Hyundai Santa Fe 2005 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2005, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2005Pages: 244, PDF Size: 10.07 MB
Page 201 of 244

EENVOUDIG ONDERHOUD 6- 19
G110A01E-AXT VLOEISTOFPEIL AUTOMATISCHETRANSMISSIE CONTROLEREN De vloeistof in de automatische transmissie moet worden ververst overeenkomstig het onderhoud-sschema in hoofdstuk 5. N.B.: Normaal is de automatische transmissie olie rood van kleur . Naar verloop van tijd verandert dekleur rood naar grijs/rood. Dit is normaal, de kleur is geen indicatie voor het verversen van de olie. G110B05A-AAT Aanbevolen vloeistof De automatische transmissie van uw
Hyundai is speciaal ontwikkeld om in combinatie met originele Hyundai ATF SP III, DIAMOND ATF SP-III, SKATF SP-III of andere door Hyundai goedgekeurde merken transmissievloeistof te wordengebruikt. Schade die ontstaat door het gebruik van niet gespecificeerde vloeistoffen valt niet onder debeperkte garantie op uw nieuwe auto.
G110C01O-GXT Inhoud automatische trans-missie De vloeistofinhoud voor de automatische
transmissie bedraagt 8,5 liter.
LET OP:
Het vloeistofpeil moet worden
gecontroleerd als de motor op de normale bedrijfstemperatuur is.
! G110D01O-GXT Vloeistofpeil automatische transmissie controleren Plaats de wagen op een vlakke ondergrond en trek de handrem aan.Bij het controleren van het vloeistofpeil moet de transmissievloeistof opnormale bedrijfstemperatuur zijn enmoet de motor stationair draaien.
HSM3022
2. Houd uw vinger in de opening. De
olie moet tot aan de onderkant vande vulopening reiken. Is dit niet hetgeval, controleer dan of de versnellingsbak lekt voordat u olie bijvult. Vul langzaam devoorgeschreven olie bij tot het juiste peil is bereikt. Vul niet te veel olie bij.
3. Breng de plug met de ring aan en
draai hem met de hand aan. Zetdaarna de plug met een sleutel goed vast. De verversingstermijn van de
transmissieolie is aangegeven in het onderhoudschema in hoofdstuk 5. Dat betekent dat de motor, deradiateur, het uitlaatsysteem enz.warm zijn waardoor er kans op brandwonden bestaat.
Page 202 of 244

6- 20 EENVOUDIG ONDERHOUD
!WAARSCHUWING (Alleen Diesel):
Geen werkzaamheden verrichten
aan het injectiesysteem wanneer de motor draait of binnen 30 secondennadat deze is afgezet. Hogedrukpomp, rail, verstuivers en verstuiverleidingen staan onderhoge druk, zelfs nadat de motor is afgezet. De brandstofstraal die ontstaat door brandstoflekkage kanernstige verwondingen veroorzaken wanneer deze met het lichaam in aanraking komt. Mensen met eenpacemaker mogen niet binnen 30 cm van de ECU of de bedrading in de motorruimte komen als de mo-tor draait, aangezien de hoge stroom waarmee het common-rail- systeem werkt een grootmagnetisch veld veroorzaakt.
HJM5044
!
2. Verwijder de peilstaaf uit de
automatische transmissie en veeg hem schoon. Druk de peilstaaf tot aan de aanslag op zijn plaats enverw jder hem opnieuw. Het peil op de peilstaaf moet tussen de "HOT" merktekens staan. WAARSCHUWING:
Afhankelijk van de motortem-peratuur wordt de koelventilatorautomatisch in en uitgeschakeld. Blijf bij deze controle uit de buurt van de koelventilator omdat dezeop elk moment in werking kan treden. Het vloeistofpeil moet tussen deze merktekens staan.
3. Als het vloeistofpeil te laag is moet via de geleidebuis van de peilstaafolie worden bijgevuld tot de "HOT"- merktekens op de peilstaaf. Vul niet te veel vloeistof bij.
HSM425
1. Let erop dat handen en kleding
niet in de buurt van draaiende delenkomen.
Druk bij stationair draaiende motor het rempedaal in en plaats het keuzehandel vanuit stand "P" naarelk van de andere standen ("R", "N", "D"). Zet het keuzehandel vervolgens weer in de stand "N" of "P".Bij stationair draaiende motor:
Page 203 of 244

