweede, derde en over- drive versnellingen in. Als deoverdriveschakelaar wordt uitgeschakeld wordt de overdriveversnelling niet ingeschakeld.Onder normale rij-omstandigheden moet het keuzehandel in de stand "D" staan en moet de overdriveschakelaarzijn ingeschakeld. Voor het verplaatsen van het keuzehandel kan het nodig zijn de ontgrendelingsknop aan de zijkantin te drukken.D080A01P
Page 132 of 247

3RIJDEN MET UW HYUNDAI
14RIJDEN MET DE ELEKTRONISCH GEREGELDE DUAL-RANGE AUTOMATISCHE TRANSAXLE
D070A01P-GXT (Indien aanwezig) Voor uw Hyundai is een elektronisch geregelde dual-range (power/normaal) automatische transmissie met 4versnellingen leverbaar. Afhankelijk van de rij-omstandigheden kan de schakelaar in de stand "NOR-MAL", "POWER" of "HOLD" worden gezet; voor normaal of sportief rijden, of als de ingeschakelde versnellingmoet worden vastgehouden. Elke keer dat de schakelaar wordt ingedrukt, wordt afwisselend de stand"NORMAL", "POWER" of "HOLD" ingeschakeld. De "POWER" (PWR) en "HOLD" controlelampen in het instrumentenpaneel gaan aan of uit.Rijd onder normale omstandighedenin de stand "NORMAL", waarbij de schakelaar niet is ingedrukt. (De "POWER" (PWR) en "HOLD"controlelampen branden niet.) D070B01P-GXT "Normal" functie De "Normal" stand geeft een rustig en zacht schakelverloop en een econmisch brandstof verbruik. Zet deschakelaar in de "Normal" positie. Zet de selectie handle in de stand "D" en druk het gaspedaal langzaam in, deauto zal nu rustig weg rijden. Indien een snelle acceleratie gewenst wordt, moet het gaspedaal dieperworden ingedrukt.
HSRFL070 D070C01P-GXT "Power" functie In de stand "Power" kan het volle motorvermogen worden benut voormaximum acceleratie en rijprestaties. De "Power" functie wordt aanbevolen als met hogere snelheden dan in destand "Normal" wordt gereden, bij het rijden in bergachtige gebieden en voor snel acceleren. Zet hiervoor deschakelaar in de stand "Power".
HSRFL071
Page 133 of 247

3
RIJDEN MET UW HYUNDAI
15
D070E02P-GXT Een goede rijstijl
o Plaats bij ingedrukt gaspedaal het
keuzehandel vanuit een rijstand nooit in de stand "P" of "N".
o Plaats het handel nooit in de stand
"P" wanneer de wagen rijdt.
o Zorg dat de wagen stilstaat voordat stand "R" wordt ingeschakeld.
o Zet het keuzehandel nooit in de stand "N" tijdens het bergafwaarts rijden. Dit is uiterst gevaarlijk. Laat het keuzehandel altijd in een rijstandstaan.
o Bedien niet contstant de voetrem bij
het bergafwaarts rijden; dit kanoververhitting van de remmen veroorzaken, zodat zij niet meer goed functioneren. Neem voor hetbergafwaarts rijden tijdig gas terug en schakel een lagere versnelling
D070D01P-GXT "Hold" functie Selecteer de "Hold" functie wanneer moet worden weggereden op een gladwegdek (sneeuw o.i.d.). De wagen rijdt zonder schokken in de tweede versnelling weg.Bij ingedrukte "Hold" schakelaar, brandt de "Hold" controlelamp in het instrumentenpaneel en de transmissieschakelt alleen in de 2e en 3e versnelling, zoals in de tabel is aangegeven.
Stand
1 23 4
Ingeschakelde versnelling 2 23 3
HSRFL072 in. Hierdoor remt het voertuig op de motor af.
o Neem gas terug voordat u een lagere versnelling inschakelt. Anders is hetmogelijk dat de lagere versnellingniet goed in aangrijping komt.
o Plaats het keuzehandel niet alleen
in de stand "P" wanneer de autowordt stilgezet, naar trek altijd de parkeerrem aan.
o Wees bijzonder voorzichtig bij het rijden op een glad wegdek. Dit geldtvooral bij het remmen, optrekken en het schakelen. Wanneer op een gladwegdek het motorterental abrupt wordt gewijzigd kunnen de aangedreven wielen de gripverliezen waardoor het voertuig in een slip raakt.
o Een voertuig met een automatische versnellingsbak mag nooit met devoet op het gaspedaal tot stilstand gehouden worden op een helling.Gebruik daar altijd de rem of handrem voor.
Page 134 of 247

