Hyundai Santa Fe 2013 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2013, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2013Pages: 670, PDF Size: 44.06 MB
Page 471 of 670

Kenmerken van uw auto
28
4
(1) Schakelaar ruitbediening
bestuurdersportier
(2) Schakelaar ruitbediening passagiersportier
(3) Schakelaar ruitbediening achterportier (links)
(4) Schakelaar ruitbediening achterportier (rechts)
(5) Ruiten openen en sluiten
(6) Automatische ruitbediening*
(7) Blokkeerschakelaar ruitbediening
* : indien van toepassing
✽✽ AANWIJZING
In een koud en nat klimaat werken de
elektrisch bedienbare ruiten mogelijk
niet door bevriezingsverschijnselen.
RUITEN
ODM042019
Page 472 of 670

429
Kenmerken van uw auto
Elektrisch bedienbare ruiten
Om de ruiten elektrisch te kunnen bedienen moet het contact in stand ONstaan.
Ieder portier is voorzien van een
schakelaar voor de bediening van de
desbetreffende ruit. Het
bestuurdersportier beschikt over een
hoofdschakelaar, waarmee alle ruiten
van de auto kunnen worden bediend. De
bestuurder beschikt ook over een
blokkeerschakelaar waarmee de
ruitbediening van de schakelaars op de
overige portieren uitgeschakeld kan
worden.
De ruiten kunnen worden bediend tot ca. 30 seconden nadat het contact in stand
ACC of LOCK is gezet of de
contactsleutel is verwijderd. Wanneer de
voorportieren geopend zijn, kunnen de
ruiten niet bediend worden, zelfs niet
binnen de periode van 30 seconden.✽✽AANWIJZING
Wanneer tijdens het rijden de achterruiten geopend zijn of het schuif-/kanteldak (gedeeltelijk) geopend is,ondervindt u mogelijk hinderlijkwindgeruis. Dit is normaal en kanworden verminderd of verholpen door
het volgende te doen. Wanneer
windgeruis optreedt terwijl eenachterruit geopend is of beideachterruiten geopend zijn, kunt u beide
voorruiten een paar centimeter laten
zakken. Wanneer u windgeruisondervindt terwijl het schuif-/kanteldakgeopend is, kunt u het dak een ietssluiten.Ruiten openen en sluiten
Type A
Druk de desbetreffende schakelaar aan
de voorzijde in of trek deze omhoog om
een ruit te openen of te sluiten tot het
eerste zware punt (5).
ODM042020
Page 473 of 670

Kenmerken van uw auto
30
4
Type B Automatische ruitbediening (indien van toepassing)
Door de schakelaar kortstondig in te
drukken tot de tweede stand (6), wordt
de ruit automatisch geheel geopend,
zelfs als de schakelaar wordt losgelaten.
Om de ruitbeweging te stoppen, kan de
schakelaar kortstondig omhoog worden
getrokken. Type C Automatische ruitbediening (indien van toepassing)
Door de schakelaar kortstondig in te
drukken of omhoog te trekken tot de
tweede stand (6), wordt de ruitautomatisch helemaal geopend of
gesloten, zelfs als de schakelaar wordt
losgelaten. Om de ruitbeweging te
stoppen, trekt u de schakelaar omhoog
of drukt hem omlaag en laat hem dan
los.
✽✽
AANWIJZING
Als de elektrisch bedienbare ruit niet goed werkt, kan de elektrische
ruitbediening als volgt worden gereset:
1. Zet het contact in stand ON.
2. Sluit de ruit van het bestuurdersportier en houd de
schakelaar van de ruit nog minstens 1s omhoog nadat de ruit vollediggesloten is.
ODM042021ODMECO2001
Page 474 of 670

431
Kenmerken van uw auto
Klembeveiliging
Als er tijdens de opwaartse beweging
van de ruit een voorwerp of lichaamsdeel
tussen de ruit en het portier komt, wordt
de extra weerstand opgemerkt door het
systeem en zal de ruit stoppen.
Vervolgens zal de ruit ongeveer 30 cm
zakken, zodat het voorwerp kan worden
verwijderd.
Als de ruit weerstand ondervindt terwijl
de schakelaar ruitbediening
omhooggetrokken blijft, stopt de
omhooggaande beweging van de ruit en
zakt de ruit ongeveer 2,5 cm Als de
schakelaar opnieuw omhoog getrokken
wordt binnen 5 s nadat de ruitautomatisch naar beneden is gegaan,
zal de klembeveiliging niet werken.
✽✽AANWIJZING
De klembeveiliging voor de portierruit werkt alleen als de automatische
sluitfunctie wordt geactiveerd door de
schakelaar geheel omhoog te trekken.De automatische omkeerfunctie werktniet als de ruit handmatig, met de
schakelaar ruitbediening in de eerstestand, wordt bediend.Blokkeertoets ruitbediening
De bestuurder kan de schakelaars voor
de elektrische ruitbediening achter
blokkeren door de blokkeer-schakelaar
op het bestuurdersportier in de stand
LOCK (ingedrukt) te zetten.
WAARSCHUWING
Controleer altijd of er niets tussen
de ruit en het portier aanwezig is
alvorens een ruit te sluiten om
letsel en schade aan de auto te
voorkomen. Als een voorwerp meteen diameter kleiner dan 4 mmtussen de ruit en de sponning
terechtkomt, wordt de extra weer
-stand mogelijk niet opgemerkt,
waardoor de klembeveiliging nietwerkt.
OUN026013
ODM042022
Page 475 of 670

