Hyundai Ioniq Electric 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Ioniq Electric, Model: Hyundai Ioniq Electric 2017Pages: 566, PDF Size: 44.45 MB
Page 141 of 566

2-65
Veiligheidssysteem van uw auto
2
1. Airbagmodule
2. Airbagsensor voor
3. Druksensor opzij (voor)
4. Zijairbagsensor (B-stijl)
OAEE036005L/OAE036044/OAEE036006/OAE036046/OAE036047
Page 142 of 566

2-66
Veiligheidssysteem van uw auto
Voorwaarden voor activerenairbags
Airbags voor
De frontairbags zijn ontworpen om
bij frontale aanrijdingen te worden
opgeblazen, afhankelijk van de
ernst, de snelheid of de hoek
waaronder de aanrijding plaatsvindt.
Zijairbags en curtain airbags
De zijairbags en curtain airbags zijn
ontworpen om te worden
geactiveerd als de zijairbagsensoren
een aanrijding van opzij detecteren,
waarbij rekening wordt gehouden
met de kracht van de botsing, de
snelheid en de hoek waaronder de
aanrijding plaatsvindt. De bestuurders- en
voorpassagiersairbag zijn weliswaar
ontworpen om bij frontale
aanrijdingen te worden opgeblazen,
ze kunnen ook bij andere
aanrijdingen, waarbij een bepaalde
vertraging in de lengterichting wordt
waargenomen door de sensoren
voor, worden opgeblazen. De
zijairbags en curtain airbags zijn
ontworpen voor zijdelingse
aanrijdingen, maar kunnen ook bij
andere aanrijdingen, waarbij een
bepaalde vertraging in de
dwarsrichting wordt waargenomen
door de sensoren opzij, worden
opgeblazen.
De airbags kunnen ook worden
geactiveerd als de auto zware stoten
ondervindt bij het rijden op zeer
slechte wegen. Rijd daarom
voorzichtig op slechte wegen.
OAEE036007
OAE036050
OAE036048
Page 143 of 566

2-67
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Voorwaarden voor niet-activerenvan de airbags
Bij bepaalde aanrijdingen met lage
snelheden worden de airbags niet
geactiveerd. De reden daarvan is datde airbags in die omstandigheden
niet meer bescherming kunnen
bieden dan de veiligheidsgordels aldoen. De frontairbags zijn niet ontworpen
om te worden geactiveerd bij
aanrijdingen van achter, omdat de
inzittenden dan door de botskracht
naar achteren worden gedrukt. In
dergelijke gevallen biedt het
activeren van de airbags geen extra
voordelen.
De frontairbags worden bij zijdelingse
aanrijdingen soms niet geactiveerd.
De inzittenden bewegen altijd in de
richting van de aanrijding, waardoor
het activeren van de airbags voor
geen extra bescherming aan deinzittenden biedt.
De zijairbags en curtain airbags
kunnen echter wel worden
opgeblazen, afhankelijk van de ernst,
de rijsnelheid en de botsingshoek.
OAE036052
OAE036051
OAEE036008
Page 144 of 566

2-68
Veiligheidssysteem van uw auto
Bij een aanrijding onder een hoek
kan de kracht van de aanrijding de
inzittenden in een richting
verplaatsen, waarin de airbags geen
extra bescherming zouden bieden,
een reden waarom de sensoren
mogelijk geen airbags activeren.Net voor een aanrijding remmen
bestuurders vaak sterk af. Door zo
sterk af te remmen, zakt de voorzijde
van de auto in, waardoor deze
gemakkelijker onder een voertuig
met een grotere grondspeling zoukunnen schieten.Als de auto over de kop slaat, bieden
de airbags voor geen extra
bescherming aan de inzittenden. Ze
worden dan ook niet geactiveerd.
Informatie
De airbags worden in een dergelijke
situatie soms niet geactiveerd omdat
de deceleratie die door de sensoren
wordt gemeten, lager is dan de
deceleratie die zou worden gemeten
als de auto niet onder de voorligger
zou schuiven.
i
OAE036061OAE036054OAE036055
Page 145 of 566