3RIJDEN MET UW HYUNDAI
16
(3) Als het voertuig is uitgerust met
een waarschuwingslampje voor de remvloeistof, zal dit gaan branden zodra het remvloeistofpeil te laagis.
(4) Als het voertuig is uitgerust met
een rembekrachtiger moet wordenbedacht dat de bekrachtiger bij afgezet contact zijn werking verliest na één of twee maal het rempedaalte hebben ingedrukt. Als dit gebeurt moet bij het remmen een veel grotere pedaalkracht wordenuitgeoefend.
HSRFL150
LET OP:
o Als bij hogere snelheden de macht over het stuur verloren gaat, neemt de kans op omkantelen sterk toe.
o De macht over het stuur gaat vaak verloren als twee of meerwielen naast de weg komen en debestuurder het stuur te ver verdraait om weer op de weg terug te komen.
o Als de auto naast de weg raakt, moet niet scherp wordenteruggestuurd, maar moet de snelheid worden verminderd voordat wordt geprobeerd om deauto weer op de weg terug te krijgen.
o Bij een ongeval heeft een inzittende die geenveiligheidsgordel gebruikt duidelijk meer kans op ernstigletsel dan iemand die wel een veiligheidsgordel gebruikt.
!
REMSYSTEEM
D150A01P-GXT Alle onderdelen van het remsysteem zijn van groot belang voor de veiligheid. Laat het voertuig regelmatig door een officiële Hyundai dealer onderhoudenvolgens de richtijnen van het onderhoudsschema.
(1) De bedrijfsrem bedient twee gescheiden remcircuits zodat bij het uitvallen van één circuit, hetvoertuig kan worden afgeremd via het andere circuit. Als een remcircuit uitvalt door lekkage is dit merkbaardoordat het rempedaal dieper dan normaal moet worden ingedrukt; rijd in zo'n geval niet verder danstrikt noodzakelijk is en laat het remsysteem bij de dichtsbijzijnde HYUNDAI dealer repareren.
(2) Leg geen dikke mat vlakbij of onder het rempedaal; hierdoor is hetmogelijk dat in een noodgeval nietover de volledige remdruk kan worden beschikt. Zorg ervoor dat het rempedaal altijd geheel vrij kanbewegen.
Page 135 of 247

3
RIJDEN MET UW HYUNDAI
17
(5) Controleer na het wegrijden bij lage
snelheid of de remmen normaal werken. Dit geldt vooral als de remmen nat zijn, omdat water op de remschijven of in de trommels,bijvoorbeeld na het rijden in de regen of op natte wegen of na het wassen van het voertuig, een normaleremwerking belemmert. Zijn de remmen nat, druk het rempedaal dan, zonodig herhaaldelijk, licht intijdens het rijden zodat het water verdampt.
(6) Maak zo mogelijk gebruik van de remwerking van de motor door naareen lagere versnelling over te schakelen bij het afrijden van steilehellingen. Zo blijven de wielremmen gespaard en raken ze niet oververhit.
(7) Controleer regelmatig of het waarschu-wingslampje voor hetremvloeistofniveau goed werkt.
(8) Wanneer u met nieuwe remvoeringen rijdt, vermijd dangedurende de eerste 200 km, zomogelijk, hard remmen. D120A01P-GXT PARKEERREM Wanneer u het voertuig parkeert, breng het dan eerst geheel tot stilstand enzet daarna het versnellingshandel in de eerste of achteruitversnelling.
1. Om de parkeerem aan te trekken:
trek de parkeerremhefboom omhoog zonder de vergrendelknopaan de voorzijde in te drukken.
2. Om de parkeerrem vrij te zetten:
trek de hefboom enigszins omhoog,druk de knop aan de voorzijde in en druk de hefboom vervolgens naar beneden. D120A01P
ATTENTIE:
Zorg dat de parkeerrem geheel vrij is gezet en het waarschuwingslampje voor de parkeerrem is gedoofd, voordat umet het voertuig wegrijdt.!
D100A01P-GXT REMPEDAAL
HXDFL184
REMPEDAAL
Overmatig gebruik van het rempedaal kan tot "fading" leiden, hetgeen een slechte remwerking met zichmeebrengt en versnelde remvoeringslijtage.
Page 136 of 247

