Hyundai H-1 (Grand Starex) 2006 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2006, Model line: H-1 (Grand Starex), Model: Hyundai H-1 (Grand Starex) 2006Pages: 247, PDF Size: 11.05 MB
Page 171 of 247

4
CORROSION PREVENTION AND APPEARANCE CARE
23
4
IN GEVAL VAN PECH
23
!ATTENTIE:
o Rook niet en vermijd open vuur in de omgeving van het voertuig tijdens het ontluchten van het brandstofsysteem.
o Verwijder alle eventuele gemorste
brandstof in verband met hetdaaruit voortvloeiende brandgevaar.
WATER UIT BRANDSTOFFILTER AFTAPPEN
E100A01P-GXT (Diesel Motor) Als de controlelamp voor het brandstoffilter gaat branden, betekent dit dat zich water in het brandstoffilterheeft verzameld. In dit geval moet het water op onderstaande wijze uit het filter worden verwijderd:
1. Draai de aftapplug aan de onderzijde
van het filter los. Aftapplug
GS40310A
2. Bedien de handpomp langzaam 6 à7 maal om het water door de aftapplug te persen.
3. Draai de aftapplug weer vast wanneer al het water uit het filter isverwijderd.
4. Draai de ontluchtnippel los en ontlucht het brandstofsysteem.(Zie "BrandstofsysteemOntluchten".)
5. Controleer of het
waarschuwingslampje gaat brandenbij aangezet contact (sleutel in de stand "ON") en weer dooft zodra de motor is gestart.Raadpleeg bij twijfel een erkende HYUNDAI dealer. Pompen
GS40320A
Page 172 of 247

44IN GEVAL VAN PECH
24
!
D010B02P
!
ALS DE MOTOR NIET AANSLAAT
SD020A1-FX SD020B1-FX
Als de startmotor niet oflangzaam ronddraait
1. Let er bij een automatische
transmissie op dat de keuzehandel in de stand "N" of "P" staat. Trek de handrem aan.
2. Controleer of de accupolen schoon zijn en de klemmen goed vast zitten.
3. Schakel de interieurverlichting in. Als de verlichting zwakker wordt of uitgaat bij het starten van de motor, is de accu ontladen.
4. Probeer de motor niet te starten door de wagen aan te duwen of teslepen. Zie de richtlijnen voor"Starten met hulpstartkabels" op de volgende pagina's.
WAARSCHUWING:
De motor mag niet worden gestartdoor de wagen te duwen of te slepen. Dit kan schade veroorzaken.Bovendien kan door het aanduwen of-slepen de katalysator te heet worden waardoor brandgevaarontstaat.
!WAARSCHUWING:
Verwijder zorgvuldig alle water dat uit het filter is afgetapt, omdat de brandstof in het water tot ontbranding zou kunnen komen.
ATTENTIE:
(1) Rook niet en vermijd open vuur in de omgeving van het voertuigtijdens het ontluchten van hetbrandstofsysteem.
(2) Verwijder het uit het
brandstoffilter geperste waterzorgvuldig aangezien de brandstof in het water brandgevaar oplevert.
Page 173 of 247

4
CORROSION PREVENTION AND APPEARANCE CARE
25
4
IN GEVAL VAN PECH
25
AD020D1-AX Wat te doen als de motor tijdens het rijden afslaat
1. Laat de snelheid geleidelijk afnemen, blijf rechtuitrijden. Zet de wagen langs de kant van de weg op een veilige plaats.
2. Schakel de waarschuwingsknipper-
lichten in.
3. Probeer de motor te starten. Als de
motor niet aanslaat, raadpleeg dan "ALS DE MOTOR NIET AANSLAAT".
SD020C1-FX Als de startmotor ronddraait, maar de motor slaat niet aan:
1. Controleer het brandstofpeil.
2. Controleer alle aansluitingen op de
bobine en de bougies.
3. Controleer de brandstofleiding in de motorruimte.
4. Als de motor nog niet aanslaat, neem dan contact op met uw Hyundaidealer.
!
STARTEN MET HULPSTARTKABELS
HA1FL4001
WAARSCHUWING:
Het starten met hulpstartkabels kan gevaarlijk zijn. Het niet exact opvolgen van de richtlijnen kanernstige verwondingen of schade aan de wagen tot gevolg hebben! Roep in geval van twijfel deskundigehulp in. Accu's bevatten zwavelzuur dat giftig en in hoge mate corrosief is. Draag bij het starten methulpstartkabels een bril en let erop dat accuvloeistof niet in aanraking komt met de huid, uw kleding of dewagen. E110A01P-GXT
Ontladen accu
Hulpaccu
1. Beide accu's moeten 12V leveren.De capaciteit (Ah) van de hulpaccu mag niet beduidend lager zijn dan die van de ontladen accu.
2. Gebruik alleen professionele
startkabels.
3. Een ontladen accu kan bevriezen.
Een bevroren accu moet eerst worden ontdooid voordat de startkabels worden aangebracht.
4. De twee voertuigen mogen niet met elkaar in aanraking komen omdatdan een stroom zou kunnen gaan vloeien op het moment dat depositieve polen met elkaar worden verbonden.
5. De ontladen accu moet correct op het elektrische circuit van hetvoertuig zijn aangesloten.
6. Laat de motor van het voertuig dat de spanning levert draaien.
7. Sluit de startkabels als volgt aan:
(1) Sluit een klem van één van de startkabels (rood) aan op de positieve pool van de lege accu ende andere klem op de positieve pool van de hulpaccu.
Page 174 of 247