EENVOUDIG ONDERHOUD 6- 21
!
SG120A1-FX HET REMSYSTEEM CONTROLEREN
LET OP:
Het remsysteem is van essentieel belang voor de rijveiligheid. Het is aan te bevelen het remsysteem door uw Hyundai dealer te latencontroleren. Het remsysteem moet worden gecontroleerd overeenkomstig hetonderhoudsoverzicht in hoofdstuk 5.
! SG120B1-FX Remvloeistofpeil controleren SG120C2-FX Aanbevolen remvloeistof Gebruik uitsluitend remvloeistof
overeenkomstig de DOT 3 of DOT 4 specificaties. Volg de instructies van de fabrikant op. SG120D1-FX Remvloeistofpeil controleren
WAARSCHUWING:
Ga voorzichtig te werk met
remvloeistof. Vermijd contact metde ogen omdat dit ernstige gevolgen kan hebben. Verwijdergemorste remvloeistof direct omdat remvloeistof de lak van de wagen aantast.
Het remvloeistofpeil moet regelmatigworden gecontroleerd. Het peil moet tussen het "MAX" en "MIN" merkteken op de zijkant van het reservoir staan. Staat het peil op of onder het "MIN" merkteken, dan moet vloeistof tot aan het "MAX" merkteken wordenbijgevuld. Vul niet te veel vloeistof bij.HSM5011
Page 204 of 244

6- 22 EENVOUDIG ONDERHOUD
!WAARSCHUWING:
Ga voorzichtig te werk met
remvloeistof. Vermijd contact met de ogen aangezien dit ernstige gevolgen kan hebben. Verwijdergemorste remvloeistof direct omdat dit het lakwerk van de wagen aantast. ZG130B2-AX Vloeistof verversen Gebruik uitsluitend remvloeistof
overeenkomstig de DOT 3 of DOT 4 specificatie. Zet de dop van het res- ervoir goed vast zodat wordt voorkomen dat vuil het reservoirbinnendringt.
N.B.: Let erop dat remvloeistof niet met
minerale producten wordt vermengd. Dit heeft defecteafdichtingen tot gevolg.
!
ZG130A1-HX VLOEISTOF VOOR DE KOPPE- LINGBEDIENING CONTROLE-
REN
Vloeistofpeil controleren
SG120E1-FX Remvloeistof bijvullen
WAARSCHUWING:
Ga voorzichtig te werk metremvloeistof. Vermijd contact met de ogen aangezien dit ernstigegevolgen kan hebben. Gebruik uitsluitend remvloeistof overeenkomstig de DOT 3 of DOT 4specificatie uit een gesloten blik. Laat het blik of het reservoir niet langer dan nodig onafgesloten.Hierdoor wordt voorkomen dat vuil of vocht door de remvloeistof wordt opgenomen, hetgeen een nadeligeinvloed op de werking heeft. Als remvloeistof wordt bijgevuld, moet het vuil rond de dop wordenweggeveegd. Draai de dop los en vul het reservoir langzaam met remvloeistof. Vul niet te veel bij. Brengde dop hierna weer aan. Het peil in het hoofdreservoir van de
koppeling moet worden gecontroleerd bij werkzaamheden onder de motorkap. Controleer het systeem hierbijtegelijkertijd op lekkage. Controleer of het vloeistofpeil zich tussen het "MAX" en het "MIN" merkteken op hetvloeistofreservoir bevindt. Vul eventueel vloeistof bij. Het dalen van het vloeistofpeil duidt op een lekkagein het systeem. HSM5011Laat in dit geval het koppelingsysteem
door uw dealer controleren enrepareren.
Page 205 of 244