3RIJDEN MET UW HYUNDAI
18
D130A01P-GXT BELADING De belading mag niet zo zwaar zijn dat het maximum toelaatbare totaalgewichtwordt overschreden. De last moet zo gelijkmatig mogelijk over het voertuig worden verdeeld.Als de last ongelijk over de rechter- en linkerzijde of voor- en achterzijde is verdeeld zal de koersstabiliteitverminderen. Vermijd plotseling optrekken, bruusk remmen en het nemen van scherpebochten.
D160A01P-GXT PARKEREN
o Wanneer u op een heuvel parkeert,
trek dan de parkeerrem geheel aan en zet het versnellingshandel in de eerste of achteruitversnelling. Gebruik ter verhoging van deveiligheid wielkeggen.
o Laat de motor niet gedurende
langere tijd draaien in een geslotenof slecht geventileerde ruimte. Uitlaatgas bevat koolmonoxide dat reukloos, maar uiterst giftig engevaarlijk is.
o Parkeer niet op plaatsen waar zich
licht ontvlambare materialenbevinden; Door de hoge temperatuur kunnen deze materialen in de omgeving van deuitlaat (ook aan de achterzijde van het voertuig) zeer gemakkelijk vlam vatten.
ATTENTIE:
Laat uw voet tijdens het rijden nietop het rempedaal rusten wanneerremmen niet noodzakelijk is. Door een dergelijke gewoonte zullen de remmen abnormaal heet worden en extra snel slijten terwijl het remsysteem ernstig kan wordenbeschadigd.
!
Wanneer van een lange en/of steile helling wordt afgedaald gebruikt u demotorrem door stand "2" (tweede versnelling) of "L" (lage versnelling) in te schakelen.
Page 137 of 247