Kenmerken van uw auto
32
4
WAARSCHUWING - Ruiten
Laat de contactsleutel NOOIT achter in de auto.
Laat een kind NOOIT zonder toezicht achter in de auto. Ook
zeer jonge kinderen kunnen per
ongeluk de auto in beweging
zetten, bekneld raken tussen de
portierruiten of zichzelf of
anderen letsel toebrengen.
Controleer altijd zorgvuldig of er zich geen armen, handen of
andere belemmeringen in de
buurt bevinden voordat een ruit
gesloten wordt.
Laat kinderen niet met de ruitbediening spelen. Laat de
blokkeerschakelaar voor deruitbediening in de stand
VERGRENDELD (ingedrukt)
staan. Het onbedoeld bedienen
van een ruit kan vooral bijkinderen tot letsel leiden.
en het gezicht niet naar buiten.OPMERKING
Open of sluit telkens maar één
ruit tegelijk. Anders kan de
elektrische ruitbediening bescha-digd raken. Hierdoor zalbovendien de zekering langer meegaan.
Probeer nooit tegelijkertijd de hoofdschakelaar voor de ruit-bediening in het bestuurders- portier en de afzonderlijke
schakelaar voor de ruitbedieningin tegengestelde richting in tedrukken. In dat geval stopt de ruiten kan deze niet meer worden
geopend of gesloten.
Page 476 of 670

433
Kenmerken van uw auto
MOTORKAP
Motorkap; openen van
1. Trek aan de ontgrendelknop om de motorkap te ontgrendelen. De
motorkap komt iets omhoog. 2. Ga naar de voorzijde van de auto en til
de motorkap iets op. Druk de
veiligheidshaak in het midden van de
motorkap terug (1) en trek de
motorkap omhoog (2).
3. Open de motorkap. Deze zal automatisch volledig openen nadat hij
tot halverwege geopend is.
WAARSCHUWING
Parkeer de auto op een vlakke
ondergrond, zet de motor uit, zet de
selectiehendel in stand P (Park)
(automatische transmissie) of
schakel de 1 (eerste) versnelling of
de achteruitversnelling in
(handgeschakelde transmissie) en
trek de parkeerrem aan voordat ude motorkap opent.
ODM042023
ODM042024
Page 477 of 670

Kenmerken van uw auto
34
4
Sluiten van motorkap
1. Controleer de volgende punten
alvorens de motorkap te sluiten:
teruggeplaatst zijn.
andere brandbare materialen in de
motorruimte zijn achtergebleven.
2. Laat de motorkap tot halverwege zakken en druk hem naar beneden.
Controleer of de motorkap goed
vergrendeld is.
WAARSCHUWING
- Motorkap
Controleer voor het sluiten van de motorkap of er geen zaken in
de motorruimte zijn achter
-gebleven die het sluiten zouden
kunnen hinderen. Als geprobeerd
wordt de motorkap te sluitenterwijl er nog iets in de
motorruimte is achtergebleven,
kan dat schade aan de motorkap
of letsel veroorzaken.
Laat geen handschoenen, doeken of andere brandbare
materialen achter in de
motorruimte. Deze zouden door
de hitte in brand kunnen vliegen.
WAARSCHUWING
Controleer altijd nogmaals of de motorkap goed vergrendeld is
alvorens met de auto te gaan
rijden. Als de motorkap niet goed
vergrendeld is, zou hij tijdens hetrijden open kunnen gaan,
waardoor het zicht voor de
bestuurder belemmerd wordt en
een aanrijding het gevolg kanzijn.
De motorkapsteun moet goed in de opening geplaatst worden als
u controles in de motorruimte
uitvoert. Dat voorkomt dat demotorkap plotseling naar
beneden kan vallen en letsel
veroorzaakt.
Verplaats de auto niet als de motorkap omhoog staat omdat
dan het zicht belemmerd wordten de motorkap naar beneden
kan vallen of beschadigd kan
worden.WAARSCHUWING
Wanneer u het motorcompartiment
controleert, let er dan op dat u uwhoofd niet stoot aan de
motorkaphaak die zich aan de
binnenkant van de motorkap
bevindt.
ODMNMC2034
Page 478 of 670