EENVOUDIG ONDERHOUD 6- 23
SG140B1-FX Aandrijfriem van compressor controleren
SG140A1-FX ONDERHOUD AIRCONDITIONINGCondensor schoonhouden De condensor van de airconditioning en de radiateur moeten regelmatig worden gecontroleerd op vuil, dode insecten, bladeren enz. Dit kan dekoelcapaciteit nadelig beïnvloeden. Verwijder aangekoekt vuil enz. Ga bij het verwijderen van vuil voorzichtig tewerk om schade aan de ventilator te voorkomen.
SG140C1-FX Controle van de werking van de
Airconditioning
1. Start de motor en laat deze enkele minuten versneld stationair draaien met de airconditioning ingesteld op max. koude situatie.
2. Als de uit de dashboardopeningen stromende lucht niet koud is, moet de installatie door de HYUNDAIdealer gecontroleerd worden. LET OP:
Als het airconditioning systeem
gedurende langere tijd werkt meteen te laag koelmiddelniveau, zal beschadiging van de compressor plaatsvinden.
!
SG140D1-FX Smering Voor de smering van de compressor
en de afdichtingen in het systeem moet de airconditioning elke week tenminste 10 minuten draaien. Dit isvooral van belang bij koude weersomstandigheden als het airconditioningsysteem niet wordtgebruikt.
G190A02B
COMP.Krukaspoelie
Stuurbekrachtiging
Autom. spanner
Dynamo G140D01O
Stuurbekrachtiging
Dynamo
KrukaspoelieKoeivloeistof
COMP.
Benzinemotor (2,0L/2,4L)
Benzinemotor(2,7L)
Page 206 of 244

6- 24 EENVOUDIG ONDERHOUD
Bij regelmatig gebruik van de
airconditioning moet de spanning van de aandrijfriem van de compressortenminste één maal per maand worden gecontroleerd.
Controleer de spanning door de riem
in het midden tussen de krukas en de compressorpoelie met een vinger naar beneden te drukken. De speling mag niet meer dan 8 mm bedragen. Als uover het juiste gereedschap beschikt mag de speling onder een druk van 98N niet meer bedragen dan 8 mm. Isde riem niet strak genoeg gespannen, laat hem dan door uw Hyundai dealer afstellen.
B145A03O-GAT VERVANGEN VAN HET INTERIEURFILTER(voor verdamper- enaanjagereenheid)(indien van toepassing) Het interieurfilter bevindt zich vóór de
verdampereenheid achter het dashboardkastje.
Het vermindert de hoeveelheid
luchtverontreiniging die het interieur binnenkomt.
1. Open het dashboardkastje en verwijder de vangband door deopening. HSM412
2. Breng het dashboardkastje volledig
naar beneden door de beide zijwanden naar binnen te drukken.
3. Vouw de beschermfolie van de afdekplaat van het interieurfilteropzij. HSM345
HSM442
G190B01B
Poelie wisselstroom- dynamo
Compressor poelie
Krukaspoelie
Waterpom- ppoelie
Dieselmotor
Crankshaft pulley
Page 207 of 244

EENVOUDIG ONDERHOUD 6- 25
ZG150A1-AX SPELING VAN HET STUURWIEL CONTROLEREN
Plaats de wagen met de wielen in de
rechtuit stand en draai het stuurwiel iets naar links en naar rechts. Oefen hierbij niet teveel kracht uit en let op verandering in de weerstand bij hetdraaien. van het stuur.
Als de speling meer bedraagt dan
aangegeven in de afbeelding, laat destuurinrichting dan door uw Hyundaidealer controleren en zonodig repareren.
G150A01O
30 mm (1,18 in.)
HSM443
5. Verwijder de twee interieurfilters door ze aan de knop naar buiten te trekken.
6. Montage in omgekeerde volgorde.
! LET OP:
Monteer het interieurfilter in de richting van de pijl. Anders kan het lawaai of slijtage veroorzaken.
4. Draai de knop van de afdekkap van het interieurfilter linksom en verwijder de afdekkap. HSM444
Page 208 of 244