3
RIJDEN MET UW HYUNDAI
19
!
D110A01P-GXT JUIST GEBRUIK VAN DE REMMEN
WAARSCHUWING:
Plaats geen voorwerpen op de afdekking van de laadruimte achterde achterbank. Bij een aanrijding of plotseling remmen kunnen dergelijk voorwerpen naar voren wordengeslingerd waardoor de inzittenden verwondingen kunnen oplopen of het voertuig wordt beschadigd.
o Controleer voor het wegrijden of de parkeerrem vrij is gezet en decontrolelamp voor de parkeerrem niet brandt.
o Bij het rijden in de regen of door plassen en bij het wassen van dewgen, kunnen de remmen nat worden. Natte remmen hebben eenlangere remweg tot gevolg en kunnen er voor zorgen dat de wagen bij het remmen scheeftrekt. Druk,om de remmen te drogen voorzichtig enigszins op het rempedaal tot de normale remwerking weer is hersteld. Heeft dit geen resultaat,zet het voertuig dan zo snel mogelijkstil en neem contact op met uw Hyundai dealer voor assistentie.
o Plaats het versnellingshandel niet
in neutraal als u bergafwaarts rijdt.Dit kan gevaarlijk zijn. Houd altijd een versnelling ingeschakeld, remhet voertuig af en schakel vervolgens naar een lagere versnelling zodat op de motor kan worden afgeremd.
o Laat uw voet niet op het rempedaal rusten tijdens het rijden. Dit kangevaarlijk zijn doordat de remmente heet kunnen worden en hierdoor niet meer optimaal functioneren. Tevens kan het remsysteemhierdoor worden beschadigd.
o Als u een lekke band krijgt, druk dan
het rempedaal licht in en zorg dathet voertuig op de weg blijft terwijl snelheid wordt verminderd. Zet het voertuig, zodra dit mogelijk is, aande kant op een veilige plaats.
o Indien uw voertuig is uitgerust met
automatische transmissie, laat hemdan niet "kruipen", maar vermijd dit door uw voet op het rempedaal te houden wanneer het voertuig totstilstand is gekomen. o Wees voorzichtig bij het parkeren
op een helling. Trek de parkeerremaan en plaats het keuzehandel in de stand "P" (automatische transmissie) of in de eerste ofachteruitversnelling (handgeschakelde versnellingsbak). Als u het voertuig op een hellingparkeert, draai dan de voorwielen in een zodanige stand dat de wagen niet kan wegrollen. Leg zonodigblokken voor of achter de wielen.
o Een aangetrokken parkeerrem kan
onder bepaalde omstandighedenvastvriezen. Deze kans bestaat wanneer zich sneeuw of ijs om of bij de achterremmen heeft opgehooptof als de remmen nat zijn. Als u denkt dat de kans op bevriezing bestaat, gebruik de parkeerrem danalleen tijdelijk wanneer u het keuzehandel in de stand "P" plaatst (automatische transmissie) of hetversnellingshandel in de eerste of achteruitversnelling (handgeschakelde versnellingsbak)en de wielen blokkeert zodat het voertuig niet kan wegrollen. Zet de parkeerrem daarna weer vrij.
Page 138 of 247

3RIJDEN MET UW HYUNDAI
20
Op deze wegen moet met verminderde snelheid worden gereden. De eiligheidsvoorzieningen van eenauto met ABS mogen niet worden uitgeprobeerd bij hoge snelheid of in bochten. Hierdoor kan deveiligheid van uzelf of van anderen in gevaar komen.!
D140A02P-GXT ANTI-BLOKKEERSYSTEEM (Indien van toepassing) Het anti-blokkeersysteem (ABS) is ontworpen om, tijdens plotselingremmen of bij gevaarlijke wegomstandigheden, het blokkeren van wielen te voorkomen.Een regeleenheid registreert de snelheid van het wiel en controleert de druk naar iedere rem. Op deze wijzezal, in een noodsituatie of bij een glad wegdek, het anti-blokkeersysteem de controle over het voertuig tijdens hetremmen verbeteren. N.B.: Indien het anti-blokkeersysteem in werking treedt, kan aan hetrempedaal enig schokken worden gevoeld. Ook is een geluid vanuit het motorcompartiment hoorbaar.Dit zijn normale verschijnselen ten teken dat het anti-blokkeersysteem goed functioneert. WAARSCHUWING:
Het ABS voorkomt geen ongelukkenals gevolg van onjuist en gevaarlijk rijgedrag. Zelfs al is de beheersing van de auto tijdens noodremmingenverbeterd, toch moet altijd een veilige afstand worden aangehouden. Onder extremewegomstandigheden moet de snelheid altijd worden verminderd. Onder de volgendeomstandigheden kan de remweg voor auto’s met ABS zelfs langer zijn dan voor auto’s zonder ABS.
o Op wegen met een ruwe wegdek of als ze zijn bedekt met grind of sneeuw.
o Bij het rijden met
sneeuwkettingen.
o Op wegen waar kuilen in het wegdek zijn of waar de hoogtevan het wegdek ongelijk is.
Page 139 of 247