435
Kenmerken van uw auto
TANKDOPKLEP
Openen van de tankdopklep
De tankdopklep moet van binnenuit
worden geopend door op de knop voor
het openen van de tankdopklep op het
bestuurdersportier te trekken.
✽✽ AANWIJZING
Tik zachtjes op de tankdopklep of druk
er voorzichtig tegenaan als deze is
vastgevroren om het ijs te breken en
open daarna de tankdopklep. Wrik detankdopklep niet los. Spuit detankdopklep indien nodig in met
ruitontdooier (gebruik geenkoelvloeistof) of zet de auto op eenwarme plaats om het ijs te laten smelten.
1. Zet de motor uit.
2. Trek de ontgrendeling omhoog om de tankdopklep te openen.
3. Open de tankdopklep (1).
4. Draai de tankdop (2) linksom om deze te verwijderen.
5. Vul de tank met brandstof. Sluiten van de tankdopklep
1. Plaats de dop terug en draai hem
rechtsom totdat deze klikt. Dat geeft
aan dat de dop goed vastzit.
2. Druk op de rand van de klep om de klep te sluiten. Controleer of hij goed
gesloten is.ODM042025
ODM042026
Page 479 of 670

Kenmerken van uw auto
36
4
WAARSCHUWING
- Tanken
Als de onder druk staande brandstof naar buiten spuit, kan
deze op uw kleding of huid
terechtkomen en kan er
brandgevaar ontstaan. Verwijder
de tankdop altijd voorzichtig en
langzaam. Als er brandstof naar
buiten komt of er een sissend
geluid hoorbaar wordt, moet u
even wachten voordat u de dop
verder losdraait.
Probeer de tank niet verder te vullen nadat het vulpistool
automatisch is afgeslagen.
Controleer altijd of de tankdop goed vastgedraaid is, om morsen
van brandstof in geval van een
aanrijding te voorkomen.WAARSCHUWING
- Gevaren bij het tanken
Brandstof is licht ontvlambaar.
Neem bij het tanken de volgende
richtlijnen in acht. Het niet
opvolgen van deze richtlijnen kan
leiden tot ernstig persoonlijk letsel
als gevolg van brand of een
explosie.
Lees alle waarschuwingen bij het tankstation en neem ze in acht.
Kijk vóór het tanken altijd of er een noodknop voor het afsluiten
van de brandstof is bij debrandstofpomp.
Raak, voordat u de tankdop en vulopening aanraakt, altijd even
een ander metalen deel van de
auto aan, op voldoende afstand
van de vulopening, om
brandgevaar als gevolg van
statische elektriciteit te
voorkomen.
(Vervolg)(Vervolg)
Stap niet in de auto nadat ubegonnen bent met tanken omdat
u door het aanraken van of
wrijven tegen iets (polyester,
satijn, nylon, enz.) statisch
geladen kunt zijn. Statischeelektriciteit kanbrandstofdampen doen
ontbranden, wat explosiegevaar
oplevert. Als u tijdens het tanken
toch terug in de auto moet
stappen, raak ook dan even een
metalen deel aan de voorzijde
van de auto aan om eventuele
statische elektriciteit kwijt teraken.
Als u een jerrycan wilt vullen, plaats deze dan op de grond. Een
met statische elektriciteit geladen
jerrycan kan brandstofdampen
doen ontbranden. Zodra u begint
te tanken, dient u contact temaken met de auto tot het tanken
is voltooid.
Gebruik alleen jerrycans die
geschikt zijn voor brandstof.
(Vervolg)
Page 480 of 670

437
Kenmerken van uw auto
Handmatige ontgrendeling tankdopklep Als de tankdopklep niet met de afstandsbediening opengaat, kunt u hem
met de hand openen. Verwijder het
paneel in de bagageruimte. Trek de
hendel iets naar buiten.OPMERKING
Tank alleen de brandstof die inparagraaf 1 vermeld is onder
“Vereiste brandstof”.
Als de tankdop vervangen moet worden, gebruik dan een speciaalvoor uw auto vervaardigd
vervangingsonderdeel. Een verkeerde tankdop kan eenernstige storing in hetbrandstofsysteem of het
emissieregelsysteem veroorzaken. Voor meerinformatie adviseren we u contactop te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.
Mors geen brandstof op de buitenzijde van de auto.Brandstof kan de lak aantasten.
Controleer altijd of de tankdop goed vastgedraaid is, om morsen
van brandstof in geval van eenaanrijding te voorkomen.
(Vervolg)
Maak tijdens het tanken geen gebruik van een mobiele
telefoon. Elektrische stroom
en/of elektronische storing van
mobiele telefoons kanbrandstofdampen doenontbranden.
Zet de motor uit vóór het tanken. De elektrische onderdelen van de
motor kunnen vonken produ-ceren die brandstofdampenkunnen doen ontbranden.
Controleer na het tanken of detankdop en de tankdopklep goed
dicht zijn voordat u de motor
start.
Gebruik GEEN lucifers of aansteker en ROOK NIET. Laat
ook geen brandende sigaret
achter in de auto terwijl u gaat
tanken. Brandstof is licht
ontvlambaar en explosief.
Als er tijdens het tanken brand uitbreekt, verlaat dan
onmiddellijk de auto en breng de
manager van het tankstation, de
politie en de brandweer op de
hoogte. Volg hun veiligheids-instructies op.
ODM042027
OPMERKING
Trek niet te hard aan de hendel
omdat anders de bekleding in de bagageruimte of de hendel
beschadigd kan raken.