2-69
Veiligheidssysteem van uw auto
2
De airbags worden soms niet
geactiveerd bij een aanrijding tegen
een boom of paal, waarbij de
botskracht zich concentreert en de
botsingsenergie door de constructie
van de auto wordt geabsorbeerd.
Onderhoud aanvullend veiligheidssysteem
Het aanvullende veiligheidssysteem
is nagenoeg onderhoudsvrij en bevat
geen onderdelen waaraan u zelf
veilig onderhoud kunt plegen. Als het
waarschuwingslampje AIRBAG niet
gaat branden wanneer de startknop
in stand ON wordt gezet of continu
blijft branden, laat het systeem danonmiddellijk controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
We adviseren u alle werkzaamheden
aan het aanvullend
veiligheidssysteem, zoals het
verwijderen, het plaatsen of het
repareren ervan, of werkzaamhedenaan het stuurwiel, het
dashboardpaneel boven het
dashboardkastje, de voorstoelen en
de dakstijlen te laten uitvoeren door
een officiële HYUNDAI-dealer. Een
onjuiste behandeling van het
aanvullend veiligheidssysteem kan
leiden tot ernstig letsel.
OAEE036009LOm de kans op ernstig letsel te
beperken, moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen getroffen
worden:
Wijzig onderdelen van het
aanvullend veiligheidssysteem
of de bedrading niet, neem
deze onderdelen of de
bedrading ervan niet los,
breng geen stickers, enz. op
afdekkappen van het systeemaan en wijzig niets aan de
carrosseriestructuur.
Plaats geen voorwerpen op of
in de buurt van de
airbagmodules in het
stuurwiel, op het dashboard of
op het dashboardpaneel
boven het dashboardkastje.
(Vervolg)
WAARSCHUWING
Page 146 of 566

2-70
Veiligheidssysteem van uw auto
Aanvullende
voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot de veiligheid
De inzittenden moeten tijdens het
rijden niet uit hun stoel komen of
van plaats wisselen.Een inzittende
die zijn veiligheidsgordel niet draagt,
kan tijdens een aanrijding of een
noodstop door de auto wordengeslingerd, tegen andere inzittenden
aan worden geslingerd of zelfs uit de
auto worden geslingerd.
Bevestig geen accessoires aan de
veiligheidsgordels. Accessoires die
claimen het comfort voor de
inzittenden te verbeteren of die degordel anders geleiden, kunnen de
beschermende werking van de
veiligheidsgordel in negatieve zin
beïnvloeden en de kans op ernstig
letsel bij een aanrijding vergroten.
Modificeer de voorstoelen niet.
Modificatie van de voorstoelen kan
de werking van de sensoren van het
aanvullend veiligheidssysteem of
van de zijairbags in negatieve zin
beïnvloeden. Plaats niets onder de voorstoelen.
Het plaatsen van voorwerpen onder
de voorstoelen kan de werking van
de sensoren van het aanvullend
veiligheidssysteem of van de
bedrading in negatieve zin
beïnvloeden.
Voorkom dat portieren hard
worden geraakt.
Voorkom dat de
portieren hard worden geraakt als de
startknop in stand ON staat: dit kan
tot gevolg hebben dat de airbags
worden geactiveerd.
(Vervolg)
Reinig de afdekkappen van de
airbags met een zachte doek
die vochtig is gemaakt met
schoon water. Oplos- en
reinigingsmiddelen kunnen
het materiaal van deafdekkappen aantasten en de
werking van het systeem in
negatieve zin beïnvloeden.
Laat geactiveerde airbags
vervangen door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Als onderdelen van het
airbagsysteem moeten worden
afgevoerd of als de auto in zijn
geheel moet worden
afgevoerd, moeten bepaalde
voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot de veiligheid in
acht worden genomen. Neem
voor de benodigde informatiecontact op met een officiële
HYUNDAI-dealer. Het niet
opvolgen van deze
voorzorgsmaatregelen
vergroot de kans op letsel.
Page 147 of 566

2-71
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Monteren van accessoires ofmodificaties aan uw met airbags
uitgeruste auto
Als u modificaties aan het chassis,
de bumper, de voorzijde, het
plaatwerk opzij of de rijhoogteaanbrengt of laat aanbrengen, kan
dat invloed hebben op de werking
van het airbagsysteem van uw auto.
Waarschuwingslabels airbags
De waarschuwingslabels van de airbags zijn bedoeld om de
passagiers te waarschuwen voor de
mogelijke gevaren van hetairbagsysteem.
Lees alle informatie over de airbags
van uw auto in dit instructieboekje.
OAD035053
Page 148 of 566