3
RIJDEN MET UW HYUNDAI
21
!
PARKEERHULP SYSTEEM
o Het is mogelijk dat hetgeluidssignaal niet klinkt als vocht op de sensor is bevroren of de sensor is bedekt met vuil of modder.
o Het is mogelijk dat de parkeerhulp onjuist werkt op eenonregelmatig wegdek, zoals inbossen, op steenslagwegen, een verkant wegdek of op een helling.
o Druk niet op het sensoroppervlak en bekras het oppervlak niet.Hierdoor wordt de bescherming beschadigd.
o Het is mogelijk dat de sensor scherpe voorwerpen en dikkewinterjassen of anderematerialen, die de golven absorberen, niet opmerkt.
o Reinig vuile sensoren met een zachte spons en schoon water.
o Als tegelijkertijd meer dan één
voorwerp wordt gesignaleerd, dan wordt het dichtstbijzijnde het eerst herkend.
o Als deze voorwerpen zeer dichtbij zijn (ongeveer 300 mm), dan kanhet zijn dat deze niet door het systeem worden gesignaleerd.
C400A01P-GXT (Indien gemonteerd) De parkeerhulp helpt de bestuurder bij het achteruitrijden door te controlerenof zich binnen 1200 mm achter de auto een voorwerp bevindt. Dit systeem dient alleen ter ondersteuning. N.B.:
o De parkeerhulp moet worden
beschouwd als een ondersteunend systeem. Debestuurder moet de achterzijde ook visueel controleren.
o Het geluidssignaal kan afwijken en is afhankelijk van hetgesignaleerde voorwerp. Sensor
HSRFL160
WAARSCHUWING:
Als geen geluidssignaal wordt gehoord of als de zoemer een pulserend geluidssignaal geeft als de "R" wordt ingeschakeld, dangeeft dit een storing in de parkeerhulp aan. Laat in dat geval uw auto zo snel mogelijk door eenHyundai dealer controleren.
Page 140 of 247

3RIJDEN MET UW HYUNDAI
22
o Laat uw voet niet op het rem-ofkoppelingpedaal rusten. Hierdoor kan het brandstofverbruik toenemen en neemt de slijtage aan deze componenten ook toe. Bovendienkan het remvoeringmateriaal te heet worden waardoor de remmen niet meer optimaal functioneren.
o Houd de bandenspanning op de voorgeschreven waarde. Een tehoge of een te lage bandenspanningheeft onnodige bandenslijtage tot gevolg. Controleer de bandenspanning tenminste éénmaalper maand.
o De wielen moeten goed zijn
uitgelijnd. Het raken vanstoepranden of het te snel rijden over een ongelijkmatig wegdek kan tot gevolg hebben dat de wielen nietmeer correct zijn uitgelijnd. Dit kan o.a. een snellere bandenslijtage tot gevolg hebben evenals een hogerbrandstofverbruik.ECONOMISCH RIJDEN
SC150A1-FX Als u onderstaande richtlijnen opvolgt maakt u het meest economische gebruik van uw wagen mogelijk:
o Rijd gelijkmatig. Vermijd snel accelereren. Geef gelijkmatig gas tot de gewenste snelheid is bereikten houd deze snelheid zoveel mogelijk constant. Vermijd snel accelereren tussen verkeerslichten.Pas uw snelheid aan de rest van het verkeer aan zodat u niet onnodig hoeft te schakelen. Vermijd zoveelmogelijk druk verkeer. Houd een veilige afstand tot andere voertuigen zodat u niet onnodig hoeft teremmen. Hierdoor vermindert u tevens slijtage aan het remsysteem.
o Vermijd hoge snelheden. Hoe sneller u rijdt, hoe meer brandstof wordtverbruikt. Het rijden met gelijkmatige snelheden, vooral opautosnelwegen, is één van de meest effectieve manieren om het brandstofverbruik te verlagen.
C400B01P-GXT Werking van de parkeerhulp Bedrijfsomstandigheden:
o De parkeerhulpschakelaar moet zijn
ingedrukt als het contactslot in de stand "ON" staat.
o De maximale afstand dat een voorwerp wordt gesignaleerd tijdensachteruit rijden is ongeveer 1200 mm.
1ste waarschuwingong. 1200 tot 810mm vanaf deachterbumperPulserendgeluid
Waarneem-afstand Geluids- ignaal 2dewaarschuwingong. 800 tot 410mm vanaf deachterbumperSnellerpulserend geluid3dewaarschuwing ong. 400 mm Continu geluid