44IN GEVAL VAN PECH
26
!
4. Controleer of de V-riem van de
waterpomp ontbreekt. Is dit niet het geval controleer dan of deze strak zit. Is de V-riem in orde, controleer dan de radiateur, de slangen enonder de wagen op koelvloeistoflekkage. (Is de airconditioning ingeschakeldgeweest, dan is het gebruikelijk dat er koud water uitstroomt).
WAARSCHUWING:
Houd uw handen uit de buurt van bewegende delen zoals de ventila- tor en V-riemen terwijl de motor draait.
ALS DE MOTOR TE HEET WORDT
D030A02A-AXT Staat de koelvloeistoftemperatuurmeter te hoog, levert de motor weinig vermogen of "pingelt" de motor, dan is de motorwaarschijnlijk te heet. Ga dan als volgt te werk:
1. Breng de wagen zo snel mogelijk op
een veilige plaats tot stilstand.
2. Plaats bij een automatische transmissie de keuzehandel in stand "P" of bij een handgeschakelde versnellingsbak deversnellingshandel in neutraal en trek de handrem aan. Schakel eventueel de airconditioning uit.
3. Bij koelvloeistoflekkage of stoomvorming onder de motorkap;zet de motor dan af. Wacht met hetopenen van de motorkap tot geen koelvloeistof meer weglekt en geen stoom zichtbaar is.Is er geen merkbaar verlies van koelvloeistof en geen stoom, laat de motor dan draaien en controleer ofde ventilator werkt. Is dit niet het geval zet dan de motor af.
(2) Sluit een klem van de andere
startkabel (zwart) aan op de negatieve pool van de hulpaccu en de andere klem op het motorblok van het voertuig met de lege accuop een punt dat zo ver mogelijk van de accu is verwijderd.
! ATTENTIE:
o Zorg dat de klemmen van de startkabels elkaar niet raken.
o Sluit de kabel van de negatieve pool van de hulpaccu niet op de negatieve pool van de lege accuaan; de accu produceert namelijk een gas dat door vonkvorming bij het verwijderen van de klemvan de negatieve pool kan exploderen.
o Zorg dat geen van de startkabels door draaiende onderdelen zoalsde koelventilateur kan worden geraakt.
8. Start de motor zoals is beschreven op blz. 3-2 "Motor Starten".
9. Verwijder de startkabels in omgekeerde volgorde vanaanbrengen.
Page 175 of 247