Handige voorzieningen in uw auto
Toegang tot uw auto .............................................3-4Smart Key ............................................................................3-4
Startblokkeersysteem.......................................................3-9
Sloten .....................................................................3-10 Portiersloten van binnenuit vergrendelen/
ontgrendelen ....................................................................3-11
Kenmerken van de automatische
portiervergrendeling/-ontgrendeling.........................3-14Kindersloten achterportieren .......................................3-14
Antidiefstalsysteem .............................................3-15
Geheugen Bestuurdersstoel ...............................3-16 Opslaan van standen in het geheugen ......................3-17
Instapfunctie.....................................................................3-18
Stuurwiel ...............................................................3-19 Elektrische stuurbekrachtiging (EPS) ........................3-19
In hoogte en lengte verstelbare stuurkolom............3-20
Stuurwielverwarming ......................................................3-21
Claxon ................................................................................3-21 Spiegels .................................................................3-22
Binnenspiegel ...................................................................3-22
Buitenspiegel ....................................................................3-23
Ruiten.....................................................................3-27 Elektrisch bedienbare ruiten ........................................3-27
Schuifdak ..............................................................3-33 Schuifdak openen en sluiten .......................................3-33
Schuifdak open-/dichtschuiven ..................................3-33
Schuifdak kantelen .........................................................3-34
Zonnescherm....................................................................3-35
Schuifdak resetten .........................................................3-36
Exterieur ...............................................................3-37 Motorkap ...........................................................................3-37
Achterklep .........................................................................3-39
Instrumentenpaneel .............................................3-41 Bediening instrumentenpaneel ....................................3-42
Meters en tellers .............................................................3-43
Waarschuwings- en controlelampjes.........................3-48
Meldingen LCD-display..................................................3-60
LCD-display...........................................................3-73 Bediening LCD-display...................................................3-73
LCD-modus .......................................................................3-74
3
Page 149 of 566

Tripcomputer.........................................................3-82
Verlichting .............................................................3-86Verlichting buitenzijde ...................................................3-86
Welkomstsysteem............................................................3-93
Interieurverlichting..........................................................3-94
Ruitenwissers en ruitensproeiers ......................3-98 Ruitenwissers voor .........................................................3-98
Ruitensproeier voorruit ...............................................3-101
Rijhulpsysteem ...................................................3-102 Achteruitrijcamera ........................................................3-102
Parking assist system achter .....................................3-103
Parking assist system ..................................................3-107
Achterruitverwarming .......................................3-111 Achterruitverwarming ..................................................3-111
Automatisch verwarmings-
en ventilatiesysteem..........................................3-112 Automatische verwarming en airconditioning .......3-113
Handmatig bediende verwarming
en airconditioning .........................................................3-114 Werking systeem...........................................................3-122
Onderhoud van het systeem ......................................3-124 Voorruit ontdooien en ontwasemen ...............3-127
Automatisch verwarmings-
en ventilatiesysteem ....................................................3-127Ontwasemfunctie ..........................................................3-128
Automatisch ontwasemingssysteem ........................3-129
Extra voorzieningen verwarmings-
en ventilatiesysteem..........................................3-131 Luchtcirculatie schuifdak ............................................3-131
Opbergvak ...........................................................3-132 Opbergvak middenconsole..........................................3-132
Dashboardkastje ...........................................................3-133
Opbergvak voor zonnebril ..........................................3-133
Multifunctioneel vak ....................................................3-134
3
Page 150 of 566

Handige voorzieningen in uw auto
3
Overige voorzieningen ......................................3-135Asbak ...............................................................................3-135
Bekerhouder...................................................................3-135
Zonneklep .......................................................................3-136
12V-aansluiting..............................................................3-137
USB-lader .......................................................................3-138
Draadloos laadsysteem mobiele telefoon...............3-138
Aansteker ........................................................................3-140
Klok ...................................................................................3-141
Jashaak ............................................................................3-141
Bevestigingspunt(en) vloermat ..................................3-142
Bagagenet (houder) .....................................................3-143
Rolhoes bagageruimte .................................................3-144
3