6- 26 EENVOUDIG ONDERHOUD
SG180A1-FX WERKSLAG REMPEDAAL CONTROLEREN Hierbij heeft u hulp nodig. Laat uw assistent bij draaiende motor hetrempedaal enkele malen indrukken om het vervolgens met een kracht van 50 kg (490 N) ingedrukt te houden.De werkslag van het rempedaal is de afstand tussen de bovenzijde van het pedaal en de wagenbodem. Deze waarde moet binnen de specificaties liggen. Is dit niet het geval, dan moet het remsysteem door uw Hyundai dealer worden afgestelden zonodig gerepareerd. G180A01L
75 mm(2,95 in.)
ZG170A1-AX VRIJESLAG SLAG VAN REMPEDAAL CONTROLEREN Druk het rempedaal bij afgezette
motor enkele malen in zodat het vacuüm in de rembekrachtiger wordt opgeheven.
Druk met de hand het rempedaal
langzaam in tot weerstand voelbaar wordt. Dit is de vrije slag van het rempedaal. De vrije slag moet binnen de specificaties liggen. Is dit niet hetgeval, dan moet het remsysteem door uw Hyundai dealer worden afgesteld en zonodig worden gerepareerd. HXGS508
3 ~ 8 mm (0,12 ~ 0,31 in.)
ZG160A1-AX VRIJE SLAG VAN KOPPELINGPEDAALCONTROLEREN Druk het koppelingpedaal bij afgezette motor zover in tot weerstand voelbaar wordt. Dit is de vrije slag. De vrijeslag moet binnen de specificatie liggen. Is dit niet het geval, dan moet de koppeling door uw Hyundai dealerworden afgesteld en zonodig gerepareerd worden. G160A01HR
6 ~ 13 mm (0,24 ~ 0,51 in.)
Page 209 of 244

EENVOUDIG ONDERHOUD 6- 27
SG190A1-FX V-RIEMEN CONTROLEREN (Benzinemotor) De spanning van de V-riemen moet
regelmatig worden gecontroleerd en zonodig afgesteld. Tegelijkertijdmoeten de riemen worden gecontroleerd op scheurtjes, rafels of overmatige slijtage. Vervang de riemenzonodig. Tevens moet worden gecontroleerd of de V-riemen vrij kunnen draaien.
Na het vervangen van een riem moet
de nieuwe riem na 2 of 3 weken opnieuw op spanning worden gebracht. G190B01TB-GXTAANDRIJFRIEMEN CONTROLEREN (Dieselmotor) Bij het geplande onderhoud moeten
de riemen gecontroleerd worden op scheurtjes, slijtage, rafels of andere sporen van slijtage. Indien nodig moeten ze worden vervangen. De uitlijning van de riemen moet ook
worden gecontroleerd om er zekervan te zijn dat de riemen en andere onderdelen van de motor elkaar niet raken.
G190A02B
COMP.Krukaspoelie
Stuurbekrachtiging
Autom. spanner
Dynamo
2.7 V6
G140D01O
Stuurbekrachtiging
Dynamo
Krukaspoelie
Koeivloeistof
COMP.
2.0 I4 / 2.4 I4
G190B01B
Poelie wisselstroom-dynamo
Compressorpoelie
Krukaspoelie
Waterpom- ppoelie
Crankshaft pulley
Page 210 of 244

6- 28 EENVOUDIG ONDERHOUD
HPG200B1-AX Zekeringen vervangen De zekeringhouder voor de verlichting en de overige elektrische accessoires is onder het dashboard aan de bestuurderszijde aangebracht. In dezekeringhouder zijn het amperage en de beveiligde circuits aangegeven. Als de verlichting of andere elektrischeaccessoires uitvallen, moet de zekering worden gecontroleerd. De zekering is doorgebrand wanneer demetalen strip in de zekering is gesmolten. Ga in dit geval als volgt te werk: HSM4002
G200A01O
ZG200A1-AX ZEKERINGEN CONTROLEREN EN VERVANGENEen zekering vervangen
Goed
Doorge- brand
Een zekering smelt zodra het circuit vanaf de accu overbelast raakt, waardoor schade aan de bedradingwordt voorkomen (dit kan worden veroorzaakt door een kortsluiting in het systeem). In dit geval moet destoring door een Hyundai dealer worden opgespoord, het systeem worden gerepareerd en de zekeringworden vervangen. De zekeringen bevinden zich in een houder naast de accu.
! LET OP:
Gebruik bij het vervangen van een zekering altijd een nieuwe zekeringmet hetzelfde amperage. Gebruik nooit een stuk draad of een zekering met een hoger amperage. Dit kanernstige schade en brand tot gevolg hebben.