4
CORROSION PREVENTION AND APPEARANCE CARE
27
4
IN GEVAL VAN PECH
27
!WAARSCHUWING (Alleen Diesel):
Geen werkzaamheden verrichten aan het injectiesysteem wanneerde motor draait of binnen 30 seconden nadat deze is afgezet. Hogedrukpomp, rail, verstuivers enverstuiverleidingen staan onder hoge druk, zelfs nadat de motor is afgezet. De brandstofstraal dieontstaat door brandstoflekkage kan ernstige verwondingen veroor- zaken wanneer deze met het lichaam in aanraking komt. Mensen met een pacemaker mogen niet binnen 30cm van de ECU of de bedrading in de motorruimte komen als de mo- tor draait, aangezien de hogestroom waarmee het common-rail- systeem werkt een groot magnetsich veld veroorzaakt.
5. Is de V-riem van de waterpomp gebroken of is er sprake van koelvloeistoflekkage, zet de motor dan direct af en neem contact op met de dichtstbijzijnde Hyundaidealer.!WAARSCHUWING:
Verwijder de radiateurdop niet wanneer de motor warm is. Hierdoor kan koelvloeistof uit de radiateur spuiten hetgeen ernstigebrandwonden tot gevolg kan hebben.
6. Als u geen oorzaak kunt vinden, wacht dan tot de motor weer op normale temperatuur is. Verwijdervoorzichtig de dop van de radiateur en vul water bij tot het niveau in het expansievat waar de merkstreep "Half" staat (in geval van koelvloeistoflekkage).
7. Vervolg voorzichtig uw weg en blijf attent op tekenen van oververhitting.Raakt de motor opnieuw oververhit,neem dan contact op met uw Hyundai dealer.
LET OP:
Ernstig verlies van koelvloeistof wijst op een lek in het koelsysteemhetgeen zo snel mogelijk door uw Hyundai dealer moet worden gerepareerd.
!
ZEKERINGEN CONTROLEREN EN VERVANGEN
ZG200A1-AX Een zekering vervangen
HSRFL200
Een zekering smelt zodra het circuit vanaf de accu overbelast raakt,waardoor schade aan de bedrading wordt voorkomen (dit kan worden veroorzaakt door een kortsluiting inhet systeem). In dit geval moet de storing door een Hyundai dealer worden opgespoord, het systeemworden gerepareerd en de zekering worden vervangen. De zekeringen bevinden zich in een houder naast deaccu. Goed
Doorge- brand
Page 176 of 247

44IN GEVAL VAN PECH
28
1. Zet de ontsteking en alle andere
verbruikers uit.
2. Open de zekeringhouder en inspecteer alle zekeringen. Verwijder de zekeringen door zenaar u toe te trekken (een kleine "zekeringtrekker" waarmee dit gemakkelijker kan wordenuitgevoerd, bevindt zich in de relais- en zekeringhouder in de motorruimte).
3. Na het vinden van de doorgebrande zekering moeten ook de overige
HSR4022
HPG200B1-AX Zekeringen vervangen De zekeringhouder voor de verlichting en de overige elektrische accessoiresis onder het dashboard aan de bestuurderszijde aangebracht. In de zekeringhouder zijn het amperage ende beveiligde circuits aangegeven. Als de verlichting of andere elektrische accessoires uitvallen, moet de zekeringworden gecontroleerd. De zekering is doorgebrand wanneer de metalen strip in de zekering is gesmolten.Ga in dit geval als volgt te werk:
HSR4021
LET OP:
Gebruik bij het vervangen van een zekering altijd een nieuwe zekering met hetzelfde amperage. Gebruiknooit een stuk draad of een zekering met een hoger amperage. Dit kan ernstige schade en brand tot gevolghebben.
!
Page 177 of 247

4
CORROSION PREVENTION AND APPEARANCE CARE
29
4
IN GEVAL VAN PECH
29
zekeringen worden gecontroleerd.
4. Druk de nieuwe zekering met
hetzelfde amperage op zijn plaats. De zekering moet goed worden aangebracht. Als u niet in het bezitbent van een extra zekering, gebruik dan een zekering van hetzelfde of een lager amperage van eenverbruiker die u tijdelijk buiten werking kunt stellen. Bijvoorbeeld de radio of de sigarettenaansteker.Vergeet niet deze zekering te vervangen.
G200B02A
Goed
Doorgebrand
!
LET OP:
Een doorgebrande zekering is een indicatie van een storing in een elektrisch circuit. Als de zekering na het vervangen direct weerdoorbrandt, moet de storing door een Hyundai dealer worden opgespoord en verholpen. Eenzekering mag nooit door een zekering met een hoger amperage worden vervangen. De montage vaneen zwaardere zekering kan beschadigingen of brand tot gevolg hebben. N.B.: Zie bladzijde 4-40 voor de beschrijving van de zekeringhouder. KOPLAMPEN AFSTELLEN
G290A03P-GXT Bij het afstellen van de koplampen moet de volgende procedure worden aangehouden.
1. Controleer of de spanning van alle banden correct is.
2. Plaats de auto op een vlakke vloer
en druk de voorbumper en de achterbumper enkele malen naar beneden.
3. Zorg ervoor dat de auto niet is beladen (het peil van de koelvloeistofen de motorolie moet correct zijn ende brandstoftank gevuld; reservewiel, krik en gereedschap moeten zich op hun plaatsbevinden). De bestuurder of een voorwerp met een overeenkomstig gewicht moet zich op debestuurdersstoel bevinden.
4. Reinig de koplampglazen en schakel
het dimlicht in.
Page 178 of 247

44IN GEVAL VAN PECH
30
G290B03P-GXT Koplamp na vervanging afstellen Wanneer bij een auto de voorzijde van de carrosserie is gerepareerd en dekoplamp is vervangen, moet de afstelling van de lichtbundel met behulp van een lichte wand wordengecontroleerd, zoals in de afbeelding wordt getoond. Schakel hierbij het dimlicht in.
1. Stel de koplampen zodanig af dat
de horizontale lijn van de lichtbundel parallel is met de hartlijn van de auto en dat het hoekpunt overeenkomt met het punt "P" in de afbeelding.
2. De streeplijnen in de afbeelding geven het midden van de koplampenaan. G290B01L
L
W
H
H Begrenz- ingslijn
Basislijn
"P"
Horìzontale lijn
30mm (1.18 in.) Verticale lijn
Trek vervolgens een lijn 30 mm (1.18 in.) onder de eerder getrokkenhorizontale lijn.
7. Stel m.b.v. een
kruiskopschroevendraaier dehorizontale begrenzing van het dimlicht van elke koplamp zodanig af dat deze gelijk ligt met de onderstegetrokken lijn. - VERTICALE AFSTELLING
8. Stel m.b.v. een kruiskopschroevendraaier het puntwaar de schuine begrenzing begint zodanig af dat deze op de verticalelijn - HORIZONTALE AFSTELLING.
G290A01P-1
Bedrijfswagen
Minibus/Bestelbus
G290A02P
Verticale afstelling
Horizontaleafstelling
Verticale afstelling
Horizontaleafstelling
5. Open de motorkap.
6. Teken op een lichte wand verticale lijnen (door het midden van elke koplamp) en een horizontale lijn (door het midden van beide koplampen).
Page 179 of 247

4
CORROSION PREVENTION AND APPEARANCE CARE
31
4
IN GEVAL VAN PECH
31
MINIBUS 894
- -
BEDRIJFSWAGEN-
1272
2WD
Lange
wielbasis
Extra lange wielbasis
BESTELBUS 855
- - BEDRIJFSWAGEN
-
847845
mm
2WD
Lange
wielbasis
Extra lange wielbasis
MINIBUS
- - BESTELBUS
--
mm
"W" Hartafstand tussen de koplampen.
1380
"L" Afstand tussen de koplampen en de wand waarop de lichtbundels wordengeprojecteerd: 3.000 mm (3 m)Instructies voor het vervangen:
1. Laat de gloeilamp afkoelen. Draag oogbescherming.
2. Open de motorkap.
3. Houd de gloeilamp altijd bij de lampfitting vast en voorkom dat hetglas wordt aangeraakt. HSRFL270
GLOEILAMP VAN KOPLAMP
Richtingaanwijzer
Koplamp
G270A01E-GXT (Minibus/Bestelbus)
VERVANGEN VAN DEGLOEILA-MPEN VAN DE KOPLAMPEN
G260A03A-GXT Voordat de gloeilamp van een koplamp wordt vervangen, moet de schakelaarin de stand "OFF" staan. De volgende paragraaf geeft aan, hoe de gloeilampen kunnen worden bereiktom ze te kunnen vervangen. De defecte gloeilamp moet worden vervangen door een gloeilamp vanhetzelfde type en wattage.
LET OP:
Let erop dat de lampen niet in con-tact komen metpetroleumhoudende producten zoals motorolie, benzine etc.
! Stadslicht, voor
Page 180 of 247

44IN GEVAL VAN PECH
32
8. Verwijder de afscherming van de
nieuwe gloeilamp en breng hem zodanig aan dat de lampfitting in de opening van de koplamp past. Druk de borgveer op zijn plaats, breng destofkap aan en sluit de elektrische bedrading aan.
9. Gebruik de beschermkap en de verpakking om de oude gloeilampdirect op te ruimen.
10.Controleer of de koplamp juist is afgesteld. (1) Koplamp (2) Stadslichten, voor (3) Richtingaanwijzer HSRFL275
(1)
(2)
(3)
HSRFL274
7. Druk de borgveer los en verwijder de gloeilamp. HSRFL273
6. Draai de kunststof afdekking linksom en verwijder deze.
4. Verwijder de bevestigingsbouten
van de koplamp met een sleutel.
HSRFL272
5. Maak de elektrische aansluiting aan de achterzijde van de koplamp los van de lamphouder. HSRFL271